4 JUNI 2009. - Besluit van de Regering houdende oprichting van een begeleidingscomité voor de Europese Territoriale Samenwerking in het kader van de Interreg-IV-A-programma's Euregio Maas-Rijn en de « Grossregion 2007-2013 »

De Regering van de Duitstalige Gemeenschap, Gelet op de artikelen 158 - 162 van het Verdrag van 25 maart 1957 tot oprichting van de Europese Gemeenschap in zijn op 2 oktober 1997 geconsolideerde versie, bevestigd door de wet van 10 augustus 1998;

Gelet op de verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juni 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1260/1999;

Gelet op de verordening (EG) nr. 1828/2006 1828/2006 van de Commissie van 8 december 2006 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds, en van Verordening (EG) nr. 1080/2006 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling;

Gelet op het operationele programma van de Euregio Maas-Rijn 2007-2013 dat door de regering op 6 maart 2007 is goedgekeurd, en gelet op de overeenkomst ter uitvoering van het operationele programma INTERREG IV-A äEuropese territoriale samenwerking" van de Euregio Maas-Rijn dat door de regering op 20 maart 2007 is goedgekeurd;

Gelet op het operationele programma voor grensoverschrijdende samenwerking "Grossregion" - Europese territoriale samenwerking 2007-2013, goedgekeurd door de regering van de Duitstalige Gemeenschap op 22 februari 2007, en gelet op de partnershipsovereenkomst over de uitvoering, de administratie en de begeleiding en de controle van de uitgaven, goedgekeurd door de regering op 8 november 2007;

Gelet op de gecoördineerde wetten op de Raad van State van 12 januari 1973, in het bijzonder artikel 3 § 1, vervangen door de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd door de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de hoogdringendheid;

Overwegende dat de hoogdringendheid gemotiveerd wordt door het feit dat de periode van het programma INTERREG III op 30 juni 2009 afgesloten wordt en dat de continuïteit van de begeleiding en van de doorvoering van de hogervermelde programma's gegarandeerd moet worden;

Gelet op de beslissing van het INTERREG-begeleidingscomité van de Euregio Maas-Rijn van 6 maart 2009 tot wijziging van de procedure voor een aanvraag en voor een advies voor INTERREG-projecten;

Overwegende dat de doelstellingen van het Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) conform artikel 11, lid 1 b van de Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juni 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds moeten worden verwezenlijkt in nauwe samenwerking met de bevoegde regionale, lokale, stedelijke en andere bevoegde instanties, de economische en sociale partners en andere diensten die in dit verband relevant zijn, namelijk het maatschappelijke middenveld, de partners uit de milieusector, de niet-regeringsorganisaties en de instellingen die opkomen voor de gelijke behandeling van mannen en vrouwen;

Op voordracht van de minister die bevoegd is voor Buitenlandse betrekkingen;

Na beraadslaging, Besluit : Oprichting

Artikel 1.In de Duitstalige Gemeenschap wordt een begeleidingscomité ter ondersteuning van de Europese territoriale samenwerking in het kader van de INTERREG-IV-A-programma's van de Euregio Maas-Rijn en van de Grossregion opgericht, hierna "begeleidingscomité" genoemd.

Opdrachten

Art. 2.Het begeleidingscomité wordt belast met de begeleiding en met de uitwerking van de grensoverschrijdende samenwerking in het kader van de INTERREG-IV-A-programma's van de Euregio Maas-Rijn en van de Grossregion.

Tot zijn opdrachten behoren in het bijzonder : 1. het sensibiliseren en het informeren van mogelijke inrichtende machten van projecten;2. het beoordelen van de concepten en aanvragen voor projecten;3. het beoordelen van de algemene verwezenlijking van de grensoverschrijdende programma's, in het bijzonder qua naleving van de doelstellingen en verwezenlijking van de programma's van de partners in de Duitstalige Gemeenschap. De beoordeling van de concepten en aanvragen voor projecten die met het oog op Europese cofinanciering worden voorgelegd, gebeurt op basis van de procedures en criteria die op het vlak van de Duitstalige Gemeenschap, de Euregio Maas-Rijn en/of de Grossregion en op Europees vlak zijn vastgelegd. Ze heeft in het bijzonder betrekking met de complementariteit en de overeenstemming van de voorgelegde projecten met de doelstellingen en accenten van de operationele programma's voor grensoverschrijdende samenwerking en met andere Europese, nationale en regionale steunprogramma's en maatregelen.

Het begeleidingscomité richt zijn adviezen aan de regering van de Duitstalige Gemeenschap met het oog op de besluitvorming binnen de begeleidingscomités en stuurgroepen die bijeengeroepen worden om de INTERREG-IV-A-programma's te begeleiden.

Samenstelling

Art. 3.§ 1. Het begeleidingscomité bestaat uit volgende stemgerechtigde leden : 1. een vertegenwoordiger van elke minister van de regering van de Duistalige Gemeenschap;2. een vertegenwoordiger van elk departement van het ministerie van de Duitstalige Gemeenschap;3. een vertegenwoordiger van elke gemeente uit het Duitse taalgebied;4. twee vertegenwoordigers van de Sociaal-Economische Raad van de Duitstalige Gemeenschap en wel een vertegenwoordiger van de representatieve organisaties van de werkgevers en een vertegenwoordiger van de representatieve organisaties van de werknemers;5. een vertegenwoordiger van de VZW Wirtschaftsförderungsgesellschaft Ostbelgiens;6. een vertegenwoordiger van de dienst van de Duitstalige Gemeenschap voor personen met een handicap;7. een vertegenwoordiger van het Instituut voor opleiding en voorgezette opleiding in de middenstand en in de kleine en middelgrote ondernemingen;8. een vertegenwoordiger van het arbeidsbureau van de Duitstalige Gemeenschap;9. een vertegenwoordiger van de Raad voor volksontwikkeling en volwassenenonderwijs;10. een vertegenwoordiger van de Raad van de Duitstalige jeugd;11. een vertegenwoordiger van het verkeersbureau van de Oostkantons. § 2. Volgende adviserende leden zetelen in het begeleidingscomité : 1. de permanente vertegenwoordiger van de Duitstalige Gemeenschap bij de Stichting Euregio Maas-Rijn;2. het departement Buitenlandse betrekkingen met de INTERREG-projectmanager. Werkwijze

Art. 4.De Minister-president of zijn plaatsvervanger zit het begeleidingscomité voor en de Interreg-projectmanager leidt het secretariaat.

Het begeleidingscomité komt minstens twee keer per jaar samen en wordt door de voorzitter bijeengeroepen.

Het begeleidingscomité keurt zijn huishoudelijke reglement voor 1 maart 2010 goed en legt dit met het oog op goedkeuring voor aan de regering.

Opheffingsbepaling

Art. 5.Het besluit van de regering van 6 september 2000 houdende oprichting van een begeleidingscomité voor het communautair initiatief INTERREG III wordt opgeheven.

Inwerkingtreding

Art. 6.Voorliggend besluit treedt op 1 juli 2009 in werking.

Uitvoeringsbepaling

Art. 7.De Minister-president, Minister van Lokale besturen, wordt met de uitvoering van voorliggend besluit belast.

Eupen, 4 juni 2009.

Voor de regering van de Duitstalige Gemeenschap : De Minister-president, Minister van Lokale besturen, K.H. LAMBERTZ