Etaamb.openjustice.be
Decreet van 22 november 2021
gepubliceerd op 30 december 2021

Decreet betreffende het elektronisch toezicht in het kader van de strafuitvoering

bron
ministerie van de duitstalige gemeenschap
numac
2021205877
pub.
30/12/2021
prom.
22/11/2021
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

22 NOVEMBER 2021. - Decreet betreffende het elektronisch toezicht in het kader van de strafuitvoering


Het Parlement van de Duitstalige Gemeenschap heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt : HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen

Artikel 1.- Voorwerp Dit decreet regelt de capaciteit van de Duitstalige Gemeenschap om de uitvoering en de opvolging van het elektronisch toezicht te verzekeren, alsook het uurrooster van de betrokken personen die tot een vrijheidsstraf van drie jaar of minder zijn veroordeeld.

Art. 2.- Definities Voor de toepassing van dit decreet wordt verstaan onder : 1° alarm : informatie die via de bewakingsapparatuur aan de bevoegde dienst wordt doorgegeven en die, in voorkomend geval, een reactie van die dienst vereist;2° plaatsing : de installatie, de verwijdering en het onderhoud van de apparatuur voor het elektronisch toezicht en het feitelijk toezicht op de betrokkene met behulp van deze apparatuur;3° opdrachten : de beslissingen van de opdrachtgevende overheid met betrekking tot het elektronisch toezicht op een betrokkene;4° opdrachtgevende overheid : een rechterlijke of administratieve instantie die krachtens een wet of decreet gemachtigd is om de bevoegde dienst te belasten met de uitvoering en de opvolging van het elektronisch toezicht ten opzichte van een betrokkene;5° betrokkene (persoon) : elke persoon die beschuldigd, veroordeeld of geïnterneerd is en een straf onder elektronisch toezicht of een maatregel van elektronisch toezicht heeft gekregen;6° Algemene Verordening Gegevensbescherming : de Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming);7° elektronisch toezicht : het elektronisch toezicht als bedoeld in de volgende wettelijke kaders : a) wet van 17 mei 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/05/2006 pub. 15/06/2006 numac 2006009456 bron federale overheidsdienst justitie Wet betreffende de externe rechtspositie van de veroordeelden tot een vrijheidsstraf en de aan het slachtoffer toegekende rechten in het raam van de strafuitvoeringsmodaliteiten (2) sluiten betreffende de externe rechtspositie van de veroordeelden tot een vrijheidsstraf en de aan het slachtoffer toegekende rechten in het raam van de strafuitvoeringsmodaliteiten;b) wet van 20 juli 1990Relevante gevonden documenten type wet prom. 20/07/1990 pub. 02/12/2010 numac 2010000669 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de voorlopige hechtenis Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende preventieve hechtenis;c) wet van 5 mei 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/05/2014 pub. 09/07/2014 numac 2014009316 bron federale overheidsdienst justitie Wet betreffende de internering van personen sluiten inzake internering;d) de artikelen 37ter en 37quater van het Strafwetboek.wet van 17 mei 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/05/2006 pub. 15/06/2006 numac 2006009456 bron federale overheidsdienst justitie Wet betreffende de externe rechtspositie van de veroordeelden tot een vrijheidsstraf en de aan het slachtoffer toegekende rechten in het raam van de strafuitvoeringsmodaliteiten (2) sluiten : de wet van 17 mei 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/05/2006 pub. 15/06/2006 numac 2006009456 bron federale overheidsdienst justitie Wet betreffende de externe rechtspositie van de veroordeelden tot een vrijheidsstraf en de aan het slachtoffer toegekende rechten in het raam van de strafuitvoeringsmodaliteiten (2) sluiten betreffende de externe rechtspositie van de veroordeelden tot een vrijheidsstraf en de aan het slachtoffer toegekende rechten in het raam van de strafuitvoeringsmodaliteiten;9° penitentiair verlof : een verlof dat door de opdrachtgevende overheid aan betrokkene is toegekend en dat tot gevolg heeft dat het elektronisch toezicht voor een bepaalde tijd wordt opgeschort;10° materiële middelen : al het materiaal dat door de bevoegde dienst wordt gebruikt om zijn taak uit te oefenen;11° herberekening : aanpassing van het uurrooster, waarbij de door betrokkene ten onrechte gebruikte tijd wordt afgetrokken van zijn vrije uren;12° capaciteit : het aantal betrokkenen dat in aanmerking komt voor een plaatsing en dat bepaald wordt met inachtneming van de elementen vermeld in artikel 7;13° politiegegevens : uittreksels uit processen-verbaal die door de politiediensten worden opgesteld en door de opdrachtgevende overheden worden overgemaakt of die toegankelijk zijn via de in artikel 22 vermelde bestandssystemen;14° sociale omgeving van de betrokkene : alle personen die in een bijzondere relatie staan tot de betrokkene en daardoor in contact komen met de bevoegde dienst;15° standaardtijdschema : het basistijdschema dat overeenkomstig hoofdstuk 3, afdeling 1, aan betrokkene wordt opgelegd;16° uurrooster : het tijdschema voor elektronisch toezicht waaruit blijkt wanneer betrokkene op zijn verblijfplaats aanwezig moet zijn, alsook wanneer betrokkene zijn verblijfplaats mag resp.moet verlaten; 17° andere actoren: de gevangenisadministratie, politiediensten en sociale diensten die meewerken aan de uitvoering van de opdracht van de bevoegde dienst, maar die geen opdrachtgevende overheid zijn. De Regering kan de lijst van de wettelijke kaders vermeld in het eerste lid, 7°, wijzigen en aanvullen.

Art. 3.- Verwijzingen naar personen De verwijzingen naar personen in dit decreet gelden voor alle geslachten.

Art. 4.- Algemene doelstellingen In de uitoefening van zijn opdrachten leeft de bevoegde dienst de volgende algemene doelstellingen na: 1° de openbare veiligheid beschermen;2° recidive voorkomen;3° betrokkenen resocialiseren.

Art. 5.- Taak van de bevoegde dienst § 1 - De bevoegde dienst heeft tot taak het elektronisch toezicht uit te voeren en op te volgen.

De Regering bepaalt welke dienst in de Duitstalige Gemeenschap bevoegd is voor de taak vermeld in het eerste lid. § 2 - Bij het vervullen van de taak vermeld in § 1, eerste lid, vervult de bevoegde dienst de volgende activiteiten: 1° het plaatsen van apparatuur voor elektronisch toezicht op de betrokkene en op zijn verblijfplaats;2° het opstellen van een uurrooster dat aangepast is aan betrokkene, alsook het beheren van dat uurrooster om te controleren of betrokkene het uurrooster naleeft;3° het opvolgen van het verloop van het elektronisch toezicht;4° het beheer van de alarmen;5° de centralisatie, analyse en toezending van relevante informatie over het elektronisch toezicht aan de opdrachtgevende overheden en de andere actoren. De Regering kan nog andere activiteiten toevertrouwen aan de bevoegde dienst.

Art. 6.- Samenwerking met andere Belgische overheden of diensten De in dit decreet vermelde opdrachten die in het kader van een samenwerkingsakkoord door andere Belgische overheden of door andere diensten worden uitgevoerd, kunnen worden gelijkgesteld met de opdrachten die door de bevoegde dienst worden uitgevoerd. HOOFDSTUK 2. - Capaciteit

Art. 7.- Capaciteit De bevoegde dienst voert zijn taak uit op basis van zijn capaciteit.

De capaciteit wordt bepaald op basis van het volgende: 1° de materiële middelen van de bevoegde dienst;2° het aantal opdrachten dat de opdrachtgevende overheden aan de bevoegde dienst toevertrouwen.

Art. 8.- Uitvoering van de opdrachten § 1 - De bevoegde dienst voert alle opdrachten die de opdrachtgevende overheden aan hem hebben toevertrouwd, binnen de wettelijke termijnen uit. § 2 - Indien de bevoegde dienst op grond van de capaciteit of op grond van naar behoren gemotiveerde uitzonderlijke omstandigheden niet in staat is alle opdrachten binnen de wettelijke termijnen uit te voeren, voert hij deze in chronologische volgorde van ontvangst uit.

In afwijking van het eerste lid wordt voorrang gegeven aan betrokkenen die gedetineerd zijn en die hun preventieve hechtenis onder elektronisch toezicht uitvoeren. § 3 - In afwijking van paragraaf 2 kan de bevoegde dienst zijn opdrachten uitvoeren op basis van de volgende prioriteringscriteria: 1° de duur van het elektronisch toezicht;2° de aard van het door de betrokkene gepleegde strafbare feit;3° het risico voor het slachtoffer;4° de persoonlijke situatie van betrokkene. De bevoegde dienst motiveert zijn beslissing om de prioriteringscriteria vermeld in het eerste lid toe te passen en houdt daarbij in voorkomend geval rekening met de aanwijzingen van de opdrachtgevende overheid en van de andere actoren.

Art. 9.- Informatie over de capaciteit De bevoegde dienst licht de opdrachtgevende overheden regelmatig in over de stand van zijn capaciteit.

De Regering bepaalt hoe die informatie wordt doorgegeven. HOOFDSTUK 3. - Uurrooster en incidenten

Art. 10.- Toepassingsgebied De bepalingen van dit hoofdstuk zijn alleen van toepassing op betrokkenen die zijn veroordeeld tot een of meer vrijheidsstraffen van ten hoogste drie jaar. Afdeling 1. - Uurrooster

Art. 11.- Standaardtijdschema Wanneer elektronisch toezicht wordt bevolen met toepassing van de wet van 17 mei 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/05/2006 pub. 15/06/2006 numac 2006009456 bron federale overheidsdienst justitie Wet betreffende de externe rechtspositie van de veroordeelden tot een vrijheidsstraf en de aan het slachtoffer toegekende rechten in het raam van de strafuitvoeringsmodaliteiten (2) sluiten, wordt aan betrokkene een standaardtijdschema opgelegd.

De Regering legt het standaardtijdschema vast.

Art. 12.- Beheer van het uurrooster Het uurrooster bestaat uit een standaardtijdschema dat wordt vastgesteld met inachtneming van de dagelijkse bezigheden van betrokkene en, in voorkomend geval, met inachtneming van de tijd die nodig is om te voldoen aan geïndividualiseerde bijzondere voorwaarden of aan een eventueel penitentiair verlof.

Het uurrooster kan worden aangepast: 1° rekening houdend met de persoonlijke situatie van de betrokkene;2° als de betrokkene een aanvullend tijdvenster nodig heeft om aan een geïndividualiseerde bijzondere voorwaarde te voldoen;3° als de betrokkene penitentiair verlof heeft. Afdeling 2. - Incidenten

Art. 13.- Beheer van de incidenten De incidenten worden beheerd door de bevoegde dienst.

Er is een incident indien: 1° betrokkene niet reageert op oproepen van de bevoegde dienst;2° betrokkene zonder toestemming op reis gaat;3° betrokkene niet aanwezig is op zijn verblijfplaats en hij zijn afwezigheid niet gemeld heeft bij de bevoegde dienst;4° betrokkene zich niet houdt aan het tijdschema met betrekking tot zijn vastgelegde dagelijkse bezigheden of zijn geïndividualiseerde bijzondere voorwaarden.

Art. 14.- Maatregelen Bij niet-naleving van het uurrooster kan de bevoegde dienst ten aanzien van de betrokkene de volgende maatregelen nemen : 1° betrokkene laten begeleiden;2° betrokkene op zijn verplichtingen wijzen en hem meedelen dat zijn uurrooster herberekend kan worden;3° het uurrooster van betrokkene herberekenen;4° melding doen bij de opdrachtgevende overheden. De Regering kan de nadere regels voor de uitvoering van de maatregelen vermeld in het eerste lid bepalen. HOOFDSTUK 4. - Vertrouwelijkheid, gegevensbescherming en informativerwerking

Art. 15.- Vertrouwelijkheid Onverminderd andersluidende wettelijke of decretale bepalingen moeten de bevoegde dienst, de andere actoren en alle natuurlijke personen of rechtspersonen die bij de uitvoering van dit decreet en de uitvoeringsbepalingen ervan betrokken zijn, de gegevens die hun in de uitoefening van hun opdracht toevertrouwd worden, vertrouwelijk behandelen.

Art. 16.- Verwerking van persoonsgegevens § 1 - Het verzamelen en verwerken van persoonsgegevens geschiedt met inachtneming van de Algemene Verordening Gegevensbescherming. § 2 - De bevoegde dienst verwerkt persoonsgegevens uitsluitend met het oog op: 1° de uitoefening van de taak bepaald in artikel 5, § 1, en in de uitvoeringsbepalingen daarvan;2° wetenschappelijk onderzoek en statistische doeleinden;3° de verbetering van de werking binnen de bevoegde dienst. In het kader van de verwerking vermeld in het eerste lid, 2°, verwerkt de bevoegde dienst anonieme gegevens. Voor zover de doeleinden van de verwerking niet op deze manier kunnen worden bereikt, verwerkt de bevoegde dienst gepseudonimiseerde persoonsgegevens.

In dat verband wijst de bevoegde dienst zijn medewerkers op hun verplichtingen inzake informatiebeveiliging en gegevensbescherming. § 3 - In het kader van de uitvoering van dit decreet is de Regering de verantwoordelijke voor de verwerking van de persoonsgegevens in de zin van artikel 4, punt 7, van de Algemene Verordening Gegevensbescherming.

De bevoegde dienst geldt als verwerker in de zin van artikel 4, punt 8, van de Algemene Verordening Gegevensbescherming.

Art. 17.- Doeleinden van de gegevensverwerking De verwerking vermeld in artikel 16, § 2, eerste lid, 1°, wordt verricht voor de volgende doeleinden: 1° om de uitvoering en opvolging van het elektronisch toezicht te activeren;2° om het elektronisch toezicht uit te voeren en het verloop van het elektronisch toezicht op te volgen;3° om de uitvoering en opvolging van het elektronisch toezicht af te sluiten;4° om de telefoongesprekken van de bevoegde dienst op te nemen;5° om vrijheidsstraffen ten uitvoer te leggen, waarbij de schadelijke gevolgen van hechtenis of opsluiting voor de betrokkenen worden vermeden;6° om de resocialisatie te bevorderen door uitsluiting te beperken en sociale, familiale en professionele banden in stand te houden;7° om recidive te voorkomen. De verwerking vermeld in artikel 16, § 2, eerste lid, 2°, heeft tot doel met de betrokken overheden samen te werken met het oog op de evaluatie en de verbetering van het beleid in verband met de uitoefening van de taak van de bevoegde dienst.

De verwerking vermeld in artikel 16, § 2, eerste lid, 3°, wordt verricht voor de volgende doeleinden : 1° om de interventies van de bevoegde dienst te sturen en te verbeteren;2° om het overleg met de opdrachtgevende overheden te ondersteunen.

Art. 18.- Gegevenscategorieën § 1 - De bevoegde dienst kan persoonsgegevens betreffende de volgende personen verwerken: 1° betrokkene;2° personen die tot de sociale omgeving van de betrokkene behoren;3° opdrachtgevende overheden en andere actoren. § 2 - De bevoegde dienst kan in het kader van de gegevensverwerking vermeld in artikel 16, § 2, eerste lid, 1°, alle toereikende, ter zake dienende en niet overmatige persoonsgegevens uit de volgende gegevenscategorieën met betrekking tot de personen vermeld in § 1, 1°, verzamelen, registreren, gebruiken en verstrekken : 1° identiteitsgegevens en contactgegevens;2° gegevens over het beroep, de professionele competentie, het einddiploma en de opleiding;3° gegevens over persoonlijke kenmerken;4° gegevens over de financiële en sociale situatie;5° gegevens over de levensstijl en de vrijetijdsbesteding;6° gegevens over de samenstelling van het gezin;7° gegevens over de woonomstandigheden;8° gegevens over strafrechtelijke veroordelingen en strafbare feiten als bedoeld in artikel 10 van de Algemene Verordening Gegevensbescherming, indien deze door de betrokkene, de opdrachtgevende overheden of andere actoren aan de bevoegde dienst zijn meegedeeld;9° politiegegevens als bedoeld in artikel 10 van de Algemene Verordening Gegevensbescherming;10° gegevens over raciale en etnische afkomst, politieke opvattingen, godsdienstige of levensbeschouwelijke overtuiging of het lidmaatschap van een vakvereniging, genetische en biometrische gegevens om een natuurlijke persoon eenduidig te kunnen identificeren, gegevens met betrekking tot de gezondheid of gegevens met betrekking tot het seksuele leven of de seksuele geaardheid van een natuurlijke persoon als bedoeld in artikel 9 van de Algemene Verordening Gegevensbescherming, indien ze door de betrokkene, de opdrachtgevende overheden of andere actoren aan de bevoegde dienst worden meegedeeld;11° geolocatiegegevens die worden gegenereerd door de elektronische bewakingsapparatuur waarover de bevoegde dienst beschikt;12° gegevens over het gebruik van de bestandssystemen vermeld in artikel 22;13° gegevens in verband met het opnemen van telefoongesprekken. Met betrekking tot de personen vermeld in § 1, 2°, kan de bevoegde dienst alle toereikende, ter zake dienende en niet overmatige persoonsgegevens uit de gegevenscategorieën vermeld in § 2, eerste lid, 1°, 6° tot 8° en 13°, verzamelen en gebruiken.

Met betrekking tot de personen vermeld in § 1, 3°, kan de bevoegde dienst alle toereikende, ter zake dienende en niet overmatige persoonsgegevens uit de gegevenscategorieën vermeld in § 2, eerste lid, 1°, 2° en 13°, verzamelen. § 3 - De bevoegde dienst kan in het kader van de gegevensverwerking vermeld in artikel 16, § 2, eerste lid, 2°, alle toereikende, ter zake dienende en niet overmatige persoonsgegevens uit de volgende gegevenscategorieën met betrekking tot de personen vermeld in § 1, 1°, gebruiken en verstrekken, als het gaat om hergebruik van gegevens die zijn verzameld in het kader van de gegevensverwerking vermeld in artikel 16, § 2, 1°: 1° identiteitsgegevens en contactgegevens;2° gegevens over het beroep, de professionele competentie, het einddiploma en de opleiding;3° gegevens over persoonlijke kenmerken;4° gegevens over de levensstijl en de vrijetijdsbesteding;5° gegevens over strafrechtelijke veroordelingen en strafbare feiten als bedoeld in artikel 10 van de Algemene Verordening Gegevensbescherming, indien deze door de betrokkene, de opdrachtgevende overheden of andere actoren aan de bevoegde dienst zijn meegedeeld; § 4 - De bevoegde dienst kan in het kader van de gegevensverwerking vermeld in artikel 16, § 2, eerste lid, 3°, alle toereikende, ter zake dienende en niet overmatige persoonsgegevens uit de volgende gegevenscategorieën met betrekking tot de personen vermeld in § 1, 1°, gebruiken, als het gaat om hergebruik van gegevens die zijn verzameld in het kader van de gegevensverwerking vermeld in artikel 16, § 2, 1°: 1° identiteitsgegevens en contactgegevens;2° gegevens over het beroep, de professionele competentie, het einddiploma en de opleiding;3° gegevens over persoonlijke kenmerken;4° gegevens over de financiële en sociale situatie;5° gegevens over de levensstijl en de vrijetijdsbesteding;6° gegevens over de samenstelling van het gezin;7° gegevens over de woonomstandigheden;8° gegevens over strafrechtelijke veroordelingen en strafbare feiten als bedoeld in artikel 10 van de Algemene Verordening Gegevensbescherming, indien deze door de betrokkene, de opdrachtgevende overheden of andere actoren aan de bevoegde dienst worden meegedeeld;9° politiegegevens als bedoeld in artikel 10 van de Algemene Verordening Gegevensbescherming;10° gegevens over raciale en etnische afkomst, politieke opvattingen, godsdienstige of levensbeschouwelijke overtuiging of het lidmaatschap van een vakvereniging, genetische en biometrische gegevens om een natuurlijke persoon eenduidig te kunnen identificeren, gegevens met betrekking tot de gezondheid of gegevens met betrekking tot het seksuele leven of de seksuele geaardheid van een natuurlijke persoon als bedoeld in artikel 9 van de Algemene Verordening Gegevensbescherming, indien ze door de betrokkene, de opdrachtgevende overheden of andere actoren aan de bevoegde dienst worden meegedeeld;11° geolocatiegegevens die worden gegenereerd door de elektronische bewakingsapparatuur waarover de bevoegde dienst beschikt;12° gegevens over het gebruik van de bestandssystemen vermeld in artikel 22;13° gegevens in verband met het opnemen van telefoongesprekken. § 5 - De Regering preciseert de gegevenscategorieën vermeld in de § § 2 tot 4 na voorafgaand advies van de Gegevensbeschermingsautoriteit.

Art. 19.- Duur van de gegevensverwerking De gegevens worden niet langer bewaard dan nodig is voor de verwezenlijking van de doeleinden waarvoor zij worden verwerkt.

Art. 20.- Rechten van de persoon op wie de verwerking van gegevens betrekking heeft Voor de in artikel 18 genoemde gegevenscategorieën worden verzoeken tot uitoefening van de rechten vermeld in de artikelen 12 tot 22 en artikel 34 van de Algemene Verordening Gegevensbescherming gericht aan de functionaris voor gegevensbescherming van het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap.

In afwijking van het eerste lid worden verzoeken tot uitoefening van de rechten vermeld in de artikelen 12 tot 22 en 34 van de Algemene Verordening Gegevensbescherming voor de gegevenscategorieën genoemd in artikel 18, § 2, eerste lid, 8°, § 3, 5°, en § 4, 8°, behandeld door het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap overeenkomstig artikel 14, § § 2 en 5, van de wet van 30 juli 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/07/2018 pub. 05/09/2018 numac 2018040581 bron federale overheidsdienst justitie, federale overheidsdienst binnenlandse zaken en ministerie van landsverdediging 30 JULI 2018 - Wet betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens sluiten betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens.

Art. 21.- Informatiebronnen § 1 - Bij de uitoefening van zijn opdrachten verzamelt de bevoegde dienst rechtstreeks gegevens en documenten bij de betrokken personen en bij de personen die tot hun sociale omgeving behoren. § 2 - Bij de uitoefening van zijn opdrachten verzamelt de bevoegde dienst indirect gegevens en documenten bij de opdrachtgevende overheden en bij de andere actoren.

In afwijking van het eerste lid worden identiteitsgegevens en contactgegevens, alsook gegevens over het beroep, de professionele competentie, het einddiploma en de opleiding rechtstreeks bij de opdrachtgevende overheden en andere actoren verzameld.

De gegevens die overeenkomstig het eerste lid worden verzameld, bevinden zich in de toevertrouwde opdrachten en verslagen die door de opdrachtgevende overheden worden toegezonden of in de bestandssystemen van de opdrachtgevende overheden, voor zover de bevoegde dienst daartoe toegang heeft gekregen. § 3 - De bevoegde dienst kan zich tot het Rijksregister van de natuurlijke personen wenden om de inlichtingen te verkrijgen als bedoeld in artikel 3, eerste en tweede lid, van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen, of om te controleren of de inlichtingen waarover hij beschikt juist zijn.

Voor zover de gegevens betrekking hebben op een natuurlijke persoon van wie de gegevens niet in het rijksregister zijn opgenomen, gebruikt de bevoegde dienst het identificatienummer van de Kruispuntbank voor sociale zekerheid.

Art. 22.- Bestandssystemen De bevoegde dienst verwerkt de overeenkomstig artikel 21 geregistreerde gegevens in bestandssystemen.

De Regering stelt een of meer computersystemen ter ondersteuning van de verwerking en uitwisseling van gegevens ter beschikking van de bevoegde dienst.

De medewerkers van de bevoegde dienst hebben toegang tot de in de bestandssystemen verwerkte gegevens voor zover die toegang nodig is voor de uitoefening van de hun opgedragen taken en het vertrouwelijkheidsbeginsel gewaarborgd blijft.

Art. 23.- Ontvangers van de verwerkte informatie § 1 - In het kader van de gegevensverwerking overeenkomstig artikel 16, § 2, eerste lid, 1°, bezorgt de bevoegde dienst de voor de vervulling van zijn taak noodzakelijke gegevens aan de opdrachtgevende overheden en aan de andere actoren, overeenkomstig de wettelijke voorschriften in het kader van het elektronisch toezicht. § 2 - In het kader van de gegevensverwerking overeenkomstig artikel 16, § 2, eerste lid, 2°, maakt de bevoegde dienst een overeenkomst met de betrokken overheden op waarin de nadere regels voor de doorgifte van de gegevens worden vastgelegd. HOOFDSTUK 5. - Slotbepalingen

Art. 24.- Inwerkingtreding Dit decreet treedt in werking op een datum die door de Regering wordt vastgelegd en uiterlijk op 1 juni 2022.

Wij kondigen dit decreet af en bevelen dat het door het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt wordt.

Eupen, 22 november 2021.

O. PAASCH, De Minister-President, Minister van Lokale Besturen en Financiën A. ANTONIADIS, De Viceminister-President, Minister van Gezondheid en Sociale Aangelegenheden, Ruimtelijke Ordening en Huisvesting I. WEYKMANS, De Minister van Cultuur en Sport, Werkgelegenheid en Media L. KLINKENBERG, De Minister van Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek _______ Nota Zitting 2021-2022 Parlementaire stukken: 169 (2021-2022) Nr. 1 Ontwerp van decreet 169 (2021-2022) Nr. 2 Verslag 169 (2021-2022) Nr. 3 Voorstel tot wijziging van de door de commissie aangenomen tekst 169 (2021-2022) Nr. 4 Tekst aangenomen door de plenaire vergadering Integraal verslag: 22 november 2021 - Nr. 34 Bespreking en aanneming

^