Etaamb.openjustice.be
Document van 04 mei 2006
gepubliceerd op 29 augustus 2006

Besluit van de regering betreffende de raad van beroep voor de autonome hogeschool in de Duitstalige Gemeenschap

bron
ministerie van de duitstalige gemeenschap
numac
2006033068
pub.
29/08/2006
prom.
04/05/2006
ELI
eli/besluit/2006/05/04/2006033068/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

4 MEI 2005. - Besluit van de regering betreffende de raad van beroep voor de autonome hogeschool in de Duitstalige Gemeenschap


De Regering van de Duitstalige Gemeenschap, Gelet op het decreet van 27 juni 2005 houdende oprichting van een autonome hogeschool, inzonderheid op de artikelen 5.61, 5.62, 5.63 en 5.68;

Gelet op het protocol nr. 4/2006 van 7 april 2006 van het Sectorcomité XIX van de Duitstalige Gemeenschap;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 20 februari 2006;

Gelet op het akkoord van de Minister-President, bevoegd inzake Begroting, gegeven op 21 februari 2006;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat de dringende noodzakelijkheid door het feit wordt gerechtvaardigd dat de installatie van een goed functionerende raad van beroep geen uitstel lijdt en in het belang van de personeelsleden is;

Op de voordracht van de Minister bevoegd inzake Onderwijs;

Na beraadslaging, Besluit : Aantal werkende en plaatsvervangende leden

Artikel 1.Het aantal werkende en plaatsvervangende leden van de raad van beroep vermeld in artikel 5.62, § 1, 1°, wordt voor elke categorie op 3 vastgelegd.

Duur van de mandaten

Art. 2.§ 1. Het mandaat van de voorzitter, van de plaatsvervangende voorzitters en van de werkende en plaatsvervangende leden duurt 5 jaar. Het is hernieuwbaar. § 2. Het mandaat van de voorzitter, van de plaatsvervangende voorzitters en van de werkende en plaatsvervangende leden neemt voortijdig een einde in geval van : 1° ontslagneming, 2° overlijden. Het mandaat van een werkend of plaatsvervangend lid neemt ook een einde wanneer de inrichtende machten of de vakorganisaties die ditzelfde lid hebben voorgesteld om vervanging vragen.

Het plaatsvervangend lid beëindigt het mandaat. Er wordt een nieuw plaatsvervangend lid benoemd.

Verdeling van de mandaten die aan de vakorganisaties toekomen

Art. 3.De verdeling van de mandaten die aan de vakorganisaties toekomen, gebeurt in overeenstemming tussen deze organisaties.

Bij gebrek aan overeenstemming beslist de Regering, waarbij elke organisatie ten minste één mandaat toegekend wordt.

Secretaris en adjunct-secretaris

Art. 4.De Regering wijst de secretaris en de adjunct-secretaris aan onder de ambtenaren van het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap.

Vergoedingen

Art. 5.De voorzitter of plaatsvervangende voorzitter alsmede alle leden van de raad verkrijgen, per zitting, een reiskostenvergoeding, toegekend overeenkomstig artikel 2 van het besluit van de Regering van 12 juli 2001 tot harmonisatie van het presentiegeld en van de reisvergoedingen in instellingen en raden van beheer van de Duitstalige Gemeenschap.

De voorzitter en de plaatsvervangende voorzitter verkrijgen per zitting een presentiegeld van 37 euro .

Huishoudelijk reglement

Art. 6.Binnen 30 dagen na de eerste benoeming van zijn leden maakt de raad een huishoudelijk reglement op dat hij ter goedkeuring aan de Regering voorlegt.

Uitvoering

Art. 7.De Minister bevoegd inzake Onderwijs is belast met de uitvoering van dit besluit.

Inwerkingtreding

Art. 8.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het wordt aangenomen.

Eupen, 4 mei 2006.

Voor de Regering van de Duitstalige Gemeenschap : De Minister-President, Minister van Lokale Besturen, K.-H. LAMBERTZ De Minister van Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek, O. PAASCH

^