gepubliceerd op 29 maart 2021
Besluit van de Regering tot wijziging van het besluit van de Regering van 17 december 2009 tot vastlegging van de persoonlijke participatie in de inrichtingen en diensten van de Duitstalige Gemeenschap voor gehandicapten
11 FEBRUARI 2021. - Besluit van de Regering tot wijziging van het besluit van de Regering van 17 december 2009 tot vastlegging van de persoonlijke participatie in de inrichtingen en diensten van de Duitstalige Gemeenschap voor gehandicapten
De Regering van de Duitstalige Gemeenschap, Gelet op het
decreet van 13 december 2016Relevante gevonden documenten
type
decreet
prom.
13/12/2016
pub.
30/01/2017
numac
2017200237
bron
ministerie van de duitstalige gemeenschap
Decreet tot oprichting van een dienst van de Duitstalige Gemeenschap voor zelfbeschikkend leven
sluiten tot oprichting van een Dienst van de Duitstalige Gemeenschap voor zelfbeschikkend leven, artikel 10, 1°;
Gelet op het besluit van de Regering van 17 december 2009 tot vastlegging van de persoonlijke participatie in de inrichtingen en diensten van de Duitstalige Gemeenschap voor gehandicapten;
Gelet op het voorstel van de raad van bestuur van de Dienst van de Duitstalige Gemeenschap voor zelfbeschikkend leven, gedaan op 10 juli 2020;
Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 23 oktober 2020;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister-President, bevoegd voor Begroting, d.d. 26 oktober 2020;
Gelet op advies 68.312/3 van de Raad van State, gegeven op 16 december 2020, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op de voordracht van de Minister van Sociale Aangelegenheden;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.In artikel 1 van het besluit van de Regering van 17 december 2009 tot vastlegging van de persoonlijke participatie in de inrichtingen en diensten van de Duitstalige Gemeenschap voor gehandicapten, gewijzigd bij de besluiten van de Regering van 28 oktober 2016 en 25 april 2019, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° de bepaling onder 3° wordt opgeheven; 2° de bepaling onder 4° wordt vervangen als volgt: "4° tehuis: ondersteuningsmaatregel in de zin van artikel 4, § 3, van het besluit van de Regering van 12 december 2019 betreffende de dienstverleningsovereenkomsten tussen de Dienst van de Duitstalige Gemeenschap voor zelfbeschikkend leven en de dienstverrichters;" 3° de bepaling onder 6° wordt vervangen als volgt: "6° dagcentrum: ondersteuningsmaatregel in de zin van artikel 4, § 4, eerste lid, 1°, van het besluit van de Regering van 12 december 2019 betreffende de dienstverleningsovereenkomsten tussen de Dienst van de Duitstalige Gemeenschap voor zelfbeschikkend leven en de dienstverrichters;" 4° de bepaling onder 7° wordt vervangen als volgt: "7° kort verblijf: ondersteuningsmaatregel in de zin van artikel 4, § 5, van het besluit van de Regering van 12 december 2019 betreffende de dienstverleningsovereenkomsten tussen de Dienst van de Duitstalige Gemeenschap voor zelfbeschikkend leven en de dienstverrichters of een begeleidingsvorm in de zin van artikel 4, § 3, 2°, van het besluit van de Regering van 13 juli 2006 betreffende de opname van gehandicapten in woonressources;" 5° de bepaling onder 9° wordt opgeheven.
Art. 2.In artikel 2 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° § 1, derde lid, wordt vervangen als volgt: "Bestaat er een betalingsverplichting in hoofde van derden in de zin van artikel 50 van het decreet van 13 december 2016Relevante gevonden documenten type decreet prom. 13/12/2016 pub. 30/01/2017 numac 2017200237 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet tot oprichting van een dienst van de Duitstalige Gemeenschap voor zelfbeschikkend leven sluiten tot oprichting van een Dienst van de Duitstalige Gemeenschap voor zelfbeschikkend leven, dan wordt eerst de regeling vervat in § 2 toegepast." 2° § 3, tweede lid, ingevoegd bij het besluit van 21 april 2011, wordt opgeheven.
Art. 3.Artikel 3 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van 15 december 2011, wordt opgeheven.
Art. 4.Artikel 5.1 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van 15 december 2011, wordt opgeheven.
Art. 5.In artikel 11 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van 15 december 2011, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste lid worden de woorden "Met uitzondering van de bedragen bepaald in de artikelen 3 en 5.1 worden alle bedragen die in dit besluit vermeld worden" vervangen door de woorden "Alle in dit besluit vermelde bedragen worden"; 2° het vierde en het vijfde lid worden opgeheven.
Art. 6.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 14 maart 2020, met uitzondering van: 1° artikel 1, 2° tot 4°, en artikel 2, 1°, die uitwerking hebben met ingang van 1 januari 2020;2° artikel 2, 2°, dat in werking treedt de dag waarop het wordt aangenomen.
Art. 7.De Minister bevoegd voor Sociale Aangelegenheden is belast met de uitvoering van dit besluit.
Eupen, 11 februari 2021.
Voor de Regering van de Duitstalige Gemeenschap : De Minister-President, Minister van Lokale Besturen en Financiën, O. PAASCH De Viceminister-President, De Minister van Gezondheid en Sociale Aangelegenheden, Ruimtelijke Ordening en Huisvesting, A. ANTONIADIS