gepubliceerd op 18 december 2014
Besluit van de Regering tot oprichting van een toezichtscomité en een selectiecomité voor het Europees Sociaal Fonds 2014-2020
13 NOVEMBER 2014. - Besluit van de Regering tot oprichting van een toezichtscomité en een selectiecomité voor het Europees Sociaal Fonds 2014-2020
De Regering van de Duitstalige Gemeenschap, Gelet op de Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad;
Gelet op de Verordening (EU) nr. 1304/2013 van het Europees Parlement en van de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees Sociaal Fonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1081/2006 van de Raad;
Gelet op de wet van 31 december 1983Relevante gevonden documenten type wet prom. 31/12/1983 pub. 11/12/2007 numac 2007000934 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot hervorming der instellingen voor de Duitstalige Gemeenschap. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot hervorming der instellingen voor de Duitstalige Gemeenschap, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 19 april 2014;
Gelet op het besluit van de Regering van 15 mei 2007 tot oprichting van een comité van toezicht en van een selectiecomité voor het Europees sociaal fonds 2007-2013;
Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 6 november 2014;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, artikel 3, § 1;
Overwegende dat de dringende noodzakelijkheid gemotiveerd wordt door de omstandigheid dat het ontwerp van operationeel programma van de Duitstalige Gemeenschap voor het Europees Sociaal Fonds (ESF) 2014-2020, dat op 8 mei 2014 in het kader van de doelstelling "investeren in groei en werkgelegenheid" door de Regering is goedgekeurd en op 3 november 2014 aan de Europese Commissie is overgezonden; dat de projecten bijgevolg vanaf 1 januari 2015 kunnen worden ondersteund; dat binnen drie maanden na de datum waarop aan de lidstaat kennisgeving wordt gedaan van het besluit tot goedkeuring van een operationeel programma een toezichtcomité moet worden opgericht; dat de projectaanvragen moeten worden onderzocht door een selectiecomité; dat het toezichtcomité en het selectiecomité dus zo snel mogelijk moeten worden opgericht zodat het voormelde programma in de Duitstalige Gemeenschap kan worden uitgevoerd;
Op de voordracht van de Minister-President, bevoegd voor de coördinatie en het beheer van Europese stimuleringsprogramma's;
Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK 1. - Toezichtcomité
Artikel 1.Oprichting en taken.
Er wordt een toezichtcomité opgericht dat toezicht houdt op de uitvoering van het Europees Sociaal Fonds 2014-2020 in het kader van de doelstelling "investeren in groei en werkgelegenheid", hierna : "Europees Sociaal Fonds 2014-2020".
Het toezichtcomité heeft tot taak : 1° de vooruitgang die geboekt is bij de verwezenlijking van de specifieke doelstellingen van het operationele programma regelmatig te evalueren aan de hand van de documenten die de managementautoriteit van het ESF-programma in de Duitstalige Gemeenschap (hierna : "managementautoriteit") heeft voorgelegd;2° de resultaten van de uitvoering te onderzoeken - en daarbij in het bijzonder na te gaan in welke mate de doelstellingen voor elke kernpunt bereikt zijn - en de evaluaties bedoeld in artikel 49, lid 4, van Verordening (EU) nr.1303/2013 uit te voeren; 3° overeenkomstig artikel 50 van de basisverordening het jaarverslag en het eindverslag over de uitvoering van het programma te onderzoeken en goed te keuren;4° kennis te nemen van het jaarlijkse controleverslag en van de eventuele opmerkingen van de Europese Commissie daaromtrent;5° aan de managementautoriteit voorstellen voor te leggen die erop gericht zijn het operationele programma te herzien of te toetsen en die tot de verwezenlijking van de doelstellingen van de basisverordening kunnen bijdragen of die het beheer, in het bijzonder de financiële uitvoering van het programma, kunnen verbeteren;6° voorstellen tot wijziging van de inhoud van de beslissing van de Europese Commissie over een bijdrage van het Fonds te onderzoeken en goed te keuren;7° voor een partnerschap tussen alle actoren van het operationele programma te zorgen met het oog op de uitvoering van de integratie. In dat kader voert het toezichtcomité ook alle hem betreffende taken ter afsluiting van de vorige programmafase en ter voorbereiding van de volgende programmafase uit.
Art. 2.Samenstelling. § 1. De volgende leden van het toezichtcomité zijn stemgerechtigd : 1° één vertegenwoordiger van de Minister-President;2° één vertegenwoordiger van de Viceminister-President, Minister van Cultuur, Werkgelegenheid en Toerisme;3° één vertegenwoordiger van de Minister van Gezin, Gezondheid en Sociale Aangelegenheden;4° één vertegenwoordiger van de Minister van Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek;5° één vertegenwoordiger van het departement van het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap dat bevoegd is voor werkgelegenheid;6° één vertegenwoordiger van het departement van het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap dat bevoegd is voor sociale aangelegenheden;7° één vertegenwoordiger van het departement van het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap dat bevoegd is voor vorming;8° twee vertegenwoordigers van de Sociaal-Economische Raad van de Duitstalige Gemeenschap, namelijk één vertegenwoordiger van de representatieve werkgeversorganisaties en één vertegenwoordiger van de representatieve werknemersorganisaties;9° één vertegenwoordiger van de Dienst van de Duitstalige Gemeenschap voor de personen met een handicap; 10° één vertegenwoordiger van het Instituut voor de opleiding en de voortgezette opleiding in de Middenstand en de K.M.O.'s; 11° één vertegenwoordiger van de Dienst voor arbeidsbemiddeling van de Duitstalige Gemeenschap;12° één vertegenwoordiger van de managementautoriteit. Tot het toezichtcomité behoren bovendien, met effectief stemrecht en voor de duur van het project, privaatrechtelijke projectpromotoren die werkzaam zijn in de Duitstalige Gemeenschap en goedgekeurde ESF-projecten uitvoeren. Ongeacht het aantal projecten beschikt elke organisatie slechts over één stem. § 2. De volgende leden van het toezichtcomité hebben een raadgevende stem : 1° de Europese Commissie en, in voorkomend geval, de Europese Investeringsbank;2° de ESF-agentschappen van de Franse Gemeenschap, het Waals Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;3° de publiek- en privaatrechtelijke instelling die in de Duitstalige Gemeenschap de externe evaluatie van het operationele programma uitvoert;4° de INTERREG-manager van de Duitstalige Gemeenschap voor het INTERREG V-programma Grote Regio en Euregio Maas-Rijn;5° de publiek- of privaatrechtelijke instelling die in de Duitstalige Gemeenschap als toezichthoudende autoriteit fungeert.
Art. 3.Werkwijze.
De Minister-President of diens plaatsvervanger zit het toezichtcomité voor.
De managementautoriteit fungeert als secretariaat van het toezichtcomité.
Het toezichtcomité stelt in onderlinge overstemming met de managementautoriteit zijn huishoudelijk reglement op; dat reglement wordt ter goedkeuring voorgelegd aan de Regering. HOOFDSTUK 2. - Selectiecomité
Art. 4.Oprichting en taken.
Er wordt een selectiecomité opgericht om de projectaanvragen, ingediend met het oog op een medefinanciering door het Europees Sociaal Fonds 2014-2020, te evalueren.
Art. 5.Samenstelling.
De volgende leden van het selectiecomité zijn stemgerechtigd : 1° één vertegenwoordiger van de Minister-President;2° één vertegenwoordiger van de Viceminister-President, Minister van Cultuur, Werkgelegenheid en Toerisme;3° één vertegenwoordiger van de Minister van Gezin, Gezondheid en Sociale Aangelegenheden;4° één vertegenwoordiger van de Minister van Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek;5° één vertegenwoordiger van het departement van het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap dat bevoegd is voor werkgelegenheid;6° één vertegenwoordiger van het departement van het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap dat bevoegd is voor sociale aangelegenheden;7° één vertegenwoordiger van het departement van het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap dat bevoegd is voor vorming;8° twee vertegenwoordigers van de Sociaal-Economische Raad van de Duitstalige Gemeenschap, namelijk één vertegenwoordiger van de representatieve werkgeversorganisaties en één vertegenwoordiger van de representatieve werknemersorganisaties;9° één binnenlandse of buitenlandse externe vertegenwoordiger als deskundige;10° één vertegenwoordiger van de managementautoriteit.
Art. 6.Werkwijze.
Het selectiecomité evalueert de aanvragen op basis van de selectiecriteria die het toezichtcomité heeft vastgelegd. Het kan daarbij drie beslissingen nemen : 1° het project aannemen;2° het project weigeren;3° de beslissing uitstellen, met de verplichting om de aanvraag op verscheidene punten aan te vullen of te wijzigen. De beslissing van het selectiecomité wordt ter ratificatie voorgelegd aan de Regering. Wordt het project aangenomen, dan sluit de Regering een overeenkomst met de projectpromotor. Wordt het project geweigerd of de beslissing uitgesteld, dan draagt de Regering de managementautoriteit op om de aanvrager hiervan in kennis te stellen.
Het selectiecomité stelt in onderlinge overstemming met de managementautoriteit zijn huishoudelijk reglement op; dat reglement wordt ter goedkeuring voorgelegd aan de Regering. HOOFDSTUK 3. - Slotbepalingen
Art. 7.Opheffingsbepaling Het besluit van de Regering van 15 mei 2007 tot oprichting van een comité van toezicht en van een selectiecomité voor het Europees sociaal fonds 2007-2013, gewijzigd bij het besluit van de Regering van 1 oktober 2009, wordt opgeheven.
Art. 8.Inwerkingtreding.
Dit besluit treedt in werking op 1 december 2014.
Art. 9.Uitvoeringsbepaling.
De minister bevoegd voor de coördinatie en het beheer van Europese stimuleringsprogramma's is belast met de uitvoering van dit besluit.
Eupen, 13 november 2014.
Voor de Regering van de Duitstalige Gemeenschap, De Minister-President, O. PAASCH