gepubliceerd op 24 mei 2011
Decreet betreffende het bestuur in de uitvoering van de overheidsmandaten binnen de overheidsinstellingen en binnen de van de overheid afgeleide entiteiten
31 MAART 2011. - Decreet betreffende het bestuur in de uitvoering van de overheidsmandaten binnen de overheidsinstellingen en binnen de van de overheid afgeleide entiteiten
Het Parlement van de Franse Gemeenschap heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt : HOOFDSTUK I. - Wijziging van het
decreet van 9 januari 2003Relevante gevonden documenten
type
decreet
prom.
09/01/2003
pub.
21/02/2003
numac
2003029071
bron
ministerie van de franse gemeenschap
Decreet betreffende de doorzichtigheid, de autonomie en de controle in verband met de overheidsinstellingen, de maatschappijen voor schoolgebouwen en de maatschappijen voor vermogensbeheer die onder de Franse Gemeenschap ressorteren
sluiten betreffende de doorzichtigheid, de autonomie en de controle in verband met de overheidsinstellingen, de maatschappijen voor schoolgebouwen en de maatschappijen voor vermogensbeheer die onder de Franse Gemeenschap ressorteren
Artikel 1.§ 1. In artikel 1 van het decreet van 9 januari 2003Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/01/2003 pub. 21/02/2003 numac 2003029071 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de doorzichtigheid, de autonomie en de controle in verband met de overheidsinstellingen, de maatschappijen voor schoolgebouwen en de maatschappijen voor vermogensbeheer die onder de Franse Gemeenschap ressorteren sluiten betreffende de doorzichtigheid, de autonomie en de controle in verband met de overheidsinstellingen, de maatschappijen voor schoolgebouwen en de maatschappijen voor vermogensbeheer die onder de Franse Gemeenschap ressorteren, wordt punt 4 vervangen als volgt : « 4. de overheidsbestuurder : elke persoon of zijn plaatsvervanger : a) die cumulatief : - zitting houdt binnen het orgaan belast met het beheer van een overheidsinstelling; - benoemd werd door de Regering of door het Parlement of op voorstel van deze, overeenkomstig het decreet of het besluit tot oprichting van die overheidsinstelling, haar statuten of de rechten van de Regering in het aandeelhouderschap, of die benoemd werd binnen het beheersorgaan van een overheidsinstelling door toedoen van de Franse Gemeenschap, van een orgaan dat ervan afhangt, van een provincie of van een gemeente; b) en die geen bestuurder van rechtswege is van het beheersorgaan van een overheidsinstelling.» § 2. In hetzelfde artikel 1 worden de punten 4bis, 4ter en 4quater ingevoegd, luidend als volgt : « 4bis. "de overheidsbeheerder" : elke andere persoon dan de overheidsbestuurder, die belast is met het dagelijks beheer of die handelt binnen het orgaan belast met het dagelijks beheer van de overheidsinstelling. » 4ter. "het beheersorgaan" : de raad van bestuur van de overheidsinstelling of, bij gebreke hieraan, elk ander orgaan, ongeacht de benaming, dat over alle bevoegdheden beschikt die nodig zijn voor het vervullen van de opdracht of het maatschappelijk doel van de overheidsinstelling; 4quater. "9° de waarnemer : elke persoon die, zonder bestuurder te zijn, door de Regering wordt aangesteld om de organen van de vennootschap zonder stemgerechtigd te zijn, bij te wonen en die toegang heeft tot de stukken. »
Art. 2.In artikel 4, § 1, van hetzelfde decreet, wordt het volgende lid ingevoegd tussen het eerste en tweede lid : « Indien, met toepassing van de bepalingen van het eerste lid, één van deze politieke groepen niet over een overheidsbestuurder binnen het beheersorgaan van een overheidsinstelling beschikt dan wordt hij door een waarnemer vertegenwoordigd die aangesteld wordt door de Regering op voorstel van deze politieke groep. »
Art. 3.Artikel 10 van hetzelfde decreet wordt vervangen als volgt : «
Art. 10.§ 1. De Regering bepaalt, per instelling en rekening houdend met de activiteitensector van deze, de voorwaarden en nadere regels voor de toekenning van de bezoldiging van de overheidsbestuurders.
De bezoldiging van de overheidsbestuurder kan hem niet integraal betaald worden indien hij tijdens eenzelfde boekjaar, zonder geldige rechtvaardiging, meer dan 20% afwezig is geweest op de vergaderingen van het beheersorgaan. § 2. De Regering kan, per instelling en rekening houdend met de activiteitensector van deze, een minimumbedrag en een maximumbedrag bepalen tussen welke de bezoldigingen van overheidsbestuurders en -beheerders zullen vastgesteld worden.
Bij het bepalen van de bezoldiging van een overheidsbestuurder houdt de instelling rekening met het feit dat deze bestuurder trouwens voorzitter of vice-voorzitter is van de raad van bestuur of voorzitter of lid van een comité of een orgaan opgericht door de raad van bestuur van de instelling.
Bij het bepalen van de bezoldiging van een overheidsbeheerder, houdt de instelling rekening met de volgende elementen : 1° zijn verantwoordelijkheidsniveau;2° zijn anciënniteit;3° zijn ervaring;4° zijn activiteitendomein. § 3. De bedragen bedoeld in § 2 worden gekoppeld aan de schommelingen van het indexcijfer van de consumptieprijzen overeenkomstig de bepalingen van de wet van 1 maart 1977Relevante gevonden documenten type wet prom. 01/03/1977 pub. 05/03/2009 numac 2009000107 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk worden gekoppeld. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten houdende inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk worden gekoppeld.
Deze bedragen worden gekoppeld aan de spilindex 138,01 geldend op 1 januari 1990 en zijn "voordelen van alle aard" inclusief.
Art. 4.Artikel 11 van hetzelfde decreet wordt opgeheven.
Art. 5.Artikel 13 van hetzelfde decreet wordt aangevuld met een lid, luidend als volgt : « Het jaarlijks activiteitenverslag is verkrijgbaar op eenvoudige aanvraag. De aanvraag kan geweigerd worden in de gevallen bedoeld in artikel 6 van het decreet van 22 december 1994 betreffende de openbaarheid van het bestuur. »
Art. 6.Artikel 14 van hetzelfde decreet wordt aangevuld met een punt 7, luidend als volgt : « 7. in welke maat en onder welke voorwaarden kan de uitgave gedaan door één van de leden, in de uitoefening van zijn functie, terugbetaald worden door de overheidsinstelling, alsook het opmaken door elk van de leden van een jaarverslag met de uitgaven die hij in de uitoefening van zijn functie gedaan heeft. »
Art. 7.In artikel 15 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de woorden "op een anonieme wijze en met vermelding van de bedragen waarop de bestuurders recht hebben in functie van hun hoedanigheid van bestuurder, Voorzitter of Vice-voorzitter van de raad van bestuur voor hun bezoldigingen, vergoedingen en presentiegelden," worden ingevoegd tussen de woorden "worden" en de woorden "in het bij artikel 13";2° artikel 15 wordt aangevuld als volgt : « Dit verslag bevat ook de regels en nadere regels voor de bezoldiging van de overheidsbeheerders.» 3° artikel 15 wordt aangevuld met een tweede lid, luidend als volgt : « Elke instelling deelt elk jaar de toezichthoudende minister de geïndividualiseerde bedragen mee van de bezoldiging van elk lid en elke overheidsbeheerder.»
Art. 8.Artikel 32 van hetzelfde decreet wordt aangevuld met een punt 10, luidend als volgt : « 10° de uitoefening van een leidende functie van een instelling waarop de overheidsinstelling behorend tot de bevoegdheden van de Commissaris een controle uitvoert. »
Art. 9.Artikel 34 van hetzelfde decreet wordt vervangen als volgt : «
Art. 34.De Regeringscommissaris woont de vergaderingen van de raad van bestuur van de overheidsinstelling bij waarin hij zijn opdrachten vervult, alsook de vergaderingen van de comités en organen van deze instelling die over een beslissingsbevoegdheid beschikken bij delegatie van het beheersorgaan. »
Art. 10.In hetzelfde decreet wordt de afdeling I van hoofdstuk II van Titel VI aangevuld met een onderafdeling 5, houdende artikel 36ter, luidend als volgt : « Onderafdeling 5. - Bezoldiging van de Regeringscommissaris «
Art. 36ter.§ 1. De Regering kan, per instelling en rekening houdend met de activiteitensector van deze, de voorwaarden en de nadere regels bepalen voor de toekenning van de bezoldiging van de Regeringscommissarissen.
Er zal inzonderheid rekening worden gehouden met het feit dat de bezoldiging van de Regeringscommissaris hem niet integraal betaald kan worden als hij tijdens eenzelfde boekjaar, zonder geldige rechtvaardiging, meer dan 20 % afwezig is geweest op de vergaderingen van het beheersorgaan. § 2. De Regering kan, per instelling en rekening houdend met de activiteitensector van deze, het bedrag bepalen van de bezoldiging van de Regeringscommissarissen. » HOOFDSTUK II. - Wijziging van het decreet van 20 juni 2002Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/06/2002 pub. 19/07/2002 numac 2002029331 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de oprichting van het « Fonds Ecureuil » van de Franse Gemeenschap sluiten betreffende de oprichting van het "Fonds Ecureuil" van de Franse Gemeenschap
Art. 11.In artikel 5, § 5, van het decreet van 20 juni 2002Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/06/2002 pub. 19/07/2002 numac 2002029331 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de oprichting van het « Fonds Ecureuil » van de Franse Gemeenschap sluiten betreffende de oprichting van het "Fonds Ecureuil" van de Franse Gemeenschap, wordt een tweede lid toegevoegd, luidend als volgt : « § 2. Bovendien is de functie van Voorzitter van het Fonds onverenigbaar met de hoedanigheid van Kabinetschef van de Minister van Begroting. » Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Brussel, 31 maart 2011.
De Minister-President, R. DEMOTTE De Vice-President en Minister van Kind, Onderzoek en Ambtenarenzaken, J.-M. NOLLET De Vice-President en Minister van Begroting, Financiën en Sport, A. ANTOINE De Minister van Hoger Onderwijs, J.-C. MARCOURT De Minister van Jeugd, Mevr. E. HUYTEBROECK De Minister van Cultuur, Audiovisuele Sector, Gezondheid en Gelijke Kansen, Mevr. F. LAANAN De Minister van Leerplichtonderwijs en van Onderwijs voor Sociale Promotie, Mevr. M.-D. SIMONET _______ Nota Zitting 2010-2011.
Stukken van het Parlement. - Ontwerp van decreet, nr. 178-1. - Verslag nr. 178-2.
Integraal verslag. - Bespreking en aanneming. - Vergadering van 30 maart 2011.