Etaamb.openjustice.be
Document van 11 mei 2000
gepubliceerd op 19 september 2000

Besluit van de Regering houdende goedkeuring van het educatief project voor het door de Gemeenschap georganiseerd onderwijs

bron
ministerie van de duitstalige gemeenschap
numac
2000033064
pub.
19/09/2000
prom.
11/05/2000
ELI
eli/besluit/2000/05/11/2000033064/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

11 MEI 2000. - Besluit van de Regering houdende goedkeuring van het educatief project voor het door de Gemeenschap georganiseerd onderwijs


De Regering van de Duitstalige Gemeenschap, Gelet op het decreet van 31 augustus 1998 betreffende de opdrachten toevertrouwd aan de inrichtende machten en aan het schoolpersoneel en houdende algemene pedagogische en organisatorische bepalingen voor het gewoon onderwijs, inzonderheid op artikel 16;

Op de voordracht van de Minister van Onderwijs en Vorming, Cultuur en Toerisme;

Na beraadslaging, Besluit : Goedkeuring

Artikel 1.Het educatief project voor het door de Gemeenschap georganiseerd onderwijs, gevoegd bij dit besluit als bijlage, wordt goedgekeurd.

Inwerkingtreding

Art. 2.Voorliggend besluit treedt in werking op de dag waarop het ondertekend wordt.

Uitvoering

Art. 3.De Minister bevoegd inzake Onderwijs is belast met de uitvoering van dit besluit.

Eupen, 11 mei 2000.

Voor de Regering van de Duitstalige Gemeenschap : De Minister-President, Minister van Werkgelegenheid, Gehandicaptenbeleid, Media en Sport, K.-H. LAMBERTZ De Minister van Onderwijs en Vorming, Cultuur en Toerisme, B. GENTGES

Bijlage bij het besluit van de Regering van 11 mei 2000 Educatief project van de scholen van het gemeenschapsonderwijs Het educatief project van het gemeenschapsonderwijs steunt op neutraliteit en pluralisme. Het biedt iedereen de kans om zijn talenten optimaal te ontplooien en is op een globale ontwikkeling van het individu gericht. Daarbij wordt bijzondere aandacht geschonken aan het opbouwen van een zin voor kritiek en creativiteit t.o.v. het leven A. Grondgedachten 1. Humanisme In het educatief project van de gemeenschapsscholen staan de Mens, het streven naar menswaardigere leven en denkwijze centraal.Met verwijzing naar de grondbeginselen van de democratie en van het humanisme moeten de gemeenschapsscholen, met het oog op een evenwichtige opvoeding, de ontplooiing van het individu en de eerbiediging van de anderen bevorderen en verstevigen. 2. Pluralisme Aan ons project ligt ten grondslag dat de gemeenschapsscholen alle schoolplichtigen zonder beperking toegankelijk moeten zijn, ongeacht de taalrijke verschillen qua cultuur, nationaliteit, sociale stand van de ouders, politische, religieuse en filosofische overtuigingen.Dit houdt de verplichting in enerzijds alle culturele waarden, levensbeschouwingen en politieke opties zonder vooroordeel in acht te nemen die onze rechtstaat en zijn inzet voor de eerbiediging van de rechten van de mens en in `t bijzonder die van de kinderen erkennen en anderzijds het in de Grondwet verankerde principe der neutraliteit te handhaven (art. 17). 3. Neutraliteit en verdraagzaamheid Neutraliteit betekent niet dat noch de leraren noch de leerlingen hun eigen mening of persoonlijke opvattingen mogen verdedigen.In het kader van de cursussen mogen problemen m.b.t. politieke, filosofische, religieuse of ethische vragen geenszins ter zijde worden gelaten; zij moeten echter objectief en met verdraagzaamheid worden behandeld.

In een « neutraal » onderwijs wordt van de leraar verwacht dat hij bij de uiteenzetting van de feiten intellectuele objectiviteit en rechtschapenheid ten dienste van de waarheid betuigt en bij het oplossen van conflicten of strijdvragen met psychologie optreedt. Wat de leerlingen betreft, moeten ze een objectieve denkwijze, een zin voor rechtvaardigheid, verantwoordelijkheid en eerlijkheid verwerven.

Dat onderwijs ondersteunt de vrije meningsuiting met respect voor de overtuigingen van de anderen. 4. Openheid Wat het schoolproject en andere materies m.b.t. de school betreft, bevorderen de scholen van het gemeenschapsonderwijs de dialoog en de samenwerking met de ouders.

Ze beschouwen zich ook als partners van alle overheden en instellingen die bevoegd zijn inzake jeugd, gezondheid, preventie, beroepskeuzevoorlichting, tewerkstelling en gehandicaptenbeleid.

Op lokaal niveau streven de scholen naar een nauwe samenwerking met de vertegenwoordigers van de professionele kringen met het oog op een adequate vormingsaanbod.

Onze scholen hechten ook belang aan de samenwerking met personen en instellingen actief op het gebied van de cultuur.

B. Het vormingsproject 1. Ontwikkeling van de persoonlijkheid in haar geheel Het pedagogisch project van het gemeenschapsonderwijs beschouwt het kind of de jongere als een geheel;Een globale opvoeding vormt intellectueel, mentaal en lichamelijk evenwichtige jongeren die bekwaam zijn om hun persoonlijk levensproject in overeenstemming te brengen met hun omgeving.

De gemeenschapsscholen dienen de jongeren een brede algemene vorming te waarborgen, een degelijke cognitieve basis en vooral bevoegdheden bij te brengen die de jongeren in staat stellen om samenhangen te erkennen, problemen op te lossen en zich een plaats te verwerven in de huidige en de toekomstige maatschappij.

Bij een concept als de « pedagogische interactie » zijn leraren en leerlingen partners in een proces van permanente opvoeding. De leraar begeleidt het leerproces maar informeert vooraf zijn leerlingen over de te bereiken doeleinden en de te verwerven bevoegdheden. Hij geeft aanwijzingen over de toe te passen werkmethodes en staat hen bij als zij in moeilijkheden verkeren. De leraar observeert, geeft een feed-back en moedigt de leerling aan zijn eigen vorderingen zelf te evalueren.

Van het begin af moet de bevordering van de geestelijke bekwaamheden gepaard gaan met het aanleren van de « medemenselijkheid ». Het socio-affectief aanleren is decisief voor de ontwikkeling van de persoonlijkheid. De school heeft als opdracht de kinderen en de jongeren te leren helpen met stress om te gaan, ontmoediging te overwinnen, frustraties te dulden, conflicten op te lossen, grenzen te zetten en aan te nemen, hun gevoelens uit te drukken, contacten aan te knopen, hun sterke en zwakke punten te evalueren.

De school beoogt ook een globaal en evolutief concept van de « gezondheidsbevordering ». Door de gezondheidsbevordering in het onderwijs te integreren is er naar gestreefd de personele, sociale en ecologische gezondheid te bevorderen en te behouden; daarvoor biedt de school een levens- en ervaringsruimte aan die het de leerlingen mogelijk maakt verantwoordelijk te zijn ten opzichte van hun eigen gezondheid en van de sociale en ecologische gezondheid. De school wordt een « gezondheidsbevorderende » school die in nauwe samenwerking met het PMS-centrum de vereisten stelt om dit concept in de praktijk te brengen. 2. De jongere als acteur van zijn ontwikkeling De motivatie van de leerling wordt door een realistisch onderwijs opgewekt.Inhouden en methodes moeten de jongeren het gevoel geven dat de school hen toegang verleent tot de werkelijke wereld en dat ze, na afloop van het ontwikkelingsproces, de verworven kennis voor hen en hun omgeving ten nutte zullen kunnen gebruiken. Hun zelfvertrouwen neemt toe omdat ze uit ervaring weten dat ze uit hun vergissingen ook lering kunnen trekken en hun doel door omwegen kunnen bereiken.

In dit pedagogisch concept kan ten rechte van de leerlingen verwacht worden dat ze toenemend autonoom en eigenverantwoordelijk functioneren en dat ze de vaardigheid ontwikkelen zich aan schommelende omstandigheden aan te passen en verantwoordelijke burgers te worden.

Het gaat om mensen op te voeden en te vormen die zich hun leven lang zullen ontwikkelen en steeds nieuwe kennis zullen willen verwerven. 3. Teamwerk Op school moet de jongeren en volwassenen in voldoende mate de gelegenheid geschonken worden in groepsverband te werken. Teamwerk in de klas is een vast bestanddeel van een door diversiteit gekenmerkte pedagogie.

Dank zij interdisciplinaire projecten leren leerlingen en leraren uit verschillende afdelingen en onderwijsvormen elkaar beter te kennen, stemmen hun doeleinden en inspanningen op elkaar af en beslissen samen hoe zij hun project kunnen verwezenlijken. Er is gestreefd naar een werkelijke en efficiënte samenwerking tussen gelijkberechtigde partners van een opvoedingsgemeenschap, waarbij de communicatie zowel binnen de school als met buitenstaanders een belangrijke rol speelt.

Anderzijds wordt het teamwerk doelgericht als middel gebruikt voor de schoolontwikkeling : in de pedagogische raad, in de klassenraden, in de pedagogische vergaderingen voor de verschillende graden of specialiteiten, in de leerlingenraad alsmede in alle overlegorganen. 4. Gelijke kansen Het educatief project geeft de school als opdracht de individuele gaven en interesses van elke leerling te bevorderen door de nadruk te leggen op het verwerven van bevoegdheden en attitudes zonder rekening te houden met de bestaande verschillen. Gelijke kansen worden vooral door de algemene werksfeer begunstigd; in 't bijzonder door collectieve arbeidsvormen en groepsgesprekken voelen zich de kinderen en de jongeren door de volwassenen alsook door hun medegezellen in de groep erkend en volwaardig als persoon beschouwd.

In de dagelijkse praktijk ervaren de leerlingen dat solidariteit het zelfvertrouwen van het individu versterkt en de prestaties van de groep stimuleert.

De school heeft als opdracht een uiterst gedifferentieerd onderwijs te verstrekken, overige bevorderingsmaatregelen ten volle te benutten en ook beroep te doen op externe hulpbronnen. In dit kader worden ook de kinderen erkend die krachtig moeten worden gesteund; zij verkrijgen de ondersteuning die noodzakelijk is voor een succesvolle integratie. Ook bijzonder begaafde leerlingen moeten bevorderd worden op een wijze die gedeeltelijk op hen afgestemd is.

Aan jongens en meisjes wordt dezelfde aandacht geschonken. Nog altijd moet eraan gewerkt worden dat het gewoonlijk onderscheid tussen mannelijke en vrouwelijke beroepen afgeschaft wordt.

De verschillende opleidingswegen zijn gelijkwaardig : het technisch en het beroepsonderwijs hebben duidelijk gedefinieerde vormingsdoelstellingen en zijn toekomstgericht; het algemeen onderwijs biedt op een harmonische wijze zowel een klassieke vorming als een inleiding in de moderne informatie- en communicatietechnologieën.

Jongens en meisjes worden doelgericht begeleid en worden over de opleidingsmogelijkheden geïnformeerd, vooral wanneer studie- of beroepskeuze afgehandeld moeten worden. Precieze inlichtingen over de vaardigheden die specifiek zijn aan elke opleidingsweg, over de stand van kennis en over de sleutelbevoegdheden, die op het einde van elk der studiecyclus moeten worden bereikt, bevorderen de motivatie, het welslagen op school, de latere inschakeling in het beroepsleven of de toegang tot het hoger onderwijs. 5. Verantwoordelijke burgers vormen In het kader van haar vormingsopdracht moet de school ook het kind zijn omgeving laten ontdekken en hem in staat stellen meer inzicht te krijgen in de sociale et politieke structuren van de maatschappij.De school maakt het voor het kind duidelijk in hoeverre de huidige economische en sociale veranderingen hun oorsprong vinden in de geschiedenis van de mensheid en in de recente wetenschappelijke en technologische ontwikkeling.

De aanpak van ethiek en cultuur gebeurt in heel verschillende onderwijssituaties en buitenschoolse manifestaties. Vraagstukken over concrete levensomstandigheden en een kritisch aanpak van de grote voormalige en huidige denkpatronen stimuleren elkeen om zijn eigen identiteit te vinden.

Men moet de jongelui in staat stellen om zich een eigen « waardesysteem » toe te eigenen dat het hen mogelijk maakt aan het sociaal leven deel te nemen, de democratische regels van het openbaar leven na te leven, tot de milieubescherming bij te dragen en harmonische tussenmenselijke betrekkingen of het nu in het kader van hun privé leven is of er buiten.

Dit waardesysteem kan op zijn best opgebouwd worden als democratie op school samen beleefd wordt, als het schoolproject ervoor zorgt dat alle partners van de schoolgemeenschap er de verantwoordelijkheid voor dragen. Er wordt van de leerlingen verwacht dat ze persoonlijke meningen en gevoelens uiten en dat ze leeftijdsspecifiek de richtlijnen van het schoolleven meebepalen.

In het kader van het onderwijs en van buitenschoolse activiteiten worden racisme en vreemdelingenhaat interdisciplinair bestreden dankzij een intercultureel en sociaal leerproces.

De beheersing van de moedertaal is één der belangrijkste doelstrevingen van het onderwijs. Door zijn streven om de wereld te verstaan en in woorden uit te drukken zal het individu leren met het werkgerief « taal » correct om te gaan door het grootste aantal verschillende teksten te bestuderen die betrekking hebben tot alle levensgebieden.

Het gemeenschapsonderwijs steunt op meertaligheid. Het maakt het de jongelui mogelijk de kansen aangeboden door de voortschrijdende integratie van de Europese Unie op het economisch niveau voor hun beroepsloopbaan te gebruiken en de verschillende Europese culturen te leren kennen.

Het aanleren van de eerste vreemde taal begint door spel en praktijk op de kleuterschool en wordt in het lager en secundair onderwijs consequent en coherent voortgezet in overeenstemming met de leeftijd van de leerling. Door een eerste vreemde taal vroegtijdig te leren is het gemakkelijker andere vreemde talen te leren die later - vanaf de tweede graad van het secundair onderwijs - kunnen worden aangeboden : talen van de naburige streken en wereldtalen.

Door hun bekwaamheid met vreemde talen om te gaan, zullen onze leerlingen - o.a. door deel te nemen an EU-projecten, andere uitwisselingsmaatregelen en klassereizen - actief medewerken aan de opbouw van een democratische en solidaire Europese maatschappij.

Het educatief project van het gemeenschapsonderwijs kan nooit voltooid worden : het moet elke dag in het kader van het schoolproject van de verschillende autonome gemeenschapsscholen in de praktijk gebracht en aangevuld worden dank zij de inzet van alle leden van de schoolgemeenschap.

^