Etaamb.openjustice.be
Document van 10 februari 2000
gepubliceerd op 03 mei 2000

Besluit van de Regering betreffende het schoolbezoek

bron
ministerie van de duitstalige gemeenschap
numac
2000033033
pub.
03/05/2000
prom.
10/02/2000
ELI
eli/besluit/2000/02/10/2000033033/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

10 FEBRUARI 2000. - Besluit van de Regering betreffende het schoolbezoek


De Regering van de Duitstalige Gemeenschap, Gelet op de wet van 29 juni 1983 betreffende de leerplicht, inzonderheid op artikel 3, § 1, lid 2 en § 3, lid 2;

Gelet op het decreet van 31 augustus 1998 betreffende de opdrachten toevertrouwd aan de inrichtende machten en aan het schoolpersoneel en houdende algemene pedagogische en organisatorische bepalingen voor het gewoon onderwijs, inzonderheid op artikel 28, lid 1;

Gelet op het koninklijk besluit van 11 december 1987 tot vaststelling van het organiek reglement voor de rijksonderwijsinrichtingen met volledig leerplan, waarvan de onderwijstaal het Frans of het Duits is, met uitzondering van de inrichtingen voor hoger onderwijs, gewijzigd bij het decreet van de Duitstalige Gemeenschap van 31 augustus 1998;

Gelet op het advies van de Inspectie der Financiën, gegeven op 7 juli 1999;

Gelet op het akkoord van de Minister-President, bevoegd inzake Begroting, gegeven op 13 september 1999;

Gelet op de beslissing genomen door de Regering op 25 augustus 1999 om de Raad van State te verzoeken binnen ten hoogste één maand een advies uit te brengen;

Gelet op het advies gegeven op 22 december 1999 door de Raad van State met toepassing van artikel 84, lid 1, 1° van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister van Onderwijs en Vorming, Cultuur en Toerisme;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.De bepalingen van dit besluit zijn van toepassing op het gewoon en buitengewoon lager onderwijs, op het gewoon en buitengewoon secundair onderwijs en op het secundair onderwijs met beperkt leerplan, georganiseerd of gesubsidieerd door de Duitstalige Gemeenschap.

Voor de toepassing van dit besluit dient te worden verstaan onder : 1° ouders : de personen die de ouderlijke macht uitoefenen of de leerplichtige in rechte of in feite onder hun bewaring hebben;2° verwante : een persoon met wie een bloed- of aanverwantschap bestaat;3° dagen : de dagen waarop de school open is.

Art. 2.Elke school houdt voor elke klas een register over het schoolbezoek bij.

De aan- en afwezigheden worden ten minste één keer in de voormiddag en één keer in de namiddag in het register ingeschreven.

Art. 3.§ 1. Worden als verantwoord beschouwd de afwezigheden die te wijten zijn aan : 1° een ziekte, gestaafd door een medisch attest;2° een oproeping door een overheidsmacht of de verplichting voor de leerling zich bij die overheidsmacht te begeven die hem een attest bezorgt;3° het overlijden van één der ouders of van een verwante van de eerste graad;in dat geval mag de afwezigheid niet langer dan vier dagen duren; 4° het overlijden van een verwante vanaf de tweede graad die onder hetzelfde dak als de leerling woont;in dat geval mag de afwezigheid niet langer dan twee dagen duren; 5° het overlijden van een verwante van de tweede, de derde of de vierde graad die niet onder hetzelfde dak als de leerling woont;in dat geval mag de afwezigheid niet langer dan één dag duren.

Opdat de in het eerste lid, 1° en 2°, opgenomen redenen als aanvaardbaar kunnen worden beschouwd, moeten de vereiste documenten of schriftelijke attesten op de dag volgend op de afwezigheid aan het inrichtinghoofd bezorgd worden. Als de afwezigheid langer dan drie dagen duurt, dan worden ze ten laatste op de vierde dag bezorgd. § 2. Naast de in § 1 opgenomen redenen kunnen de overmacht of buitengewone omstandigheden die verband houden met familiale problemen, gezondheidsproblemen en vervoersproblemen een afwezigheid verantwoorden.

De ouders of de meerderjarige leerlingen leggen een schriftelijke verantwoording voor. Het inrichtingshoofd bepaalt of één van de gevallen bedoeld in het eerste lid al dan niet bestaat. Indien de afwezigheid wegens een buitengewone omstandigheid die verband houdt met familiale problemen, gezondheidsproblemen en vervoersproblemen meer dan drie dagen duurt, beslist de Regering.

In het schoolreglement wordt vastgelegd hoe dikwijls de afwezigheid door de ouders of door de meerderjarige leerling kan verantwoord worden; in geen enkel geval mag het aantal dagen noch lager dan 8 halve dagen noch hoger dan 24 halve dagen liggen. § 3. Elke andere afwezigheid wordt als onverantwoord beschouwd.

Art. 4.Een onverantwoorde afwezigheid wordt de ouders of de meerderjarige leerlingen schriftelijk medegedeeld ten laatste op het einde van de week waar de afwezigheid vastgesteld werd.

Art. 5.Een leerling mag om geneeskundige redenen van de cursus lichamelijke opvoeding vrijgesteld worden als deze redenen door een medisch attest gestaafd worden.

Art. 6.Hoofdstuk IV van het koninklijk besluit van 11 december 1987 tot vaststelling van het organiek reglement voor de rijksonderwijsinrichtingen met volledig leerplan, waarvan de onderwijstaal het Frans of het Duits is, met uitzondering van de inrichtingen voor hoger onderwijs, wordt opgeheven.

Art. 7.Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt aangenomen.

Art. 8.De Minister bevoegd inzake Onderwijs is belast met de uitvoering van dit besluit.

Eupen, 10 februari 2000.

Voor de Regering van de Duitstalige Gemeenschap : De Minister-President, Minister van Werkgelegenheid, Gehandicaptenbeleid, Media en Sport, K.-H. LAMBERTZ De Minister van Onderwijs en Vorming, Cultuur en Toerisme, B. GENTGES

^