Etaamb.openjustice.be
Document van 13 december 2001
gepubliceerd op 26 april 2002

Besluit van de Interregionale Verpakkingscommissie tot erkenning van de vereniging zonder winstoogmerk VAL-I-PAC, Koningin Astridlaan 59, bus 11, 1780 Wemmel, als organisme voor verpakkingsafval

bron
interregionale verpakkingscommissie
numac
2002018000
pub.
26/04/2002
prom.
13/12/2001
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

13 DECEMBER 2001. - Besluit van de Interregionale Verpakkingscommissie tot erkenning van de vereniging zonder winstoogmerk VAL-I-PAC, Koningin Astridlaan 59, bus 11, 1780 Wemmel, als organisme voor verpakkingsafval


De Interregionale Verpakkingscommissie Gelet op de richtlijn 75/442/EEG van de Raad van 15 juli 1975 betreffende afvalstoffen, zoals gewijzigd;

Gelet op de richtlijn 94/62/EG van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 1994 betreffende verpakking en verpakkingsafval;

Gelet op het samenwerkingsakkoord van 30 mei 1996 betreffende de preventie en het beheer van verpakkingsafval tussen het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, aangenomen bij decreet van het Vlaams Parlement de dato 21 januari 1997, bij decreet van de Waalse Gewestraad de dato 16 januari 1997 en bij ordonnantie van de Raad van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest de dato 24 januari 1997, verder aangeduid met de term samenwerkingsakkoord;

Gelet op de beslissingen van de Vlaamse regering van 15 april 1997, van de Brusselse Hoofdstedelijke regering van 30 mei 1996 en van de Waalse regering van 27 februari 1997 tot samenstelling van de Interregionale Verpakkingscommissie;

Gelet op de beslissingen van de Interregionale Verpakkingscommissie van 9 februari 2001 en 3 mei 2001 houdende aanduiding van respectievelijk de voorzitter en de ondervoorzitters van het Beslissingsorgaan van de Interregionale Verpakkingscommissie;

Gelet op de erkenningsaanvraag van VAL-I-PAC, ingediend op 29 juni 2001; gelet op de ontvankelijkheid ervan;

Gelet op de bijkomende informatie verstrekt door VAL-I-PAC per brief de dato 24 september 2001;

Overwegende dat krachtens de statuten van VAL-I-PAC, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad op 18 juni 1998, VAL-I-PAC is opgericht als vereniging zonder winstgevend doel en als uitsluitend statutair doel heeft het voor rekening van de leden ten laste nemen van de terugnameplicht krachtens artikel 6 van het samenwerkingsakkoord;

Overwegende dat krachtens de verklaringen opgestuurd per brief de dato 24 september 2001, de beheerders van VAL-I-PAC en de personen die VAL-I-PAC kunnen verbinden, hun burgerlijke en politieke rechten bezitten en niet zijn veroordeeld voor een inbreuk op de milieuwetgeving van de gewesten of van een lidstaat van de Europese Unie;

Overwegende dat VAL-I-PAC over de nodige middelen beschikt om de terugnameplicht te vervullen;

Overwegende dat het tot de bevoegdheid van de Interregionale Verpakkingscommissie behoort om het werkingsgebied van VAL-I-PAC vast te leggen;

Overwegende dat het noodzakelijk is om een lijst op te stellen die de concrete toepassing maakt van de criteria die in algemene termen bepalen voor welk verpakkingsafval VAL-I-PAC erkend is;

Overwegende dat de lijst ook van deze criteria moet kunnen afwijken, wanneer voor sommige productfamilies de criteria niet overeenstemmen met de realiteit op het terrein; dat het finaal aan de Interregionale Verpakkingscommissie moet toekomen om te beoordelen of de criteria al dan niet daarmee overeenstemmen;

Overwegende dat het moeilijk is om voor bedrijfsmatige samengestelde verpakkingen de doelstellingen inzake recyclage apart te berekenen, gezien de grote diversiteit van deze samengestelde verpakkingen;

Overwegende dat de Interregionale Verpakkingscommissie overeenkomstig artikel 3, § 2 van het samenwerkingsakkoord bevoegd is om de methodes uit te werken voor de berekening van de recyclagepercentages en dat zij overeenkomstig artikel 25, § 2 van het samenwerkingsakkoord moet kunnen verifiëren hoe de recyclagepercentages worden bereikt;

Overwegende dat deze methodes ook in de contracten van VAL-I-PAC met de operatoren moeten worden voorzien;

Overwegende dat de teller van de recyclagebreuk berekend wordt op basis van de hoeveelheden verpakkingsafval die door de privé-operatoren waarmee VAL-I-PAC heeft gecontracteerd, worden ingezameld; dat deze operatoren echter geen onderscheid maken tussen bedrijfsmatig verpakkingsafval en andere bedrijfsmatige afvalstoffen;

Overwegende dat de Interregionale Verpakkingscommissie alle mogelijke waarborgen dient te hebben voor de correcte vaststelling van het percentage van bedrijfsmatig verpakkingsafval in de bedrijfsmatige afvalstromen;

Overwegende dat bij de berekening van de recyclagepercentages rekening moet worden gehouden met de materiaalverliezen die zich voordoen in elk van de recyclageprocessen;

Overwegende dat specifieke studies het op termijn mogelijk moeten maken om voor sommige materialen de gemiddelde materiaalverliezen in het recyclageproces te herzien, teneinde de recyclagepercentages met de realiteit te doen overeenstemmen; dat eveneens rekening zal worden gehouden met de impact hiervan op het kunnen bereiken van de doelstellingen van het samenwerkingsakkoord en met de beslissingen die op Europees niveau worden genomen omtrent deze problematiek;

Overwegende dat de begrippen « ontpakker » en « verbruiker van verpakte producten (of goederen) » dezelfde inhoud hebben; dat zowel in artikel 2, 19°, c) als in artikel 16, § 2 van het samenwerkingsakkoord de term « verbruiker van verpakte producten (of goederen) » wordt gebruikt; dat de term « ontpakker » hiermee kan worden gelijkgesteld;

Overwegende dat artikel 3, § 1, 4° van het samenwerkingsakkoord het beginsel van de dekking van de totale en reële kosten als algemeen principe oplegt; dat de uitvoeringsmodaliteiten van dat principe voor de erkende organismen voor bedrijfsmatig verpakkingsafval door de decreetgevers niet uitdrukkelijk konden worden voorzien, wegens de onvoorspelbaarheid van de toekomstige operationele schema's; dat het algemeen belang het op dit ogenblik noodzakelijk maakt om deze modaliteiten verder uit te werken, waarbij een continuïteit moet worden voorzien;

Overwegende dat VAL-I-PAC in zijn erkenningsaanvraag voorstellen doet om zijn financiële tussenkomst aanzienlijk te vergroten;

Overwegende dat de hoogte van de totale en reële kosten voor het beheer van bedrijfsmatig verpakkingsafval mede afhankelijk is van de marktwaarde van de materialen; dat een regelmatige opvolging van de prijs van de materialen zich opdringt;

Overwegende dat in het kader van het afvalstoffenbeleid en van het beleid inzake verpakkingen en verpakkingsafval er een noodzaak is aan een specifieke benadering van de kleinhandelaars en KMO's; dat VAL-I-PAC hieromtrent zelf verschillende maatregelen voorstelt, maar dat bijkomende initiatieven moeten worden genomen naar de kleinhandelaars en KMO's toe, teneinde de globale dekking van de totale en reële kosten, zoals door het samenwerkingsakkoord opgelegd aan erkende organismen voor bedrijfsmatig verpakkingsafval, maximaal te verwezenlijken; dat het aan VAL-I-PAC toekomt om de nodige voorstellen te doen;

Overwegende dat het instellen van bijzondere opvolgingsmechanismen aangewezen is en dat ondermeer moet kunnen nagegaan worden welke types bedrijven de container- en recyclageforfaits ontvangen;

Overwegende dat naast financiële tussenkomsten ook acties inzake communicatie en sensibilisering noodzakelijk zijn; dat een pro-actieve opstelling vanwege VAL-I-PAC vereist is;

Overwegende dat de uitzonderlijke marktpositie van VAL-I-PAC niet mag leiden tot enige vorm van discriminatie; dat de Interregionale Verpakkingscommissie daarom met betrekking tot het contract met de operatoren bepaalde waarborgen eist inzake transparantie en vrije mededinging;

Overwegende dat het contract met de operatoren deel uitmaakte van de erkenningsaanvraag van VAL-I-PAC; dat elke wijziging van dit contract redelijkerwijs aan het toezicht van de Interregionale Verpakkingscommissie kan worden onderworpen, evenwel binnen de grenzen van het samenwerkingsakkoord;

Overwegende dat een gepast controleniveau dient te worden opgelegd, teneinde de Interregionale Verpakkingscommissie overeenkomstig artikel 25, § 2 van het samenwerkingsakkoord in staat te stellen om het behalen van de percentages van recyclage en nuttige toepassing met voldoende zekerheid vast te stellen; dat hierbij alle mogelijke waarborgen moeten worden geboden voor de confidentiële behandeling van de door de diverse controleurs verkregen gegevens;

Overwegende dat VAL-I-PAC met zijn operationeel scenario de totaliteit van het Belgisch grondgebied wil bestrijken; dat VAL-I-PAC een multi-materiaal en multi-sectorieel erkend organisme wil zijn; dat VAL-I-PAC principieel alle verpakkingsafval van bedrijfsmatige oorsprong wil in rekening brengen, zonder onderscheid naar de oorsprong ervan;

Overwegende dat voor de duur van deze erkenning kan aanvaard worden dat VAL-I-PAC aan elke verpakkingsverantwoordelijke die wenst toe te treden, de voorwaarde oplegt om voor al zijn bedrijfsmatige verpakkingsafvalstoffen toe te treden, maar dat op termijn meer flexibele oplossingen moeten worden gezocht;

Overwegende dat de erkenningsaanvraag geen berekeningsmethode voor de tarieven van de leden bevat en dat de tarieven jaarlijks door een beslissing van de bevoegde organen van VAL-I-PAC worden bepaald; dat dit gebrek in de erkenningsaanvraag slechts kan aanvaard worden indien de Interregionale Verpakkingscommissie een toetsingsrecht heeft op de tarieven die VAL-I-PAC zich voorneemt te hanteren; dat evenwel de toetsing van de Interregionale Verpakkingscommissie beperkt kan worden tot het strikt noodzakelijke;

Overwegende dat de kosten van de opening van een dossier maar één keer kunnen in rekening gebracht worden; dat de bijdragen maximaal in verhouding dienen te staan tot de op de markt gebrachte verpakkingen en dat het forfaitair karakter van de zogenaamde minimale bijdrage' dient te worden verminderd;

Overwegende dat, in het geval van een laattijdige toetreding, een verpakkingsverantwoordelijke geen voordeel mag putten uit het niet naleven van zijn wettelijke verplichtingen, aangezien artikel 12, 4° van het samenwerkingsakkoord oplegt dat de bijdragen geen discriminerend effect mogen hebben;

Overwegende dat de verpakkingsverantwoordelijke niet mag worden verplicht om met VAL-I-PAC een langdurig contract te sluiten, gelet op de uitzonderlijke marktpositie van VAL-I-PAC;

Overwegende dat in toepassing van artikel 10, § 2, 5° van het samenwerkingsakkoord het modelcontract met de verpakkingsverantwoordelijken, ook toetredingscontract' genoemd, deel uitmaakt van het aanvraagdossier voor erkenning; dat VAL-I-PAC het ontwerp van toetredingscontract met zijn aangesloten leden aan de bepalingen van deze erkenning moet aanpassen; dat de Interregionale Verpakkingscommissie dit moet kunnen verifiëren;

Overwegende dat VAL-I-PAC in het verleden verklaarde dat hij geen acties inzake preventie of inzake 'Research & Development' wenste te nemen; dat bepaalde acties evenwel toegestaan zijn in het kader van het samenwerkingsakkoord; dat VAL-I-PAC steeds een actieprogramma ter goedkeuring kan voorleggen aan de Interregionale Verpakkingscommissie, waarbij de goedkeuring van de Interregionale Verpakkingscommissie enkel tot doel heeft de overeenstemming met het samenwerkingsakkoord te verifiëren;

Overwegende dat in het kader van het (inter)gewestelijke beleid inzake preventie bijzondere aandacht moet worden geschonken aan de impact van de tarifering en de evolutie van de plasticsoorten die op de markt worden gebracht;

Overwegende dat een planmatige aanpak nodig is inzake de communicatie naar de ontpakkers;

Overwegende dat een aantal bijzondere informatieverplichtingen moeten worden opgelegd aan VAL-I-PAC, met het oog op het verhogen van de transparantie van het VAL-I-PAC-systeem en de noodzakelijkheid om in het bezit te zijn van sommige essentiële gegevens;

Overwegende dat inzake de potentieel gevaarlijke verpakkingen de inzameling van de gegevens bedoeld in artikel 17, § 1, 5° van het samenwerkingsakkoord door VAL-I-PAC een afzondelijke rapportage door de leden van VAL-I-PAC overbodig kan maken; dat een dergelijke administratieve vereenvoudiging kadert binnen de globale doelstellingen van een erkend organisme;

Overwegende dat artikel 10, § 2, 2° van het samenwerkingsakkoord aan VAL-I-PAC oplegt om een financieel plan en een begroting bij zijn erkenningsaanvraag te voegen voor de volledige duur van de erkenning; dat VAL-I-PAC verklaart hiertoe niet volkomen in staat te zijn; dat een overmaking van de jaarlijkse begroting minimaal vereist is;

Overwegende dat, teneinde de implementatie van de aan VAL-I-PAC opgelegde erkenningsvoorwaarden te begeleiden, het noodzakelijk is een opvolgingscommissie in te stellen;

Overwegende dat een nauwkeurige opvolging van de verdere ontwikkeling van het VAL-I-PAC-systeem zich opdringt;

Overwegende dat een erkenning kan worden toegekend voor de maximale periode voorzien in het samenwerkingsakkoord; dat evenwel de percentages van de terugnameplicht gevoelig zullen worden verhoogd, onder voorbehoud van goedkeuring door de Gewestelijke Parlementen; dat het risico bestaat dat VAL-I-PAC met de middelen die hij momenteel inzet voor het bereiken van deze percentages, structurele problemen zal ondervinden om aan de verzwaarde terugnameplicht te voldoen;

Overwegende dat de dekking van de totale en reële kosten, zoals die door het samenwerkingsakkoord aan erkende organismen voor bedrijfsmatig verpakkingsafval wordt opgelegd, maximaal moet worden verwezenlijkt;

Overwegende dat de Interregionale Verpakkingscommissie in het licht van het algemeen belang de mogelijkheid moet voorzien om correctief tussen te komen; dat nu reeds een evaluatie van de werking van het VAL-I-PAC-systeem in het vooruitzicht kan worden gesteld, waarbij de te evalueren punten worden opgesomd; dat de Interregionale Verpakkingscommissie over alle nuttige informatie moet kunnen beschikken om een redelijke en proportionele beslissing te kunnen nemen;

Overwegende dat aan VAL-I-PAC en aan zijn leden een maximale rechtszekerheid moet worden geboden, Besluit : Afdeling 1. - Erkenning

Artikel 1.§ 1. VAL-I-PAC wordt erkend als organisme zoals voorzien in artikel 9 van het samenwerkingsakkoord van 30 mei 1996 betreffende de preventie en het beheer van verpakkingsafval, onder de voorwaarden vermeld in dit besluit. § 2. Deze erkenning wordt verleend voor het verpakkingsafval van bedrijfsmatige oorsprong, met name : a) behoudens andersluidende bepaling in de door de Interregionale Verpakkingscommissie goedgekeurde lijst in de zin van § 4, alle verpakkingsafval, met uitsluiting van het verpakkingsafval dat afkomstig is van de verpakkingen hieronder weergegeven : 1) primaire verpakkingen van verbruikbare producten bestemd voor de normale werking van de huishoudens, waarvan het nominaal volume of het nominaal gewicht : - <= 10 liter voor vloeibare of pasteuze producten, - <= 10 kg voor vaste of poedervormige producten, - <= 50 liter of 50 kg voor niet-synthetische bodemverbeterende middelen voor tuinen, - <= 7,5 liter voor houten fruit- en groentekisten, met uitzondering van de producten opgenomen in de punten 2), 6) en 7);2) primaire verpakkingen van producten zoals opgenomen in artikel 379bis, § 1 van de gewone wet van 16 juli 1993 tot vervollediging van de federale staatsstructuur, boek III, namelijk verpakkingen die industriële producten bevatten bestemd voor niet-professioneel gebruik en waarvan het volume de drempels zoals omschreven in dit artikel niet overschrijdt;3) primaire verpakkingen van niet verbruikbare producten die bestemd zijn voor de normale werking van de huishoudens en die per stuk voor verkoop worden aangeboden;4) primaire verpakkingen van minder dan 0,5 m3 van niet verbruikbare producten die bestemd zijn voor de normale werking van de huishoudens en die per lot verkocht worden;5) secundaire verpakkingen die bestemd zijn voor de normale werking van de huishoudens van producten, die een maximum volume van 0,5 m3 hebben, die primaire verpakkingen bevatten of hebben bevat zoals bedoeld onder punt 1 tot 4 hierboven, die aldus zijn ontworpen dat ze op het verkooppunt een verkoopseenheid vormen en die aldus worden verkocht aan de eindgebruiker of verbruiker.6) primaire verpakkingen van dranken waarvan het volume <= 20 liter;7) primaire verpakkingen van lijmen bedoeld in 2) waarvan het volume <= 20 liter;8) serviceverpakkingen bestemd voor huishoudelijk verbruik;b) en dat uitsluitend afkomstig is van de verpakkingen die voldoen aan het geheel van volgende eigenschappen : 1) ze dienen als steun (concaaf, vlak of convex) of als steunelement voor de op de markt gebrachte producten;2) hun belangrijkste functies zijn : het insluiten, het beschermen, het toelaten van de verlading en het vervoer, of het verzekeren van de presentatie van bepaalde goederen;3) ze zijn niet onafscheidelijk verbonden aan het product;4) ze bevatten meestal een verbruikbaar product, met name een product waarvan het gebruik de voortschrijdende verdwijning van het product of zijn actief bestanddeel met zich meebrengt;5) in het geval de inhoud geen verbruikbaar product is, zijn de verpakkingen ofwel op technisch vlak niet onmisbaar voor de goede houdbaarheid van het product tussen de opeenvolgende behandelingen, ofwel beschikken ze over kenmerken waardoor hun levensduur in ieder geval beperkter zal zijn dan deze van hun inhoud. § 3. VAL-I-PAC legt aan de Interregionale Verpakkingscommissie de problematische gevallen voor met betrekking tot de interpretatie van § 2 hierboven. § 4. Ten behoeve van de verpakkingsverantwoordelijken wordt per productfamilie een gedetailleerde lijst uitgewerkt die gebaseerd is op de in § 2 hierboven vernoemde criteria. Deze lijst wordt goedgekeurd door de Interregionale Verpakkingscommissie. De lijst is jaarlijks aanpasbaar. De eventuele aanpassingen worden voorafgaandelijk goedgekeurd door de Interregionale Verpakkingscommissie.

De goedgekeurde lijst wordt door VAL-I-PAC gebruikt als enig criterium om te bepalen of voor de verpakkingen moet aangesloten worden. Wanneer de goedgekeurde lijst voor een bepaalde verpakking niet eenduidig kan worden toegepast, worden de criteria van § 2 zonder meer toegepast.

De goedgekeurde lijst is in zijn officiële versie beschikbaar bij de Interregionale Verpakkingscommissie. VAL-I-PAC stelt aan elk van zijn leden die daarom verzoekt, een kopie van de lijst ter beschikking. Afdeling 2. - Totale en reële kosten

Art. 2.Zonder afbreuk te doen aan de beslissingen die op Europees niveau genomen worden met betrekking tot de richtlijn 94/62/EG, gebeurt de berekening van de recyclagebreuk, zoals voorzien in artikel 3, voor de volgende materialen : - papier-karton; - plastics; - metalen; - hout.

Voor de berekening van de recyclagebreuk behoren de samengestelde verpakkingen tot het overwegend verpakkingsmateriaal.

Art. 3.§ 1. VAL-I-PAC dient zich aan te passen aan de berekeningsmodaliteiten voor de recyclagevoet, zoals uitgewerkt door de Interregionale Verpakkingscommissie. Deze modaliteiten worden gedetailleerd omschreven in de §§ 2 tot en met 4. § 2. Berekening van de noemer van de recyclagevoet De noemer van de recyclagevoet stemt overeen met de hoeveelheid eenmalig verpakkingsmateriaal uitgedrukt in gewicht, die door de verpakkingsverantwoordelijken op de markt werd gebracht en waarvoor zij aangesloten zijn bij VAL-I-PAC. § 3. Berekening van de hoeveelheden voor recyclage of voor nuttige toepassing aangeleverd verpakkingsafval 1° Worden in rekening gebracht voor de berekening van de hoeveelheden bedrijfsmatig verpakkingsafval die in recyclage of nuttige toepassing gegaan zijn, de gewogen hoeveelheden bedrijfsmatig verpakkingsafval van Belgische oorsprong dat in recyclage of nuttige toepassing gebracht is door de operatoren die met VAL-I-PAC het voorgeschreven modelcontract afgesloten hebben, zoals beschreven in artikel 6, § 1.2° De hoeveelheden bedrijfsmatig verpakkingsafval bedoeld in 1° worden bepaald op basis van statistische analyses, die door een onafhankelijk analysebureau, desgevallend onder toezicht van VAL-I-PAC, uitgevoerd worden bij elke operator die met VAL-I-PAC het voorgeschreven modelcontract heeft afgesloten, behoudens indien de Interregionale Verpakkingscommissie bij toepassing van het redelijkheidsbeginsel de omvang van de analyses beperkt.VAL-I-PAC legt een ontwerp-strategie voor het uitvoeren van de statistische analyses ter goedkeuring voor aan de Interregionale Verpakkingscommissie.

De modaliteiten voor de uitvoering van de statistische analyses, met inbegrip van de te gebruiken bemonsteringsprocedure, worden opgenomen in een ontwerpcontract dat voorafgaandelijk aan de Interregionale Verpakkingscommissie wordt voorgelegd.

Over elke statistische analyse wordt door het onafhankelijk analysebureau een rapport opgemaakt. Dit rapport omvat meer bepaald : - de datum waarop de analyses zijn begonnen en hun duurtijd; - de beschrijving van de bij de analyse aanwezige personen; - de coördinaten van de gecontroleerde operator; - de eigenschappen van het geanalyseerde staal en de methode van staalname; - per materiaal bedoeld in artikel 2, de tonnages van dit materiaal in dit staal en de hoeveelheid verpakkingsafval van bedrijfsmatige oorsprong afkomstig van het Belgisch grondgebied, waarbij de hoeveelheden onderscheiden worden die bestemd zijn voor recyclage en voor nuttige toepassing; - een inschatting van de foutmarge op de resultaten en de omstandigheden die deze marge mogelijks hebben beïnvloed.

Dit rapport wordt door het onafhankelijk analysebureau gelijktijdig aan VAL-I-PAC en aan de Interregionale Verpakkingscommissie toegezonden. 3° Teneinde de Interregionale Verpakkingscommissie toe te laten om de controleopdracht te vervullen die haar is toegekend door het samenwerkingsakkoord, informeert VAL-I-PAC de Interregionale Verpakkingscommissie minstens 2 werkdagen op voorhand over de plaats en datum van de uitvoering van de statistische analyses bedoeld in 2°. § 4. Berekening van de gerecycleerde hoeveelheden verpakkingsafvalstoffen De gerecycleerde hoeveelheden verpakkingsafvalstoffen (QN,i) worden berekend aan de ingang van het recyclageproces. De hoeveelheid van het gerecycleerd verpakkingsmateriaal (i) wordt verkregen door de hoeveelheden verpakkingsafval (QD,i), ingezameld en gesorteerd, binnengaande in het recyclageproces, te vermenigvuldigen met de zuiverheidgraad van het verpakkingsafval (1 - Xi) en met het forfaitair recyclagerendement (|gh*P,i).

QN,i = QD,i. (1 - Xi). |gh*P,i met : QN,i : hoeveelheid gerecycleerd verpakkingsafval van het materiaal (i).

QD,i : hoeveelheid verpakkingsafval van het verpakkingsmateriaal (i) dat ingezameld en gesorteerd is en dat in het recyclageproces wordt ingebracht en gemeten conform artikel 3, § 3 van de huidige erkenning.

Xi : percentage onzuiverheden aanwezig in het ingezameld en gesorteerd verpakkingsafval van het materiaal (i).

Men verstaat onder « onzuiverheden van verpakkingsafval » elke materie die verschillend is van het verpakkingsmateriaal (i) zoals het op de markt gebracht is en verrekend in de noemer van de recyclagedoelstellingen van het materiaal (i).

Het begrip « onzuiverheden » omvat dus, enerzijds het geheel van verontreinigingen (inhoudsresten, vlekken, vocht,...) verschillend van het verpakkingsmateriaal en anderzijds de verpakkingsmaterialen die verschillend zijn van het verpakkingsmateriaal (i). |gh*P,i : forfaitair recyclagerendement te wijten aan verliezen van verpakkingsmaterialen (i) in de loop van het recyclageproces.

Dit rendement staat in functie van de aard van het verpakkingsmateriaal (i) en van het type recyclageproces. Bij afwezigheid van een voldoende kennis van de prestaties van het recyclageproces, zal dit rendement forfaitair verbonden worden aan het rendement van het technisch minst hoge prestatie leverende recyclageproces van het materiaal (i).

Zonder afbreuk te doen aan de beslissingen die op Europees niveau genomen worden met betrekking tot de richtlijn 94/62/EG, wordt de formule (1 - Xi) x |gh*P,i voor de duur van deze erkenning gelijkgesteld aan 1 voor alle verpakkingsmaterialen, echter onder voorbehoud van een eventuele aanpassing van de erkenningsvoorwaarden overeenkomstig artikel 22 van huidige erkenning.

Art. 4.§ 1. VAL-I-PAC is er toe gehouden alle middelen in te zetten en systemen toe te passen die nodig zijn om de uitvoering van de haar opgedragen terugnameplicht te vervullen. § 2. VAL-I-PAC zet minstens de volgende middelen en systemen in : 1° Een containerforfait bedoeld om de selectieve inzameling van bedrijfsmatig verpakkingsafval te stimuleren.Het containerforfait wordt door VAL-I-PAC aan de ontpakker betaald als tussenkomst in de huurkost van selectieve containers voor bedrijfsmatig verpakkingsafval; het maakt deel uit van de vergoeding van de totale en reële kosten voor het beheer van bedrijfsmatig verpakkingsafval. 2° Een recyclageforfait bestemd voor het stimuleren van de recyclage van sommige materialen.Het recyclageforfait wordt door VAL-I-PAC aan de ontpakker betaald; het maakt deel uit van de vergoeding van de totale en reële kosten voor het beheer van bedrijfsmatig verpakkingsafval. 3° Een actieplan dat tot doel heeft om bij de kleine ontpakkers, zijnde de ontpakkers die minder dan 50 werknemers hebben, en met name bij de kleinhandelaars : - de selectieve inzameling van bedrijfsmatig verpakkingsafval te bevorderen, bijvoorbeeld door het instellen van aangepaste forfaits of andere financiële tussenkomsten, waarbij rekening wordt gehouden met de gewestelijke initiatieven inzake de inzameling van afval bij KMO's; - in deze context de communicatie naar en de sensibilisering verder te ontwikkelen en deze aan de doelgroepen aan te passen; - in deze context de praktische coördinatie te organiseren van de acties, ondermeer door samenwerking met gemeenten, intercommunales, gewesten, (feitelijke) verenigingen van kleine ontpakkers en andere erkende organismen.

Voor dit actieplan stelt VAL-I-PAC jaarlijks een totaal budget ter beschikking dat gelijk is aan 50 % van het totale bedrag van de door het geheel van de ontpakkers in het voorgaande kalenderjaar aangevraagde containerforfaits voor rolcontainers, ongeacht hun inhoud.

In aanvulling op het actieplan kan VAL-I-PAC reeds vanaf 1 januari 2002 op voorlopige basis pilootprojecten opstarten en dit zonder het definitief oordeel van de Interregionale Verpakkingscommissie af te wachten.

Betreffende de in te zetten middelen en systemen blijft VAL-I-PAC steeds gehouden tot de engagementen aangegaan in zijn erkenningsaanvraag. § 3. De forfaits bedoeld in § 2 kunnen onderling gecombineerd worden. § 4. De volgende containers worden minstens aangemerkt als een selectieve container voor bedrijfsmatig verpakkingsafval : - een monomateriaal rolcontainer of vergelijkbare recipiënt die ten minste 70 % recycleerbaar bedrijfsmatig verpakkingsafval bevat afkomstig van het Belgisch grondgebied en die geen stoffen bevat die de recyclage kunnen verhinderen; - een monomateriaal afzetcontainer die ten minste 90 % recycleerbaar bedrijfsmatig verpakkingsafval bevat afkomstig van het Belgisch grondgebied en die geen stoffen bevat die de recyclage kunnen verhinderen; - een multimateriaal container die ten minste 80 % recycleerbaar bedrijfsmatig verpakkingsafval bevat afkomstig van het Belgisch grondgebied, die niet gebruikt wordt voor de inzameling van papier/karton of glas in ongescheiden fracties en die geen stoffen bevat die de recyclage kunnen verhinderen. § 5. VAL-I-PAC deelt jaarlijks en minstens 2 maanden vóór het einde van het jaar aan de Interregionale Verpakkingscommissie de bedragen mee van de container- en recyclageforfaits voor het volgende kalenderjaar.

Betreffende de bedragen van de forfaits blijft VAL-I-PAC steeds gehouden tot de engagementen aangegaan in zijn erkenningsaanvraag.

Via de container- en recyclageforfaits en via het actieplan bedoeld in § 2, 3° streeft VAL-I-PAC naar een dekking van de totale en reële kosten voor het beheer van verpakkingsafval door de hoogte van de forfaits op het niveau van de totale en reële kosten te brengen en te houden en door de forfaits toegankelijk te maken voor een zo groot mogelijk aantal bedrijfsmatige ontpakkers.

VAL-I-PAC verzekert een jaarlijkse opvolging van de kosten voor het beheer van verpakkingsafval en maakt de resultaten van deze kostenopvolging aan de Interregionale Verpakkingscommissie over, minstens gelijktijdig met de communicatie van de bedragen van de forfaits.

De Interregionale Verpakkingscommissie houdt zich het recht voor om de door VAL-I-PAC overgemaakte bedragen van de forfaits te beoordelen in het licht van het voorgaande en om desgevallend toepassing te maken van artikel 22 van huidige erkenning. § 6. VAL-I-PAC geeft ten laatste op 1 januari 2003 uitvoering aan § 2, 3° van dit artikel.VAL-I-PAC maakt hiertoe ten laatste op 30 september 2002 de nodige voorstellen over aan de Interregionale Verpakkingscommissie. De voorstellen van VAL-I-PAC worden voorbereid in een werkgroep samengesteld uit vertegenwoordigers van VAL-I-PAC en van de Interregionale Verpakkingscommissie. § 7. VAL-I-PAC onderzoekt bij de ontpakkers van bedrijfsmatig verpakkingsafval die de forfaits bedoeld in § 2 ontvangen, of zij tevens lid zijn van VAL-I-PAC. Hij vraagt ook steeds de personeelsbezetting van deze bedrijven op. VAL-I-PAC maakt de resultaten van zijn onderzoek en zijn opvraging jaarlijks over volgens de praktische modaliteiten bepaald door de Interregionale Verpakkingscommissie na bespreking in de opvolgingscommissie. Afdeling 3. - Operationele aspecten

Art. 5.VAL-I-PAC vervolledigt zijn modelovereenkomst in bijlage bij de erkenningsaanvraag met de praktische modaliteiten voor de maandelijkse en jaarlijkse declaratie door de contractanten betreffende de verwerking van het verpakkingsafval. Deze modaliteiten worden door VAL-I-PAC bepaald in overleg met de Interregionale Verpakkingscommissie en worden in hun definitieve versie voor goedkeuring aan de Interregionale Verpakkingscommissie voorgelegd, uiterlijk binnen een termijn van drie maanden na de toekenning van de erkenning.

Art. 6.§ 1. VAL-I-PAC is er toe gehouden middels geschreven overeenkomsten met de operatoren de informatie te bekomen inzake recyclage en nuttige toepassing, teneinde hiermee het bewijs te kunnen leveren dat aan de hem opgedragen terugnameplicht is voldaan.

VAL-I-PAC is ertoe gehouden om alle contracten met operatoren in overeenstemming te brengen met de modelovereenkomst in bijlage bij de erkenningsaanvraag, zoals echter aangepast overeenkomstig artikel 5.

Elke overeenkomst met een operator voorziet in de verplichting voor de operator om zich te onderwerpen aan de in artikel 8, § 1 omschreven controles en om alle noodzakelijke verduidelijkingen te verstrekken voor het goede begrip van de gecontroleerde gegevens.

VAL-I-PAC is ertoe gehouden om aan de Interregionale Verpakkingscommissie op eenvoudig verzoek een kopie te bezorgen van elke overeenkomst die hij met een operator afsluit. § 2. Indien VAL-I-PAC het voorwerp van een overeenkomst met een operator beperkt, brengt VAL-I-PAC de Interregionale Verpakkingscommissie hiervan in kennis binnen ten laatste één maand na de inwerkingtreding van de overeenkomst. VAL-I-PAC is gehouden het gelijkheidsbeginsel te respecteren.

Art. 7.§ 1. VAL-I-PAC kan slechts een contract afsluiten met een operator die ten minste voldoet aan volgende voorwaarden : - waarborg van naleving van de toepasselijke milieureglementeringen; - aanwezigheid van de vereiste technische capaciteiten die hem in staat stellen zijn taak te volbrengen; - aanwezigheid van de vereiste logistieke en administratieve capaciteiten die hem in staat stellen de kwaliteit van de aan VAL-I-PAC overgemaakte informatie te garanderen; - aanvaarding om aan VAL-I-PAC alle door hem gevraagde gegevens ter beschikking te stellen betreffende de aard, de oorsprong en de bestemming van het ingezamelde bedrijfsmatig verpakkingsafval. § 2. Elke operator die door VAL-I-PAC wordt geweigerd omwille van één van de redenen vermeld in § 1, mag een nieuwe aanvraag indienen om met VAL-I-PAC te contracteren nadat hij het bewijs geleverd heeft de noodzakelijke maatregelen te hebben genomen.

Art. 8.§ 1. VAL-I-PAC is gehouden alle noodzakelijke maatregelen te nemen om een controleniveau te garanderen dat een voldoende waarborg biedt voor de juistheid van de informatie inzake recyclage en nuttige toepassing.

Deze controle vindt plaats middels : 1° eigen controles van VAL-I-PAC bij de operatoren;2° jaarlijkse boekhoudkundige controles bij elk van de operatoren door onafhankelijke controleurs, leden van het Instituut der Bedrijfsrevisoren;3° steekproefsgewijze controles door een expertisebureau dat volkomen onafhankelijk optreedt, van de effectiviteit en de efficiëntie van de processen van recyclage en nuttige toepassing, met een minimum van één controle elke twee jaar bij elke operator die met VAL-I-PAC een contract heeft gesloten;4° gerichte controles door een expertisebureau dat volkomen onafhankelijk optreedt (al dan niet hetzelfde bureau als onder 3°), van de effectiviteit en de efficiëntie van de processen van recyclage en nuttige toepassing, volgens de door VAL-I-PAC vastgestelde noodzakelijkheid bij één of meer operatoren die met VAL-I-PAC een contract hebben gesloten. De contracten die VAL-I-PAC sluit met de controleurs bedoeld in 2° en met de expertisebureaus bedoeld in 3° en 4° worden door VAL-I-PAC ter kennis gebracht van de Interregionale Verpakkingscommissie binnen ten laatste één maand na de inwerkingtreding van het contract. § 2. De controles bedoeld in § 1, 3° en 4° hebben tot doel na te gaan dat het verpakkingsafval dat de operatoren die een contract hebben met VAL-I-PAC, aangeven als zijnde gerecycleerd of nuttige toegepast : 1° wordt opgehaald bij bedrijfsmatige ontpakkers op het Belgisch grondgebied;2° effectief verpakkingsafval van bedrijfsmatige oorsprong is, ontstaan op het Belgisch grondgebied;3° volledig en effectief werd toevertrouwd aan een inrichting voor recyclage of nuttige toepassing, met het oog op de recyclage of nuttige toepassing ervan, waarbij de Interregionale Verpakkingscommissie waakt over de correcte interpretatie van de begrippen recyclage en nuttige toepassing. De controle bestaat met name uit het bij de operator controleren van de door hem verstrekte cijfers, financiële en technische gegevens met betrekking tot de binnenkomende stromen van bedrijfsmatig verpakkingsafval afkomstig van het Belgisch grondgebied en met betrekking tot de hoeveelheden bedrijfsmatig verpakkingsafval afkomstig van het Belgisch grondgebied, die in recyclage of nuttige toepassing gebracht zijn, waarbij onderscheid gemaakt wordt tussen de Belgische of buitenlandse bestemming van het verpakkingsafval.

Binnen de grenzen van § 1 bepaalt VAL-I-PAC de frequentie van de steekproefsgewijze controles, terwijl het onafhankelijk expertisebureau autonoom beslist over het voorwerp, de plaats en het tijdstip van elke steekproefsgewijze controle. VAL-I-PAC treedt niet sturend op bij deze controles en neemt er in principe niet aan deel.

Indien VAL-I-PAC uitzonderlijk toch deelneemt aan deze controles, stelt VAL-I-PAC de Interregionale Verpakkingscommissie in kennis van de afdoende redenen die hiervoor bestaan.

Voor het vervullen van zijn taak heeft het onafhankelijk expertisebureau toegang tot elke informatie, confidentiële of andere, die betrekking heeft op de uitvoering van het contract tussen VAL-I-PAC en de operatoren. Het onafhankelijk expertisebureau kan overgaan tot elke inspectie, monsterneming, peiling, analyse of controle die nodig is voor de goede uitoefening van zijn taak. Het onafhankelijk expertisebureau respecteert de regels van de confidentialiteit.

Na afloop van de controle-opdrachten maakt het onafhankelijk expertisebureau een rapport op betreffende de gehanteerde methodes voor controle, staalname, peiling en analyse en betreffende de aard van de gegevens die gecontroleerd werden. Dit rapport geeft een gemotiveerde opinie betreffende de goede uitvoering van de contracten die tussen VAL-I-PAC en de operator gesloten werden en de betrouwbaarheid van de gegevens die door deze operatoren werden overgemaakt. Het expertisebureau maakt het rapport over aan de operator, zodat deze zijn opmerkingen hierover kan formuleren. Deze opmerkingen worden als bijlage aan het rapport toegevoegd. Het expertisebureau stuurt het eindrapport, met inbegrip van de bijlagen, gelijktijdig op naar VAL-I-PAC en naar de Interregionale Verpakkingscommissie. § 3. Teneinde aan de Interregionale Verpakkingscommissie toe te laten om de haar door het Samenwerkingsakkoord toevertrouwde controle-opdrachten uit te voeren, informeert VAL-I-PAC de Interregionale Verpakkingscommissie minstens 2 werkdagen op voorhand over de controles bedoeld in § 1, 1° en 4°.

Teneinde aan de Interregionale Verpakkingscommissie toe te laten om de haar door het Samenwerkingsakkoord toevertrouwde controle-opdrachten uit te voeren, informeert het onafhankelijk expertisebureau de Interregionale Verpakkingscommissie minstens 2 werkdagen op voorhand over de controles bedoeld in § 1, 3°. § 4. Het contract tussen VAL-I-PAC en de operatoren voorziet de noodzakelijke maatregelen die toegepast moeten worden in het geval de operator de vooraf bepaalde controleregels niet respecteert of het onafhankelijk expertisebureau bij controles in de zin van § 1, 3° of 4°, dan wel de controleur bij controles in de zin van § 2, 2°, afwijkingen groter dan 10 % vaststelt in de verklaringen aan VAL-I-PAC betreffende de hoeveelheden bedrijfsmatig verpakkingsafval die door de operator gerapporteerd werden.

Art. 9.Binnen de 2 maanden vanaf het verlenen van huidige erkenning past VAL-I-PAC zijn contract met het onafhankelijk expertisebureau aan in de zin van artikel 8, § 1, 3°. Het ontwerpcontract wordt voorafgaandelijk ter kennis gebracht van de Interregionale Verpakkingscommissie. Afdeling 4. - Toetredingscontract met de verpakkingsverantwoordelijken

Art. 10.§ 1. VAL-I-PAC moet de toetreding aanvaarden van elke verpakkingsverantwoordelijke die wenst toe te treden voor het geheel van zijn bedrijfsmatige verpakkingen. § 2. De verpakkingsverantwoordelijke heeft voor de duur van deze erkenning het recht om zijn toetredingscontract met VAL-I-PAC eenzijdig op te zeggen bij het einde van elk kalenderjaar, zonder dat hiervoor enige schadevergoeding verschuldigd is, op voorwaarde dat hij een vooropzeg van 6 maanden respecteert.

Art. 11.§ 1. VAL-I-PAC legt jaarlijks en minstens 2 maanden vóór het einde van het jaar zijn tarieven voor de leden voor aan de Interregionale Verpakkingscommissie. Deze tarieven voldoen minstens aan de principiële voorwaarde dat het huidige verband van de tarifering met de recycleerbaarheid van de verpakkingen wordt behouden.

Indien de tarieven niet aan deze voorwaarde voldoen, kan de Interregionale Verpakkingscommissie de tarieven weigeren, in welk geval VAL-I-PAC nieuwe voorstellen overmaakt. § 2. Het eerste aansluitingsjaar betalen de leden aan VAL-I-PAC een minimale bijdrage' van ten hoogste 123,00 EUR, bestemd om de openingskosten van het dossier te dekken.

Vanaf het tweede aansluitingsjaar betalen de leden een minimale bijdrage' van ten hoogste 37,00 EUR per jaar. § 3. VAL-I-PAC kan een toetredingsbijdrage opleggen aan de nieuw aangesloten leden. Deze toetredingsbijdrage mag niet hoger zijn dan 25 % van de bijdrage van de verpakkingsverantwoordelijke voor het lopende jaar.

Art. 12.§ 1. VAL-I-PAC moet op vraag van de verpakkingsverantwoordelijke een retroactieve aansluiting vanaf 5 maart 1998 aanvaarden. § 2. VAL-I-PAC mag geen retroactieve aansluiting aanvaarden indien de verpakkingsverantwoordelijke een controle heeft ondergaan in de zin van artikel 28 van het samenwerkingsakkoord waarbij tegen hem een proces-verbaal werd opgesteld door de Interregionale Verpakkingscommissie en dit op straffe van nietigheid van de retroactieve aansluiting. § 3. Er is geen retroactieve aansluiting en de retroactieve bijdragen zijn derhalve niet verschuldigd voor de jaren waarvoor : 1. de verpakkingsverantwoordelijke op een duidelijke wijze kan aantonen dat hij zijn terugnameplicht zelf of via een derde heeft vervuld;2. de verpakkingsverantwoordelijke een strafbepaling of een administratieve boete heeft ondergaan, zoals voorzien in de artikelen 30 en 33 van het samenwerkingsakkoord. § 4. In het geval van een retroactieve toetreding mag VAL-I-PAC vanaf 1 juli 1999 verwijlintresten opleggen, die overeenstemmen met het bedrag dat de verschuldigde bijdragen als interest zouden hebben opgebracht aan de wettelijke interestvoet. § 5. Onverminderd de verplichting voor VAL-I-PAC om overeenkomstig artikel 18, 1° van het samenwerkingsakkoord jaarlijks de volledige lijst van de verpakkingsverantwoordelijken mede te delen, maakt VAL-I-PAC iedere maand aan de Interregionale Verpakkingscommissie de lijst over van de nieuwe retroactieve aansluitingen. Afdeling 5. - Andere verplichtingen van het erkend organisme

Art. 13.VAL-I-PAC dient zich te verzekeren voor de volledige contractuele en extra-contractuele aansprakelijkheid die kan voortvloeien uit elk van zijn activiteiten. De dekking mag niet in beperkende termen worden gesteld.

Art. 14.§ 1. VAL-I-PAC deelt aan de Interregionale Verpakkingscommissie de nodige informatie mede betreffende de impact van zijn tarifering op de kwantitatieve en kwalitatieve preventie en op de promotie van herbruikbare verpakkingen. § 2. VAL-I-PAC maakt jaarlijks en volgens de praktische modaliteiten afgesproken in de opvolgingscommissie aan de Interregionale Verpakkingscommissie een studie over betreffende de door de verpakkingsverantwoordelijken op de Belgische markt gebrachte plastic verpakkingen in het voorgaande kalenderjaar, waarin wordt nagegaan welke plasticsoorten op de markt werden gebracht en in welke onderlinge verhoudingen. Als plasticsoorten worden aangemerkt : (LD)PE, HDPE, PET, PVC, PP, PS (exclusief EPS), EPS en « andere ».

Art. 15.VAL-I-PAC maakt aan de Interregionale Verpakkingscommissie een communicatieplan over ten behoeve van de ontpakkers en met name de kleine ontpakkers, zijnde de ontpakkers die minder dan 50 werknemers hebben, dat tot doel heeft om er door middel van gerichte communicatie-acties, aangepast aan de doelgroepen, voor te zorgen dat elke beroepssector en elk type ontpakker een maximale toegang heeft tot het systeem voor de vergoedingen van de ontpakkers.

VAL-I-PAC legt tevens aan zijn contractanten in de zin van artikel 6, § 1 de verplichting op om dergelijke communicatie-acties te ondernemen. De ontwerpen van contractuele bepalingen maken deel uit van het communicatieplan. Afdeling 6. - Informatie ten aanzien van de Interregionale

Verpakkingscommissie

Art. 16.§ 1. VAL-I-PAC treft alle nodige schikkingen om te voldoen aan de informatieverplichtingen aan de Interregionale Verpakkingscommissie, zoals voorzien in de artikelen 17 en 18 van het samenwerkingsakkoord. VAL-I-PAC maakt deze gegevens ook per beroepssector over volgens de praktische modaliteiten bepaald door de Interregionale Verpakkingscommissie na bespreking in de opvolgingscommissie.

VAL-I-PAC maakt aan de Interregionale Verpakkingscommissie de gegevens betreffende potentieel gevaarlijke verpakkingen over, zoals voorzien in artikel 17, § 1, 5° van het samenwerkingsakkoord, volgens de praktische modaliteiten bepaald door de Interregionale Verpakkingscommissie na bespreking in de opvolgingscommissie.

VAL-I-PAC maakt aan de Interregionale Verpakkingscommissie alle gegevens over, waarover hij beschikt en die nodig zijn voor de verplichte rapportage door de Belgische overheid aan de Europese Commissie. § 2. VAL-I-PAC deelt de gegevens bedoeld in artikel 17, § 1, 1° en 4° van het samenwerkingsakkoord tevens mee voor het verpakkingsmateriaal « glas ». § 3. In de gegevens betreffende de recyclage en de nuttige toepassing van het verpakkingsafval van bedrijfsmatige oorsprong dat afkomstig is van het Belgisch grondgebied, wordt per verpakkingsmateriaal bedoeld in artikel 2 het onderscheid gemaakt tussen het in rekening gebracht verpakkingsafval met binnenlandse bestemming en dat met buitenlandse bestemming. § 4. De leden van het Permanent Secretariaat van de Interregionale Verpakkingscommissie hebben vrij en zonder voorafgaande kennisgeving toegang tot het geheel van de basisgegevens van VAL-I-PAC. Deze gegevens zijn toegankelijk via een informatiedrager compatibel met het informaticasysteem van de Interregionale Verpakkingscommissie. § 5. VAL-I-PAC verzorgt een maandelijkse opvolging van de verkoopprijzen van de materialen opgesomd in artikel 2. VAL-I-PAC maakt jaarlijks en dit voor de eerste keer op 31 september 2002, aan de Interregionale Verpakkingscommissie een kort verslag over betreffende de verkoopprijzen van de materialen. De vorm van dit verslag en de modaliteiten voor overmaking worden bepaald door de Interregionale Verpakkingscommissie na bespreking in de opvolgingscommissie.

Art. 17.§ 1. VAL-I-PAC brengt zijn begroting jaarlijks en onmiddellijk na de goedkeuring ervan door zijn bevoegde organen ter kennis van de Interregionale Verpakkingscommissie. § 2. Overeenkomstig artikel 12, 5° van het samenwerkingsakkoord moet VAL-I-PAC op elke vraag van de Interregionale Verpakkingscommissie betreffende zijn financiële inkomsten ingaan, met inbegrip van de eventuele toetredingsbijdrage en de retroactieve bijdragen.

De eventuele toetredingsbijdragen en de retroactieve bijdragen moeten als afzonderlijke posten vermeld worden in de boeken van VAL-I-PAC.

Art. 18.§ 1. VAL-I-PAC brengt elke voorgenomen aanpassing aan haar aangiftesysteem voor de verpakkingsverantwoordelijken, met uitzondering van de tarieven voor de leden, ter kennis van de Interregionale Verpakkingscommissie binnen een termijn van 1 maand vóór het invoegetreden van de aanpassing. § 2. Het voorgestelde systeem mag geen discriminatie tussen de verpakkingsverantwoordelijken die aansluiten bij VAL-I-PAC, met zich meebrengen. Afdeling 7. - Opvolging en evaluatie van de erkenning

Art. 19.Er wordt een opvolgingscommissie opgericht, samengesteld uit vertegenwoordigers van het Permanent Secretariaat en van VAL-I-PAC, wiens rol het is de impact van de beslissingen van de Interregionale Verpakkingscommissie, genomen in het kader van deze erkenning, te evalueren.

Deze opvolgingscommissie beschikt niet over een beslissingsmacht.

Van elke vergadering van de opvolgingscommissie wordt een verslag opgemaakt in het Frans en in het Nederlands. Het voorzitterschap en het secretariaat van de opvolgingscommissie worden verzekerd door het Permanent Secretariaat.

Art. 20.§ 1. Jaarlijks en uiterlijk op 31 maart maakt VAL-I-PAC aan de Interregionale Verpakkingscommissie een verslag over betreffende de uitvoering en de naleving van de bepalingen van deze erkenning en van het samenwerkingsakkoord in de loop van het voorbije burgerlijke jaar.

Dit verslag handelt met name over de volgende punten : - de verwezenlijking van de doelstellingen van recyclage en nuttige toepassing; - per verpakkingsmateriaal, de recuperatoren, recyclagebedrijven of bedrijven voor nuttige toepassing waaraan het in rekening gebrachte verpakkingsafval werd afgestaan door de operatoren die met VAL-I-PAC een contract hebben gesloten in de zin van artikel 6, overeenkomstig de praktische modaliteiten voor de jaarlijkse declaratie door de contractanten betreffende de verwerking van het verpakkingsafval, zoals bepaald in toepassing van artikel 5 van huidige erkenning; - de tenlastelegging van de verpakkingsverantwoordelijken van de kosten verbonden aan de terugnameplicht en de wijze waarop de totale en reële kosten van de ontpakkers voor het beheer van bedrijfsmatig verpakkingsafval worden gedekt; - de forfaits en het actieplan bedoeld in artikel 4, § 2; - de stand van zaken met betrekking tot het communicatieplan voorzien in artikel 15; - de sociale tewerkstelling; - de beoordeling van de door VAL-I-PAC uitgevoerde controles in de loop van het voorbije jaar. § 2. VAL-I-PAC houdt de rapporten van de controles bedoeld in artikel 8, § 1, 1° en 2° gedurende 5 jaar ter beschikking van de Interregionale Verpakkingscommissie.

Art. 21.§ 1. Elke significante aanpassing van de door VAL-I-PAC aangewende middelen en systemen om de uitvoering van de hem opgedragen terugnameplicht te vervullen, dient minstens twee maanden op voorhand, schriftelijk en afdoende toegelicht aan de Interregionale Verpakkingscommissie te worden gemeld met verwijzing in de aanhef naar huidig artikel.

De aanpassing kan slechts worden doorgevoerd op voorwaarde dat de melding heeft plaatsgevonden op de in dit artikel bepaalde wijze. § 2. Elke aanpassing die mogelijks niet verzoenbaar is met huidige erkenning, dient minstens 3 maanden op voorhand aan de Interregionale Verpakkingscommissie te worden voorgelegd, teneinde de Interregionale Verpakkingscommissie desgevallend in staat te stellen over een wijziging van de erkenningsvoorwaarden te beslissen.

Om te weten of er zich een probleem van verzoenbaarheid zou kunnen stellen, kan VAL-I-PAC zich steeds wenden tot het Permanent Secretariaat van de Interregionale Verpakkingscommissie, bijvoorbeeld in het kader van de opvolgingscommissie. Afdeling 8. - Slotbepalingen

Art. 22.§ 1. De erkenning vangt aan op 1 januari 2002 en blijft geldig tot en met 31 december 2006. De huidige erkenningsvoorwaarden blijven minstens van toepassing tot en met 31 december 2004. Vanaf 1 januari 2005 zullen, indien de noodzaak daartoe blijkt, na de vertegenwoordiging van VAL-I-PAC te hebben gehoord, aangepaste erkenningsvoorwaarden worden opgelegd in functie van de evaluatie van de werking van het VAL-I-PAC-systeem, zoals voorzien in § 3. § 2. In december 2003 maakt VAL-I-PAC aan de Interregionale Verpakkingscommissie een actuele studie over met betrekking tot de technische middelen en infrastructuur die toelaten om voor de resterende duur van de erkenning de percentages van de terugnameplicht te bereiken. Deze studie omvat minstens een beschrijving van de technische en van de vrije capaciteiten voor recyclage en nuttige toepassing, telkens met vermelding van het toegepaste procédé van recyclage of nuttige toepassing, en dit ongeacht of deze capaciteiten zich in België bevinden of op een redelijke afstand van de Belgische grens, ongeacht of deze capaciteiten gratis ter beschikking staan of tegen een redelijke vergoeding en ongeacht of het gaat om grote installaties of relatief kleine installaties.

De praktische modaliteiten voor het uitvoeren en het overmaken van de studie worden bepaald na bespreking in de opvolgingscommissie. § 3. In de loop van het jaar 2004 gaat de Interregionale Verpakkingscommissie over tot een grondige evaluatie van de werking van het VAL-I-PAC-systeem. VAL-I-PAC zal actief aan deze evaluatie kunnen deelnemen.

De evaluatie heeft tot doel : - om na te gaan in welke mate VAL-I-PAC de totale en reële kosten voor het beheer van bedrijfsmatig verpakkingsafval dekt overeenkomstig artikel 4, § 5 van huidige erkenning, waarbij rekening wordt gehouden met de kosten voor het beheer van verpakkingsafval op het moment van de evaluatie; hierbij wordt tevens nagegaan of in elke beroepssector en voor elk type ontpakker een voldoende toegang bestaat tot het systeem van de vergoedingen voor de ontpakkers; - om het communicatieplan bedoeld in artikel 15 van huidige erkenning op zijn effectiviteit te beoordelen; - om de transparantie en controleerbaarheid van het VAL-I-PAC-systeem te beoordelen; - om de wijze te beoordelen waarop VAL-I-PAC uitvoering geeft aan huidige erkenning, alsmede aan de bepalingen van het samenwerkingsakkoord, zoals die van toepassing zijn op het moment van de evaluatie; - om de noodzaak te beoordelen artikel 3, § 4, laatste alinea van huidige erkenning aan te passen door met name voor de verschillende materialen de conformiteit met de realiteit op het terrein na te gaan van de gelijkstelling met 1 van de formule (1 - Xi) x |gh*P,i; - om het werkingsgebied van VAL-I-PAC te toetsen aan de realiteit van het terrein; - om eventuele problemen vast te stellen in verband met de werking van VAL-I-PAC en om oplossingen uit te werken.

Uiterlijk op 1 december van het evaluatiejaar wordt VAL-I-PAC door de Interregionale Verpakkingscommissie bij aangetekend schrijven in kennis gesteld van haar voornemen om : - ofwel de erkenning op bepaalde punten aan te passen met ingang van het volgende kalenderjaar, - ofwel de evaluatieperiode met één jaar te verlengen, waarbij de huidige erkenningsvoorwaarden een jaar langer van kracht blijven.

Indien VAL-I-PAC de kennisgeving bedoeld in de vorige alinea niet ontvangen heeft op 1 december van het evaluatiejaar, wordt de evaluatieperiode van rechtswege met één jaar verlengd en blijven de huidige erkenningsvoorwaarden een jaar langer van kracht.

Brussel, 13 december 2001.

D. HELLIN, Ondervoorzitter van de Interregionale Verpakkingscommissie G. VAN KELECOM, Ondervoorzitster van de Interregionale Verpakkingscommissie G. HAEMELS, Voorzitter van de Interregionale Verpakkingscommissie

^