gepubliceerd op 03 februari 2012
Besluit van de Regering tot wijziging van het besluit van de Regering van 21 maart 2002 houdende subsidiëring van de personeels- en werkingskosten met betrekking tot de opleiding en de voortgezette opleiding in de middenstand en de K.M.O.'s
8 DECEMBER 2011. - Besluit van de Regering tot wijziging van het besluit van de Regering van 21 maart 2002 houdende subsidiëring van de personeels- en werkingskosten met betrekking tot de opleiding en de voortgezette opleiding in de middenstand en de K.M.O.'s
De Regering van de Duitstalige Gemeenschap, Gelet op het decreet van 16 december 1991 betreffende de opleiding en de voortgezette opleiding in de middenstand en de K.M.O.'s, artikel 38, gewijzigd bij het
decreet van 14 februari 2000Relevante gevonden documenten
type
decreet
prom.
14/02/2000
pub.
27/06/2000
numac
2000033046
bron
ministerie van de duitstalige gemeenschap
Decreet tot wijziging van het decreet van 16 december 1991 betreffende de opleiding en de voortgezette opleiding in de middenstand en de KMO's
type
decreet
prom.
14/02/2000
pub.
06/07/2000
numac
2000033047
bron
ministerie van de duitstalige gemeenschap
Decreet tot wijziging van het decreet van 16 december 1991 betreffende de opleiding en de voortgezette opleiding in de middenstand en de K.M.O.'s
sluiten;
Gelet op het besluit van de Regering van 21 maart 2002 houdende subsidiëring van de personeels- en werkingskosten met betrekking tot de opleiding en de voortgezette opleiding in de middenstand en de K.M.O.'s;
Gelet op het advies van het Instituut voor de opleiding en de voortgezette opleiding in de middenstand en de K.M.O.'s, gegeven op 7 juli 2011;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 19 juli 2011;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister-President, bevoegd voor Begroting d.d. 27 juli 2011;
Gelet op advies 50.447/2 van de Raad van State, gegeven op 7 november 2011, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op de voordracht van de Minister bevoegd voor Opleiding;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.Artikel 18 van het besluit van de Regering van 21 maart 2002 houdende subsidiëring van de personeels- en werkingskosten met betrekking tot de opleiding en de voortgezette opleiding in de middenstand en de K.M.O.'s, vervangen bij het besluit van de Regering van 4 juni 2009, wordt vervangen als volgt : "Art. 18 - Energie-, onderhouds- en uitrustingskosten § 1 - Voor de lokalen die overeenkomstig artikel 17 gehuurd worden, kan het IAWM de volgende huurlasten, op basis van de bewijsstukken van de uitgaven, ten belope van 80 % subsidiëren : 1. de kosten voor het energie- en waterverbruik in de gehuurde lokalen dat op basis van lopende metingen berekend wordt;2. de kosten voor de verzekeringen van het gebouw die op basis van de huurovereenkomst of de wetgeving verplicht zijn. § 2 - Voor zover het ZAWM eigenaar is van de lokalen of het gebouw waarin de lessen plaatsvinden of het ZAWM geen huurgeld voor die lokalen of dat gebouw hoeft te betalen, kan het ZAWM, per lesuur dat in het stadium van de leertijd of in het stadium van de opleiding tot ondernemingshoofd gegeven wordt, een forfaitair bedrag van 5,01 euro krijgen om de energie- en onderhoudskosten te dekken. § 3 - Binnen de perken van de beschikbare financiële middelen kan het IAWM de ZAWM subsidie verlenen voor de aanschaffing van didactische uitrusting. Onder didactische uitrusting worden mobiele inrichtingsvoorwerpen en leermiddelen verstaan waarvan het gebruik rechtstreeks verband houdt met de lessen."
Art. 2.Hoofdstuk V van hetzelfde besluit, laatstelijk gewijzigd bij het besluit van 4 juni 2009, wordt aangevuld met een artikel 26ter, luidende : "Art. 26ter - Subsidiëring van de organisatoren van beroepswedstrijden en -campagnes Binnen de perken van de beschikbare financiële middelen bepaalt het IAWM het bedrag van de subsidies voor de organisatoren van beroepswedstrijden of -campagnes die deze subsidies krijgen om wedstrijden rond knelpuntberoepen voor te bereiden en te organiseren, alsook om promotiecampagnes te voeren en bekend te maken rond knelpuntberoepen, opleidingen en ambachten.
Bij hun subsidieaanvragen voegen de organisatoren van beroepswedstrijden en -campagnes een activiteitenverslag, precieze gegevens over de budgettaire planning en de uitvoering van hun activiteit, alsook precieze gegevens over de nuttige aanwending van de toegekende subsidies."
Art. 3.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 juli 2011.
Art. 4.De Minister bevoegd voor Opleiding is belast met de uitvoering van dit besluit.
Eupen, 8 december 2011.
Voor de Regering van de Duitstalige Gemeenschap : De Minister-President, Minister van Lokale Besturen, K.-H. LAMBERTZ De Minister van Onderwijs, Opleiding en Werkgelegenheid, O. PAASCH