Etaamb.openjustice.be
Decreet van 30 juni 2022
gepubliceerd op 17 februari 2023

Decreet houdende instemming met het samenwerkingsakkoord van 25 mei 2022 tussen het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschap betreffende de oprichting van kinderopvangplaatsen

bron
waalse overheidsdienst
numac
2023040581
pub.
17/02/2023
prom.
30/06/2022
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

30 JUNI 2022. - Decreet houdende instemming met het samenwerkingsakkoord van 25 mei 2022 tussen het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschap betreffende de oprichting van kinderopvangplaatsen (1)


Het Waals Parlement heeft aangenomen en Wij, Waalse Regering, bekrachtigen hetgeen volgt:

Artikel 1.Dit decreet regelt overeenkomstig artikel 128 van de Grondwet aangelegenheden bedoeld in artikel 138 van de Grondwet.

Art. 2.Instemming wordt verleend met het samenwerkingsakkoord van 25 mei 2022 tussen het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschap betreffende de oprichting van kinderopvangplaatsen.

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Namen, 30 juni 2022.

De Minister-President, E. DI RUPO De Vice-Minister-President en Minister van Economie, Buitenlandse Handel, Onderzoek, Innovatie, Digitale Technologieën, Ruimtelijke Ordening, Landbouw, het "IFAPME", en de Vaardigheidscentra, W. BORSUS De Vice-Minister-President en Minister van Klimaat, Energie, Mobiliteit en Infrastructuren, Ph. HENRY De Vice-Minister-President en Minister van Werk, Vorming, Gezondheid, Sociale Actie en Sociale Economie, Gelijke Kansen en Vrouwenrechten, Ch. MORREALE De Minister van Ambtenarenzaken, Informatica, Administratieve Vereenvoudiging, belast met Kinderbijslag, Toerisme, Erfgoed en Verkeersveiligheid, V. DE BUE De Minister van Huisvesting, Plaatselijke Besturen, en Stedenbeleid, Ch. COLLIGNON De Minister van Begroting en Financiën, Luchthavens en Sportinfrastructuren, A. DOLIMONT De Minister van Leefmilieu, Natuur, Bossen, Landelijke Aangelegenheden en Dierenwelzijn, C. TELLIER _______ Nota (1) Zitting 2021-2022 Stukken van het Waals Parlement, 952 (2021-2022) Nrs 1, 1bis tot 3. Volledig verslag, plenaire vergadering van 29 juni 2022 Bespreking.

Stemming.

WAALSE OVERHEIDSDIENST - FRANSE GEMEENSCHAP Samenwerkingsakkoord tussen het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschap betreffende de oprichting van kinderopvangplaatsen Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot hervorming der instellingen, inzonderheid op de artikelen, 5, § 1, II, 1°, 6, § 1, IX, 2°, en 92 bis;

Gelet op het bijzonder decreet van de Franse Gemeenschap van 3 april 2014, het decreet van de Franse Gemeenschap van 4 april 2014 en het Waalse decreet van 11 april 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 11/04/2014 pub. 12/05/2014 numac 2014202999 bron waalse overheidsdienst Decreet betreffende de bevoegdheden van de Franse Gemeenschap waarvan de uitoefening aan het Waalse Gewest en aan de Franse Gemeenschapscommissie overgedragen wordt sluiten betreffende de bevoegdheden van de Franse Gemeenschap waarvan de uitoefening aan het Waalse Gewest en aan de Franse Gemeenschapscommissie overgedragen wordt, inzonderheid op artikel 3, 7° ;

Gelet op het decreet van de Franse Gemeenschap van 17 juli 2022 houdende hervorming van de "Office de la Naissance et de l'Enfance", afgekort "O.N.E.", artikel 22/3, tweede lid;

Gelet op de beheersovereenkomst van de "Office de la Naissance et de l'Enfance" 2021-2025, goedgekeurd bij het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 24 juni 2021, artikel 1.2-1;

Gelet op de Waalse Gewestelijke Beleidsverklaring 2019-2024, die voorziet in de oprichting van een kadaster van openbare gebouwen tegen 2020 en een 10-jarenplan voor isolatie, met inbegrip van kinderdagverblijven;

Gelet op de wens van de Waalse Regering om ervoor te zorgen dat openbare voorzieningen, met inbegrip van kinderdagverblijven, worden gevestigd in en/of nabij bestaande landelijke en stedelijke woonkernen;

Gelet op de Verklaring inzake gemeenschapsbeleid 2019-2024, die voorziet in de uitvoering van de hervorming van de opvangvoorzieningen in samenwerking met de Gewesten en de verbetering van het opvangaanbod;

Gelet op de wil van de Regering van de Franse Gemeenschap om het aanbod van kinderopvangplaatsen te verbeteren en om, in overleg met de plaatselijke besturen en de actoren op het terrein, te streven naar een minimale dekkingsgraad van de kinderopvangplaatsen in alle gemeenten, rekening houdend met de vraag, met een minimumpercentage van 33% plaatsen met tarieven die gekoppeld zijn aan het inkomen van de ouders, door bij voorrang nieuwe plaatsen te plannen in de gemeenten en wijken die het verst van dit percentage verwijderd zijn, daarbij ook rekening te houden met de armoedesituatie en het aantal eenoudergezinnen;

Gelet op het plan voor de strijd tegen armoede en voor het beperken van sociale ongelijkheden, dat op 10 december 2020 door de Franse Gemeenschapsregering werd goedgekeurd;

Gelet op het plan voor uitweg uit de armoede, aangenomen door de Waalse Regering op 21 oktober 2021;

Gelet op het Genderplan 2020-2024, aangenomen door de Waalse Regering op 4 maart 2021;

Overwegende dat het voor Waalse werknemers van essentieel belang is om tijdens de werkuren opvangplaatsen voor hun kinderen te kunnen vinden en dat het gebrek aan beschikbare kinderopvangplaatsen een belemmering vormt voor de toegang tot of het behoud van werk;

Gelet op het vrouwenrechtenplan, dat op 17 september 2020 door de Franse Gemeenschapsregering werd goedgekeurd, inzonderheid punt 4.6.2;

Gelet op het actieplan over de rechten van het kind 2020-2024, dat op 12 oktober 2020 door de Franse Gemeenschapsregering werd goedgekeurd, inzonderheid punt 1.4.3;

Gelet op Verordening (EU) 2021/241 van het Europees Parlement en de Raad van 12 februari 2021 tot instelling van de herstel- en veerkrachtfaciliteit;

Gelet op het Waalse herstelplan, as 4 "ondersteuning van welzijn, solidariteit en sociale insluiting";

Het Waalse Gewest, vertegenwoordigd door zijn Regering in de persoon van de heer Elio Di Rupo, Minister-President, Mevrouw Christie Morreale, Minister van Werk en mevrouw Valérie De Bue, Minister bevoegd voor de infrastructuur voor kinderopvang;

De Franse Gemeenschap, vertegenwoordigd in haar Regering in de persoon van de heer Pierre-Yves Jeholet, Minister-President, en mevrouw Bénédicte Linard, Minister van Kinderwelzijn;

Hierna de "partijen" genoemd, Komen het volgende overeen : HOOFDSTUK 1. - Doelstellingen en definities

Artikel 1.Dit samenwerkingsakkoord formaliseert de verbintenissen van het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschap om kinderopvangplaatsen, met inbegrip van infrastructuur, op te richten, te vergunnen en te subsidiëren teneinde te zorgen voor toegankelijke opvangstructuren en daarbij geleidelijk te komen tot een dekkingsgraad van één gesubsidieerde plaats per drie kinderen jongeren dan 2,5 jaar.

Art. 2.Voor de toepassing van dit akkoord moet worden verstaan onder : 1° arrondissement: één van de 20 Waalse administratieve arrondissementen.De gemeenten van het Duitse taalgebied zijn uitgesloten van het arrondissement Verviers. 2° kinderdagverblijf: de opvangstructuur die door ONE vergund is als kinderdagverblijf en die overeenkomstig de in de beheersovereenkomst van ONE voor 2021-2025 vastgestelde modaliteiten ingedeeld is in het toegankelijkheidssubsidiemodel in de zin van Titel III van het besluit van de Franse Gemeenschapsregering van 2 mei 2019 houdende de vergunnings- en subsidieregeling voor kinderdagverblijven, diensten voor kinderopvang en zelfstandige (mede)onthaalouders;3° datum van het operationeel maken: de datum waarop de vergunning van ONE voor de opvangplaatsen van het project van kracht wordt;4° FOREM: de "Office wallon de la formation professionnelle et de l'emploi" (Waalse dienst voor beroepsopleiding en arbeidsbemiddeling);5° aantal inwoners van 0 tot 2,5 jaar : het aantal inwoners van 0 tot 2 jaar vermeerderd met 50% van de inwoners van 2 tot 3 jaar in de Franse taalgebied.Die cijfers zijn gebaseerd op de meest recente statistieken van de FOD Economie die op het ogenblik van de ondertekening van de beheersovereenkomst van het ONE voor 2021-2025 beschikbaar zijn; 6° O.N.E. : de " Office de la Naissance et de l'Enfance ", ingesteld bij het decreet van de Franse Gemeenschap van 17 juli 2022 houdende hervorming van de " Office de la Naissance et de l'Enfance ", afgekort " ONE "; ; 7° opvangplaats: de eenheidsmaat voor de capaciteit van de vergunde kinderopvangstructuren in de zin van Titel II van het besluit van de Franse Gemeenschapsregering van 2 mei 2019 houdende de vergunnings- en subsidieregeling voor kinderdagverblijven, diensten voor kinderopvang en zelfstandige (mede)onthaalouders;8° projectdrager: de rechtspersoon die overeenkomstig de geldende regelgeving houder wordt van de vergunning van ONE voor de opvangplaatsen die deel uitmaken van het project;9° drager van het infrastructuurproject: hetzij de projectdrager, hetzij een vzw, een coöperatieve vennootschap erkend als sociale onderneming, een stichting of een instelling van openbaar nut waaronder de steden of gemeenten, intercommunales of een OCMW, een vereniging onderworpen aan hoofdstuk XII van de organieke wet op de OCMW's, die conform dit protocolakkoord de infrastructuurfinanciering aanvraagt;10° ONE-programmering: de projectoproep met betrekking tot de subsidiëring van nieuwe opvangplaatsen door ONE, zoals omschreven in artikel 22/3, tweede lid van het decreet van 17 juli 2002Relevante gevonden documenten type decreet prom. 17/07/2002 pub. 02/08/2002 numac 2002029383 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende hervorming van de « Office de la Naissance et de l'Enfance », afgekort « O.N.E. » sluiten houdende hervorming van de "'Office de la Naissance et de l'Enfance", afgekort "ONE";; 11° Waalse Overheidsdienst Binnenlandse aangelegenheden en Sociale Actie: de dienst van de Waalse Regering belast met de infrastructuur voor kinderopvang;12° Waalse overheidsdienst Energie: de dienst van de Waalse Regering belast met de duurzame gebouwen;13° globale dekkingsgraad: de verhouding tussen het aantal opvangplaatsen, met inbegrip van het aantal plaatsen die in het kader van de vorige delen nog moeten worden geopend, en het aantal inwoners van 0 tot 2,5 jaar.Het verrekende aantal bestaande plaatsen is het aantal op 31 december 2020; 14° gesubsidieerde dekkingsgraad: de verhouding tussen het aantal plaatsen in gesubsidieerde opvangstructuren, met inbegrip van de plaatsen binnen de projecten die in het kader van de vorige delen nog moeten worden geopend, en het aantal inwoners van 0 tot 2,5 jaar.Het verrekende aantal bestaande plaatsen is het aantal op 31 december 2020. HOOFDSTUK 2. -Oproep, ontvankelijkheid, rangschikking en selectie van de projecten

Art. 3.§ 1. Een gezamenlijke projectoproep ter ondersteuning van de oprichting van nieuwe opvangplaatsen in het Franse taalgebied kan door de partijen, bij besluit van hun respectieve regeringen, worden gelanceerd, met vermelding van : 1° het aantal nieuwe opvangplaatsen dat moet worden voorzien, uit te splitsen per provincie of arrondissement ;2° de uiterste datum voor het indienen van de aanvragen, ten vroegste drie maanden na de lancering van de oproep;3° de uiterste datum waarop de nieuwe opvangplaatsen operationeel moeten worden;4° de subsidiëringsmodaliteiten. § 2. Deze projectoproep wordt door ONE en de diensten van de Waalse Regering zowel online als in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt en meegedeeld aan alle rechtspersonen die beschikken over een vergunning in de zin van Titel II van het besluit van de Franse Gemeenschapsregering van 2 mei 2019 houdende de vergunnings- en subsidieregeling voor kinderdagverblijven, diensten voor kinderopvang en zelfstandige (mede)onthaalouders.

De projectoproep vermeldt: 1° de uiterste datum voor de ontvangst van de dossiers;2° de ontvankelijkheidscriteria bedoeld in artikel 4, § 2 en de rangschikking van de projecten, zowel voor de financiering van het personeel als van de infrastructuur, alsook de procedure voor de toewijzing van de plaatsen.

Art. 4.§ 1. Projecten die worden ingediend naar aanleiding van de in artikel 3 bedoelde oproep zijn ontvankelijk indien zij voldoen aan de algemene voorwaarden van paragraaf 2, aan alle specifieke voorwaarden van de oproep en aan de specifieke voorwaarden voor de infrastructuursubsidie van lid 3, indien de gezamenlijke oproep daarin voorziet. § 2. Om ontvankelijk te zijn, moeten de projecten voldoen aan de volgende algemene voorwaarden: 1° het project beoogt een van de volgende doelstellingen: a.de oprichting van een nieuw kinderdagverblijf; b. de uitbreiding van de capaciteit van een kinderdagverblijf;c. de omvorming van een opvangstructuur tot kinderdagverblijf, waarbij minstens 7 nieuwe plaatsen worden opgericht;d. de omschakeling van geconventionneerde onthaalouders met een dienst voor kinderopvang naar een kinderdagverblijf, waarbij minstens 3 nieuwe plaatsen worden gecreëerd;e. de combinatie van de in de punten a tot d bedoelde soorten projecten.; 2° het volledige dossier wordt overeenkomstig de in de gemeenschappelijke projectoproep bepaalde modaliteiten binnen de gestelde termijn ingediend;3° het dossier mag geen elementen bevatten die de vergunning of de subsidiëring als kinderdagverblijf onmiskenbaar in het gedrang brengen doordat zij niet in overeenstemming zijn met de vergunnings- en subsidiëringsvoorwaarden die vastgesteld zijn in het besluit van de Franse Gemeenschapsregering van 2 mei 2019 houdende de vergunnings- en subsidieregeling voor kinderdagverblijven, diensten voor kinderopvang en zelfstandige (mede)onthaalouders;4° het dossier bevat een beschrijving van de infrastructuur en van de vestigingslocatie ervan met inbegrip van de toegankelijkheid voor fietsers en voetgangers en met het openbaar vervoer.Indien de projectdrager nog niet beschikt over infrastructuur die beantwoordt aan de regelgeving, moet hij bewijzen dat hij over de nodige financiering beschikt om dergelijke infrastructuur te verwezenlijken of haar in overeenstemming te brengen met de regelgeving of, zo niet, dient hij er zich schriftelijk toe te verbinden daarvan ten laatste twee jaar vóór de aangekondigde openingsdatum bewijs te bezorgen; 5° wanneer de projectdrager een vzw of een als sociale onderneming erkende coöperatieve vennootschap is, bevat het dossier de statuten daarvan en de beraadslagingen van de bevoegde organen.Indien de projectdrager een overheidsbestuur is, bevat het de beraadslagingen van de bevoegde organen; 6° het dossier vermeldt het aantal gevraagde plaatsen, het kwartaal waarin de plaatsen moeten worden geopend en het minimumaantal opvangplaatsen waaronder het project automatisch wordt stopgezet;7° het dossier bevat de verbintenis van de projectdrager om deze plaatsen effectief te openen voor het einde van het voorziene kwartaal;8° het project wordt ingediend volgens de modaliteiten die zijn vastgelegd in de gemeenschappelijke oproep;9° het project voorziet in een analyse van de geografische locatie die voorzien is voor de vestiging van het project, waardoor de toegankelijkheid ervan kan worden beoordeeld, met inbegrip van de toegankelijkheid voor fietsers en voetgangers en met het openbaar vervoer voor het doelpubliek, of de nabijheid van diensten die mogelijk partners kunnen zijn bij de opvangactiviteit;10° de projectdrager meldt de eventuele sluitingen van opvangplaatsen die hij of een inrichtende macht waarmee hij een band heeft, op het grondgebied van de gemeente of het arrondissement beoogt na de ingebruikneming van de nieuwe opvangplaatsen. § 3. Om in aanmerking te komen voor de infrastructuursubsidie als bedoeld in de gemeenschappelijke projectoproep, moeten de projecten aan de volgende specifieke voorwaarden voldoen: 1° het project beoogt een van de volgende doelstellingen: a.de renovatie van een bestaand gebouw; b. de volledige afbraak en heropbouw van een bestaand gebouw;c. de uitbreiding van een bestaand gebouw dat momenteel beschikt over opvangplaatsen;d. de uitbreiding van een bestaand gebouw dat momenteel niet beschikt over opvangplaatsen;e. de bouw van een nieuw gebouw ;f. de aankoop en opwaardering van een gebouw. Indien het project werken omvat, mogen deze niet vóór de kennisgeving van de selectie bij een bedrijf zijn besteld.

Indien het project betrekking heeft op de aankoop van een gebouw, kan de koopakte niet zijn ondertekend vóór de kennisgeving van de selectie; 2° de drager van het infrastructuurproject beschikt over, of verbindt zich ertoe te beschikken binnen de zes maanden na de selectiebeslissing over, een zakelijk recht van eigendom, erfpacht of opstal op het gebouw of het in te richten terrein, gedurende een voldoende lange periode om de activiteit in stand te houden gedurende een in punt 3 van dit lid bepaalde periode.Het toezichtcomité kan de periode van zes maanden verlengen op basis van een naar behoren gemotiveerd verzoek van de projectdrager. Indien het project betrekking heeft op de aankoop van een gebouw, moet de projectdrager van het bestaan van een verkoopovereenkomst getuigen op de datum van indiening van zijn aanvraag voor de projectoproep; 3° de drager van het infrastructuurproject verbindt zich ertoe de gesubsidieerde infrastructuur te gebruiken voor een kinderdagverblijf gedurende een periode van minimum twintig jaar vanaf de datum van de voorlopige oplevering van het geheel van de werken of de ondertekening van de koopovereenkomst;4° het dossier bevat een raming van de investering die vereist is voor de aankoop, de bouw of de renovatie van de daarvoor bestemde infrastructuur, waarvan het bedrag gelijk is aan of hoger is dan het bedrag dat voor overheidsopdrachten met een geringe waarde is bepaald in artikel 92 van de wet van 17 juni 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/06/2016 pub. 14/07/2016 numac 2016021053 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet inzake overheidsopdrachten sluiten betreffende de overheidsopdrachten;5° de door het project beoogde bouw- of renovatiewerken zijn gericht op het bereiken van de in de gemeenschappelijke oproep tot het indienen van projecten vastgestelde normen;6° de drager van het infrastructuurproject moet de financiële bijstand vermelden die wordt gevraagd voor de realisatie van dezelfde investering in toepassing van andere reglementaire of contractuele bepalingen, en verbindt zich ertoe de subsidiërende overheid in te lichten over de stappen die zij in dit verband zou kunnen ondernemen in geval van selectie van het project, met name in de fase van de indiening van het investeringsprogramma, de indiening van het gunningsdossier en de eindafrekening;7° indien de drager van het infrastructuurproject verschillend is van de projectdrager, bepaalt hij de wijze van beheer van de infrastructuur die van de geplande werken profiteert, met inachtneming van de volgende voorwaarden: a.De terbeschikkingstelling van de gesubsidieerde infrastructuur geschiedt overeenkomstig de wet betreffende de overheidsopdrachten en wordt geformaliseerd in een overeenkomst die uiterlijk op de dag waarop de vergunning wordt verleend of door ONE wordt aangepast, wordt opgesteld.

De overeenkomst voorziet in de naleving van de vergunningsvoorwaarden en de subsidiëring van de crèche door de projectdrager. b. De drager van het infrastructuurproject verbindt zich ertoe, gedurende de in 3° van dit lid bedoelde periode, het beheer van de opvangvoorziening over te nemen of een andere houder van een vergunning van de opvangvoorziening te zoeken indien de oorspronkelijke projectdrager zich uit de overeenkomst terugtrekt. De partijen kunnen in de gezamenlijke projectoproep aanvullende voorwaarden toevoegen.

Art. 5.§ 1. De ontvankelijkheid van projecten en de datum waarop zij operationeel worden, worden gezamenlijk onderzocht door ONE en de Waalse Overheidsdienst Binnenlandse aangelegenheden en Sociale Actie.

De ontvankelijke projecten worden, eventueel na herziening van de datum van het operationeel maken, onderworpen aan een gezamenlijke rangschikking en selectie die wordt vastgesteld door ONE voor de programmering en door de Waalse Regering voor de infrastructuursubsidies.

De projecten worden gerangschikt en geselecteerd aan de hand van criteria die hoofdzakelijk betrekking hebben op de kenmerken van de betrokken geografische entiteit, met name de algemene dekkingsgraad of gesubsidieerde plaatsen en de onvervulde vraag. Deze criteria, de weging ervan en de wijze waarop zij worden beoordeeld, worden omschreven in de gezamenlijke projectoproep. § 2. Ontvankelijke projecten die niet in de ranglijst zijn opgenomen, kunnen in geval van terugtrekking opnieuw worden geselecteerd volgens dezelfde modaliteiten en in de volgorde van hun rangschikking § 3. Overeenkomstig de in de gemeenschappelijke projectoproep vastgestelde modaliteiten kunnen de niet-ingevulde plaatsen het voorwerp uitmaken van een nieuwe oproep of, indien de projectoproep voorziet in de verdeling van de te vervullen plaatsen per provincie of per arrondissement, worden bestemd voor ontvankelijke projecten die nog niet in de andere provincies of arrondissementen zijn geselecteerd. HOOFDSTUK 3. - Modaliteiten m.b.t. de subsidiëring van de geselecteerde projecten

Art. 6.§ 1. Indien de projectoproep daarin voorziet, ontvangen de geselecteerde projecten een infrastructuursubsidie voor de oprichting van nieuwe plaatsen.

Het maximumbedrag van deze subsidie wordt berekend door de maximaal subsidiabele kosten van een plaats te vermenigvuldigen met het aantal gevraagde plaatsen, eventueel verhoogd met coëfficiënten voor algemene kosten, belasting over de toegevoegde waarde of inschrijvingskosten, waarop een interventietarief wordt toegepast.

De Waalse Regering bepaalt de waarde van de maximaal subsidiabele kosten en het interventiepercentage en de andere methoden voor de berekening van deze subsidie. § 2. Indien de projectoproep daarin voorziet, genieten de geselecteerde projecten een tewerkstellingssubsidie ten laste van het Waalse Gewest, toegekend overeenkomstig hoofdstuk 3 van het decreet van het Waals Gewest van 10 juni 2021 betreffende het standvastig maken van de in het kader van de regeling voor de steun ter bevordering van de tewerkstelling (Franse afkorting "APE") gecreëerde jobs en de creatie van jobs die beantwoorden aan prioritaire maatschappelijke behoeften.

De in lid 1 bedoelde subsidie wordt aan de projectdrager toegekend voor de indienstneming van niet-werkende werkzoekenden als onthaalpersoneel. De subsidie kan worden toegekend, zodra de projectdrager van ONE een vergunning heeft gekregen om de opvangplaatsen open te stellen, overeenkomstig de modaliteiten bepaald bij of krachtens bovenvermeld decreet van 10 juni 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 10/06/2021 pub. 01/07/2021 numac 2021031757 bron waalse overheidsdienst Decreet betreffende het standvastig maken van de in het kader van de regeling voor de steun ter bevordering van de tewerkstelling gecreëerde jobs en de creatie van jobs die beantwoorden aan prioritaire maatschappelijke behoeften (1) type decreet prom. 10/06/2021 pub. 15/06/2021 numac 2021042170 bron waalse overheidsdienst Decreet houdende instemming met het samenwerkingsakkoord van 31 mei 2021 tussen de Federale Staat, de Vlaamse Gemeenschap, de Duitstalige Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie betreffende bijzondere verwerkingen van persoonsgegevens met het oog op het opsporen en onderzoeken van clusters en collectiviteiten, met het oog op de handhaving van de verplichte quarantaine en testing en met het oog op het toezicht op de naleving door de bevoegde sociaal inspecteurs van de maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 tegen te gaan op de arbeidsplaatsen sluiten. § 3. De ONE-programmering die betrekking heeft op de subsidiëring van alle krachtens dit akkoord gecreëerde plaatsen in kinderdagverblijven door ONE, wordt in de gemeenschappelijke projectoproep geïntegreerd.

Art. 7.De subsidie bedoeld in artikel 6, § 1, is definitief verworven bij het verstrijken van de termijn bedoeld in artikel 4, § 3, 3°.

In geval van wijziging van het gebruik van de infrastructuur waarvoor tijdens deze periode de gesubsidieerde investeringen zijn gedaan, wordt de subsidie verminderd met een gedeelte dat gelijk is aan het aantal jaren waarin de infrastructuur voor andere dan de onder dit akkoord vallende doeleinden werd gebruikt.

Dezelfde subsidie wordt verminderd met het niet-afgeschreven gedeelte, indien wordt vastgesteld dat in diezelfde periode niet is voldaan aan de voorwaarde van artikel 4, § 3, punt 7°. HOOFDSTUK 4. - Opvolgingscomité

Art. 8.§ 1. Er wordt een opvolgingscomité opgericht met vertegenwoordigers van de volgende overheden en instellingen: 1° de Minister-President van het Waalse Gewest, 2° de Minister-President van de Franse Gemeenschap;3° de Minister van het Waalse Gewest bevoegd voor Kinderopvanginfrastructuur;4° de Minister van het Waalse Gewest bevoegd voor Werk;5° de Minister van de Franse Gemeenschap bevoegd voor Kinderwelzijn; 6° O.N.E. ; 7° de Waalse Overheidsdienst Binnenlandse Aangelegenheden en Sociale Actie;8° de Waalse Overheidsdienst Energie;9° FOREM. § 2. Het opvolgingscomité komt driemaandelijks bijeen.

Het kan op zijn vergaderingen iedereen uitnodigen die kan helpen bij zijn werkzaamheden.

O.N.E. neemt het secretariaat van het opvolgingscomité waar. § 3. Het opvolgingscomité heeft als taak: 1° toe te zien op de goede uitvoering van dit akkoord;2° ten minste om de zes maanden bij de Regeringen een verslag in te dienen over de stand van zaken met betrekking tot de lopende projectoproep, met inbegrip van de volgende elementen: o de stand van zaken van de procedures; o het aantal ingediende dossiers en het aantal aangevraagde plaatsen; o de stand van de infrastructuursubsidies; o het aantal nieuw opengestelde plaatsen; o het aantal toegewezen gesubsidieerde betrekkingen; o het aantal effectief ingevulde gesubsidieerde betrekkingen.

Art. 9.De partijen zorgen voor de praktische coördinatie van de administratieve opvolging van de projecten onder hun diensten. HOOFDSTUK 5. - Projectoproep voor de periode 2021-2026

Art. 10.§ 1. De partijen doen een gezamenlijke projectoproep voor de oprichting, de vergunning en de subsidiëring, met inbegrip van de infrastructuur, van opvangplaatsen in het Franse taalgebied, volgens de procedures van artikel 3, overeenkomstig de bepalingen van dit samenwerkingsakkoord. Deze plaatsen zijn verdeeld in twee delen: 1° Deel 1 beoogt de selectie van projecten voor de oprichting van ten minste 1.757 nieuwe kinderopvangplaatsen op het grondgebied van de in het Europees herstelplan genoemde gemeenten, namelijk: Aiseau-Presles, Andenne, Anderlues, Ans, Bernissart, Beyne-Heusay, Binche, Cerfontaine, Chapelle-lez-Herlaimont, Charleroi, Châtelet, Colfontaine, Comblain-au-Pont, Courcelles, Couvin, Dison, Engis, Erquelinnes, Farciennes, Flémalle, Fleurus, Fontaine-l'Evêque, Grâce-Hollogne, Herstal, La Louvière, Lessen, Manage, Bergen, Morlanwelz, Quaregnon, Saint-Nicolas, Sambreville, Seraing, Verviers, Viroinval.

Naast deze gemeenten voldoen ook de gemeenten Amay, Dour, Luik en Merbes-le-Château aan dezelfde selectiecriteria als de 35 in het vorige lid bedoelde gemeenten, na bijwerking van de cijfers die hun selectie mogelijk hebben gemaakt. 2° Het doel van deel 2 is de selectie van projecten voor de oprichting van ten minste 1.386 nieuwe plaatsen in de andere gemeenten van het Franse taalgebied dan die bedoeld in 1°. De nieuwe plaatsen worden over de arrondissementen verdeeld in verhouding tot het aantal ontbrekende plaatsen, zodat in elk van de gemeenten die voor deel 2 in aanmerking komen, een minimale dekkingsgraad van 33% aan gesubsidieerde plaatsen wordt bereikt.

De minimumverdeling van de plaatsen per arrondissement is opgenomen in de bijlage bij dit samenwerkingsakkoord. § 2. Om ontvankelijk te zijn, moeten de projecten een verbintenis van de projectdrager bevatten om te voldoen aan de voorwaarden voor de toekenning van de versterkingssubsidie waarin is voorzien in de beheersovereenkomst 2021-2025 van O.N.E., met name wat betreft de deelname aan de maatregelen voor sociale toegankelijkheid die door O.N.E. worden uitgevoerd, en om een inclusieve houding aan te nemen ten aanzien van eenoudergezinnen en een inclusief standpunt in te nemen ten aanzien van eenoudergezinnen. . § 3. Aan het ontvankelijkheidscriterium bedoeld in artikel 4, § 3, 5°, wordt geacht te zijn voldaan indien de volgende voorwaarden vervuld zijn: 1° het project maakt gebruik van eco-materialen met een bio-gehalte van 70% of meer, gemeten volgens de prEN 16785-2:2018 norm, voor de isolatie van ten minste zestig procent van de nieuwe of gerenoveerde muren van de verwarmde bouwschil, buitenschrijnwerk aan de buitenzijde niet meegerekend, en geeft prioriteit aan het gebruik van koolstofarme energie;2° de warmtedoorgangscoëfficiënt van nieuwe of gerenoveerde daken, berekend overeenkomstig bijlage B1 bij het besluit van de Waalse Regering van 11 april 2019 tot wijziging van het besluit van de Waalse Regering van 15 mei 2014 tot uitvoering van het decreet van 28 november 2013 betreffende de energieprestatie van gebouwen, is kleiner dan of gelijk aan 0,20 W/m2.K; 3° in het geval van de bouw van een nieuw gebouw : - beoogt het project een niveau van totale thermische isolatie van het gebouw, bepaald volgens de berekeningsmethode bedoeld in artikel 3 van het decreet van het Waalse Gewest van 28 november 2013 betreffende de energieprestatie van gebouwen, van minder dan of gelijk aan vijfentwintig en een niveau van primair energieverbruik van de EPB-eenheid, bepaald volgens de berekeningsmethode bedoeld in artikel 3 van de wetgeving betreffende de energieprestatie van gebouwen, van minder dan of gelijk aan tweeënzeventig minder dan 80 procent van de maximumwaarde bepaald door de regelgeving, met een maximum van vijfenzestig ; - heeft het project een luchtdichtheid van minder dan of gelijk aan twee kubieke meter per uur per vierkante meter; - voorziet het project in een ventilatiesysteem van klasse IDA2 of hoger (met een luchtverversing van 36 m3/h.pers) voor ruimten die bestemd zijn voor menselijke bewoning; 4° in het geval van renovatie van meer dan 25% van de muren van de verwarmde bouwschil : - streeft het project naar een niveau van algehele thermische isolatie van een gebouw, bepaald volgens de berekeningsmethode bedoeld in artikel 3 van het decreet van het Waals Gewest van 28 november 2013 betreffende de energieprestaties van gebouwen, dat lager is dan of gelijk is aan vijfendertig ; - voorziet het project in een ventilatiesysteem van klasse IDA2 of hoger (met een luchtverversing van 36 m3/h.pers) voor ruimten die bestemd zijn voor menselijke bewoning; 5° in alle gevallen van renovatie verbindt het project zich ertoe een energie-audit uit te voeren, met inbegrip van een beschrijving van een renovatietraject om op lange termijn koolstofneutraliteit te bereiken. De voorgestelde renovatie past in dit schema; 6° thermisch comfort: de drager van infrastructuurprojecten besteedt bijzondere aandacht aan de studie van het thermisch comfort om problemen in verband met zowel de gezondheid als het energieverbruik te voorkomen;7° kwaliteit van de binnenlucht en gezondheid: de drager van het infrastructuurproject besteedt bijzondere aandacht aan de toepassing van materialen en systemen die de emissie van verontreinigende stoffen en de verspreiding van fijne deeltjes in de binnenlucht drastisch beperken. § 4. O.N.E, de Waalse Overheidsdienst Binnenlandse Aangelegenheden, de Waalse Overheidsdienst Energie en FOREM zetten een ondersteuningssysteem op voor projectdragers om hen te helpen bij de voorbereiding van hun project.

Indien er een door de Waalse Regering georganiseerde bijstand voor het beheer van de projecten komt, moeten de geselecteerde dragers van infrastructuurprojecten zich hiervoor inschrijven. § 5. De in aanmerking komende projecten waarvan de vestiging is gepland in een van de gemeenten waarop deel 1 is gericht, worden per gemeente gerangschikt op basis van het gesubsidieerde dekkingspercentage, waarbij voorrang wordt gegeven aan de laagste percentages.

De projecten zullen worden geselecteerd binnen de grenzen van het aantal plaatsen in deel 1 en binnen de grenzen van de beschikbare begrotingsmiddelen. § 6. De rangschikking en selectie van in aanmerking komende projecten in het kader van deel 2 wordt per arrondissement bepaald.

Het minimumaantal aan te bieden plaatsen per arrondissement wordt berekend in verhouding tot het aantal op te richten plaatsen, zodat alle gemeenten van het arrondissement een minimumpercentage aan gesubsidieerde plaatsen van 33% bereiken, waarbij de arrondissementen van deel 1 bij deze berekening worden geneutraliseerd.

Alleen projecten op het grondgebied van gemeenten die niet onder deel 1 vallen, kunnen in aanmerking komen voor plaatsen van deel 2.

De in het kader van deel 2 in aanmerking komende projecten worden per arrondissement gerangschikt op basis van het gesubsidieerde dekkingspercentage, waarbij voorrang wordt gegeven aan de laagste percentages. § 7. Indien de in de paragrafen 5 en 6 bedoelde criteria niet volstaan, worden de projecten gerangschikt aan de hand van een samengestelde index waarbij de volgende criteria met de volgende weging worden gehanteerd: 1° de algemene dekkingsgraad, 10 punten 2° de dekkingsgraad van gesubsidieerde plaatsen, 35 punten ;3° de sociaal-economische situatie van de geografische entiteit, gemeten aan de hand van het gemiddelde of mediane inkomen, het percentage eenoudergezinnen en de arbeidsparticipatie van de vrouwelijke bevolking, waarbij elk van deze drie criteria 5 punten waard is;4° de tijd die nodig is om operationeel te worden, beoordeeld op 10 punten;5° de toegankelijkheid om te voorzien in de opvangbehoeften die voortvloeien uit bijzondere sociale situaties, 10 punten;6° de toegankelijkheid en de ligging van de infrastructuur, 10 punten;7° de infrastructuur, de energiedoelstellingen en de bouwkwaliteit, 20 punten. De in lid 1 bedoelde samengestelde index wordt uitgedrukt in procenten.

Indien het project geen infrastructuursubsidie aanvraagt, wordt deze samengestelde index berekend op basis van de eerste zes criteria.

Voor de beoordeling van de criteria betreffende de dekkingsgraad en de werkgelegenheidsgraad van de vrouwelijke bevolking is de referentiewaarde die van de geografische eenheid met de laagste dekkingsgraad waarvoor een project is ingediend. Elk van deze criteria wordt beoordeeld aan de hand van het quotiënt van de referentiewaarde door de voor de betrokken geografische entiteit gemeten waarde, vermenigvuldigd met hun weging.

Voor de beoordeling van het criterium met betrekking tot het percentage eenoudergezinnen is de referentiewaarde die van de geografische entiteit met het hoogste percentage waarvoor een project is ingediend. Elk van deze criteria wordt beoordeeld aan de hand van het quotiënt van de referentiewaarde door de voor de betrokken geografische entiteit gemeten waarde, vermenigvuldigd met hun weging.

Voor de beoordeling van het inkomenscriterium is de referentiewaarde die van de geografische entiteit met het laagste gemiddelde inkomen waarvoor een project is ingediend. Dit criterium wordt beoordeeld aan de hand van het quotiënt van de referentiewaarde door de gemeten waarde voor de geografische entiteit, vermenigvuldigd met de weging ervan.

Voor de beoordeling van het criterium betreffende de termijn voor het operationeel worden, wordt het maximumaantal punten toegekend aan het project dat ernaar streeft om uiterlijk op 1 januari 2024 operationeel te worden, waarna het aantal punten per kwartaal afneemt. Projecten m.b.t. een datum van het operationeel maken vanaf het 2e kwartaal 2026 krijgen geen punten toegekend.

Voor de beoordeling van het criterium betreffende de toegankelijkheid om te voorzien in de opvangbehoeften die voortvloeien uit bijzondere sociale situaties, wordt het maximumaantal punten toegekend aan de projectdrager die zich ertoe heeft verbonden een systeem op te zetten en in stand te houden waarbij 50% van de totale capaciteit van de opvangvoorziening wordt voorbehouden om te voorzien in de opvangbehoeften die voortvloeien uit bijzondere sociale situaties in de zin van artikel 88, 5°, van het besluit van de Franse Gemeenschapsregering van 2 mei 2019 houdende de vergunnings- en subsidieregeling voor kinderdagverblijven, diensten voor kinderopvang en zelfstandige (mede)onthaalouders. De score daalt dan proportioneel voor elke 10% reservering. Er worden geen punten toegekend voor projecten met een reserveringspercentage van minder dan 20%.

Voor de beoordeling van het criterium met betrekking tot de toegankelijkheid en de ligging van de voorgestelde infrastructuur wordt het aantal punten, op basis van de bij de aanvraag gevoegde methodologische nota met betrekking tot de mobiliteit en de toegankelijkheid van de infrastructuur, als volgt toegekend: a. toegankelijkheid met het openbaar vervoer: i.als de infrastructuur wordt bediend door ten minste 2 verschillende geregelde vervoersdiensten (bus- en/of treinlijnen die ten minste elk uur worden bediend met haltes binnen 300 meter van de voorziening) - krijgt het project 2 punten; ii. als de infrastructuur wordt bediend door hetzij 1 geregelde vervoersdienst (bus- en/of treinlijn die minstens om het uur wordt bediend met haltes op minder dan 300 meter van de infrastructuur), hetzij door ten minste 2 verschillende geregelde vervoersdiensten (bus- en/of treinlijnen die minstens om het uur worden bediend met haltes op minder dan 1000 meter van de infrastructuur) - krijgt het project 1 punt; b. zachte mobiliteit: i.als de infrastructuur te voet of met de fiets bereikbaar is via een fietspad en/of Ravel, krijgt het project 1 punt; ii. als een beveiligde fietsenstalling met een minimumcapaciteit gelijk aan 20% van het aantal plaatsen in het kinderdagverblijf aanwezig is binnen 50 meter van de ingang van de infrastructuur, krijgt het project één punt; c. bereikbaarheid met de auto : i.als binnen 50 meter van de ingang van de infrastructuur een parkeerterrein aanwezig is met een capaciteit die minimaal gelijk is aan 50% van het totale aantal plaatsen in het kinderdagverblijf, krijgt het project 1 punt.

De afstand wordt berekend vanaf de dichtstbijzijnde plaats; d. diensten : i.als een kleuterschool, lagere school of huiswerkschool aanwezig is binnen een straal van 1 km rond de infrastructuur, krijgt het project 1 punt; ii. als er zich binnen een straal van 1 km rond de infrastructuur meerdere kleuter-, lagere of huiswerkscholen bevinden, krijgt het project 2 punten; iii. als een opleidingscentrum aanwezig is binnen een straal van minder dan 1 km van de infrastructuur of gemakkelijk bereikbaar is met het openbaar vervoer (max. 30 min), krijgt het project 2 punten; iv. indien in een straal van minder dan 1 km rond de infrastructuur een sociale dienst voor kwetsbare personen (centrum voor sociale dienst, centrum voor socioprofessionele inschakeling, OCMW, opvangtehuis, gemeenschapshuis, gewestelijk integratiecentrum, lokale initiatieven voor integratie, ambulante dienst voor slachtoffers van geweld, schuldbemiddelingsdiensten, diensten voor maatschappelijke integratie, ...) of een digitale openbare ruimte aanwezig is: 1 punt Voor de beoordeling van het criterium infrastructuur, energiedoelstellingen en kwaliteit van het gebouw wordt het aantal punten als volgt toegekend: 1° infrastructuur: a.type project: i. als het project betrekking heeft op de renovatie van een bestaand gebouw waarbij 25% van de verwarmde buitenschil wordt gerenoveerd of op de aankoop van een gebouw waarvoor de bouwvergunning na 1 januari 2014 is ingediend, krijgt het 5 punten; ii. als het project de bouw van een gebouw op een reeds bestaande bouwplaats beoogt (na afbraak van een bestaand gebouw), krijgt het 4 punten; iii. als het project betrekking heeft op de bouw van een nieuw gebouw of de aankoop van een gebouw waarvoor de datum van indiening van de bouwvergunning tussen 1 mei 2010 en 31 december 2013 ligt, krijgt het 3 punten; iv. als het project een uitbreiding is van een bestaand gebouw waarin momenteel de bestaande opvangplaatsen zijn ondergebracht, krijgt het 2 punten; v. als het project betrekking heeft op de uitbreiding van een bestaand gebouw dat momenteel niet als kinderdagverblijf wordt gebruikt, zonder dat het gebouw voor ten minste 25% wordt gerenoveerd, of indien het project betrekking heeft op de aankoop van een gebouw waarvoor de bouwvergunning vóór 1 mei 2010 is ingediend, zonder dat het gebouw voor ten minste 25% van zijn verwarmde oppervlakte wordt gerenoveerd, krijgt het 1 punt;2° primair verbruiksniveau: als de drager van het infrastructuurproject zich ertoe verbindt een gebouw met positieve energie te bouwen, krijgt hij 5 punten.Dit criterium zal worden geneutraliseerd voor projecten die gericht zijn op de renovatie van bestaande gebouwen; 3° gebruik van eco-materialen voor de isolatie van nieuwe of gerenoveerde muren van de verwarmde schil van het gebouw, met uitzondering van buitenschrijnwerk: indien de drager van het infrastructuurproject zich ertoe verbindt een hoger percentage eco-materialen te gebruiken op de oppervlakte, krijgt hij een score die gelijk is aan het verschil tussen het percentage waarvoor hij zich ertoe verbindt en het opgelegde minimumpercentage, gedeeld door 8;het project krijgt maximaal 5 punten ; 4° . staat van het bestaande gebouw: indien de bestaande opvangvoorziening werkzaam is in een gebouw waarvan de structuur tijdelijk is, waarvan de stabiliteit in het gedrang is of dat ongezond is verklaard en het project de verhuizing beoogt naar een gebouw dat voldoet aan de normen van bijlage 1 van het besluit van de Franse Gemeenschapsregering van 2 mei 2019 houdende de vergunnings- en subsidieregeling voor kinderdagverblijven, diensten voor kinderopvang en zelfstandige (mede)onthaalouders,, krijgt het project 5 punten.

Dit criterium zal worden geneutraliseerd voor de oprichting van een nieuw kinderdagverblijf.

Indien een van de subcriteria wordt geneutraliseerd, krijgt het criterium een score van 20 punten, waarbij een regel van drie wordt toegepast. § 8. Overeenkomstig de in de gezamenlijke oproep tot het indienen van projecten vastgestelde procedures worden de niet-ingevulde plaatsen van deel 2 toegewezen aan in aanmerking komende projecten die nog niet in de andere arrondissementen zijn geselecteerd.

Indien de projecten die in het kader van een van de delen zijn geselecteerd de voor dit deel voorziene O.N.E.-middelen en werkgelegenheidssubsidies als bedoeld in artikel 10, § 2, niet uitputten en er in het andere deel projecten zijn die bij gebrek aan deze middelen niet zijn geselecteerd, kunnen de beschikbare middelen worden gebruikt voor de selectie van aanvullende projecten in dit andere deel met inachtneming van de rangschikkingscriteria.

Plaatsen die na de selectie van alle in aanmerking komende projecten niet zijn ingenomen, kunnen het voorwerp uitmaken van een nieuwe projectoproep. § 9. Geselecteerde projecten die infrastructuurwerken vereisen, krijgen een infrastructuursubsidie voor het creëren van nieuwe plaatsen.

Het maximumbedrag van deze subsidie wordt berekend overeenkomstig artikel 6, lid 1.

Voor de berekening van de subsidie als bedoeld in lid 1 bedraagt het steunpercentage 80 % en de subsidiabele kosten maximaal 41 000 EUR exclusief btw per gecreëerde plaats.

De uiteindelijke subsidie wordt bepaald op basis van het bedrag van de algemene rekening van de onderneming, de waarde van de aankoop of de raming van het aangekochte goed, de bewijsstukken die nodig zijn voor de controle van de ontvankelijheidscriteria en houdt rekening met de daadwerkelijke oprichting van plaatsen, rekening houdend met de eventuele sluitingen van opvangplaatsen die door de projectdrager of een organiserende instantie waarmee hij een band heeft, op het grondgebied van de gemeente of het arrondissement worden uitgevoerd na het operationeel worden van de nieuwe opvangplaatsen.

Behalve in naar behoren gemotiveerde gevallen van overmacht kan niet-naleving van de ontvankelijkheids- en selectiecriteria en van de in de aanvraag vervatte elementen leiden tot sancties die gaan van een proportionele verlaging van de subsidie tot de afwijzing van de gehele subsidie. § 10. Overeenkomstig artikel 6, § 2, ontvangen de geselecteerde projecten een werkgelegenheidssubsidie van 1,5 voltijdequivalenten voor elke 7 gecreëerde plaatsen.

Deze subsidie wordt door het Waalse Gewest, met inachtneming van de voorwaarden die bij of krachtens voornoemd decreet van 10 juni 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 10/06/2021 pub. 01/07/2021 numac 2021031757 bron waalse overheidsdienst Decreet betreffende het standvastig maken van de in het kader van de regeling voor de steun ter bevordering van de tewerkstelling gecreëerde jobs en de creatie van jobs die beantwoorden aan prioritaire maatschappelijke behoeften (1) type decreet prom. 10/06/2021 pub. 15/06/2021 numac 2021042170 bron waalse overheidsdienst Decreet houdende instemming met het samenwerkingsakkoord van 31 mei 2021 tussen de Federale Staat, de Vlaamse Gemeenschap, de Duitstalige Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie betreffende bijzondere verwerkingen van persoonsgegevens met het oog op het opsporen en onderzoeken van clusters en collectiviteiten, met het oog op de handhaving van de verplichte quarantaine en testing en met het oog op het toezicht op de naleving door de bevoegde sociaal inspecteurs van de maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 tegen te gaan op de arbeidsplaatsen sluiten zijn vastgesteld, toegekend voor de bezetting van 1,5 werknemers, uitgedrukt in voltijdse equivalenten, voor 7 opvangplaatsen die krachtens dit akkoord worden gecreëerd, tot een jaarlijkse subsidie van 28.050,66 euro per voltijds equivalent. 28.050,66 wordt vanaf 2023 geïndexeerd overeenkomstig de indexering van de subsidie die wordt toegekend in het kader van het decreet van 10 juni 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 10/06/2021 pub. 01/07/2021 numac 2021031757 bron waalse overheidsdienst Decreet betreffende het standvastig maken van de in het kader van de regeling voor de steun ter bevordering van de tewerkstelling gecreëerde jobs en de creatie van jobs die beantwoorden aan prioritaire maatschappelijke behoeften (1) type decreet prom. 10/06/2021 pub. 15/06/2021 numac 2021042170 bron waalse overheidsdienst Decreet houdende instemming met het samenwerkingsakkoord van 31 mei 2021 tussen de Federale Staat, de Vlaamse Gemeenschap, de Duitstalige Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie betreffende bijzondere verwerkingen van persoonsgegevens met het oog op het opsporen en onderzoeken van clusters en collectiviteiten, met het oog op de handhaving van de verplichte quarantaine en testing en met het oog op het toezicht op de naleving door de bevoegde sociaal inspecteurs van de maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 tegen te gaan op de arbeidsplaatsen sluiten van 10 juni 2021 betreffende het standvastig maken van de in het kader van de regeling voor de steun ter bevordering van de tewerkstelling (Franse afkorting "APE") gecreëerde jobs en de creatie van jobs die beantwoorden aan prioritaire maatschappelijke behoeften.

De werkgelegenheidssubsidie wordt toegekend aan de projectdrager voor het in dienst nemen van werkloze werkzoekenden als onthaalpersoneel.

De subsidie kan worden toegekend zodra de projectdrager van ONE de toelating heeft gekregen om de opvangplaatsen te openen, volgens de procedures bepaald bij of krachtens het voornoemde decreet van 10 juni 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 10/06/2021 pub. 01/07/2021 numac 2021031757 bron waalse overheidsdienst Decreet betreffende het standvastig maken van de in het kader van de regeling voor de steun ter bevordering van de tewerkstelling gecreëerde jobs en de creatie van jobs die beantwoorden aan prioritaire maatschappelijke behoeften (1) type decreet prom. 10/06/2021 pub. 15/06/2021 numac 2021042170 bron waalse overheidsdienst Decreet houdende instemming met het samenwerkingsakkoord van 31 mei 2021 tussen de Federale Staat, de Vlaamse Gemeenschap, de Duitstalige Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie betreffende bijzondere verwerkingen van persoonsgegevens met het oog op het opsporen en onderzoeken van clusters en collectiviteiten, met het oog op de handhaving van de verplichte quarantaine en testing en met het oog op het toezicht op de naleving door de bevoegde sociaal inspecteurs van de maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 tegen te gaan op de arbeidsplaatsen sluiten. § 11. De gezamenlijke projectoproep integreert de ONE-programmering overeenkomstig artikel 6, § 3. De plaatsen die in het kader van dit akkoord worden gecreëerd, zullen door ONE worden gesubsidieerd overeenkomstig het overgangsproces van de hervorming van de opvangvoorzieningen en zullen onderworpen zijn aan de voorwaarden die gelden voor bestaande kinderdagverblijven op het ogenblik dat zij recht hebben op subsidie, met inbegrip van de versterkingssubsidie. HOOFDSTUK 6. - Slotbepalingen

Art. 11.Uiterlijk aan het einde van het eerste halfjaar van 2026 stellen de partijen, op basis van de halfjaarlijkse verslagen van het in artikel 8 bedoelde toezichtcomité, de doelstellingen en het tijdschema vast voor de projectoproep die de in hoofdstuk V bedoelde oproep opvolgt met het oog op de verwezenlijking van de in artikel 1 omschreven doelstelling.

Art. 12.Dit akkoord treedt in werking de dag waarop het ondertekend wordt.

Brussel, 30 juni 2022.

Voor de Regering van de Franse Gemeenschap : De Minister-President, P.-Y. JEHOLET De Minister van Kinderwelzijn, Gezondheid, Cultuur, Media en Vrouwenrechten, B. LINARD Voor de Waalse Regering : De Minister-President, E. DI RUPO De Minister van Werk, Vorming, Gezondheid, Sociale Actie en Sociale Economie, Gelijke Kansen en Vrouwenrechten, Ch. MORREALE De Minister van Ambtenarenzaken, Informatica, Administratieve Vereenvoudiging, belast met Kinderbijslag, Toerisme, Erfgoed en Verkeersveiligheid, V. DE BUE

Bijlage bij het samenwerkingsakkoord tussen het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschap betreffende de oprichting van kinderopvangplaatsen

Arrondissementen

Minimumaantal plaatsen

Nijvel

347

Aat

56

Charleroi

29

La Louvière

4

Bergen

28

Zinnik

25

Thuin

39

Doornik-Moeskroen

25

Hoei

80

Luik

208

Verviers (Duits. Uitgez.)

95

Borgworm

53

Aarlen

50

Bastenaken

3

Marche-en-Famenne

17

Neufchâteau

35

Virton

90

Dinant

64

Namen

79

Philippeville

57


Gezien om te worden gevoegd bij het samenwerkingsakkoord tussen het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschap betreffende de oprichting van kinderopvangplaatsen.

Voor de Regering van de Franse Gemeenschap : De Minister-President, P.-Y. JEHOLET De Minister van Kinderwelzijn, Gezondheid, Cultuur, Media en Vrouwenrechten, B. LINARD Voor de Waalse Regering : De Minister-President, E. DI RUPO De Minister van Werk, Vorming, Gezondheid, Sociale Actie en Sociale Economie, Gelijke Kansen en Vrouwenrechten, Ch. MORREALE De Minister van Ambtenarenzaken, Informatica, Administratieve Vereenvoudiging, belast met Kinderbijslag, Toerisme, Erfgoed en Verkeersveiligheid, V. DE BUE

^