20 JULI 2022. - Besluit van de Regering tot uitvoering van het decreet van 22 november 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 22/11/2021 pub. 30/12/2021 numac 2021205877 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet betreffende het elektronisch toezicht in het kader van de strafuitvoering sluiten betreffende het elektronisch toezicht in het kader van de strafuitvoering

De Regering van de Duitstalige Gemeenschap, Gelet op het decreet van 22 november 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 22/11/2021 pub. 30/12/2021 numac 2021205877 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet betreffende het elektronisch toezicht in het kader van de strafuitvoering sluiten betreffende het elektronisch toezicht in het kader van de strafuitvoering, artikel 5, § 1, tweede lid, artikel 9, tweede lid, artikel 11, tweede lid, artikel 14, tweede lid, en artikel 24, gewijzigd bij het decreet van 23 mei 2022;

Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 25 februari 2022;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister-President, bevoegd voor Begroting, d.d. 3 maart 2022;

Gelet op advies 71.256/1 van de Raad van State, gegeven op 19 april 2022, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister van Sociale Aangelegenheden;

Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen

Artikel 1.Definities Naast de definities vermeld in artikel 2 van het decreet wordt voor de toepassing van dit besluit verstaan onder: 1° decreet: het decreet van 22 november 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 22/11/2021 pub. 30/12/2021 numac 2021205877 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet betreffende het elektronisch toezicht in het kader van de strafuitvoering sluiten betreffende het elektronisch toezicht in het kader van de strafuitvoering;2° dagelijkse tijdsbezetting: de periode waarin betrokkene werkt of een opleiding volgt met het oog op herinschakeling op de arbeidsmarkt;3° werkdag: elke dag die geen zaterdag, zondag of wettelijke feestdag is.

Art. 2.Bevoegde dienst De dienst die verantwoordelijk is voor de uitvoering en de opvolging van het elektronisch toezicht is het departement Justitiehuis van het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap. HOOFDSTUK 2. - Capaciteit

Art. 3.Informatie over de capaciteit De bevoegde dienst deelt de stand van zijn capaciteit ten minste één keer per maand, en telkens wanneer hij dit nodig acht, elektronisch mee aan de opdrachtgevende overheden om ze op de hoogte te houden van de context van de uitvoering van de opdrachten. HOOFDSTUK 3. - Standaardtijdschema en incidenten Afdeling 1. - Vastlegging van het standaardtijdschema

Art. 4.Standaardtijdschema § 1 - Het standaardtijdschema vermeld in artikel 11 van het decreet bestaat uit een ononderbroken periode die bezet is met de dagelijkse bezigheden, de verplaatsingen en de vrijetijdsbesteding van betrokkene.

Het aantal uren van het standaardtijdschema is afhankelijk van de dagelijkse tijdsbezetting van betrokkene.

Op dagen waarop betrokkene geen dagelijkse bezigheden heeft, wordt hem een ononderbroken periode van vier uur toegekend, van acht uur 's morgens tot twaalf uur 's morgens. Die periode is in het bijzonder bedoeld om werk te zoeken, activiteiten inzake resocialisatie te doen of het gezin te ondersteunen.

Op dagen waarop betrokkene een dagelijkse tijdsbezetting van minder dan zes uur heeft, wordt hem een ononderbroken periode van acht uur toegekend.

Op dagen waarop betrokkene een dagelijkse tijdsbezetting van zes uur of meer heeft, wordt hem een ononderbroken periode van twaalf uur toegekend.

Indien de dagelijkse bezigheden, het zoeken naar werk, de activiteiten inzake resocialisatie of het ondersteunen van het gezin zulks rechtvaardigen, kan de periode worden opgesplitst of naar de absoluut noodzakelijke tijdspanne worden verschoven. § 2 - Op zaterdagen, zondagen en wettelijke feestdagen krijgt betrokkene gedurende de eerste maand van het elektronisch toezicht een ononderbroken periode van vier uur voor vrijetijdsbesteding. Die periode wordt elke maand met twee uur verhoogd, tot een maximum van tien uur.

Indien betrokkene een dagelijkse tijdsbezetting heeft op zaterdagen, zondagen of wettelijke feestdagen, krijgt hij de periode vermeld in het eerste lid in de daaropvolgende week, buiten zijn dagelijkse tijdsbezetting. § 3 - Na het uitzitten van de helft van de vrijheidsstraf die nog moet worden ondergaan op het tijdstip van de beslissing tot toekenning van elektronisch toezicht en voor zover de opdrachtgevende overheid geen andersluidende aanwijzing geeft, wordt het standaardtijdschema van betrokkene door de bevoegde dienst gewijzigd. Daartoe stelt de bevoegde dienst de opdrachtgevende overheid vooraf in kennis van de wijziging van het standaardtijdschema door middel van een verslag.

Het gewijzigde standaardtijdschema verplicht betrokkene ertoe om van tweeëntwintig uur tot zes uur 's morgens op zijn verblijfplaats aanwezig te zijn.

In afwijking van het tweede lid kan het gewijzigde standaardtijdschema rekening houden met de dagelijkse tijdsbezetting van betrokkene. In dat geval is betrokkene ertoe verplicht om buiten zijn dagelijkse tijdsbezetting gedurende een ononderbroken periode van acht uur op zijn verblijfplaats aanwezig te zijn.

Art. 5.Penitentiair verlof § 1 - Het penitentiair verlof vangt aan tussen zes uur en tien uur 's morgens en eindigt tussen achttien uur en tweeëntwintig uur.

De datum en de tijdspanne van het penitentiair verlof van betrokkene worden in onderlinge overeenstemming met betrokkene vastgesteld.

Voor en na een penitentiair verlof is betrokkene ertoe verplicht minstens dertig minuten op zijn verblijfplaats aanwezig te zijn.

Op de eerste en de laatste dag van het penitentiair verlof wordt hem geen vrije tijd toegekend. § 2 - Behoudens andersluidende bepaling van de opdrachtgevende overheid kunnen verscheidene perioden van penitentiair verlof op elkaar volgen, zonder dat betrokkene verplicht is dertig minuten op zijn verblijfplaats aanwezig te zijn tussen elke periode van penitentiair verlof in. § 3 - Betrokkene moet elk toegekend penitentiair verlof vijf werkdagen vóór de geplande begindatum aan de bevoegde dienst meedelen.

Art. 6.Aanvullende tijdspannen Aan betrokkene wordt slechts een aanvullende tijdspanne toegekend indien dit noodzakelijk is om te voldoen aan een specifieke, geïndividualiseerde voorwaarde die is opgelegd bij de beslissing om elektronisch toezicht toe te staan of indien dit gerechtvaardigd is door de uitvoering van een in kracht van gewijsde gegane beslissing. Afdeling 2. - Incidenten

Art. 7.Nadere regels voor de uitvoering van de maatregelen bij niet-naleving van het uurrooster Indien betrokkene zich niet aan zijn uurrooster houdt, neemt de bevoegde dienst contact met hem op om de situatie in de juiste context te plaatsen en om hem zo nodig bij het oplossen van de problemen te helpen.

Als betrokkene overeenkomstig artikel 14, eerste lid, 2°, van het decreet op zijn verplichtingen wordt gewezen en hem wordt meegedeeld dat zijn uurrooster herberekend kan worden, geschiedt dat via het snelste communicatiemiddel.

Vanaf de derde keer dat wordt vastgesteld dat betrokkene het uurrooster niet heeft nageleefd, trekt de bevoegde dienst de onrechtmatig gebruikte uren af van de vrije tijd van betrokkene. De beslissing wordt betrokkene schriftelijk meegedeeld.

Indien betrokkene zich gedurende meer dan vier uur niet aan zijn uurrooster houdt, kan de bevoegde dienst dat via het snelste communicatiemiddel aan de opdrachtgevende overheden melden.

Indien betrokkene niet bereikbaar is, geschiedt de melding bedoeld in het vierde lid van ambtswege. HOOFDSTUK 4. - Slotbepalingen

Art. 8.Inwerkingtreding Het decreet treedt in werking: 1° op 1 september 2022 voor de personen die zijn veroordeeld tot een of meer vrijheidsstraffen waarvan het uit te zitten gedeelde meer dan twee jaar bedraagt;2° op 1 september 2023 voor de personen die zijn veroordeeld tot een of meer vrijheidsstraffen waarvan het uit te zitten gedeelte twee jaar of minder bedraagt.

Art. 9.Inwerkingtreding Dit besluit treedt in werking: 1° op 1 september 2022 voor de personen die zijn veroordeeld tot een of meer vrijheidsstraffen waarvan het uit te zitten gedeelde meer dan twee jaar bedraagt;2° op 1 september 2023 voor de personen die zijn veroordeeld tot een of meer vrijheidsstraffen waarvan het uit te zitten gedeelte twee jaar of minder bedraagt. Dit besluit is van toepassing op alle veroordelingen die vanaf die datum worden uitgesproken.

Art. 10.Uitvoeringsbepaling De minister bevoegd voor Sociale Aangelegenheden is belast met de uitvoering van dit besluit.

Eupen, 20 juli 2022.

Voor de Regering van de Duitstalige Gemeenschap : De Minister-President, Minister van Lokale Besturen en Financiën, O. PAASCH De Viceminister-President, Minister van Gezondheid en Sociale Aangelegenheden, Ruimtelijke Ordening en Huisvesting, A. ANTONIADIS