gepubliceerd op 13 oktober 2008
Besluit van de Regering houdende wijziging van het besluit van 22 juni 2001 tot vaststelling van de berekeningsgrondslagen voor de subsidiëring van de personeelskosten in de sectoren « sociale aangelegenheden » en « gezondheid »
3 JUNI 2008. - Besluit van de Regering houdende wijziging van het besluit van 22 juni 2001 tot vaststelling van de berekeningsgrondslagen voor de subsidiëring van de personeelskosten in de sectoren « sociale aangelegenheden » en « gezondheid »
De Regering van de Duitstalige Gemeenschap, Gelet op het decreet van 26 juni 1986 tot regeling van de erkenning van de diensten voor gezins- en bejaardenhulp, van de toekenning van subsidies aan deze diensten en van de bijdragen van de beneficiant van de hulp, gewijzigd bij de decreten van 9 juni 1987, 21 december 1987, 1 maart 1988, 25 juni 1991, 23 oktober 2000, 7 januari 2002, 18 maart 2002 en 3 februari 2003;
Gelet op het decreet van 9 mei 1988 tot overname van sommige personeelsleden van het Nationaal Werk voor Kinderwelzijn alsmede tot regeling van het herbergen van kinderen onder de twaalf jaar, gewijzigd bij de decreten van 7 mei 1990, 21 januari 1991, 7 januari 2002, 3 februari 2003, 20 februari 2006 en 25 juni 2007;
Gelet op het decreet van 19 juni 1990 houdende oprichting van een « Dienststelle der Deutschsprachigen Gemeinschaft für Personen mit einer Behinderung » (Dienst van de Duitstalige Gemeenschap voor de Personen met een Handicap), gewijzigd bij de decreten van 29 juni 1998, 23 oktober 2000, 7 januari 2001, 18 maart 2002, 3 februari 2003, 16 december 2003, 17 mei 2004, 20 februari 2006 en 25 juni 2007;
Gelet op het decreet van 20 maart 1995 over jeugdbijstand, gewijzigd bij de decreten van 4 maart 1996, 20 mei 1997, 23 oktober 2000, 3 februari 2003, 1 maart 2004 en 25 juni 2007;
Gelet op het decreet van 1 juni 2004 betreffende de gezondheidspromotie, gewijzigd bij de decreten van 21 maart 2005 en 25 juni 2007;
Gelet op het koninklijk besluit van 20 maart 1975 betreffende de erkenning en de subsidiëring van de diensten voor geestelijke gezondheidszorg, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 2 augustus 1976, 31 maart 1977, 8 maart 1978 en 18 december 1978, bij het besluit van de Executieve van 9 mei 1990 en bij de besluiten van de Regering van 20 december 1995, 18 december 1997, 30 november 1998, 9 februari 1999, 22 juni 2001, 18 maart 2002, 28 maart 2002 en 17 december 2002;
Gelet op het koninklijk besluit van 4 augustus 1969 waarbij een weddetoelage toegekend wordt aan het paramedisch personeel van de erkende equipes voor medisch schooltoezicht, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 24 oktober 1969, 9 november 1971, 3 juli 1972 en bij het besluit van de Regering van 22 juni 2001;
Gelet op het besluit van de Regering van 21 april 1999 houdende erkenning en subsidiëring van de centra voor de coördinatie van de thuiszorg, gewijzigd bij de besluiten van 22 juni 2001 en 22 oktober 2003;
Gelet op de raamovereenkomst 2006-2009 over de niet-commerciële sector in de Duitstalige Gemeenschap, gesloten op 7 juli 2006;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 11 april 2008;
Gelet op het akkoord van de Minister-President, bevoegd inzake Begroting, gegeven op 17 april 2008;
Gelet op het advies van de Raad van beheer van de Dienst van de Duitstalige Gemeenschap voor de personen met een handicap, gegeven op 6 mei 2008;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat de dringende noodzakelijkheid gerechtvaardigd wordt door het feit dat de Regering in punt 1 van de kaderovereenkomst zich ertoe verplicht, vanaf 1 januari 2008 bijkomende middelen ten belope van 1 % der toelagen van het jaar 2007 toe te kennen voor de personeelskosten in de niet-commerciële sector en door het feit dat de sociale partners op 12 maart 2008 een eensluidend voorstel qua aanwending van deze middelen hebben voorgelegd aan de vertegenwoordigers van de Regering, zodat de omzetting onmiddellijk moet plaatsvinden, onder andere om een onnodige terugwerkende kracht te vermijden die zich tot een nog grotere termijn zou uitstrekken;
Op de voordracht van de Vice-Minister-President, Minister van Vorming en Werkgelegenheid, Sociale Aangelegenheden en Toerisme;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.In artikel 1, lid 2, van het besluit van 22 juni 2001 tot vaststelling van de berekeningsgrondslagen voor de subsidiëring van de personeelskosten in de sectoren « sociale aangelegenheden » en « gezondheid », gewijzigd bij het besluit van 10 januari 2002, wordt het woord « publiekrechtelijke » ingevoegd tussen de woorden « projecten zijn » en het woord « rechtspersonen ».
Art. 2.§ 1. In artikel 6, § 1, van hetzelfde besluit worden de woorden « deeltijdse betrekkingen » vervangen door « halftijdse betrekkingen ». § 2. Artikel 6, § 2, van hetzelfde besluit wordt aangevuld met volgende bepaling : « Bij een bevordering worden alle dienstjaren gepresteerd bij de huidige werkgever in aanmerking genomen. »
Art. 3.In artikel 7 wordt het woord « bezoldigde » ingevoegd tussen de woorden « ten minste 10 » en het woord « personen ».
Art. 4.§ 1. Het opschrift van artikel 8 « Dertiende maand » wordt vervangen door « Toegekende voordelen ». § 2. Artikel 8 van hetzelfde besluit, waarvan de bestaande tekst paragraaf 1 zal vormen, wordt aangevuld met een paragraaf 2, luidende : « § 2. Vanaf het jaar 2007 worden een vakbondspremie ten belope van 54,54 EUR per werknemer en de desbetreffende beheerslast als aanneembare uitgaven beschouwd bij de berekening van de in aanmerking te nemen personeelskosten. De subsidiëring kan onder dezelfde voorwaarden ook door middel van de stijving van het betrokken fonds gebeuren. » § 3. Artikel 8 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met een paragraaf 3, luidende : « § 3. Vanaf het jaar 2007 wordt de terugbetaling van de reiskosten der werknemers ten belope van 50 % van het sociaal abonnement als aanneembare uitgave beschouwd bij de berekening van de in aanmerking te nemen personeelskosten. » § 4. Artikel 8 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met een paragraaf 4, luidende : « § 4. Vanaf het jaar 2007 worden de kosten m.b.t. de erkenning van de 15 november als feestdag als aanneembare uitgaven beschouwd bij de berekening van de in aanmerking te nemen personeelskosten. »
Art. 5.In hetzelfde besluit wordt de bijlage I vervangen door de bijlage I gevoegd bij dit besluit.
Art. 6.§ 1. In bijlage II bij hetzelfde besluit worden de woorden « Barema nr. 8 » vervangen door de woorden « Barema nr. 7 ». § 2. In bijlage II bij hetzelfde besluit worden de woorden « Barema nr. 9 » vervangen door de woorden « Barema nr. 8 ». § 3. In bijlage II bij hetzelfde besluit worden de woorden « Barema nr. 12 » vervangen door de woorden « Barema nr. 13 ». § 4. In bijlage II bij hetzelfde besluit worden de woorden « Barema nr. 13 » vervangen door de woorden « Barema nr. 14 ».
Art. 7.In hetzelfde besluit wordt de bijlage III vervangen door de bijlage III gevoegd bij dit besluit.
Art. 8.Voorliggend besluit treedt in werking 10 dagen na de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad, met uitzondering van de artikelen 4 en 5.
Artikel 4 heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2008.
Artikel 5 heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2008.
Art. 9.De Vice-Minister-President, Minister van Vorming en Werkgelegenheid, Sociale Aangelegenheden en Toerisme, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Eupen, 3 juni 2008.
Voor de Regering van de Duitstalige Gemeenschap : De Minister-President, Minister van Lokale Besturen, K.-H. LAMBERTZ De Vice-Minister-President, Minister van Vorming en Werkgelegenheid, Sociale Aangelegenheden en Toerisme, B. GENTGES De Minister van Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek, O. PAASCH De Minister van Cultuur en Media, Monumentenzorg, Jeugd en Sport, Mevr. I. WEYKMANS Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van 22 juni 2001 tot vaststelling van de berekeningsgrondslagen voor de subsidiëring van de personeelskosten in de sectoren « sociale aangelegenheden » en « gezondheid ».
Eupen, 3 juni 2008.
Voor de Regering van de Duitstalige Gemeenschap : De Minister-President, Minister van Lokale Besturen, K.-H. LAMBERTZ De Vice-Minister-President, Minister van Vorming en Werkgelegenheid, Sociale Aangelegenheden en Toerisme, B. GENTGES De Minister van Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek, O. PAASCH De Minister van Cultuur en Media, Monumentenzorg, Jeugd en Sport, Mevr. I. WEYKMANS Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van 22 juni 2001 tot vaststelling van de berekeningsgrondslagen voor de subsidiëring van de personeelskosten in de sectoren « sociale aangelegenheden » en « gezondheid ».
Eupen, 3 juni 2008.
Voor de Regering van de Duitstalige Gemeenschap : De Minister-President, Minister van Lokale Besturen, K.-H. LAMBERTZ De Vice-Minister-President, Minister van Vorming en Werkgelegenheid, Sociale Aangelegenheden en Toerisme, B. GENTGES De Minister van Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek, O. PAASCH De Minister van Cultuur en Media, Monumentenzorg, Jeugd en Sport, Mevr. I. WEYKMANS