Etaamb.openjustice.be
Decreet van 28 mei 2021
gepubliceerd op 16 juni 2021

Decreet tot wijziging van het decreet van 31 juli 1990 betreffende het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap Vlaamse Vervoermaatschappij - De Lijn, wat betreft de continuïteit van de dienstverlening van de Vlaamse Vervoermaatschappij - De Lijn in geval van staking

bron
vlaamse overheid
numac
2021031680
pub.
16/06/2021
prom.
28/05/2021
ELI
eli/decreet/2021/05/28/2021031680/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

28 MEI 2021. - Decreet tot wijziging van het decreet van 31 juli 1990 betreffende het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap Vlaamse Vervoermaatschappij - De Lijn, wat betreft de continuïteit van de dienstverlening van de Vlaamse Vervoermaatschappij - De Lijn in geval van staking (1)


Het VLAAMS PARLEMENT heeft aangenomen en Wij, REGERING, bekrachtigen hetgeen volgt: Decreet tot wijziging van het decreet van 31 juli 1990 betreffende het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap Vlaamse Vervoermaatschappij - De Lijn, wat betreft de continuïteit van de dienstverlening van de Vlaamse Vervoermaatschappij - De Lijn in geval van staking

Artikel 1.Dit decreet regelt een gewestaangelegenheid.

Art. 2.In hoofdstuk IV van het decreet van 31 juli 1990 betreffende het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap Vlaamse Vervoermaat- schappij - De Lijn, het laatst gewijzigd bij het decreet van 26 april 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 26/04/2019 pub. 12/06/2019 numac 2019012697 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de basisbereikbaarheid sluiten, wordt een afdeling 3bis ingevoegd, die luidt als volgt: "Afdeling 3bis. Continuïteit van de dienstverlening in geval van staking".

Art. 3.In hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 26 april 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 26/04/2019 pub. 12/06/2019 numac 2019012697 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de basisbereikbaarheid sluiten, wordt in afdeling 3bis, ingevoegd bij artikel 2, een artikel 32bis ingevoegd, dat luidt als volgt: "

Art. 32bis.Bij stakingen die worden ingeleid in het kader van de procedure van aanzegging en overleg naar aanleiding van sociale conflicten overeenkomstig de collectieve arbeidsovereenkomsten die gesloten zijn binnen het bevoegde paritair comité, wordt een minimumtermijn van acht werkdagen gerespecteerd tussen de indiening van de stakingsaanzegging en het begin van de staking.".

Art. 4.In hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 26 april 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 26/04/2019 pub. 12/06/2019 numac 2019012697 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de basisbereikbaarheid sluiten, wordt in dezelfde afdeling 3bis een artikel 32ter ingevoegd, dat luidt als volgt: "

Art. 32ter.§ 1. Dit artikel is van toepassing op stakingen die worden ingeleid conform artikel 32bis.

In dit artikel wordt verstaan onder stakingsdag: elke periode van vierentwintig uur vanaf het uur van het begin van de staking, zoals dat vermeld wordt in de stakingsaanzegging. § 2. De raad van bestuur bepaalt, na advies van de ondernemingsraad, welke operationele beroepscategorieën hij essentieel acht om bij een staking een aangepast vervoersaanbod aan de gebruikers te verstrekken.

De ondernemingsraad geeft het advies, vermeld in het eerste lid, binnen dertig dagen na de dag waarop hij de adviesvraag van de raad van bestuur heeft ontvangen.

De raad van bestuur bepaalt de vervoersplannen op basis waarvan bij een staking een aangepast vervoersaanbod aan de gebruikers kan worden verstrekt.

De raad van bestuur evalueert regelmatig de vervoersplannen, vermeld in het derde lid, om de werking ervan in de praktijk te verbeteren.

De Maatschappij doet een beroep op de personeelsleden van de beroepscategorieën, vermeld in het eerste lid, die niet deelnemen aan de staking, om het aangepaste vervoersaanbod te organiseren. § 3. Tenzij er een behoorlijk bewezen geldige reden is, delen de personeelsleden van de beroepscategorieën, vermeld in paragraaf 2, eerste lid, uiterlijk tweeënzeventig uur vóór het begin van de stakingsdag definitief mee dat ze aan de stakingsdag deelnemen.

De intentieverklaring, vermeld in het eerste en derde lid, is alleen van toepassing op de personeelsleden van de beroepscategorieën, vermeld in paragraaf 2, eerste lid, van wie de aanwezigheid op de bepaalde stakingsdag wordt verwacht.

Bij een staking van verschillende dagen waarop dezelfde aanzegging betrekking heeft, delen de personeelsleden van de beroepscategorieën, vermeld in paragraaf 2, eerste lid, uiterlijk tweeënzeventig uur vóór de eerste stakingsdag waarop hun aanwezigheid verwacht wordt en voor elke stakingsdag waarop hun aanwezigheid verwacht wordt hun intentieverklaring mee dat ze aan de staking deelnemen. Die personeelsleden kunnen hun verklaring tot uiterlijk achtenveertig uur vóór elke stakingsdag intrekken, met uitzondering van de eerste dag, als ze tijdens die stakingsdag willen werken. De personeelsleden die eerst niet deelnemen, maar die alsnog aan de lopende staking willen deelnemen, delen hun intentieverklaring tot uiterlijk tweeënzeventig uur vóór elke stakingsdag mee.

Na advies van de ondernemingsraad bepaalt de raad van bestuur de concrete nadere regels om de intentieverklaringen, vermeld in het eerste en derde lid, mee te delen. De intentieverklaringen worden vertrouwelijk behandeld. Het enige doel ervan is de dienst te organiseren op basis van de beschikbare personeelsleden op de stakingsdag.

De ondernemingsraad geeft het advies, vermeld in het vierde lid, binnen dertig dagen na de dag waarop hij de adviesvraag van de raad van bestuur heeft ontvangen.

Tenzij er een behoorlijk bewezen geldige reden is, gelden voor de personeelsleden van een van de beroepscategorieën, vermeld in paragraaf 2, eerste lid, die hun intentie niet hebben meegedeeld om aan de stakingsdag deel te nemen, sancties conform de toepasselijke regelgeving als ze zich niet aandienen op hun arbeidsplaats.

Tenzij er een behoorlijk bewezen geldige reden is, gelden voor de personeelsleden van een van de beroepscategorieën, vermeld in paragraaf 2, eerste lid, die hun intentie hebben meegedeeld om aan de stakingsdag deel te nemen, sancties conform de toepasselijke regelgeving als ze die verklaring niet naleven.

Voor de personeelsleden van een van de beroepscategorieën, vermeld in paragraaf 2, eerste lid, die zich op hun arbeidsplaats aandienen, maar die geen toestemming krijgen om hun dienst uit te voeren, omdat ze hun intentie om te staken hebben meegedeeld conform deze paragraaf, gelden sancties conform de toepasselijke regelgeving. De toestemming om hun dienst uit te voeren kan worden verleend als dat alsnog nodig zou blijken om het aangepast vervoersaanbod te kunnen realiseren. § 4. Er wordt alleen in een aangepast vervoersaanbod volgens een van de vervoersplannen, vermeld in paragraaf 2, derde lid, voorzien als de Maatschappij over een voldoende aantal personeelsleden in elk van de beroepscategorieën, vermeld in paragraaf 2, eerste lid, beschikt.

De directeur-generaal geeft op basis van de intentieverklaringen, vermeld in paragraaf 3, de opdracht om het aangepaste vervoersplan tijdens de stakingsdag uit te voeren.

De directeur-generaal kan een plaatsvervanger aanwijzen om de bevoegdheid, vermeld in het tweede lid, uit te oefenen als hij afwezig of verhinderd is.

De Maatschappij deelt de voorwaarden van het aangepaste vervoersplan op een duidelijke manier mee aan de gebruikers uiterlijk vierentwintig uur voor het begin van de stakingsdag. § 5. De personeelsleden stellen geen handelingen die ertoe leiden dat het vervoersaanbod niet in overeenstemming met de bepalingen van dit artikel kan worden uitgevoerd: 1° zij blokkeren de toegang tot de arbeidsplaats voor de personeelsleden die willen werken niet;2° zij gebruiken geen fysiek of materieel geweld, van welke aard ook, tegen de personeelsleden die willen werken of tegen de gebruikers; 3° zij verhinderen het gebruik van de werkmiddelen en de infrastructuur niet.".

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 28 mei 2021.

De minister-president van de Vlaamse Regering, J. JAMBON De Vlaamse minister van Mobiliteit en Openbare Werken, L. PEETERS _______ Nota (1) Zitting 2020-2021 Stukken: - Ontwerp van decreet : 718 - Nr.1 - In eerste lezing door de commissie aangenomen artikelen : 718 - Nr. 2 - Verslag : 718 - Nr. 3 - Amendement na indiening van het verslag : 718 - Nr. 4 - Tekst aangenomen door de plenaire vergadering : 718 - Nr. 5 Handelingen - Bespreking en aanneming: Vergadering van 26 mei 2021.

^