Etaamb.openjustice.be
Document van 05 juli 2018
gepubliceerd op 31 augustus 2018

Milieuovereenkomst inzake tractiebatterijen voor hybride en elektrische voertuigen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. - Raadpleging

bron
brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2018040284
pub.
31/08/2018
prom.
05/07/2018
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

5 JULI 2018. - Milieuovereenkomst inzake tractiebatterijen voor hybride en elektrische voertuigen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. - Raadpleging


Gelet op de Richtlijn van de Raad 2000/53/EG van 18 september 2000 betreffende autowrakken zoals gewijzigd;

Gelet op de beslissing van de Commissie van 1 april 2005 tot vaststelling van nadere voorschriften betreffende de bewaking van de streefcijfers inzake hergebruik/terugwinning en hergebruik/recycling zoals vastgesteld bij Richtlijn 2000/53/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende autowrakken;

Gelet op de Verordening (EU) Nr. 461/2010 van 27 mei 2010 betreffende de toepassing van artikel 101, paragraaf 3, van de overeenkomst betreffende de werking van de Europese Unie op groepen verticale overeenkomsten en onderling afgestemde feitelijke gedragingen in de motorvoertuigensector;

Gelet op het Koninklijk Besluit van 15 maart 1968 houdende algemeen reglement op de technische eisen waaraan de auto's, hun aanhangwagens, hun onderdelen en hun veiligheidstoebehoren moeten voldoen;

Gelet op het Besluit van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 15 april 2004 betreffende het beheer van afgedankte voertuigen;

Gelet op de Richtlijn 2006/66/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 september 2006 inzake batterijen en accu's alsook afgedankte batterijen en accu's;

Gelet op de Verordening (EU) nr. 493/2012 van de Raad van 11 juni 2012 houdende nadere bepalingen voor de berekening van de recyclingrendementen van de recyclingprocesssen van afgedankte batterijen en accu's, overeenkomstig de Richtlijn 2006/66/EG van het Europees Parlement en de Raad;

Gelet op het protocol van 17 juni 1997 betreffende de selectieve inzameling en verwerking van afgedankte batterijen, en accu's, verlengd door een aanhangsel tot en met 31 december 2002;

Gelet op de Ordonnantie van de Brusselse Hoofdstedelijke Raad van donderdag 14 juni 2012 betreffende afvalstoffen;

Gelet op de Ordonnantie van de Brusselse Hoofdstedelijke Raad van 29 april 2004 betreffende de milieuovereenkomsten;

Gelet op het Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 1 december 2016 betreffende het beheer van afvalstoffen;

Gelet op de milieuovereenkomst betreffende draagbare, industriële en autobatterijen en -accu's;

Gelet op de milieuovereenkomst betreffende afgedankte voertuigen;

Gelet op het feit dat het voorstel van milieuovereenkomst betreffende de uitvoering van de terugnameplicht met betrekking tot batterijen voor de tractie van hybride en elektrische voertuigen conform de Ordonnantie van de Brusselse Hoofdstedelijke Raad van 29 april 2004 betreffende de milieuovereenkomsten het voorwerp heeft uitgemaakt van een openbaar onderzoek en van een publicatie in het Belgisch Staatsblad;

Gelet op de beslissing van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 5 juli 2018 tot goedkeuring van deze milieuovereenkomst;

Overwegende dat deze overeenkomst wordt afgesloten in uitvoering van de uitgebreide verantwoordelijkheid van de producent van industriële batterijen voor de tractie van hybride en elektrische voertuigen.

Overwegende dat het globale beheer van industriële batterijen voor de tractie van hybride en elektrische voertuigen overeenkomstig het afvalstoffenbeleid van de Europese Unie en van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, als eerste prioriteit de preventie omvat van afval afkomstig van motorvoertuigen, met als andere principes: - het hergebruik van onderdelen; - de recycling van materialen en grondstoffen; - de andere vormen van nuttige toepassing, met inbegrip van energieterugwinning; - de verbranding of het storten van het restafval.

Overwegende dat dit beheer tevens als prioriteit de verbetering van de milieuprestaties omvat, rekening houdend met de economische overwegingen van alle sectoren die betrokken zijn bij de levenscyclus van motorvoertuigen, en meer in het bijzonder van de prestaties van de sectoren die rechtstreeks bij de verwerking en recycling van afgedankte industriële batterijen voor de tractie van hybride en elektrische voertuigen betrokken zijn.

Overwegende dat de sectoren die verantwoordelijk zijn voor het op de markt brengen van industriële batterijen voor de tractie van hybride en elektrische voertuigen verantwoordelijk moeten worden gesteld en dat afgedankte batterijen en accu's moeten worden gerecycled om een hoog niveau van milieubescherming te waarborgen.

Overwegende dat het unieke karakter van de Belgische markt voor industriële batterijen voor de tractie van hybride en elektrische voertuigen moet worden gehandhaafd.

Overwegende dat de reparatie en het onderhoud van batterijen en accu's in de fase die voorafgaat aan de terugnameplicht in alle gevallen vrij mogen worden uitgevoerd door alle marktdeelnemers die over de voor dat doel vereiste technische uitrusting en gekwalificeerd personeel beschikken.

Overwegende dat de ondertekening van deze milieuovereenkomst door TRAXIO vzw geen afbreuk doet aan de ondertekening door deze laatste van een andere milieuovereenkomst betreffende dezelfde categorie(ën) batterijen en accu's, om haar leden toe te laten zich aan te sluiten bij het collectieve systeem van hun keuze teneinde te voldoen aan de verplichting om industriële batterijen voor de tractie van hybride en elektrische voertuigen terug te nemen, ongeacht de financiering waarin de milieuovereenkomsten voorzien (bijvoorbeeld bij de inzameling en/of het op de markt brengen) om de totale kosten van alle uit deze terugnameplicht voortvloeiende verplichtingen te dekken.

Overwegende dat een industriële batterij voor de tractie van teruggenomen hybride en elektrische voertuigen niet altijd als afval kan worden beschouwd.

Overwegende dat: - gezien de kleine aantallen hybride en elektrische voertuigen die momenteel op de markt worden gebracht en de invoering van retoursystemen die voornamelijk op Europees of zelfs mondiaal niveau door de producenten worden georganiseerd, de industriële accu's van deze voertuigen kunnen worden gegroepeerd op een aangewezen plaats in Europa of in de wereld; - dat in deze gecentraliseerde zone (in België of in het buitenland) de producent een diagnose stelt van deze batterijen en dat de producent op basis van deze diagnose beslist of delen van deze batterijen, of de batterij in haar geheel, zullen worden hergebruikt, of dat de batterij volledig of gedeeltelijk zal worden gedeclasseerd en voor afvalverwerking zal worden bestemd; - en bijgevolg grote aantallen industriële batterijen voor de tractie van hybride en elektrische voertuigen naar het buitenland zouden kunnen worden gestuurd voor diagnose; - dat de werkingsmethoden binnen de sector in de toekomst kunnen evolueren.

Komen de volgende partijen: 1° Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, vertegenwoordigd door de heer R.VERVOORT, Minister-President, en mevrouw C. FREMAULT, Minister van Leefmilieu, Energie en Waterbeleid, hierna 'het Gewest'; 2° De representatieve beroepsorganisaties: - De vzw FEBIAC, Federatie van de Belgische Auto- en Rijwielindustrie, gevestigd Woluwedal 46, bus 6, te 1200 Brussel, vertegenwoordigd door de heer Philippe Dehennin, voorzitter, - De vzw TRAXIO, (Mobility Retail and Technical Distribution), gevestigd Jules Bordetlaan 164 te 1140 Brussel, vertegenwoordigd door de heer Carl Veys, voorzitter namens: o GDA, Groepering van Autodealers en -Agenten, gevestigd Jules Bordetlaan 164 te 1140 Brussel, vertegenwoordigd door de heer Peter Daeninck, voorzitter, o Groepering van Handelaars in Tweedehandse Voertuigen, gevestigd Jules Bordetlaan 164 te 1140 Brussel, vertegenwoordigd door mevrouw Chris Ost, voorzitster, o REPARAUTO, Groepering van Autoreparatiebedrijven, gevestigd Jules Bordetlaan 164 te 1140 Brussel, vertegenwoordigd door de heer Eric Geentjens, voorzitter, o TRAXIO ROAD SUPPORT, de groepering van takelbedrijven in België, gevestigd Jules Bordetlaan 164 te 1140 Brussel, vertegenwoordigd door Yves Dombrecht, Voorzitter, o FEDERMOTO, de groepering van de verdelers van motorfietsen, gevestigd Jules Bordetlaan 164 te 1140 Brussel, vertegenwoordigd door de voorzitter; - De vzw Federatie Automateriaal, aangesloten bij TRAXIO, gevestigd Jules Bordetlaan 164 te 1140 Brussel, vertegenwoordigd door de heer Didier Perwez, voorzitter, in naam van de: o Groepering van nationale en regionale Distributeurs van Automaterialen, gevestigd Jules Bordetlaan 164 te 1140 Brussel, vertegenwoordigd door de heer Ludo Janssens, voorzitter, - De vzw FEBELCAR, Koninklijke Belgische Federatie der Rijtuigmakerij en bijhorende Ambachten, gevestigd Jules Bordetlaan 164 te 1140 Brussel, vertegenwoordigd door de heer Eric Leyn, Voorzitter, hierna genoemd 'de Organisaties', overeen wat volgt: TITEL 1. - Algemene bepalingen Definities en begrippen

Artikel 1.1. Besluit beheer van afvalstoffen Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 1 december 2016 betreffende het beheer van afvalstoffen. 2. Leefmilieu Brussel De instelling van openbaar nut opgericht bij koninklijk besluit van 8 maart 1989 tot oprichting van Leefmilieu Brussel. 3. Beheersorganisme Vereniging zonder winstoogmerk ter coördinatie van de overeenkomst (milieuovereenkomst), opgericht door de organisaties overeenkomstig artikel 2.3.3 van het Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 1 december 2016 betreffende het beheer van afvalstoffen en met als doel het bereiken van de doelstellingen en de implementatie van de bepalingen van deze overeenkomst. 4. Beheersovereenkomst Alle acties om ervoor te zorgen dat de industriële batterijen voor de tractie van hybride en elektrische voertuigen die in het Brussels Gewest op de markt worden gebracht, hetzij in hun hergebruikfase, hetzij tijdens de fase van (de declassering als) afval adequaat worden behandeld en gerapporteerd.5. Beheersplan Het geheel van acties en maatregelen, genomen door het beheersorganisme, dat ten minste de volgende elementen bevat: - Een preventieplan; - Een overzicht van de acties op het gebied van de recuperatie en de verwerking/recycling van industriële batterijen voor de tractie van hybride en elektrische voertuigen; - Een financieel plan; - Een methode voor de follow-up van de resultaten van het beheer van de stroom; - De communicatieacties die door het beheersorganisme zullen worden ondernomen. 6. Industriële batterij of accu elke batterij of accu die uitsluitend voor industriële of professionele doeleinden is ontworpen of in elk type elektrisch voertuig wordt gebruikt. Hierna 'industriële batterij' genoemd. 7. Hybride en elektrische voertuigen Alle soorten hybride, plug-in hybride, elektrische of brandstofcelvoertuigen die onder de categorieën N1 en M1 vallen, namelijk personenauto's en lichte bedrijfsvoertuigen (minder dan 3,5 ton), en onder categorie L, namelijk bromfietsen en motorfietsen. Hierna 'HEV' (high electrified vehicle) of 'HE-voertuigen' (high electrified) genoemd. 8. Industriële batterijen (of accu's) voor de tractie van hybride en elektrische voertuigen Oplaadbare batterijen van het type NiMH, lithium of andere die worden gebruikt voor de tractie van hybride en elektrische voertuigen, met een gewicht van meer dan 20 kg en een spanning van meer dan 60 volt DC.Deze batterijen bestaan uit stacks (stapels), modules en cellen, ingesloten in een functionele buitenmantel.

Hierna 'HEV-batterijen' (high electrified vehicle), 'tractiebatterijen voor HEV' (high electrified vehicle) of 'batterijen voor HE-voertuigen' (high electrified) genoemd. 9. Teruggenomen/opgehaalde HEV-batterij elke HEV-batterij die kosteloos wordt teruggenomen bij een terugnamepunt voor HEV-batterijen.10. Herbruikbare HEV-batterij elke teruggenomen HEV-batterij die niet afgedankt is en die in aanmerking komt voor hergebruik of voor een secundaire toepassing.11. Afgedankte HEV-batterij elke teruggenomen HEV-batterij die een afvalstof is in de zin van de definitie van afvalstof in artikel 3 1° van de Ordonnantie van 14 juni 2012 betreffende afvalstoffen.12. Officiële autodistributeur van hybride of elektrische voertuigen Elke natuurlijke persoon of rechtspersoon die nieuwe HE-voertuigen van één of meer voertuigproducenten verdeelt.13. Garage voor reparatie en onderhoud, carrosseriebedrijf en eindverkoper Elke natuurlijke of rechtspersoon die een garage voor reparatie en onderhoud of een carrosseriebedrijf uitbaat of een eindverkoper is en die geen officiële verdeler van HE-voertuigen is.14. Producent Onder de producenten van producten in de zin van artikel 3, 13° van de afvalordonnantie, iedere natuurlijke of rechtspersoon die, ongeacht de gebruikte verkooptechniek, inclusief de verkoop op afstand: a) in België gevestigd is en onder zijn eigen naam of merknaam producten vervaardigt, of producten laat ontwerpen of vervaardigen en ze onder zijn eigen naam of merknaam op de markt brengt op het Belgisch grondgebied;b) in België gevestigd is en in België onder zijn eigen naam of handelsmerk apparatuur wederverkoopt die door andere leveranciers is geproduceerd;hierbij wordt de wederverkoper niet als producent aangemerkt wanneer de merknaam zoals bepaald in punt a) op de apparatuur zichtbaar is; c) in België gevestigd is en die beroepsmatig producten uit een derde land of een andere lidstaat van de Europese Unie op het Belgische grondgebied op de markt brengt;d) in België gevestigd is en een product vervaardigt of invoert en het beroepsmatig voor eigen gebruik toewijst. Diegene die uitsluitend voorziet in financiering op grond van of in het kader van een financieringsovereenkomst wordt niet als 'producent' aangemerkt, tenzij hij tevens optreedt als producent in de zin van de bepalingen van punten a) tot en met d).

In het kader van huidige overeenkomst worden de producenten van HEV-batterijen beschouwd, met inbegrip van de producenten van batterijen die rechtstreeks in de hybride en elektrische voertuigen zijn gemonteerd. 15. Verdeler van HEV-batterijen Elke natuurlijke of rechtspersoon die nieuwe batterijen of hun onderdelen, in de vorm van stacks, modules en cellen, voor de aandrijving van HE-voertuigen verdeelt van een of meer producenten van deze batterijen.16. Eindverkoper Elke natuurlijke of rechtspersoon die in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest HEV-batterijen te koop aanbiedt aan de consument.17. Laatste houder of eigenaar Elke natuurlijke of rechtspersoon die een batterij voor de tractie van HE-voertuigen levert aan een terugnamepunt of een erkend centrum dat voor een dergelijke terugname is aangewezen.18. Erkend centrum Elke natuurlijke of rechtspersoon die door de Gewesten erkend is voor de depollutie, de ontmanteling en de vernietiging van afgedankte voertuigen en voor de afgifte van vernietigingsattesten.19. Terugnamepunt Officiële autoverdeler van HE-voertuigen, verdeler van HEV-batterijen, erkend centrum, garage voor reparatie en onderhoud, carrosseriebedrijf, eindverkoper, die door de producent of het beheersorganisme aangewezen is voor de terugname van herbruikbare of afgedankte HEV-batterijen.Het terugnamepunt beschikt over de nodige vergunningen. 20. Op de markt brengen De eerste professionele beschikbaarstelling van HEV-batterijen op de markt in België.21. Preventie Maatregelen die worden genomen voordat HEV-batterijen afgedankt zijn, door het verminderen van: - de hoeveelheid afval, met inbegrip van via het hergebruik van HEV-batterijen of hun onderdelen, of de verlenging van de levensduur van HEV-batterijen; - de negatieve gevolgen van de geproduceerde afvalstoffen voor het milieu en de menselijke gezondheid; - de mate waarin schadelijke stoffen in HEV-batterijen worden gebruikt. 22. Verwijdering elke verwerking die niet als terugwinning wordt beschouwd, zelfs indien de verwerking in tweede instantie tot de terugwinning van energie leidt, alsook elke verwerking die door het Brussels Hoofdstedelijk Gewest als dusdanig wordt beschouwd.23. Verwerking Alle activiteiten op afgedankte HEV-batterijen nadat ze overgebracht worden naar sorteer-en recyclage-installaties.24. Hergebruik elke handeling waarbij de HEV-batterij (of haar onderdelen) wordt gebruikt voor dezelfde als de oorspronkelijk bedoelde toepassing, namelijk de tractie van HEV. 25. Secundair gebruik elke handeling waarbij de industriële batterij voor HEV-tractie (of haar onderdelen) wordt gebruikt voor andere dan de oorspronkelijk bedoelde toepassingen of doeleinden (d.w.z. andere dan HEV-tractie). 26. Recycling De verwerking van afgedankte batterijen in een productieproces, voor de productie van materialen overeenkomstig hun oorspronkelijke doel of voor een ander doel, met uitzondering van energieterugwinning.27. Recyclingniveau De hoeveelheid opgehaalde afgedankte batterijen waarop een recyclingproces wordt toegepast.28. Recyclingrendement van de recyclingprocessen De verhouding die wordt verkregen tussen de massa van de fracties die door het recyclingproces worden geproduceerd en de massa van de afgedankte batterijen die in het recyclingproces worden geïntroduceerd, uitgedrukt in procenten, zoals gedefinieerd in de Verordening nr.493/2012 van de Commissie van 11 juni 2012 houdende nadere bepalingen voor de berekening van de recyclingrendementen van de recyclingprocesssen van afgedankte batterijen en accu's, overeenkomstig Richtlijn 2006/66/EG. 29. Verwijdering van HEV-batterijen Volledige verwijdering of extractie van HEV-tractiebatterijen uit HE-voertuigen.30. Ontmanteling van HEV-batterijen De 'deconstructie' van de eerder verwijderde HEV-batterij in verschillende onderdelen.31. Centralisatie van HEV-batterijen De groepering van de HEV-batterijen bij de terugnamepunten. Doelstellingen en richtlijnen

Art. 2.Het doel van deze milieuovereenkomst is de toepassing van de algemene basisregels van de Brusselse wetgeving en van de doelstellingen voor de terugnameplicht, door het vaststellen van bijkomende regels: - de producenten ontwikkelen een regeling voor de werking van een volledig en gesloten systeem voor de terugname, verwerking en rapportage van HEV-batterijen. Het systeem regelt zowel de terugname van originele batterijen als van de batterijen van de vervangingsmarkt; - de producenten zijn verplicht alle bij de terugnamepunten ingeleverde HEV-batterijen terug te nemen; - de producenten werken in overleg met het Brussels Hoofdstedelijk Gewest aan een reglement dat het mogelijk maakt de batterijen opnieuw in te zetten in secundaire toepassingen, rekening houdend met het bestaande regelgevende kader.

Toepassingsgebied

Art. 3.§ 1. Deze milieuovereenkomst is van toepassing op oplaadbare NiMH-, lithium- of andere batterijen die worden gebruikt voor de tractie van hybride, plug-in hybride of elektrische voertuigen (met inbegrip van brandstofcelvoertuigen) die zijn opgenomen in de categorieën N1 en M1, alsook voor bromfietsen en motorfietsen van categorie L met een gewicht van meer dan 20 kg en een spanning van meer dan 60 volt DC. De batterijen in kwestie zijn zowel originele batterijen als batterijen op de vervangingsmarkt. De overeenkomst geldt voor zowel de batterijen als hun onderdelen, in de vorm van stacks (of stapels), modules en cellen, die als dusdanig op de markt worden gebracht. § 2. Deze milieuovereenkomst is niet van toepassing op: - batterijen van hetzelfde type die worden gebruikt voor andere soorten voertuigen, zoals vorkheftrucks, vrachtwagens, bussen, of voor andere toepassingen, zoals elektrische fietsen, gereedschap, of op andere soorten batterijen die worden gebruikt voor de opslag van stationaire energie; - batterijen die gebruikt zouden worden voor de bescherming van hogere belangen in verband met de staatsveiligheid, wapens, munitie of oorlogsmateriaal, met uitzondering van voertuigen die niet voor specifieke militaire toepassingen bestemd zijn.

Globaal beheer

Art. 4.§ 1. Het globale beheer van de herbruikbare en de afgedankte batterijen voor HEV-tractie is gebaseerd op de volgende orde van voorrang: 1) Preventie van afval van batterijen (herbruikbaar of afgedankt) voor HEV-tractie;2) Hergebruik van batterijen en/of hun onderdelen;3) Recycling van materialen en grondstoffen;4) Andere vormen van nuttige toepassing, energieterugwinning inbegrepen;5) Verbranding;6) Het ecologisch verantwoord storten van de afvalstoffen, die noch kunnen worden voorkomen, noch teruggewonnen voor nuttige toepassing noch verbrand met energieterugwinning; Van deze hiërarchie kan worden afgeweken indien dit op basis van een levenscyclusanalyse gerechtvaardigd is en in overeenstemming met de voorwaarden van artikel 6 van de Ordonnantie betreffende afvalstoffen van 14 juni 2012. § 2. Voor het beheer van herbruikbare of afgedankte batterijen of hun componenten, ingezameld in het kader van de terugnameplicht, gelden de volgende voorwaarden: - De door de fabrikant op de markt gebrachte HEV-tractiebatterij en haar onderdelen, zoals stacks, modules en cellen, zijn bij voorkeur compleet; - Vóór reparatie, verwerking en recycling, volledig of gedeeltelijk hergebruik of secundair gebruik moet de producent een diagnose stellen in zijn voor deze diagnose uitgeruste infrastructuur, in het bijzonder in zijn eigen netwerk van terugnamepunten, of in elke door de producent of het beheersorganisme voor de centralisatie van HEV-batterijen aangewezen erkende inrichting, in België of in het buitenland; - Distributeurs, erkende centra en garages voor reparatie en onderhoud en carrosserieën die batterijen voor de tractie van HEV uit de voertuigen verwijderen, verbinden zich ertoe te werken volgens de instructies en aanbevelingen van de producenten en het beheersorganisme; - De terugnamepunten kunnen de teruggenomen HEV-batterijen na de diagnose voor hergebruik of secundair gebruik verzenden. In dat geval verstrekt het terugnamepunt de producent en het beheersorganisme gegevens over de gekozen weg en de contactgegevens van de nieuwe houder; - De hoeveelheden opgehaalde herbruikbare batterijen en afgedankte batterijen mogen de in België op de markt gebrachte hoeveelheden niet overschrijden; - Er moet een recyclingrendement van ten minste 50% van het gemiddelde gewicht van de afgedankte HEV-batterijen worden bereikt; - De erkende centra die zelf afgedankte HEV-batterijen rechtstreeks naar verwerkings- en recyclingprocessen sturen, mogen deze verwerking alleen laten uitvoeren door erkende operatoren, in België of in het buitenland, en in overeenstemming met het behalen van doelstellingen voor het recyclingrendement in overeenstemming met Richtlijn 2006/66/EG. Goed bestuur

Art. 5.§ 1. De toepassing van deze overeenkomst door de ondertekenaars gebeurt in overeenstemming met de volgende principes van goed bestuur: - Transparantie van de informatie; - Opvolgingsproces bij het opstellen van de studies; - Technische evaluatie van het systeem gemandateerd door Leefmilieu Brussel in het kader van de ondertekening van de nieuwe milieuovereenkomst; - Vertrouwelijkheid van de gegevens die een legitiem economisch belang beschermt; - Invoering van principes van goed gedrag voor de partijen die de overeenkomst ondertekenen. § 2. Het beheersorganisme implementeert deze overeenkomst integraal op een positieve, professionele en transparante manier met het oog op de naleving van de milieudoelstellingen van de overeenkomst. § 3. Leefmilieu Brussel heeft een open houding van vertrouwen en responsabilisering tegenover het beheersorganisme bij de implementatie van de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid en streeft een evenwicht na tussen de milieudoelstellingen en de economische impact.

Onderzoek en ontwikkeling

Art. 6.§ 1. Het beheersorganisme neemt deel aan de onderzoeks- en ontwikkelingsinitiatieven van het Brussels Gewest die moeten leiden tot een betere ontwikkeling, gebruik, terugname, inzameling en recycling van industriële batterijen voor de tractie van HEV, of tot een beperking van het verlies van materialen, of tot een verbetering van de terugwinning van kritieke metalen, of die informatie verstrekken over initiatieven en projecten waarbij de producenten op Europees niveau betrokken zijn. Na overleg met het Gewest zou deze deelname de vorm kunnen aannemen van cofinanciering door het beheersorganisme van specifieke marktstudies. § 2. Het beheersorganisme onderzoekt de mogelijkheden en beperkingen van hergebruik. Het houdt onder meer rekening met de technische en operationele aspecten, wettelijke aansprakelijkheid, de financiële gevolgen en ook met aspecten die verband houden met de vraag naar industriële batterijen voor HEV-tractie voor hergebruik. Leefmilieu Brussel is actief betrokken bij deze studie.

TITEL 2. - Preventie, bewustmaking en communicatie Algemene preventiemaatregelen

Art. 7.§ 1. Om de kwalitatieve en kwantitatieve preventie te verbeteren, doen producenten van HEV-batterijen hun uiterste best: - Om het gebruik van gevaarlijke stoffen in voertuigen te beperken en indien mogelijk reeds in de ontwerpfase te verminderen, ten einde het vrijkomen ervan in het milieu te voorkomen, de recycling te vergemakkelijken, en de verwijdering van gevaarlijke afvalstoffen te vermijden; - Om de demontage, het hergebruik en de nuttige toepassing en in het bijzonder de recycling van HEV-batterijen in het ontwerp en de constructie van nieuwe voertuigen op te nemen en ze te vergemakkelijken; - Om steeds meer gerecycled materiaal in voertuigen en in andere producten te gebruiken, om de markten voor kringloopmaterialen te ontwikkelen. - Om samen met de verschillende sectoren, via het beheersorganisme, deel te nemen aan onderzoeks- en ontwikkelingsactiviteiten in verband met de mogelijkheden en belemmeringen voor de ontwikkeling van hergebruik en secundair gebruik van batterijen en hun onderdelen; - Om via het beheersorganisme de uitwisseling van kennis tussen producenten en recyclers - verwerkingscentra te stimuleren op het vlak van de inzameling, verwerking en recycling; - Om de levensduur van de HEV-batterijen te verlengen door middel van een kwaliteitscontrole en/of diagnose.

Preventieplan

Art. 8.§ 1. Ter uitvoering van de algemene preventiemaatregelen, bedoeld in artikel 7, stelt het beheersorganisme een preventieplan op en legt het dit ter goedkeuring voor aan Leefmilieu Brussel, uiterlijk zes maanden na publicatie van de milieuovereenkomst, voor de duur van de overeenkomst. Deze maatregel maakt integraal deel uit van het communicatieplan.

Dit preventieplan bevat ten minste: - Een overzicht van de door het beheersorganisme geplande acties om de kwantitatieve en kwalitatieve preventie te bevorderen; - Een overzicht van de door de producenten geplande individuele acties om de kwantitatieve en kwalitatieve preventie te bevorderen; § 2. Het beheersorganisme rapporteert jaarlijks over: - De acties van het beheersorganisme; - De acties van de producenten. § 3. Het preventieplan wordt jaarlijks geëvalueerd op basis van de resultaten en indien nodig jaarlijks met alle partijen aangepast of herwerkt. Het beheersorganisme dient elk jaar vóór 1 oktober een actualisering van het plan in.

Communicatie: algemeen

Art. 9.§ 1. Het beheersorganisme is verantwoordelijk voor de bewustmaking van de consument, via de terugnamepunten, over de terugname, de inzameling, het hergebruik of het secundaire gebruik, de verwerking en de recycling van HEV-batterijen volgens deze overeenkomst en het preventie- en beheersplan, en voor alle aspecten van het beheer van HEV-batterijen. Elke algemene informatiecampagne die door het beheersorganisme wordt gevoerd, wordt ter goedkeuring voorgelegd aan Leefmilieu Brussel. § 2. Producenten die HE-voertuigen op de markt brengen, zorgen ervoor dat de terugnamepunten informatie over de terugname van HEV-batterijen met de nodige zichtbaarheid ter beschikking stellen van de consument. § 3. Indien nodig kan het HEV-batterijbeheersorganisme ondersteuning bieden aan andere beheersorganismen om HEV-batterijhouders bewust te maken van het netwerk van terugnamepunten, veiligheidsmaatregelen en terugwinningscriteria voor HEV-batterijen. § 4. De producenten en/of het beheersorganisme stellen per terugnamepunt duidel?k vast wat al dan niet in het inzamelkanaal mag worden opgenomen.

Informatie

Art. 10.Het beheersorganisme stelt de volgende informatie permanent ter beschikking op zijn website: - de lijst van de terugnamepunten voor HEV-batterijen en hun onderdelen; - de lijst van de erkende centra; - de lijst van de producenten die betrokken zijn bij het beheersorganisme, zowel voor het collectieve als voor het hybride systeem.

Op verzoek van Leefmilieu Brussel verstrekt het beheersorganisme de vereiste aanvullende lijsten naast die welke op de website worden gepubliceerd.

Communicatieplan

Art. 11.§ 1. Het beheersorganisme is verantwoordelijk voor de bewustmaking van de consument via de officiële HEV- autodistributeurs, de HEV-batterijdistributeurs, de erkende centra, de garages voor onderhoud en reparatie, de carrosseriebedrijven, de eindverkopers, over de inzameling en verwerking van HEV-batterijen, conform deze overeenkomst en het preventie- en beheersplan. § 2. Het beheersorganisme maakt de consumenten bewust van het belang om zich op een correcte manier van hun afgedankte voertuigen te ontdoen en voor de risico's van onwettig beheer. § 3. Het beheersorganisme stelt binnen de zes maanden na de inwerkingtreding van deze milieuovereenkomst een communicatieplan op voor de duur van de milieuovereenkomst. Dit communicatieplan maakt deel uit van het beheersplan en omvat ten minste de strategische doelstellingen en algemene krachtlijnen.

Dit plan omvat, voor een standaardjaar, het type van de te ondernemen acties, de beoogde doelgroepen, de gekozen communicatiekanalen en de evaluatiemethoden voor deze acties.

Het beheersorganisme bezorgt het Gewest elk jaar een actieplan, inclusief een rapport over de gevoerde informatie- en sensibiliseringscampagnes en de bereikte resultaten. De rapportage over de bereikte resultaten bevat een beschrijving van de uitgevoerde acties, de beoogde doelgroepen, de instrumenten en een waardering van de relevantie van de uitgevoerde acties. Het communicatieplan wordt elk jaar door het beheersorganisme geëvalueerd en aangepast in het kader van de jaarlijkse actualisering van het beheersplan, met name op basis van de aanbevelingen van Leefmilieu Brussel. § 4. Het communicatieplan wordt samen met het beheersplan ter goedkeuring aan Leefmilieu Brussel voorgelegd, evenals de jaarlijkse actualiseringen; de meer specifieke campagnes worden voor advies voorgelegd aan Leefmilieu Brussel om een follow-up van de milieuaspecten in deze campagnes te garanderen.

TITEL 3. - Inzameling Inzameling van HEV-batterijen

Art. 12.1. Algemeen § 1. De producenten ontwikkelen een compleet en gesloten systeem voor de terugname van HEV-batterijen, al dan niet herbruikbaar, en voor de stacks, modules en cellen waaruit ze zijn samengesteld. De producenten kunnen een collectief of hybride besturingssysteem opzetten overeenkomstig titel 6.

De producenten organiseren de kosteloze terugname van herbruikbare of afgedankte HEV-batterijen. § 2. Om aan de terugnameplicht voor HEV-batterijen te voldoen, moeten de producenten of hun vertegenwoordigers een netwerk van terugnamepunten opzetten. De producenten wijzen terugnamepunten aan voor hun eigen merk. De producenten bepalen per aangewezen terugnamepunt het relatieve niveau van de terugname, d.w.z. de terugname van hun eigen merk, van bepaalde merken of van alle merken.

De consument moet altijd toegang hebben tot een terugnamepunt voor zijn HEV-batterij.

Elke officiële autodistributeur van HE-voertuigen, distributeur van HEV-batterijen, elk erkend centrum, elke garage voor reparatie en onderhoud, elk carrosseriebedrijf en elke eindverkoper die bevoegd is en over de nodige technische infrastructuur beschikt, en personeel in dienst heeft dat opgeleid is volgens de wettelijke veiligheidsvereisten, kan zich kandidaat stellen om een 'terugnamepunt' te worden.

De erkende centra die aan de norm van FEBELAUTO voldoen, mogen alle merken batterijen voor HEV-tractie terugnemen.

De norm van FEBELAUTO omvat een aantal van de punten vermeld in artikel 12.2. § 3. De criteria en procedures voor de aanwijzing van de terugnamepunten moeten door de producenten en/of het beheersorganisme op transparante, objectieve en niet-discriminerende wijze worden vastgesteld. Het beheersorganisme houdt bij de aanwijzing rekening met het feit dat de consument altijd toegang moet hebben tot een terugnamepunt in zijn regio.

De aanwijzingscriteria en -procedures worden ter goedkeuring voorgelegd aan Leefmilieu Brussel.

Artikel 12.2. Voorwaarden voor de aanwijzing als 'terugnamepunt' § 1. De officiële autodistributeurs van HEV-batterijen, distributeurs van HEV-batterijen, garages voor reparatie en onderhoud, carrosseriebedrijven, eindverkopers, erkende centra kunnen zich kandidaat stellen om een 'terugnamepunt' te worden. De officiële autodistributeurs van HEV-batterijen en de distributeurs van HEV-batterijen worden door de producenten aangewezen als terugnamepunten. De garages voor reparatie en onderhoud, carrosseriebedrijven, eindverkopers en erkende centra worden door de producent of het beheersorganisme op basis van de norm van FEBELAUTO aangewezen als terugnamepunten. § 2. Een terugnamepunt moet over de nodige vergunningen beschikken voor de opslag van HEV-tractiebatterijen Een terugnamepunt verbindt zich ertoe de instructies van de producent of het beheersorganisme te volgen aangaande: - de opleiding en uitrusting voor het beheer van de teruggenomen HEV-batterijen, d.w.z. inzameling, opslag en verpakking voor vervoer; - de rapportage overeenkomstig artikelen 29 en 31 aan de producent en het beheersorganisme. § 3. De terugnamepunten verbinden zich tot: - het kosteloos terugnemen van de door de laatste houder overhandigde batterijen volgens de voorwaarden van artikel 12.3; - het verstrekken van de nodige informatie aan de producent of het beheersorganisme dat verantwoordelijk is voor het inzamelen van de betrokken batterijen, d.w.z. informatie over de status van de batterij en alle aanvullende informatie die nodig is om een veilige opslag, behandeling en transport van de batterijen te waarborgen; - het zich kenbaar maken als terugnamepunt van batterijen voor de tractie van HEV-voertuigen voor de betrokken producenten. § 4. De officiële autodistributeurs van HEV-batterijen, aangewezen als terugnamepunten, verbinden zich ertoe om voor de HEV-batterijen die zich na de terugnameplicht in het verkooppunt bevinden de instructies van de producent en het beheersorganisme voor een correcte latere overname te volgen.

Artikel 12.3. Voorwaarden voor de kosteloze terugname De volgende voorwaarden voor de kosteloze terugname, voor de laatste houder of eigenaar, zijn cumulatief: - de batterijen voor HEV-tractie zijn volledige batterijen. De stacks, modules en cellen worden alleen kosteloos teruggenomen als ze als dusdanig op de markt zijn gebracht; - de batterijen voor HEV-tractie moeten worden ingeleverd op een terugnamepunt volgens artikel 12.1; - de batterijen worden op het terugnamepunt ingeleverd 'vrij van' en 'buiten' de aanwezigheid van enig ander type afval, met uitzondering van het voertuig zelf; - indien een ophaalplicht van toepassing is, blijft deze voorwaarde van kracht, zodat de op te halen HEV-batterijen geen andere afvalstoffen mogen bevatten; - indien niet aan de bovenbedoelde voorwaarden wordt voldaan, kunnen de terugnamepunten en de producenten, indien er een ophaalplicht bestaat, de laatste houder een financiële bijdrage aanrekenen die evenredig is met de economische gevolgen van de niet-naleving van de voorwaarden.

Artikel 12.4. Terugname in een 'alternatief inzamelkanaal' § 1. De producenten zetten een systeem op voor de terugname van batterijen, stapels, modules en cellen die door de laatste houder in een ander inzamelkanaal zijn gebracht, deze te verwerken en te rapporteren overeenkomstig de wettelijke verplichtingen en onder de verantwoordelijkheid van de producenten.

Indien de batterijen voor HEV-tractie, of hun onderdelen, in een ander inzamelkanaal komen, draagt de producent de kosten voor de inzameling, verwerking en/of recycling van deze batterijen. De producent vergoedt aan de exploitant van dat andere inzamelkanaal de kosten van inzameling, opslag en beheer.

Deze bepaling is slechts geldig indien het andere inzamelkanaal dat onder een door de overheid goedgekeurd individueel preventie- en beheersplan of een ander collectief systeem valt, ook ten minste soortgelijke bepalingen betreffende afgedankte HEV-batterijen of hun onderdelen voorziet, zoals opgenomen in deze overeenkomst. § 2. Deze werking is gebaseerd op de volgende krachtlijnen, ongeacht de waarde van de batterij: - elk inzamelkanaal moet toereikende maatregelen nemen en dat aantonen om ervoor te zorgen dat de batterijen waarop het andere individuele of collectieve systeem betrekking heeft, niet in zijn eigen inzamelkanaal worden ingezameld; - elk inzamelkanaal communiceert duidelijk over wat wel en wat niet in zijn eigen inzamelsysteem kan worden teruggenomen; - de rapportage gebeurt door het inzamelkanaal dat de verwerking en recycling van de betrokken batterijen organiseert. § 3. Voor afgedankte HEV-batterijen of hun onderdelen die in het inzamelingssysteem komen en die niet duidelijk kunnen worden geïdentificeerd, sluit het beheersorganisme een overeenkomst met een of meer andere beheersorganismen die eveneens de terugnameplicht voor industriële batterijen verzekeren, alsook met de producenten met een goedgekeurd individueel plan voor afvalbeheer en -preventie voor dergelijke batterijen.

Deze overeenkomst regelt de verdeling van de kosten verbonden aan de inzameling, het beheer, de opslag, het transport en de verwerking en/of recycling van deze niet-identificeerbare afgedankte batterijen of hun componenten.

De kosten worden pro rata verdeeld tussen de beheersorganismen en de producenten met een individueel afvalbeheers- en preventieplan, volgens een verdeelsleutel die in onderling overleg wordt vastgesteld en door Leefmilieu Brussel moet worden goedgekeurd.

Het beheersorganisme stort een bedrag per op de markt gebrachte batterij op een daartoe ingestelde speciale rekening. De middelen op deze rekening mogen uitsluitend worden gebruikt voor de financiering van de hierboven vermelde kosten. Het bedrag wordt op voorstel van het beheersorganisme door Leefmilieu Brussel vastgesteld.

De commissaris van het beheersorganisme controleert en certificeert de uitvoering van de bepalingen van deze § 3.

De bepalingen van deze paragraaf zijn slechts geldig op voorwaarde dat de uitvoeringsbepalingen voor de andere individuele of collectieve systemen ten minste gelijkwaardig zijn, namelijk de instelling van: - een registratiesysteem om te bepalen in welk inzamelsysteem deze niet-identificeerbare afgedankte HEV-batterijen, of hun onderdelen, zijn ingezameld; - een rekening waarin een bedrag is opgenomen dat overeenkomt met de betaalde bijdrage per op de markt gebrachte industriële batterij voor HE-voertuigen en die wordt gebruikt voor de financiering van alle kosten in verband met de inzameling, het beheer, de opslag, het vervoer, de verwerking en/of de recycling van deze niet-identificeerbare batterijen of hun onderdelen. § 4. Om een oplossing te vinden voor het probleem van het beheer van afgedankte HEV-batterijen of hun onderdelen waarvan de producent niet langer bestaat, financieren de beheersorganismen die belast zijn met de terugname van industriële batterijen of accu's van hybride of elektrische voertuigen in gelijke delen een studie die een objectivering mogelijk moet maken van de beheerskosten van deze batterijen en accu's, met inbegrip van de kosten van de inzameling, de sortering, het vervoer, de verwerking en/of recycling, alsook de risico's, in het jaar na de inwerkingtreding van de milieuovereenkomst(en). Het Gewest zal bepalen hoe deze studie zal worden uitgevoerd.

De bepalingen van deze paragraaf zijn alleen van toepassing indien de andere milieuovereenkomsten met betrekking tot industriële batterijen en accu's niet ten minste soortgelijke bepalingen bevatten.

Artikel 12.5. Terugname op een 'niet als zodanig aangewezen terugnamepunt' § 1. Indien HEV-batterijen voor tractiedoeleinden door de laatste houder worden ingeleverd bij een erkend centrum, een garage, eindverkoper of distributeur die niet als officieel terugnamepunt is aangewezen, dient deze contact op te nemen met het officiële HEV-netwerk voor de terugname van batterijen dat hij heeft ontvangen.

De producenten voorzien een kosteloze inzameling van deze batterijen bij erkende centra die voldoen aan de norm van FEBELAUTO voor HEV-batterijen, alsook bij alle terugnamepunten van de categorieën M1, N1 en L die voldoen aan de vereisten van deze norm.

Leefmilieu Brussel tracht de mogelijkheid te scheppen om de inhoud van deze norm over te nemen op het reglementaire niveau. Leefmilieu Brussel keurt de inhoud van de norm vooraf goed. § 2. Indien het erkende centrum, de garage voor reparatie en onderhoud, het carrosseriebedrijf,de eindverkoper of de distributeur de verwerking, de recycling, het hergebruik of het secundaire gebruik van de ontvangen HEV-batterijen zelf verzorgt, draagt hij de daaraan verbonden kosten. Het vervoer van teruggenomen herbruikbare of afgedankte HEV-batterijen naar deze bestemmingen gebeurt in overeenstemming met de relevante wettelijke verplichtingen (met name het vervoer van gevaarlijk afval, ADR). § 3. Het beheersorganisme sluit met de erkende centra voor HEV-voertuigen een overeenkomst waarin wordt bepaald dat deze erkende centra gebruik kunnen maken van het door de producenten opgezette terugnamesysteem, dat de kosteloze inzameling voor deze erkende centra omvat, op voorwaarde dat deze centra voldoen aan de relevante voorschriften, taken, verplichtingen en verantwoordelijkheden zoals bepaald in de norm van FEBELAUTO. TITEL 4. - Hergebruik en secundair gebruik Hergebruik

Art. 13.Het hergebruik van HEV-batterijen heeft dezelfde als de oorspronkelijke toepassing en blijft in het toepassingsgebied van deze overeenkomst.

Het hergebruik van herbruikbare HEV-tractiebatterijen of hun onderdelen is in hoofdzaak gebaseerd op: - het stimuleren van het hergebruik van batterijen of hun onderdelen, voor zover de technische, economische en milieuomstandigheden het mogelijk maken, waarbij ook rekening wordt gehouden met de mogelijkheden en belemmeringen voor dergelijk hergebruik; - de ontwikkeling van technieken voor het hergebruik van batterijen voor de tractie van voertuigen met groot vermogen.

De producenten die EH-voertuigen op de markt hebben gebracht, informeren de terugnamepunten over efficiënte methoden voor de veilige verwijdering van batterijen uit EH-voertuigen.

Secundair gebruik

Art. 14.§ 1. Zodra de batterij (of haar onderdelen) niet langer wordt gebruikt voor de tractie van HEV-voertuigen, maar voor een ander type toepassing, valt ze niet langer onder het toepassingsgebied van deze milieuovereenkomst. De persoon die deze nieuwe aanvraag indient, moet als de nieuwe producent worden beschouwd, met alle verantwoordelijkheden die op hem rusten in het kader van het systeem van de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid. Hij treedt dan toe tot het beheersorganisme dat industriële batterijen voor deze toepassingen beheert, of legt een individueel afvalpreventie- en -beheersplan ter goedkeuring voor aan de autoriteiten. § 2. In overleg met het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zetten de producenten een systeem op dat, in overeenstemming met het bestaande wettelijke kader, de mogelijke overdracht van batterijen naar een secundair gebruik mogelijk maakt, met als doel: - Leefmilieu Brussel te informeren over de overdracht van de eigendom; - in het geval van een effectieve eigendomsoverdracht, de daaruit voortvloeiende beëindiging van de uitgebreide verantwoordelijkheid van de producent van de batterij voor de tractie van HEV-voertuigen. § 3. Het secundaire gebruik van herbruikbare HEV-batterijen of hun onderdelen vindt plaats binnen het bestaande wettelijke kader, volgens de marktmechanismen, met respect voor het milieu, met inachtneming van de preventie- en veiligheidsregels en alle andere daarmee verband houdende voorschriften.

TITEL 5. - Verwerking en recycling Algemeen

Art. 15.§ 1. Afgedankte HEV-batterijen voor industrieel gebruik moeten selectief worden ingezameld conform artikel 3.7.1 van het Besluit betreffende het beheer van afvalstoffen en de Verordening van 19 december 2008 betreffende de verwijdering van afval door middel van inzamelingen, met het oog op hun verwerking en recycling, en mogen bijgevolg niet worden verwijderd. § 2. Afgedankte HEV-batterijen zijn geen huishoudelijk afval en mogen dus niet worden ingeleverd of ingezameld via de containerparken.

Recyclingrendement

Art. 16.§ 1. De producenten verzekeren een recyclingrendement van ten minste 50% van het gemiddelde gewicht van de afgedankte industriëlebatterijen, overeenkomstig de Europese Richtlijn 2006/66/EG en berekend volgens de Verordening nr. 493/2012 van de Commissie van 11 juni 2012. § 2. Het beheersorganisme neemt initiatieven om een waarheidsgetrouw beeld te krijgen van de verwerking en recycling van alle verwerkte HEV-batterijen, al dan niet in het kader van een collectief systeem voor de terugname van HEV-batterijen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Verwerking

Art. 17.Het beheersorganisme houdt rekening met de beginselen van het mededingingsrecht bij de toewijzing van de stroom van afgedankte industriële batterijen voor de tractie van hybride en elektrische voertuigen voor verwerking aan een of meer operatoren. Deze operatoren moeten erkend zijn.

Het beheersorganisme legt aan Leefmilieu Brussel zijn advies voor over de keuze van de geselecteerde operator(en), samen met een verantwoording van deze keuze, die een beschrijving kan zijn van de recyclingprocessen en -rendementen (recyclingprocessen en -rendement, gebruikte technologieën, innovatie, lokale opdrachten, enz.) Ook de hoeveelheid betrokken batterijen wordt vermeld.

Het beheersorganisme of de producent houdt bij de selectie van de operatoren altijd rekening met de milieuaspecten.

TITEL 6. - Terugnamesystemen Algemeen

Art. 18.§ 1. De producenten, of door hen aangewezen derden, zamelen de HEV-batterijen in bij de terugnamepunten. § 2. Het beheersorganisme fungeert als centraal informatiecontactpunt tussen de actoren die betrokken zijn bij het beheer van HEV-batterijen. § 3. Om aan hun terugnameplicht te voldoen, kunnen de producenten kiezen tussen een van de volgende systemen: - Individueel systeem; - Collectief (of volledig) systeem; - Hybride systeem.

Individueel systeem

Art. 19.§ 1. In het individuele systeem vallen alle taken, variërend van registratie voor het op de markt brengen van batterijen tot de verplichte rapportagetaken, waaronder communicatie, bewustmaking, preventie, planning, controle, administratie, operationeel beheer van taken voor het terugnemen, verwerken, recyclen, hergebruik of secundair gebruik van batterijen van het eigen merk, volledig ten laste van de producent. § 2. Producenten die voor het individuele systeem kiezen, beschikken over een individueel afvalpreventie- en -beheersplan dat vooraf door het Gewest is goedgekeurd overeenkomstig het Besluit betreffende het beheer van afvalstoffen, en staan niet op de lijst van producenten die hun verantwoordelijkheid aan het beheersorganisme hebben gedelegeerd.

Collectief (of compleet) systeem

Art. 20.§ 1. Alle taken, variërend van de registratie van het op de markt brengen van batterijen tot de verplichte rapportagetaken, met inbegrip van communicatie, bewustmaking, preventie, planning, controle, administratie, operationeel beheer van de taken van terugname, verwerking, recycling, hergebruik of secundair gebruik van HEV-batterijen van aangesloten producenten/leden, vallen volledig ten laste van het beheersorganisme. § 2. De terugnamepunten zijn volgens artikel 12.2: - officiële autodistributeurs van HE-voertuigen van het merk van de producent (of van het eigen merk); - distributeurs van HEV-batterijen van alle merken, met of zonder HE-voertuig; - garages voor reparatie en onderhoud, carrosseriebedrijven, eindverkopers; - erkende centra die voldoen aan de norm van FEBELAUTO. Het beheersorganisme wijst de terugnamepunten voor HEV-batterijen aan.

De officiële autodistributeurs van HE-voertuigen van het merk van de producent worden in overleg met de producent door het beheersorganisme aangewezen. § 3. De terugnamepunten moeten voldoen aan de norm van FEBELAUTO voor HEV-voertuigen, die door de Raad van Bestuur zal worden goedgekeurd.

De terugnamepunten nemen HEV-batterijen die voldoen aan de voorwaarden van artikel 12.3, kosteloos terug van de laatste houder.

De HEV-batterijen kunnen afkomstig zijn van: - HE-voertuigen die door de producent op de markt worden gebracht na: o het onderhoud van deze HE-voertuigen of de vervanging van de batterij, al dan niet onder garantie; o een ongeval; o een totaal verlies; o het depollueren van het HE-voertuig in een erkend centrum; - de afzonderlijke verkoop van HEV-batterijen door de producent. § 4. Indien het terugnamepunt zelf de batterijen voor verwerking, recycling, hergebruik of secundair gebruik wenst te verzenden, draagt het de exploitatiekosten en -verantwoordelijkheden, in het bijzonder in verband met de rapportageverplichtingen van het beheersorganisme.

Indien het terugnamepunt de batterijen door het beheersorganisme laat inzamelen, is het beheersorganisme verantwoordelijk voor de verwerking, de recycling, het hergebruik of het secundaire gebruik, alsook voor alle verantwoordelijkheden zoals de rapportageverplichtingen. § 5. De terugnamepunten verstrekken het beheersorganisme overeenkomstig artikel 30 de informatie over de totale hoeveelheid teruggenomen HEV-batterijen, uitgedrukt in kilogram, aantallen en chemische samenstelling. § 6. De inzameling van HEV-batterijen bij de terugnamepunten gebeurt door en voor rekening van het beheersorganisme, of door derden die het aanwijst. De HEV-batterijen moeten maximaal na 45 dagen bij de terugnamepunten en bij erkende centra die een contract met het beheersorganisme hebben afgesloten worden opgehaald. Mits een specifieke overeenkomst tussen het beheersorganisme en het terugnamepunt kan deze termijn worden aangepast.

Voor het transport van defecte of beschadigde batterijen worden de specifieke aanvullende modaliteiten van de reglementering toegepast.

De inzameltermijn voor deze defecte of beschadigde HEV-batterijen bij de terugnamepunten en bij de erkende centra die een contract bij de terugnamepunten bij erkende centrale die een contract met het beheersorganisme hebben afgesloten is maximaal 5 dagen. Mits een overeenkomst tussen het beheersorganisme en het terugnamepunt kan van deze bepaling worden afgezien (dreigend gevaar).

Het transport van de opgehaalde HEV-batterijen moet voldoen aan de transportvoorschriften, in het bijzonder de ADR-wetgeving voor het transport van gevaarlijk afval. § 7. Het beheersorganisme organiseert op optimale wijze de selectieve inzameling, verwerking en recycling van de afgedankte HEV-batterijen die worden teruggenomen bij roducenten en terugnamepunten in het Brussels Gewest, door specifieke overeenkomsten over met name de hoeveelheid, de plaats en de aard van de in te zamelen batterijen.

Hybride systeem

Art. 21.§ 1. Het administratieve gedeelte wordt verzorgd door het beheersorganisme, met inbegrip van de planning, controle, communicatie, bewustmaking en rapportage op basis van de gegevens die worden verstrekt door de door de producenten aangewezen terugnamepunten en door de verwerkingsbedrijven.

Het operationele gedeelte wordt verzorgd door de betrokken producent, met inbegrip van de aanwijzing van operatoren voor de terugname, de groepering, de centralisatie, het vervoer naar verwerkingscentra of de taken gekoppeld aan hergebruik of secundair gebruik, evenals de verzameling van informatie over het recyclingrendement van het gebruikte proces. § 2. De afgedankte batterijen moeten worden gerecycled door bedrijven die in staat zijn de doelstellingen te halen die zijn vastgelegd in de Europese Richtlijn 2006/66/EG inzake batterijen en accu's en hun afval.

Een lijst van door het Brussels Gewest goedgekeurde verwerkings- en recyclingbedrijven die de recyclingdoelstellingen kunnen halen, is beschikbaar bij Leefmilieu Brussel.

Indien een verwerkings- of recyclingbedrijf wordt gebruikt dat niet op de lijst staat of anderszins niet is toegestaan, draagt de producent de verantwoordelijkheid, in het bijzonder indien de recyclingpercentages die in Richtlijn 2006/66/EG inzake batterijen en accu's, alsook afgedankte batterijen en accu's zijn vastgesteld, niet worden gehaald.

Producenten die afgedankte HEV-batterijen hebben ingezameld of ontvangen, geven de informatie over de inzameling, verwerking en recycling door aan het beheersorganisme, zodat dit zijn rapportagetaken ten aanzien van Leefmilieu Brussel kan uitvoeren. Deze bepaling is niet van toepassing wanneer de door de producenten gebruikte recyclers de informatie rechtstreeks naar Leefmilieu Brussel sturen.

In afwijking van de bepalingen in deze paragraaf dienen afgedankte HEV-batterijen die onderworpen zijn aan kennisgeving overeenkomstig Europese Verordening 1013/2006 te voldoen aan de goedkeuringsprocedure en de verklaringen van nuttige toepassing zoals opgenomen in deze Verordening. § 3. De producenten wijzen de terugnamepunten voor HEV-batterijen aan.

Overeenkomstig artikel 12.2, zijn de mogelijke terugnamepunten: - officiële autodistributeurs van HEV-voertuigen van het merk van de fabrikant; - distributeurs van HEV-batterijen van alle merken, met of zonder HE-voertuig; - garages voor reparatie en onderhoud, carrosseriebedrijven, eindverkopers; - erkende centra die voldoen aan de voorwaarden van de norm van FEBELAUTO en specifiek aangewezen zijn door de producenten. § 4. De terugnamepunten nemen de door de laatste houder overhandigde HEV-batterijen kosteloos terug volgens de voorwaarden van artikel 12.3.

De HEV-batterijen kunnen afkomstig zijn van: - HE-voertuigen die door de producent op de markt worden gebracht na: o het onderhoud van deze HE-voertuigen of de vervanging van de batterij, al dan niet onder garantie; o een ongeval; o een totaal verlies; o het depollueren van het HE-voertuig in een erkend centrum; - de afzonderlijke verkoop van HEV-batterijen door de producent. § 5. Indien het terugnamepunt met toestemming van de producent de HEV-batterij zelf voor verwerking, recycling, hergebruik of secundair gebruik wil verzenden, draagt het terugnamepunt zelf de kosten en neemt het de bijbehorende verantwoordelijkheden, zoals de rapportageverplichtingen, op zich.

Indien het terugnamepunt de batterij door de producent laat inzamelen, is de producent verantwoordelijk voor de verwerking, de recycling, het hergebruik of het secundaire gebruik, alsook voor alle bijbehorende verantwoordelijkheden zoals de rapportageverplichtingen. § 6. De terugnamepunten verstrekken de producent overeenkomstig artikel 30 informatie over de totale hoeveelheid opgehaalde HEV-batterijen, uitgedrukt in kilogram, aantal en chemische samenstelling. De producent verstrekt deze informatie overeenkomstig artikel 29 aan het beheersorganisme. § 7. De inzameling van HEV-batterijen bij de terugnamepunten gebeurt voor rekening van de producent en wordt uitgevoerd door de producent of door hem aangewezen derden. De HEV-batterijen moeten maximaal na 45 dagen bij de terugnamepunten en bij erkende centra die een contract met het beheersorganisme hebben afgesloten worden opgehaald. Mits een specifieke overeenkomst tussen her organisme en het terugnamepunt kan deze periode worden aangepast.

Het transport van opgehaalde HEV-batterijen gebeurt volgens de voorschriften voor transport en gevaarlijk afval (ADR). Voor het transport van defecte of beschadigde batterijen worden de specifieke aanvullende modaliteiten van de reglementering toegepast. De inzameltermijn voor defecte of beschadigde HEV-batterijen bij het terugnamepunt en bij erkende centra die een contract met het beheersorganisme hebben afgesloten is maximaal 5 dagen. In overleg tussen het terugnamepunt en de producent kan deze termijn worden aangepast.

TITEL 7. - Taken en verantwoordelijkheden Taken van de producenten

Art. 22.De producenten verzekeren: - de organisatie van de terugname, inzameling, centralisatie/groepering en verwerking van HEV-batterijen; - de terugname van alle HEV-batterijen of hun componenten die in het Brussels Gewest op de markt werden gebracht en overeenkomstig de artikelen 20 en 21 werden overgedragen aan een terugnamepunt in een collectief of hybride systeem, mits de voorwaarden van artikel 12 worden nageleefd; - de verwerking van teruggenomen afgedankte HEV-batterijen of hun onderdelen, in overeenstemming met de bepalingen van titel 5; - de rapportage volgens het Besluit betreffende het beheer van afvalstoffen en zoals beschreven in titel 9, artikel 29. elke producent stelt de gegevens met het oog op de rapportage uiterlijk op 15 februari van elk jaar ter beschikking van het beheersorganisme; - het nemen van preventieve maatregelen en de jaarlijkse verstrekking van de relevante informatie aan het beheersorganisme, rekening houdend met de bepalingen van titel 2; - het verstrekken van de nodige informatie over de door hen aangewezen terugnamepunten en de distributeurs in het algemeen, met betrekking tot de terugnameplicht voor HEV-batterijen; - de informatie van de terugnamepunten en van alle erkende centra, in voorkomend geval door het beheersorganisme, over efficiënte methoden om batterijen uit HE-voertuigen te verwijderen met inachtneming van de veiligheidsvoorschriften; - de voorlichting en bewustmaking/communicatie naar de consument over de terugnamepunten en de terugnamevoorwaarden, hetzij zelf, hetzij via het beheersorganisme; - de financiering van alle taken die voortvloeien uit de terugnameplicht in het gekozen systeem, zoals bedoeld in titel 8.

Indien een producent t?dens de duur van deze milieuovereenkomst van systeem zou veranderen, stelt h? Leefmilieu Brussel en het beheersorganisme daarvan ten minste zes maanden vooraf in kennis.

Taken van het beheersorganisme

Art. 23.Het beheersorganisme zal alle beheerstaken op zich nemen die nodig zijn voor de uitvoering van de huidige milieuovereenkomst, onder meer: - de uitvoering van het beheersplan, het financiële plan, het preventieplan en de bewustmakings/communicatiemaatregelen; - het beheer van het controlesysteem voor de HEV-batterijen. Dit systeem registreert alle gegevens die nodig zijn om aan de terugnameplicht en de rapportage te voldoen; - de terbeschikkingstelling van een informaticamodule voor de rapportage van de HEV-batterijen ten behoeve van de erkende centra voor HE-voertuigen, de producenten van HE-voertuigen, de terugnamepunten die rechtstreeks aan het beheersorganisme rapporteren; - de rapportage aan Leefmilieu Brussel in overeenstemming met het Besluit beheer van afvalstoffen; - het opstellen en de publicatie van een jaarverslag met de in artikel 31 vermelde punten, dat het beheersorganisme in beknopte vorm op zijn website publiceert; - de coördinatie van het overleg met de actoren die betrokken zijn bij de inzameling van HEV-batterijen, in samenwerking met de gewesten; - de werking als contactpunt voor de terugnamepunten voor HEV-batterijen; - het verzekeren dat de doelstellingen binnen het collectieve systeem worden bereikt; - de producenten die in het hybride systeem werken, aan te moedigen om samen te werken met recyclers die door de overheid zijn erkend; - het jaarverslag van de recycler over het recyclingrendement van het proces, berekend overeenkomstig de Verordening nr. 493/2012 van de Commissie van 11 juni 2012; - samenwerking in het kader van Europese certificeringsinitiatieven voor inzamelings-, verwerkings- en recyclingactiviteiten en hun uitvoering zodra ze beschikbaar zijn; - het verlenen van toegang tot alle eventuele onlinetoepassingen aan de persoon of personen die bij Leefmilieu Brussel verantwoordelijk zijn voor de controle en het toezicht, zodat de informatie die nodig is voor de uitoefening van hun controle- en beheerstaak, kan worden aangevuld; - de aanwijzing van de terugnamepunten in het collectieve stelsel.

De laatste houder of eigenaar, evenals de producent, kunnen een beroep doen op het beheersorganisme voor de inzameling, verwerking en/of recycling van afgedankte HEV-batterijen die deel uitmaken van een ander individueel of collectief systeem. In beide gevallen moet vooraf een overeenkomst worden gesloten tussen het beheersorganisme en de partij die er een beroep op doet. Deze overeenkomst voorziet in de betaling van alle kosten in verband met de dienstverlening door het beheersorganisme. Het beheersorganisme doet voor de verwerking en de recycling een beroep op door de gewestelijke overheden erkende operatoren. In alle gevallen beschikken de gebruikte operatoren (inzameling, transport, ...) over een vergunning van de bevoegde gewestelijke overheden.

TITEL 8. - Financiering Algemeen

Art. 24.§ 1. De producenten die lid zijn van het beheersorganisme zijn verantwoordelijk voor de financiering van het beheersorganisme en voor het beheer van het HEV-systeem voor de terugname van HEV-batterijen en hun onderdelen. De producenten moeten een financieringssysteem voorzien dat het mogelijk maakt een volledig en gesloten systeem op te zetten voor de terugname, de behandeling en de rapportage van HEV-batterijen of de op de markt gebrachte stacks, modules en cellen als zodanig, met inbegrip van de financiering van de inzameling van batterijen bij terugnamepunten en erkende centra die voldoen aan de norm van FEBELAUTO en die HEV-batterijen kunnen terugnemen. De financiering voorziet ook de kosteloze terugnamegarantie voor de laatste houder van HEV-batterijen of hun onderdelen, van producenten die niet langer op de markt aanwezig zijn. § 2. Er wordt geen milieubijdrage geheven wanneer HEV-batterijen op de markt worden gebracht, om de aanschaf en het gebruik van HE-voertuigen niet te ontmoedigen en omdat er onzekerheid bestaat over de hoeveelheden die in de toekomst daadwerkelijk zullen worden ingezameld en over de verwerkingskosten. Bovendien hebben de meeste producenten op Europees of zelfs mondiaal niveau systemen voor het beheer of de terugname van batterijen georganiseerd, waarbij de producenten op basis van een diagnose beslissen of de batterij of hun onderdelen afgedankt zijn of opnieuw kunnen worden gebruikt. § 3. De producenten dekken de operationele en administratieve kosten van collectieve (of volledige) en hybride systemen.

Financieel plan

Art. 25.§ 1. Het beheersorganisme legt uiterlijk 6 maanden na de ondertekening van de milieuovereenkomst een financieel plan voor de duur van de milieuovereenkomst ter goedkeuring voor aan Leefmilieu Brussel. Dit financieringsplan voorziet onder meer de maatregelen die nodig zijn om de werking van het systeem te waarborgen. § 2. Het financiële plan moet ten minste de volgende informatie bevatten: - een begroting voor de duur van de overeenkomst, waarin een duidelijk onderscheid wordt gemaakt tussen de exploitatiekosten van het beheersorganisme, de inkomsten in verband met elke betrokken afvalcategorie (voertuigen, HEV-batterijen, enz.), de verschillende opgezette systemen (collectief en hybride) en de operationele en administratieve taken (zie punt 3 hieronder) van het beheersorganisme; - de berekening van de financiële bijdragen van de leden; - het beleid inzake voorzieningen en reserves; - de wijze van inning; - de financiering van de eventuele verliezen; - het investeringsbeleid.

Het beheersorganisme legt jaarlijks voor 1 oktober een actualisering van het financiële plan voor het volgende kalenderjaar ter goedkeuring aan Leefmilieu Brussel voor.

Leefmilieu Brussel kan bijkomende informatie vragen aan het beheersorganisme. § 3. Het financieringsplan van het beheersorganisme maakt een onderscheid tussen de operationele en de administratieve opties, afhankelijk van het type hybride of collectieve (volledige) terugnamesystemen zoals beschreven in titel 6, naar keuze van de producenten. § 4. De leden van organisaties die zich aansluiten bij het beheersorganisme in hun hoedanigheid van producent en die rechtstreeks deelnemen aan het systeem, betalen het beheersorganisme een lidmaatschapsbijdrage voor de financiering van de administratieve taken van het beheersorganisme.

Het bedrag van deze bijdragen wordt door het beheersorganisme bepaald, rekening houdend met de verwachte kosten voor het beheer van de afgedankte HEV-batterijen. Het totale bedrag van het lidmaatschapsgeld maakt deel uit van het financiële plan. Het bedrag van de bijdragen kan jaarlijks worden herzien. Het beheersorganisme beheert zijn financiële middelen met de nodige zorgvuldigheid.

Alle operationele kosten worden maandelijks aan de producenten gefactureerd. § 5. Het financieel plan dient de volgende principes na te leven: - Het beheersorganisme moet ten minste over voldoende financiële reserves beschikken om gedurende 6 maanden te werken zonder inkomsten; - De reserves mogen niet groter zijn dan 18 maanden werkingskosten voor de implementatie van deze UPV, berekend over het gemiddelde van de 3 voorgaande jaren; in geval van overschrijding van deze regel gedurende 2 opeenvolgende jaren, legt het organisme een plan voor de aanzuivering van de reserves ter goedkeuring voor aan Leefmilieu Brussel. § 6. Het beheersorganisme en Leefmilieu Brussel wijzen gezamenlijk een controleorganisme aan dat belast is met de controle van de rekeningen van het beheersorganisme en de gegevens vermeld in artikel 25, om te verzekeren dat de financiële stromen worden aangewend volgens de doelstelling van deze overeenkomst. Het onafhankelijke externe bureau rapporteert jaarlijks, door middel van een schriftelijk rapport, aan het beheersorganisme en aan Leefmilieu Brussel.

Financiering door de producenten

Art. 26.§ 1. De producenten verzekeren de financiering van een volledig en gesloten systeem voor de terugname, verwerking, recycling en rapportage van HEV-batterijen of hun onderdelen.

De producenten waarborgen de continuïteit van de werking van het beheersorganisme. § 2. De producenten financieren de terugname, eventuele centralisatie/groepering, verwerking, recycling, rapportage en communicatie van op de markt gebrachte HEV-batterijen overeenkomstig artikel 22, evenals de taken die het beheersorganisme volgens het gekozen systeem overneemt. § 3. Deze financiering garandeert dat batterijen van producenten die niet meer bestaan altijd kosteloos door de laatste houder kunnen worden ingeleverd. In dit verband worden de volgende maatregelen genomen: - de producenten die niet langer op de markt bestaan, nemen maatregelen voor de bescherming van de consument overeenkomstig de geldende regelgeving; - de producenten nemen voorzieningen om ervoor te zorgen dat de producenten die ophouden te bestaan, in een dergelijk uitzonderlijk geval de volledige verantwoordelijkheid voor het beheer van HEV-batterijen op zich kunnen nemen; - het beheersorganisme neemt een uitzonderlijke voorziening, die jaarlijks kan worden aangepast, rekening houdend met het aantal op de markt gebrachte HEV-batterijen en een realistische inschatting van de toekomstige financieringsbehoeften na de verschijning van batterijen waarvan de producent is opgehouden te bestaan, evenals de verwachte levensduur van de HEV-batterijen en de bestaande garanties daarvoor.

Deze voorziening moet jaarlijks worden goedgekeurd door Leefmilieu Brussel. § 4. De producenten verzekeren de financiering van de verwerking en recycling van HEV-batterijen die, bij wijze van uitzondering volgens de voorwaarden van artikel 12.4 in een ander inzamelkanaal zouden komen.

Financiering van het beheersorganisme

Art. 27.De financiering van het beheersorganisme voor de uitvoering van de in artikel 23 bedoelde taken wordt gedragen door de producenten overeenkomstig artikel 25.

De producenten waarborgen de continuïteit van de werking van het beheersorganisme.

TITEL 9. - Rapportage Algemeen

Art. 28.§ 1. Conform het Besluit betreffende het beheer van afvalstoffen machtigen de producenten het beheersorganisme om hun meldingsplicht voor HEV-batterijen na te komen. § 2. De producenten bezorgen Leefmilieu Brussel via de databank van het beheersorganisme informatie over de totale hoeveelheid HEV-batterijen die in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest op de markt wordt gebracht, uitgedrukt in kilogram, aantal en chemische samenstelling. § 3. Het beheersorganisme dient te beschikken over een registratiesysteem voor producenten die HEV-batterijen op de markt brengen. Dit registratiesysteem moet Leefmilieu Brussel in staat stellen om correct te rapporteren aan de Europese Commissie, ter uitvoering van Richtlijn 2006/66/EG inzake batterijen en accu's. Het beheersorganisme stelt middelen voor de rapportage aan het beheersorganisme ter beschikking van de erkende centra, de producenten van HE-voertuigen en de terugnamepunten. Het beheersorganisme verstrekt de resultaten van de verwezenlijking van de doelstellingen op basis van een controlesysteem. § 4. Alle voor rapportage ingediende elementen, zoals hieronder uiteengezet, maken deel uit van het jaarverslag. Deze elementen worden samen ingediend bij Leefmilieu Brussel, met inbegrip van de elementen die betrekking hebben op de verwerking. § 5. De rapportage moet de volgende regels naleven: - De statistieken die in het kader van de terugnameplicht aan Leefmilieu Brussel worden verstrekt, worden gecertificeerd door een onafhankelijk controleorganisme; - De statistieken die de verwerkingscentra aan het beheersorganisme of de producent leveren in het kader van de terugnameplicht, worden ten minste één keer om de drie jaar gecertificeerd door een onafhankelijk controleorganisme, aangesteld door het beheersorganisme; - De statistieken die de producenten en de terugnamepunten aan het beheersorganisme verstrekken in het kader van de terugnameplicht, worden door het beheersorganisme gecontroleerd; het beheersorganisme controleert ten minste eenmaal om de drie jaar alle aangesloten producenten en brengt jaarlijks verslag uit aan Leefmilieu Brussel over de actie en haar resultaten.

Rapportage door de producent

Art. 29.De producent deelt het beheersorganisme vóór 15 februari van elk jaar de volgende gegevens over het voorgaande jaar mee: - de totale hoeveelheid HEV-batterijen die in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest op de markt werd gebracht, uitgedrukt in kg, aantal en chemische samenstelling; - de totale hoeveelheid HEV-batterijen, uitgedrukt in kg, aantal en chemische samenstelling, die door de terugnamepunten werden teruggenomen; - de inrichtingen waar de HEV-batterijen werden verwerkt, hun massa in kg en de verwerkingsmethode; - de totale hoeveelheid herbruikbare HEV-batterijen, uitgedrukt in kg; - de totale hoeveelheid HEV-batterijen, uitgedrukt in kg, die voor secundair gebruik werden bestemd; - de mate waarin de verwerkte HEV-batterijen werden gerecycled; - het recyclingrendement van de recylingprocessen, berekend overeenkomstig de Verordening nr. 493/2012 van de Commissie.

Rapportage door het terugnamepunt

Art. 30.Het terugnamepunt deelt de producent of het beheersorganisme, naargelang het gekozen systeem, uiterlijk op 31 januari van elk jaar de volgende gegevens over het voorgaande jaar mee: - de totale hoeveelheid HEV-batterijen, uitgedrukt in kg, aantal en chemische samenstelling, die door het terugnamepunt werden teruggenomen; - de totale hoeveelheid teruggenomen HEV-batterijen, uitgedrukt in kg, aantal en chemische samenstelling, die voor diagnose werden verzonden; - de totale hoeveelheid teruggenomen HEV-batterijen, uitgedrukt in kg en in chemische samenstelling, die voor verwerking en/of recycling werden verzonden, hun bestemmingen en de prestaties van het recyclingproces; - de totale hoeveelheid teruggenomen HEV-batterijen, uitgedrukt in kg en in chemische samenstelling, die voor hergebruik werden bestemd; - de totale hoeveelheid teruggenomen HEV-batterijen, uitgedrukt in kg en in chemische samenstelling, die voor secundair gebruik werden bestemd.

Rapportage door het beheersorganisme

Art. 31.§ 1. Het beheersorganisme rapporteert jaarlijks op 1 april: - De resultaten en hun uitleg; - De preventie- en bewustmakingsmaatregelen; - De terugname-, verwerkings- en recyclingmethoden, met inbegrip van de lijst van terugnamepunten; - De rapporten over verwerking en recycling; - Het financiële beheer. § 2. Het beheersorganisme rapporteert uiterlijk op 1 april van elk jaar de volgende gegevens over het voorgaande jaar: - de totale hoeveelheid HEV-batterijen die in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest op de markt werden gebracht, uitgedrukt in kg, aantal en chemische samenstelling, en per hybride of collectief (of compleet) systeem; - de totale hoeveelheid HEV-batterijen, uitgedrukt in kg, in aantal en in chemische samenstelling, en per hybride of collectief (of compleet) systeem, die door de terugnamepunten in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest werden teruggenomen of ingezameld; - de inrichtingen waar de HEV-batterijen werden verwerkt, hun massa in kg en de verwerkingsmethode; - de totale hoeveelheid hergebruikte HEV-batterijen, uitgedrukt in kg en in chemische samenstelling; - de totale hoeveelheid HEV-batterijen, uitgedrukt in kg en naar chemische samenstelling, die voor secundair gebruik werden bestemd; - de mate waarin HEV-batterijen werden gerecycled; - het recyclingrendement van de recyclingprocessen berekend overeenkomstig de Verordening nr. 493/2012 van de Commissie. § 3. Het beheersorganisme verstrekt de resultaten van de verwezenlijking van de doelstellingen op basis van een controlesysteem. Het beheersorganisme kan voor het beheer van de systeemgegevens een eigen platform ontwikkelen of eventueel gebruik maken van bestaande platformen. Dit systeem wordt, na implementatie en eventuele aanpassing, gevalideerd door Leefmilieu Brussel.

TITEL 10. - Follow-up van het beheer van de stroom Raad van bestuur

Art. 32.Leefmilieu Brussel, of een door haar aangestelde persoon, zal namens het Gewest de rol van waarnemer vervullen in de Raad van Bestuur en de Algemene Vergadering van het beheersorganisme. Hiertoe ontvangt Leefmilieu Brussel de uitnodigingen en verslagen tijdig en ten minste 5 werkdagen vóór de datum van de Raad van Bestuur of de Algemene Vergadering.

Beheersplan

Art. 33.§ 1. Het beheersorganisme legt uiterlijk 6 maanden na de ondertekening van de milieuovereenkomst een beheersplan voor de duur van de milieuovereenkomst ter goedkeuring voor aan Leefmilieu Brussel.

Het geeft hierin aan hoe het de bepalingen van de overeenkomst zal uitvoeren. Het beheersorganisme legt jaarlijks voor 1 oktober een actualisering voor het volgende kalenderjaar ter goedkeuring voor. § 2. Het beheersplan is als volgt samengesteld: - Procedures ter uitvoering van artikel 2.2.9 van het Besluit betreffende het beheer van afvalstoffen; - Het preventieplan zoals gedefinieerd in artikel 8; - Het communicatieplan zoals gedefinieerd in artikel 11; - Het financiële plan zoals gedefinieerd in artikel 25; - De te volgen punten vermeld in bijlage I bij deze overeenkomst.

De structuur van het beheersplan en van de tussentijdse en eindevaluatie wordt uitgewerkt door Leefmilieu Brussel in het eerste jaar van inwerkingtreding van de overeenkomst. § 3. Het beheersplan wordt besproken met Leefmilieu Brussel en/of een door Leefmilieu Brussel aangestelde technische expert, van zodra het is opgesteld, tegelijk met de inwerkingtreding van de overeenkomst, of uiterlijk 6 maanden na de inwerkingtreding van de overeenkomst, en in het midden van de overeenkomst voor een tussentijdse evaluatie, en op het einde van de overeenkomst voor een eindevaluatie. § 4. Op basis van het initiële beheersplan, de tussentijdse en de eindevaluatie door het beheersorganisme kan Leefmilieu Brussel een bijkomende technische evaluatie uitvoeren, met name van de elementen van het beheersplan vermeld in § 2 en van de tussentijdse en eindevaluatie van dit beheersplan. Deze technische evaluatie wordt gefinancierd door Leefmilieu Brussel. § 5. Deze technische evaluatie heeft tot doel de correcte implementatie van de bepalingen van deze overeenkomst door het beheersorganisme te evalueren. Ze heeft eveneens tot doel de positieve resultaten van het beheer van de afvalstromen door het beheersorganisme te benadrukken, maar ook verbeteringen van het beheer voor te stellen als wordt vastgesteld dat er meer performante methoden kunnen worden gebruikt. Deze performantieverbeteringen zullen door het beheersorganisme en het Gewest worden besproken. Het beheersorganisme is verantwoordelijk voor de implementatie van deze verbeteringen. § 6. De technische expert vertegenwoordigt geen belangenconflict ten opzichte van het beheersorganisme en is onderworpen aan een vertrouwelijkheidsovereenkomst. De rol van technisch expert vervangt in geen geval de rol van Leefmilieu Brussel.

Begeleidingscomité

Art. 34.Er wordt een Begeleidingscomité opgericht.

Dit Comité bestaat ten minste uit: - een vertegenwoordiger van de Minister van Leefmilieu; - een vertegenwoordiger van Leefmilieu Brussel; - een vertegenwoordiger van het beheersorganisme. elke vertegenwoordiger kan zich laten vervangen door een vervanger.

Afhankelijk van de agenda kunnen af en toe experten worden uitgenodigd.

Het Begeleidingscomité vergadert bij voorkeur twee keer per jaar.

Omstreeks maart-juni voor de presentatie van het jaarverslag en omstreeks oktober voor de presentatie van het preventie- en beheersplan. Alle andere vergaderingen vinden plaats op aanvraag van de vertegenwoordigers van het Begeleidingscomité.

Ten minste de volgende onderwerpen worden aan het Begeleidingscomité voorgelegd: - Het meerjarig preventie- en beheersplan en zijn evaluaties; - De jaarlijkse actualisering van het preventie- en beheersplan; - Het financiële plan; - De jaarlijkse actualisering van het financieel plan; - De elementen waaruit de bijdragen van de leden bestaan; - Het strategische communicatieplan; - Het jaarverslag en de verwerkingsrapporten.

Het beheersorganisme kan alle elementen die in het kader van deze milieuovereenkomst voor goedkeuring of advies aan Leefmilieu Brussel worden voorgelegd aan het Begeleidingscomité voorstellen.

Discussieforum

Art. 35.§ 1. Leefmilieu Brussel en het beheersorganisme organiseren gedurende de 6 jaar van de overeenkomst drie keer een Discussieforum waarin de vertegenwoordigers van de bij deze overeenkomst betrokken actoren zetelen, meer bepaald vertegenwoordigers van de consumenten (gezinnen en professionals, evenals in voorkomend geval kmo's en zko's); de milieuverenigingen; de actoren van de afvalinzameling en -verwerking, inclusief de erkende centra; de rechtspersonen van publiek recht; het beheersorganisme; Leefmilieu Brussel. § 2. Het Discussieforum is een raadgevend orgaan waarin de aanwezige vertegenwoordigers adviezen kunnen formuleren over de presentatie van de documenten en over alle op de vergadering besproken onderwerpen, en ten minste over de elementen van het in artikel 33 vermelde beheersplan, zijn tussentijdse en eindevaluatie en het jaarverslag vermeld in artikel 31.

De adviezen worden opgesteld in de maand waarin de vergadering van het Discussieforum heeft plaatsgevonden. Als de goedkeuring van Leefmilieu Brussel is vereist, worden de eventueel door de aanwezige vertegenwoordigers geformuleerde adviezen bij de goedkeuringsaanvraag gevoegd. § 3. Van elke vergadering worden notulen opgemaakt die aan alle aanwezigen worden bezorgd. § 4. De implementatiemodaliteiten en de samenstelling van het Discussieforum worden in overleg door Leefmilieu Brussel en het beheersorganisme bepaald. § 5. Het doel van het Discussieforum is constructieve oplossingen aan te brengen voor de in de vergadering besproken onderwerpen.

TITEL 11. Verbintenissen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest Overleg en beheer

Art. 36.§ 1. Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest werkt, in overleg met de andere gewesten, aan een geharmoniseerde regelgeving voor heel België met betrekking tot de terugnameplicht voor HEV-batterijen. § 2. Leefmilieu Brussel zal er namens het Brussels Hoofdstedelijk Gewest over waken dat de Brusselse wetgeving betreffende het beheer van afvalstoffen strikt wordt toegepast en overtredingen worden geverbaliseerd. § 3. Indien het Brussels Hoofdstedelijk Gewest de Brusselse wetgeving betreffende HEV-batterijen wil aanpassen, verbindt het zich ertoe vooraf overleg te plegen met de sector. § 4. Waar nodig worden de uit deze overeenkomst voortvloeiende verplichtingen aangepast aan eventuele wijzigingen van de bepalingen van de Richtlijn 2000/53/EU betreffende autowrakken, de Richtlijn 2006/66/EG inzake batterijen en accu's en de Verordening (EU) nr. 493/2012 van de Commissie van 11 juni 2012 houdende nadere bepalingen voor de berekening van de recyclingrendementen van de recyclingprocesssen van afgedankte batterijen en accu's. § 5. Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest verbindt zich ertoe, na overleg met het beheersorganisme, initiatieven te nemen die bijdragen tot het bereiken van de doelstellingen van deze overeenkomst, onder andere door: - Op zijn niveau de nodige aanvullende reglementaire schikkingen te treffen; - De nodige aandacht te besteden aan de correcte afvoer van afvalstoffen; - Een voorbeeldrol te spelen bij de gunning van overheidsopdrachten voor diensten en werken en de aankoop van producten via een duurzaam en ethisch aankoopbeleid; § 6. Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest houdt toezicht op de uitvoering van de milieuovereenkomst.

TITEL 12. - Slotbepalingen Geschillencommissie

Art. 37.§ 1. In geval van een geschil over de uitvoering van de milieuovereenkomst zal een geschillencommissie samengesteld worden.

Deze commissie wordt samengesteld afhankelijk van de aard van het geschil. Ze bestaat altijd uit twee vertegenwoordigers van het beheersorganisme en twee vertegenwoordigers van het Gewest.

De voorzitter wordt gekozen uit de vertegenwoordigers van het Gewest met de consensus van de vier vertegenwoordigers. § 2. De beslissingen van de geschillencommissie worden bij consensus genomen. Indien geen consensus kan worden bereikt, brengt de geschillencommissie verslag uit bij de Regering van het Gewest. § 3. In geval van een conflict en in afwachting van bemiddeling, zet het beheersorganisme zijn activiteiten voort op de wijze van vóór het geschil.

Duur en einde van de overeenkomst

Art. 38.§ 1. De milieuovereenkomst wordt afgesloten voor een initiële duur van 6 jaar en treedt in werking op de tiende dag na de publicatie in het Belgisch Staatsblad, in overeenstemming met de Ordonnantie van 29 april 2004 betreffende de milieuovereenkomsten. § 2. De eindevaluatie van het beheersplan door het beheersorganisme, een jaar voor de einddatum van de overeenkomst, dient als basis voor de onderhandelingen over de hernieuwing van deze overeenkomst. § 3. Op de einddatum van de overeenkomst worden alle wijzigingen die aan het wettelijk kader werden aangebracht sinds de aanvang van deze overeenkomst geacht verworven te zijn door het algemeen belang en zijn ze van rechtswege van toepassing op de partijen vanaf hun inwerkingtreding.

Wijzigingen

Art. 39.§ 1. De bepalingen van deze milieuovereenkomst zullen worden aangepast aan een eventuele wijziging van de Europese wetgeving ter zake of aan elke andere verplichting die voortvloeit uit het internationaal recht. § 2. Deze overeenkomst kan ook worden gewijzigd overeenkomstig artikel 10 van de Ordonnantie betreffende de milieuovereenkomsten.

Opzegging

Art. 40.Deze overeenkomst kan worden opgezegd mits inachtneming van een opzeggingstermijn van zes maanden. De kennisgeving van de opzeg gebeurt, op straffe van nietigheid, bij een ter post aangetekende brief aan de ondertekenaars van de overeenkomst. De opzeggingstermijn begint te lopen vanaf de eerste dag van de maand volgend op de kennisgeving.

Toetreding

Art. 41.Het beheersorganisme mag de toetreding van geen enkele onderneming weigeren waarop de terugnameplicht, vermeld in deze milieuovereenkomst, van toepassing is. Het beheersorganisme kan van deze verplichting afwijken als er ernstige redenen zijn en na goedkeuring door Leefmilieu Brussel.

Bevoegdheidsclausule

Art. 42.Elk geschil dat uit deze overeenkomst ontstaat of ermee verband houdt en waarvoor geen oplossing kan worden gevonden in de geschillencommissie vermeld in artikel 37 van deze overeenkomst, wordt voorgelegd aan de rechtbanken van het gerechtelijk arrondissement Brussel.

Boete- en administratieve clausules

Art. 43.De bepalingen voorzien door het Wetboek van inspectie, preventie, vaststelling en bestraffing van milieumisdrijven, en milieuaansprakelijkheid van 25 maart 1999 zijn van toepassing op deze milieuovereenkomst, inclusief de sancties in geval van niet naleving van de door deze overeenkomst opgelegde verplichtingen.

Slotbepaling

Art. 44.De overeenkomst is afgesloten te Brussel, op ... en ondertekend door de vertegenwoordigers van alle partijen. Elke partij erkent een exemplaar van de overeenkomst te hebben ontvangen.

Voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest : De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, De Minister van Leefmilieu van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, vertegenwoordigd door de heer R. VERVOORT, Minister-President, en mevrouw C. FREMAULT, Minister van Leefmilieu, Energie en Waterbeleid, De Staatssecretaris belast met Openbare Netheid, vertegenwoordigd door F. LAANAN Voor de Organisaties, Bijlage(n) Bijlage 1: Inhoud van het evaluatiesysteem.

Het evaluatiesysteem heeft onder meer betrekking op de volgende elementen: De technische evaluatie heeft onder meer betrekking op de volgende elementen: 1. Milieu-impact: - Continue verbetering van het systeem (innovatie, regelmatige update ...); - Onderzoek naar en gebruik van de best mogelijke technologieën voor afvalbeheer (inzameling, vervoer, hergebruik, innovatieve recyclingprocessen ...), bijvoorbeeld door middel van studies; - Duurzaam communicatiebeleid ten opzichte van de doelgroep(en) (bijvoorbeeld: gebruik van goodies beperken ...); - Milieucriteria in de bestekken: een beroep doen op operatoren die een duurzaam beleid voeren (vermindering CO2-uitstoot, duurzaam wagenpark ...), afstand (vermindering CO2-uitstoot) ...; - Proactiviteit in het zoeken naar potentiële afzetmarkten. 2. Statistieken (en methodologie): - Berekeningsmethode voor de opgehaalde hoeveelheden ten opzichte van de op de markt gebrachte hoeveelheden en de regionale verdeling; - Voldoende terugnamepunten in het Brussels Gewest; - Bereiken van het verwerkingspercentage; - Conformiteit van het recyclingrendement van de verwerker met alle van toepassing zijnde Europese regelgeving; - Berekeningsmethode voor de verwerkte percentages en hoeveelheden per type afval (zie Europese Verordening); - Overeenstemming tussen de cijfers inzake op de markt gebrachte, opgehaalde, opgeslagen hoeveelheden en de hoeveelheden die naar de verwerking worden gestuurd (zorgt voor opvolging vanaf het op de markt brengen, via de inzameling en uiteindelijk de verwerking en wat eruit voortkomt). (link met het zoeken naar potentiële bronnen). 3. Aanvulling bij het financieel plan: - Toewijzing van de uitgaven en inkomsten per type/categorie die het mogelijk maakt de verschillende financieringsbronnen voor het gehele budget te identificeren, zonder kruisfinanciering; - Berekeningsmethode voor de bijdragen van de leden, naleving van het principe van de reële en volledige kostprijs, identificatie van de verschillende types/categorieën afval (geen kruisfinanciering).

^