Etaamb.openjustice.be
Document van 06 september 2000
gepubliceerd op 17 november 2000

Besluit van de Regering tot oprichting van een toezichtcomité voor het Europees communautair initiatief Interreg III

bron
ministerie van de duitstalige gemeenschap
numac
2000033091
pub.
17/11/2000
prom.
06/09/2000
ELI
eli/besluit/2000/09/06/2000033091/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

6 SEPTEMBER 2000. - Besluit van de Regering tot oprichting van een toezichtcomité voor het Europees communautair initiatief Interreg III


De Regering van de Duitstalige Gemeenschap, Gelet op de artikelen 158 -162 van het Verdrag van 25 maart 1957 tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, overeenkomstig zijn geconsolideerde versie van 2 oktober 1997, bekrachtigd door de wet van 10 augustus 1998;

Gelet op de Verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Raad van 21 juni 1999 houdende algemene bepalingen inzake de Structuurfondsen;

Gelet op de artikelen 121, 130, 139, 140 en 167 van de Grondwet;

Gelet op de wet van 31 december 1983 tot hervorming der instellingen voor de Duitstalige Gemeenschap, inzonderheid op artikel 51, gewijzigd bij de wet van 16 juli 1993;

Gelet op het besluit van de Regering van 14 juli 1999 houdende verdeling van de bevoegdheden onder de ministers, inzonderheid op artikel 3;

Gelet op het besluit van de Regering van 14 juli 1999 houdende overdracht van beslissingsbevoegdheden aan de ministers, inzonderheid op artikel 4;

Gelet op de mededeling van de Commissie van de Europese Gemeenschappen aan de lidstaten van 28 april 2000 tot vaststelling van de richtsnoeren voor een communautair initiatief op het gebied van trans-Europese samenwerking ter stimulering van een harmonische en evenwichtige ontwikkeling van de Europese ruimte - Interreg III;

Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 4 juli 2000;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat de mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 28 april 2000 tot vaststelling van de richtsnoeren voor een communautair initiatief op het gebied van trans-Europese samenwerking ter stimulering van een harmonische en evenwichtige ontwikkeling van de Europese ruimte - Interreg III, op 23 mei 2000 in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen bekend gemaakt is;

Overwegende dat in de bovenvermelde mededeling de Commissie de lidstaten uitnodigt om gedetailleerde voorstellen voor programma's in het kader van het communautair initiatief Interreg III in te dienen binnen een termijn van zes maanden vanaf de datum van bekendmaking van deze mededeling in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen en dat ze de voorstellen ontvangen na afloop van die termijn niet in aanmerking moet nemen;

Overwegende dat het noodzakelijk is het toezichtcomité zonder verwijl op te richten ten einde het bovenvermelde programma in de Duitstalige gemeenschap binnen de gestelde termijn te kunnen omzetten;

Op de voordracht van de Minister-President, Minister van Werkgelegenheid, Gehandicaptenbeleid, Media en Sport;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.§ 1 - Er wordt in de Duitstalige Gemeenschap een toezichtcomité opgericht met het oog op de ondersteuning van het Europees communautair initiatief op het gebied van trans-Europese samenwerking ter stimulering van een harmonische en evenwichtige ontwikkeling van de Europese ruimte, Interreg III genoemd. § 2 - Het toezichtcomité heeft als opdracht : 1° de potentiële initiatiefnemers van projecten te sensibiliseren en te informeren;2° een advies te verstrekken over de projectaanvragen en de uitvoering van de projecten;3° een advies te verstrekken over het algemeen beheer van de grensoverschrijdende programma's, met name wat de naleving van de doelstellingen en de omzetting - binnen het partnerschap - van de programma's in de Duitstalige gemeenschap betreft. § 3 - Het advies over de projectaanvragen voorgelegd met het oog op de Europese cofinanciering geschiedt op grond van de procedures en criteria vastgelegd op communautair, euregionaal en Europees niveau; het betreft vooral de complementariteit en de overeenstemming van de voorgelegde projecten met de doelstellingen en prioritaire zwaartepunten voor de grensoverschrijdende samenwerking alsmede met andere Europese, nationale en regionale steunprogramma's en maatregelen. § 4 - Het toezichtcomité maakt de adviezen aan de Regering van de Duitstalige Gemeenschap over die een beslissing neemt op het gebied van de toezichtcomité's en stuurgroepen georganiseerd met het oog op het toezicht op de grensoverschrijdende programma's.

Art. 2.§ 1 - Het toezichtcomité is samengesteld uit de volgende stemberechtigde leden : 1° de Minister-President van de Duitstalige Gemeenschap;2° een vertegenwoordiger van de Minister-President, Minister van Werkgelegenheid, Gehandicaptenbeleid, Media en Sport;3° een vertegenwoordiger van de Minister van Onderwijs en Vorming, Cultuur en Toerisme;4° een vertegenwoordiger van de Minister van Jeugd en Gezin, Monumentenzorg, Gezondheid en Sociale Aangelegenheden;5° een vertegenwoordiger van de Afdeling Diensten van de Secretaris-generaal van het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap;6° een vertegenwoordiger van de Afdeling Vorming, Arbeidsbemiddeling en Europese Programma's van het Ministerie van de Duitstalige gemeenschap;7° een vertegenwoordiger van de Afdeling Organisatie van het Onderwijs van het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap;8° een vertegenwoordiger van de Afdeling Cultuur van het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap;9° een vertegenwoordiger van de Afdeling Sociale Aangelegenheden van het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap;10° een vertegenwoordiger van elke gemeente van de Duitstalige Gemeenschap; 11° twee vertegenwoordigers van de Sociaal-Economische Raad van de Duitstalige Gemeenschap, t.w. één vertegenwoordiger van de representatieve werkgeversorganisaties en één vertegenwoordiger van de representatieve werknemersorganisaties; 12° een vertegenwoordiger van de V.o.G « Wirtschaftsförderungsgesellschaft Ostbelgiens »; 13° een vertegenwoordiger van de Dienst voor de personen met een handicap; 14° een vertegenwoordiger van het Instituut voor de opleiding en de voortgezette opleiding in de Middenstand en de K.M.O.'s; 15° een vertegenwoordiger van de Dienst voor arbeidsbemiddeling van de Duitstalige Gemeenschap;16° een vertegenwoordiger van de Raad voor Volksopleiding en Vormingswerk voor Volwassenen;17° een vertegenwoordiger van de Raad van de Duitstalige Jeugd; 18° een vertegenwoordiger van de Dienst voor Toerisme van de Oostkantons (V.Z.W.); § 2 - Het toezichtcomité is samengesteld uit de volgende leden met raadgevende stem : 1° de vaste vertegenwoordiger van de Duitstalige Gemeenschap bij de Stichting Euregio Maas-Rijn;2° de manager van het Interreg-project van de Duitstalige Gemeenschap.

Art. 3.De Minister-President of zijn vertegenwoordiger neemt het voorzitterschap van het toezichtcomité waar.

De manager van het Interreg-project zorgt voor het secretariaat ervan.

Het toezichtcomité wordt door de voorzitter bijeengeroepen.

Art. 4.Het toezichtcomité komt ten minste tweemaal per jaar bijeen.

Art. 5.Het toezichtcomité maakt zijn huishoudelijk reglement op en legt het aan de Regering ter goedkeuring voor.

Art. 6.Dit besluit treedt in werking op 1 juni 2000.

Art. 7.De Minister-President is belast met de uitvoering van dit besluit.

Eupen, 6 september 2000.

Voor de Regering van de Duitstalige Gemeenschap, De Minister-President, Minister van Werkgelegenheid, Gehandicaptenbeleid, Media en Sport, K.-H. LAMBERTZ De Minister van Onderwijs en Vorming, Cultuur en Toerisme, B. GENTGES De Minister van Jeugd en Gezin, Monumentenzorg, Gezondheid en Sociale Aangelegenheden, H. NIESSEN

^