Etaamb.openjustice.be
Decreet van 30 januari 2025
gepubliceerd op 19 februari 2025

Besluit betreffende het stroomlijnen van maatregelen ter bevordering van het trans-Europees vervoersnetwerk (1)

bron
waalse overheidsdienst
numac
2025001594
pub.
19/02/2025
prom.
30/01/2025
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

30 JANUARI 2025. - Besluit betreffende het stroomlijnen van maatregelen ter bevordering van het trans-Europees vervoersnetwerk (TEN-T) (1)


Het Waalse Parlement heeft aangenomen en Wij, Waalse Regering, bekrachtigen hetgeen volgt:

HOOFDSTUK 1 - Onderwerp

Artikel 1.Bij dit decreet wordt Richtlijn (EU) 2021/1187 van het Europees Parlement en de Raad van 7 juli 2021 betreffende het stroomlijnen van maatregelen ter bevordering van het trans-Europees vervoersnetwerk (TEN-T).

HOOFDSTUK 2 - Begripsomschrijvingen en toepassingsgebied

Art. 2.Voor de toepassing van dit decreet en van zijn uitvoeringsbesluiten wordt verstaan onder: 1° "vergunningsbesluit": een besluit of een reeks besluiten, dat/die van bestuurlijke aard kan/kunnen zijn, die tegelijkertijd of opeenvolgend zijn genomen door een instantie of instanties,met uitzondering van administratieve en gerechtelijke beroepsinstanties, overeenkomstig een rechtsstelsel en het bestuursrecht, en waarbij wordt bepaald of een initiatiefnemer het project op het grondgebied van het Waalse Gewest mag uitvoeren, onverminderd besluiten die in het kader van een administratieve of gerechtelijke beroepsprocedure worden genomen;2° "vergunningsprocedure": een procedure, met inbegrip van deze in verband met de milieueffectbeoordeling, die voor een onder artikel 3 vallend afzonderlijk project wordt gevolgd om een door de bevoegde instantie of instanties op grond van het gewestelijke recht of het Unierecht vereist vergunningsbesluit te verkrijgen, met uitzondering van stadsplanning of ruimtelijke ordening, procedures in verband met het toekennen van overheidsopdrachten, en van maatregelen op strategisch niveau die geen betrekking hebben op een specifiek project, zoals een strategische milieubeoordeling, een begrotingsplanning door overheden of nationale of regionale vervoersplannen;3° "project": een voorstel voor de bouw, aanpassing of wijziging van een bepaald deel van de vervoersinfrastructuur, dat gericht is op de verbetering van de capaciteit, de veiligheid en de efficiëntie van die infrastructuur en waarvan de uitvoering moet worden goedgekeurd door middel van een vergunningsbesluit;4° "grensoverschrijdend project": een project dat het grondgebied van het Waalse Gewest overschrijdt;5° "initiatiefnemer": de aanvrager van een vergunning voor de uitvoering van een project of de overheidsinstantie die het initiatief neemt voor een project;6° "aangewezen instantie": de instantie die optreedt als aanspreekpunt voor de initiatiefnemer en de efficiënte en gestructureerde uitvoering van vergunningsprocedures overeenkomstig dit decreet faciliteert;7° "bevoegde instantie": de instantie die bevoegd is om het vergunningsbesluit af te geven;8° "gezamenlijke instantie": een instantie die in onderlinge overeenstemming tussen het Waalse Gewest en een ander Gewest of een andere lidstaat is opgericht om de op grensoverschrijdende projecten betrekking hebbende vergunningsprocedures te faciliteren, met inbegrip, in voorkomend geval, van de door daartoe aangewezen instanties opgerichte gezamenlijke instanties;9° "verordening (EU) nr.1315/2013" : de verordening (EU) nr. 1315/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 betreffende richtsnoeren van de Unie voor de ontwikkeling van het trans-Europees vervoersnetwerk en tot intrekking van Besluit nr. 661/2010/EU.

Art. 3.Dit besluit is van toepassing op de vergunningsprocedures die nodig zijn om de uitvoering goed te keuren van: 1° projecten die deel uitmaken van de in de bijlage bij dit besluit vermelde vooraf bepaalde segmenten van het kernnetwerk;2° andere vervoersinfrastructuurprojecten met betrekking tot kernnetwerkcorridors, zoals geïdentificeerd overeenkomstig artikel 44, § 1er, van Verordening (EU) nr.1315/2013 waarvan de totale kosten meer dan 300 000 000 euro bedragen.

Dit besluit is niet van toepassing op projecten die uitsluitend betrekking hebben op telematicatoepassingen, nieuwe technologieën en innovatie in de zin van de artikelen 31 en 33 van Verordening (EU) nr. 1315/2013.

HOOFDSTUK 3 - Aangewezen instantie

Art. 4.§ 1. De Regering bepaalt welke instantie of instanties als aangewezen instantie in het kader van dit decreet optreden. § 2. De aangewezen instantie is belast met de volgende taken: 1° optreden als informatieaanspreekpunt voor de initiatiefnemer en voor andere bevoegde instanties die betrokken zijn bij de procedure die leidt tot het vergunningsbesluit voor een bepaald project;2° gedetailleerde organisatieschema aan de initiatiefnemer verstrekken in verband met de vergunningsprocedure overeenkomstig artikel 7;3° toezien op de duur van de vergunningsprocedure, en met name een eventuele verlenging van de in artikel 6, lid 3, bedoelde termijn registreren;4° op verzoek van de initiatiefnemer richtsnoeren verstrekken inzake de indiening van alle relevante informatie en documenten, waaronder alle vergunningen, besluiten en adviezen die met het oog op het vergunningsbesluit moeten worden verkregen en verstrekt;5° aan de initiatiefnemer, via elk communicatiemiddel dat het mogelijk maakt de datum van verzending te bepalen, onverwijld bevestigen dat alle vergunningen, besluiten en adviezen met het oog op het vergunningsbesluit werden verkregen, dat dit vergunningsbesluit bijgevolg aan hem/haar is afgegeven en dat de vergunningsprocedure is afgesloten. § 3. De Regering bepaalt hoe de identiteit van de aangewezen instantie moet worden gecommuniceerd aan initiatiefnemers. § 4. Paragraaf 2 doet geen afbreuk aan de bevoegdheid van andere bij de vergunningsprocedure betrokken instanties en de mogelijkheid voor de initiatiefnemer om contact op te nemen met de individuele instanties voor de specifieke vergunningen, besluiten of adviezen die deel uitmaken van het vergunningsbesluit.

HOOFDSTUK 4 - Vergunningsprocedure en termijnen Afdeling 1 - Prioriteit en termijnen

Art. 5.De aangewezen instantie en de bevoegde instanties geven voorrang aan onder artikel 3 vallende projecten, onverminderd begrotingsbesluiten.

Art. 6.De termijn van de vergunningsprocedures voor een vervoersinfrastructuurproject als bedoeld in artikel 3, waaraan overeenkomstig artikel 5 prioriteit wordt verleend, mag niet langer duren dan vier jaar, te rekenen vanaf de eerste kennisgeving van het project door de initiatiefnemer aan de aangewezen instantie.

De in lid 1 bedoelde termijn doet geen afbreuk aan de verplichtingen die voortvloeien uit het internationale en het Unierecht en omvat niet de perioden die nodig zijn voor de uitvoering van administratieve en gerechtelijke beroepsprocedures en voor verzoeken bij een hof of een rechtbank om maatregelen of voorzieningen te treffen, noch perioden die nodig zijn voor het uitvoeren van daaruit voortvloeiende besluiten, maatregelen of voorzieningen.

De bevoegde instantie kan de in lid 1 bedoelde termijn in naar behoren gemotiveerde gevallen en voor een per geval bepaalde duur verlengen, uitsluitend om het voltooien van de vergunningsprocedure en het nemen van vergunningsbesluit. De initiatiefnemer wordt door de aangewezen instantie in kennis gesteld van de redenen en verantwoordingen voor deze verlenging, overeenkomstig de door de Regering vastgelegde modaliteiten. De termijn kan een tweede keer, onder dezelfde voorwaarden, worden verlengd.

Het Waalse Gewest en de bevoegde instanties kunnen niet verantwoordelijk worden gesteld indien de in lid 1 bedoelde termijn, zoals verlengd overeenkomstig lid 3, niet in acht wordt genomen wanneer de vertraging te wijten is aan de initiatiefnemer. Afdeling 2 - Vergunningsprocedure


Art. 7.§ 1. De initiatiefnemer stelt de aangewezen instantie of in voorkomend geval bedoelde in artikel 8, § 2, gezamenlijke instantie in kennis van het project, overeenkomstig de door de Regering vastgelegde modaliteiten. Deze kennisgeving van het project door de initiatiefnemer geldt als het begin van de vergunningsprocedure en de bedoelde in artikel 6 termijn. § 2. De Regering bepaalt de nodige maatregelen en de modaliteiten daarvan om ervoor te zorgen dat initiatiefnemers algemene informatie ontvangen als richtsnoer voor de kennisgeving, die waar nodig is aangepast aan de betrokken vervoerswijze, en die informatie bevat over de vergunningen, besluiten en adviezen die vereist zijn voor de uitvoering van een project.

Die informatie omvat voor elke vergunning, elk besluit of elk advies het volgende: 1° algemene informatie over de materiële reikwijdte en de mate van gedetailleerdheid van de informatie die de initiatiefnemer moet verstrekken;2° toepasselijke termijnen of, indien er geen termijnen zijn, indicatieve termijnen, en;3° nadere gegevens van de autoriteiten en belanghebbenden die gewoonlijk betrokken zijn bij raadplegingen in verband met de verschillende vergunningen, besluiten en adviezen. De Regering stelt de procedures vast voor de bekendmaking van de in lid 2 bedoelde informatie op een elektronisch of fysiek informatieportaal. Die informatie is gemakkelijk toegankelijk voor alle betrokken initiatiefnemers. § 3. Wanneer de initiatiefnemer het volledige projectaanvraagdossier heeft ingediend overeenkomstig de door de Regering vastgelegde modaliteiten, wordt het vergunningsbesluit binnen de in artikel 6 bedoelde termijn genomen. § 4. De bij de vergunningsprocedure betrokken bevoegde instanties stellen de aangewezen instantie ervan in kennis dat de vereiste vergunningen, besluiten, adviezen of het vergunningsbesluit zijn afgegeven.

HOOFDSTUK 5 - Coördinatie van grensoverschrijdende vergunningsprocedures

Art. 8.§ 1. Wanneer een project in verband is met het Waalse Gewest en minstens één ander Gewest of een andere lidstaat, organiseert de aangewezen instantie zich om samen te werken met de aangewezen instantie(s) van deze of deze andere entiteiten, om hun tijdschema's te coördineren en een gezamenlijke planning voor de vergunningsprocedure overeen te komen. § 2. De door de Regering aangewezen instantie kan een gezamenlijke instantie oprichten of daarin deelnemen, samen met de bedoelde in paragraaf 1 andere aangewezen instantie(s). § 3. De aangewezen instantie deelt informatie met betrekking tot de vergunningsprocedures mee aan de overeenkomstig artikel 45 van Verordening (EU) nr. 1315/2013 aangewezen Europese coördinatoren. De instantie stelt de Europese coördinatoren ook in staat de contacten tussen de aangewezen autoriteiten te vergemakkelijken in het kader van de vergunningsprocedures voor de in lid 1 bedoelde projecten.

Indien de in artikel 6 bedoelde termijn niet wordt nageleefd, verstrekt de aangewezen instantie de betrokken Europese coördinatoren op verzoek informatie over de maatregelen die zij heeft genomen of voornemens zijn te nemen om de vergunningsprocedure met zo weinig mogelijk vertraging af te ronden.

HOOFDSTUK 6 - Verslaglegging

Art. 9.De aangewezen instantie stelt een verslag op met het aantal onder dit decreet vallende vergunningsprocedures, de gemiddelde duur van de vergunningsprocedures, het aantal vergunningsprocedures dat de termijn overschrijdt en de oprichting van een gezamenlijke instantie tijdens de verslagperiode.

Dit verslag wordt voor het eerst uiterlijk op 10 augustus 2026 en vervolgens om de twee jaar aan de Commissie meegedeeld.

HOOFDSTUK 7 - Wijzigingen in het Waals Wetboek van Ruimtelijke Ordening

Art. 10.Artikel D.IV.25 van het Waals Wetboek van Ruimtelijke Ordening, het laatst gewijzigd bij het decreet van 17 juli 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 17/07/2018 pub. 22/10/2018 numac 2018070049 bron waalse overheidsdienst Decreet houdende de eerste aanpassing van de algemene uitgavenbegroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar 2018 sluiten, wordt aangevuld met een tweede lid, luidend als volgt: "De Regering geeft de milieuvergunning of eenmalige vergunning af voor de projecten opgesomd in artikel 3 van het decreet van 30 januari 2025betreffende het stroomlijnen van maatregelen ter bevordering van het trans-Europees vervoersnetwerk (TEN-T).".

HOOFDSTUK 8 - Overgangsbepaling

Art. 11.Dit decreet is niet van toepassing op projecten waarvoor vergunningsprocedures aan de gang zijn bij de bevoegde instanties voordat dit besluit in werking treedt.

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Namen, 30 januari 2025.

De Minister-President en Minister van Begroting, Financiën, Onderzoek en Dierenwelzijn, A. DOLIMONT De Vice-Minister-President en Minister van Ruimtelijk Beleid, Infrastructuren, Mobiliteit en Plaatselijke Besturen, F. DESQUESNES De Vice-Minister-President en Minister van Economie, Industrie, Digitale Technologieën, Tewerkstelling en Vorming, P.-Y. JEHOLET De Minister van Volksgezondheid, Leefmilieu, Solidariteit en Sociale Economie, Y. COPPIETERS De Minister van Ambtenarenzaken, Administratieve Vereenvoudiging en Sportinfrastructuur, J. GALANT De Minister van Toerisme, Erfgoed en Kinderopvangbeleid, V. LESCRENIER De Minister van Energie, Lucht-Klimaatplan, Huisvesting en Luchthavens, C. NEVEN De Minister van Landbouw en Landelijke Aangelegenheden, A.-C. DALCQ _______ Nota (1) Zitting 2024-2025. Stukken van het Waals Parlement, 30 (2024-2025) Nrs. 1 tot en met 3 Volledig verslag, plenaire vergadering van 29 januari 2025 Bespreking.

Stemming.

Bijlage Vooraf bepaalde segmenten van grensoverschrijdende verbindingen en ontbrekende schakels in kernnetwerkcorridors

Kernnetwerkcorridor "Noordzee - Middellandse Zee"


Grensoverschrijdende verbindingen

Brussel of Brussel - Luxemburg - Straatsburg

Spoor

Seine-Scheldenetwerk en de daarmee verbonden stroomgebieden van de Seine, Schelde en Maas Rijn-Scheldecorridor

Binnenwateren

Ontbrekende schakels

Albertkanaal/Canal Albert

Bestaande bevaarbare waterwegen


Gezien als bijlage bij het decreet van 30 januari 2025 houdende rationaliseringsmaatregelen ter verbetering van het trans-Europese vervoersnetwerk (TEN-V).


^