gepubliceerd op 01 april 2021
Decreet tot wijziging van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid en het decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen
26 FEBRUARI 2021. - Decreet tot wijziging van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid en het decreet van 23 december 2011Relevante gevonden documenten type decreet prom. 23/12/2011 pub. 28/02/2012 numac 2012035118 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen sluiten betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen (1)
Het VLAAMS PARLEMENT heeft aangenomen en Wij, REGERING, bekrachtigen hetgeen volgt: Decreet tot wijziging van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid en het
decreet van 23 december 2011Relevante gevonden documenten
type
decreet
prom.
23/12/2011
pub.
28/02/2012
numac
2012035118
bron
vlaamse overheid
Decreet betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen
sluiten betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen
Artikel 1.Dit decreet regelt een gewestaangelegenheid. HOOFDSTUK 2. - Wijziging van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid
Art. 2.Aan artikel 10.3.3, § 2, van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, ingevoegd bij het decreet van 7 mei 2004 en het laatst gewijzigd bij het decreet van 26 april 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 26/04/2019 pub. 19/06/2019 numac 2019013160 bron vlaamse overheid Decreet houdende diverse bepalingen inzake omgeving, natuur en landbouw type decreet prom. 26/04/2019 pub. 12/06/2019 numac 2019012697 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de basisbereikbaarheid sluiten, worden een punt 20°, 21° en 22° toegevoegd, die luiden als volgt: "20° het uitvoeren van de taken in het kader van de bijzondere afvalstoffen, vermeld in artikel 22 en 32 van het Materialendecreet; 21° het uitvoeren van de taken in het kader van toezicht, handhaving en veiligheidsmaatregelen als vermeld in titel XVI; 22° het aanduiden van een organisatie voor het overnemen van de taken van de certificatie-instelling asbest, vermeld in artikel 33/16 van het Materialendecreet.". HOOFDSTUK 3. - Wijzigingen van het decreet van 23 december 2011Relevante gevonden documenten type decreet prom. 23/12/2011 pub. 28/02/2012 numac 2012035118 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen sluiten betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen
Art. 3.Artikel 2 van het decreet van 23 december 2011Relevante gevonden documenten type decreet prom. 23/12/2011 pub. 28/02/2012 numac 2012035118 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen sluiten betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen wordt vervangen door wat volgt: "
Art. 2.Dit decreet voorziet in de gedeeltelijke omzetting van: 1° richtlijn (EU) 2008/98/EG van het Europees Parlement en de Raad van 19 november 2008 betreffende afvalstoffen en tot intrekking van een aantal richtlijnen;2° richtlijn (EU) 2018/851 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2018 tot wijziging van richtlijn 2008/98/EG betreffende afvalstoffen;3° richtlijn (EU) 2019/883 van het Europees Parlement en de Raad van 17 april 2019 inzake havenontvangstvoorzieningen voor de afvalafgifte van schepen, tot wijziging van Richtlijn 2010/65/EU en tot intrekking van Richtlijn 2000/59/ EG; 4° richtlijn (EU) 2019/904 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juni 2019 betreffende de vermindering van de effecten van bepaalde kunststofproducten op het milieu.".
Art. 4.In artikel 3 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 25 april 2014, 30 juni 2017 en 29 maart 2019, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1 wordt aan punt 1° een punt g) toegevoegd, dat luidt als volgt: "g) stoffen die bestemd zijn voor gebruik als voedermiddelen als vermeld in artikel 3, lid 2, g), van verordening (EG) nr.767/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende het in de handel brengen en het gebruik van diervoeders, tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1831/2003 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijn 79/373/EEG van de Raad, Richtlijn 80/511/EEG van de Commissie, Richtlijnen 82/471/EEG, 83/228/EEG, 93/74/EEG, 93/113/EG en 96/25/EG van de Raad en Beschikking 2004/217/EG van de Commissie, en die geen dierlijke bijproducten bevatten of daaruit bestaan;"; 2° in paragraaf 1, 7°, wordt de zinsnede "het nuttig toepassen en het verwijderen van afvalstoffen," vervangen door de zinsnede "het nuttig toepassen, met inbegrip van sortering, en het verwijderen van afvalstoffen,"; 3° in paragraaf 1 wordt een punt 9° /1 ingevoegd, dat luidt als volgt: "9° /1 bioafval: biologisch afbreekbaar tuin-en plantsoenafval, levensmiddelen-en keukenafval van huishoudens, kantoren, restaurants en andere voedingsdiensten, groothandels, kantines, cateringfaciliteiten en winkels, en vergelijkbare afvalstoffen van de levensmiddelenindustrie;"; 4° in paragraaf 1 wordt een punt 19° /1 ingevoegd, dat luidt als volgt: "19° /1 levensmiddelenafval: alle levensmiddelen als vermeld in artikel 2 van verordening (EG) nr.178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden, die afvalstoffen zijn geworden;"; 5° in paragraaf 1 wordt een punt 22° /1 ingevoegd, dat luidt als volgt: "22° /1 niet-gevaarlijke afvalstof: een afvalstof die geen gevaarlijke afvalstof is;"; 6° in paragraaf 1, 24°, c), worden de woorden "in stoffen en voorwerpen" vervangen door de woorden "in materialen"; 7° in paragraaf 1 wordt een punt 25° /1 ingevoegd, dat luidt als volgt: "25° /1 regeling voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid: een reeks maatregelen die de Vlaamse Regering conform artikel 21 vaststelt om ervoor te zorgen dat producenten van producten de financiële of financiële en organisatorische verantwoordelijkheid dragen voor het beheer van de afvalfase in de levenscyclus van een product;"; 8° in paragraaf 1 wordt een punt 25° /2 ingevoegd, dat luidt als volgt: "25° /2 stedelijk afval: gemengd afval en gescheiden ingezameld afval van huishoudens, met inbegrip van papier en karton, glas, metaal, plastic, bioafval, hout, textiel, verpakkingen, afgedankte elektrische en elektronische apparatuur, afgedankte batterijen en accu's, grofvuil, met inbegrip van matrassen en meubels, en gemengd afval en gescheiden ingezameld afval uit andere bronnen dan de voormelde bronnen als de aard en samenstelling van dat afval vergelijkbaar zijn met de aard en samenstelling van afval van huishoudens.Stedelijk afval omvat geen afval van productie, landbouw, bosbouw, visserij, septische tanks en het riolerings- en zuiveringsstelsel, met inbegrip van zuiveringsslib, afgedankte voertuigen of bouw- en sloopafval;"; 9° aan paragraaf 1 wordt een tweede lid toegevoegd, dat luidt als volgt: "De definitie, vermeld in het eerste lid, 25° /2, doet geen afbreuk aan de toewijzing van verantwoordelijkheden voor afvalbeheer aan publieke of private actoren."; 10° in paragraaf 2 wordt een punt 4° /1 ingevoegd, dat luidt als volgt: "4° /1 gebouweenheid: een in functioneel opzicht zelfstandige eenheid binnen een gebouw;"; 11° aan paragraaf 2 wordt een punt 11° toegevoegd, dat luidt als volgt: "11° wooneenheid: een gebouweenheid die over de nodige woonvoorzieningen beschikt om autonoom te kunnen functioneren.".
Art. 5.In artikel 4, § 2, van hetzelfde decreet, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° de inleidende zin wordt vervangen door wat volgt: "De doelstelling van dit decreet is maatregelen vaststellen om een circulaire economie te bevorderen en om materiaalkringlopen tot stand te brengen waarbij:"; 2° punt 1° wordt vervangen door wat volgt: "1° de gezondheid van de mens en het milieu beschermd worden door afvalproductie en de negatieve gevolgen van afvalproductie en -beheer te voorkomen of te verminderen;".
Art. 6.In artikel 6, § 1, eerste lid, van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 1 maart 2013 en 26 april 2019, wordt tussen de zinsnede "hoeveelheid, aard, oorsprong" en de zinsnede "en, als dat van toepassing is," de zinsnede ", de hoeveelheid materialen die verkregen zijn door voorbereiding voor hergebruik, recycling of andere handelingen van nuttige toepassing" ingevoegd.
Art. 7.Aan artikel 9 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 26 april 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 26/04/2019 pub. 19/06/2019 numac 2019013160 bron vlaamse overheid Decreet houdende diverse bepalingen inzake omgeving, natuur en landbouw type decreet prom. 26/04/2019 pub. 12/06/2019 numac 2019012697 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de basisbereikbaarheid sluiten, wordt een paragraaf 3 toegevoegd, die luidt als volgt: " § 3. De inzamelaar van afvalstoffen biedt aan de afvalstoffenproducent een inzamelformule aan die de afvalstoffenproducent stimuleert de afvalstoffen zo aan te bieden dat bij de verwerking van afvalstoffen de doelstellingen, vermeld in artikel 4, § 2, en de hiërarchie, vermeld in artikel 4, § 3, 1°, maximaal kunnen worden toegepast. De inzamelformule, gericht op de selectieve inzameling, slaat op de wijze waarop de afvalstoffen worden ingezameld, zoals de gebruikte recipiënten, de inzamelfrequentie, de tarieven en de tariferingsformule. De Vlaamse Regering kan daarvoor nadere regels vaststellen.".
Art. 8.Artikel 10 van hetzelfde decreet wordt vervangen door wat volgt: "
Art. 10.Met behoud van de toepassing van artikel 21 en overeenkomstig het beginsel 'de vervuiler betaalt' worden de kosten van het afvalstoffenbeheer, met inbegrip van de kosten voor de noodzakelijke infrastructuur en de exploitatie ervan, gedragen door de oorspronkelijke afvalstoffenproducent, de huidige of de vorige houders van afvalstoffen, de producent van het product waaruit het afval is voortgekomen, of de distributeurs of invoerders van een dergelijk product. De Vlaamse Regering kan daarvoor nadere regels vaststellen.".
Art. 9.In artikel 17 van hetzelfde decreet wordt paragraaf 2 vervangen door wat volgt: " § 2. De preventieprogramma's bestaan, voor zover van toepassing, minimaal uit maatregelen met de volgende doelstellingen: 1° duurzame productie- en consumptiemodellen bevorderen en ondersteunen;2° het ontwerp, de fabricage en het gebruik van producten aanmoedigen die voldoen aan één of meer van de volgende voorwaarden: a) ze zijn hulpbronnenefficiënt;b) ze zijn duurzaam, ook wat betreft levensduur.Er is dus geen geplande veroudering; c) ze zijn repareerbaar, zowel naar praktische mogelijkheden als naar betaalbaarheid ten opzichte van de aanschaf van een nieuw toestel;d) ze zijn herbruikbaar;e) ze zijn opwaardeerbaar;3° de producten die kritieke grondstoffen bevatten, in kaart brengen om te voorkomen dat die materialen afval worden;4° producten hergebruiken en systemen invoeren die reparatie- en hergebruikactiviteiten stimuleren, namelijk voor elektrische en elektronische apparatuur, textiel en meubelen, verpakkingen, bouwmaterialen en -producten;5° in voorkomend geval en met behoud van de toepassing van de intellectuele eigendomsrechten de beschikbaarheid van losse onderdelen, handleidingen, technische informatie of andere instrumenten, apparatuur of software die de reparatie en het hergebruik van producten mogelijk maken, aanmoedigen, zonder afbreuk te doen aan de kwaliteit en veiligheid ervan;6° de afvalproductie verminderen in processen in verband met de industriële productie, de winning van mineralen, de verwerkende industrie en bouw- en sloopwerkzaamheden, rekening houdend met de beste beschikbare technieken;7° de productie van levensmiddelenafval in de primaire productie, de verwerking en de industrie, in de detailhandel en de overige distributie van levensmiddelen, in restaurants, catering en huishoudens verminderen;8° voedselschenkingen en andere herverdeling voor menselijke consumptie aanmoedigen, waarbij het menselijke gebruik voorrang heeft op diervoeding en op de herverwerking tot producten die niet voor de voeding bestemd zijn;9° de vermindering van het gehalte aan gevaarlijke stoffen in materialen en producten bevorderen, onverminderd de geharmoniseerde wettelijke vereisten voor die materialen en producten;10° de productie verminderen van afvalstoffen die niet geschikt zijn voor de voorbereiding voor hergebruik of recycling;11° vaststellen welke producten de belangrijkste bronnen van zwerfafval vormen, namelijk in het natuurlijke en mariene milieu, en zwerfafval van die producten voorkomen en verminderen;12° de productie van zwerfvuil in zee voorkomen;13° voorlichtingscampagnes ontwikkelen en ondersteunen om de bewustwording over afvalpreventie en zwerfafval te bevorderen. Een preventieprogramma omschrijft verder, indien relevant, het nut en de bijdrage aan de afvalpreventie van de hierna genoemde niet-limitatieve lijst van instrumenten en maatregelen, zoals: 1° planningsmaatregelen invoeren of andere economische instrumenten toepassen die een efficiënt gebruik van grondstoffen bevorderen;2° onderzoek en ontwikkeling bevorderen met het oog op schonere technologieën en producten die minder verspilling veroorzaken, en de resultaten van onderzoek en ontwikkeling op dat gebied verspreiden en toepassen;3° relevante en doeltreffende indicatoren ontwikkelen voor de milieudruk als gevolg van de productie van afvalstoffen.Die indicatoren helpen bij de preventie van afvalproductie op alle niveaus, van productvergelijkingen op communautair niveau tot acties die plaatselijke instanties ondernemen; 4° ecologische ontwerpen en de systematische integratie van milieuaspecten in het ontwerp van een product bevorderen om de milieuprestaties van het product gedurende de hele levenscyclus ervan te verbeteren;5° informatie over afvalpreventietechnieken verstrekken om de toepassing van de beste beschikbare technieken door het bedrijfsleven te vergemakkelijken;6° het personeel van de bevoegde instanties opleiden om afvalpreventie-eisen in vergunningen op te nemen;7° afvalpreventiemaatregelen in installaties opnemen;8° bewustmakingscampagnes voeren of financiële, besluitvormings- of andere steun aan bedrijven verlenen;9° vrijwillige overeenkomsten, consumenten- of producentenpanels of sectoraal overleg gebruiken om ervoor te zorgen dat de betrokken bedrijven of industriële sectoren eigen afvalpreventieplannen of -doelstellingen vaststellen of maatregelen nemen om verspilling die door producten of verpakkingen veroorzaakt is, een halt toe te roepen;10° geloofwaardige milieumanagementsystemen bevorderen, bijvoorbeeld EMAS en ISO 14001;11° economische instrumenten inzetten, zoals de beloning van "schoon" aankoopgedrag of de instelling van een door de consument verplicht te betalen vergoeding voor een verpakkingsartikel of -element dat anders gratis ter beschikking zou worden gesteld;12° bewustmakingscampagnes voeren en informatie verstrekken voor het brede publiek of specifieke categorieën van consumenten;13° geloofwaardige milieukeurmerken bevorderen;14° overeenkomsten met het bedrijfsleven of met de distributie sluiten over de beschikbaarheid van afvalpreventie-informatie en van producten met een minder groot milieueffect;15° in het kader van aankopen door publieke organisaties en bedrijven: milieu-, recyclage- en afvalpreventiecriteria integreren in aanbestedingen en contracten;16° hergebruik of herstelling bevorderen van afgedankte producten of componenten ervan die daarvoor in aanmerking komen, namelijk via educatieve, economische, logistieke of andere maatregelen, zoals het ondersteunen of opzetten van erkende herstellings- en kringloopcentra en -netwerken, in het bijzonder in dichtbevolkte gebieden;17° de vervanging van producten bevorderen door alternatieven die een aantoonbare lagere ecologische voetafdruk hebben. De Vlaamse Regering stelt een specifiek programma vast voor de preventie van levensmiddelenafval en bepaalt wie dit coördineert, opvolgt en welke overheidsinstanties daar buiten de OVAM bij worden betrokken.".
Art. 10.In artikel 18, § 6, van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° punt 2° en 3° worden vervangen door wat volgt: "2° bestaande grote verwijderingsinstallaties en installaties voor nuttige toepassing inclusief speciale regelingen voor afgewerkte olie, gevaarlijke afvalstoffen, afvalstoffen die aanzienlijke hoeveelheden kritieke grondstoffen bevatten, of afvalstromen waarvoor specifieke Uniewetgeving bestaat;3° een beoordeling van de noodzaak om bestaande afvalinstallaties te sluiten, van de behoefte aan extra afvalinstallatie-infrastructuur conform paragraaf 2, en van de investeringen en andere financiële middelen die nodig zijn, namelijk voor de lokale autoriteiten, om te voorzien in die behoeften.Die beoordeling wordt opgenomen in de relevante uitvoeringsplannen of andere strategische documenten die gelden;"; 2° er worden een punt 3° /1 en een punt 3° /2 ingevoegd, die luiden als volgt: "3° /1 informatie over de maatregelen om de hoeveelheid afvalstoffen te beperken die naar stortplaatsen gaan;3° /2 een beoordeling van: a) de bestaande regelingen voor afvalinzameling, inclusief voor de materialen en gebieden die door gescheiden inzameling worden bestreken, en van de maatregelen om de werking ervan te verbeteren; b) de behoefte aan nieuwe inzamelingsregelingen;"; 3° punt 6° wordt vervangen door wat volgt: "6° passende kwalitatieve en kwantitatieve indicatoren en doelstellingen, met name voor: a) de hoeveelheid geproduceerd afval en de verwerking ervan; b) stedelijk afval dat wordt verwijderd of energieterugwinning ondergaat;"; 4° er worden een punt 7° en een punt 8° toegevoegd, die luiden als volgt: "7° maatregelen ter bestrijding en voorkoming van alle vormen van zwerfafvalproductie en voor het opruimen van alle soorten zwerfafval; 8° maatregelen en doelstellingen voor preventie, hergebruik, recyclage en ander beheer van stedelijk afval, waaronder verpakkingsafval, en zwerfvuil.".
Art. 11.In artikel 21 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1, tweede lid, wordt punt 4° vervangen door wat volgt: "4° conform artikel 10 de financiële verantwoordelijkheid toewijzen voor het beheer van de afvalstoffen die voortkomen uit producten die ze op de markt gebracht hebben;"; 2° in paragraaf 1 wordt tussen het tweede en het derde lid een lid ingevoegd, dat luidt als volgt: "Als de maatregelen, vermeld in het eerste lid, bestaan uit het opzetten van regelingen voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid, zijn de vereisten, vermeld in artikel 21/1, van toepassing.De Vlaamse Regering kan besluiten dat producenten die uit eigen beweging financiële of financiële en organisatorische verantwoordelijkheden voor het beheer van de afvalfase in de levenscyclus van een product op zich nemen, sommige of alle vereisten, vermeld in artikel 21/1, moeten toepassen."; 3° in paragraaf 1 wordt in het bestaande derde lid, dat het vierde lid wordt, de zin "Dergelijke maatregelen kunnen onder meer aanmoedigen tot het ontwikkelen, vervaardigen en in de handel brengen van producten die geschikt zijn voor meervoudig gebruik, die technisch duurzaam zijn en die, zodra ze afval zijn geworden, geschikt zijn voor een passende en veilige recyclage, voor andere nuttige toepassing en voor milieuverantwoorde verwijdering." vervangen door de zin "Dergelijke maatregelen kunnen onder meer het ontwikkelen, vervaardigen en in de handel brengen aanmoedigen van producten en componenten van producten die: a) geschikt zijn voor meervoudig gebruik;b) gerecycleerde materialen bevatten;c) technisch duurzaam en gemakkelijk te repareren zijn, zowel naar praktische mogelijkheden als naar betaalbaarheid ten opzichte van de aanschaf van een nieuw toestel; d) zodra ze afval zijn geworden, geschikt zijn voor de voorbereiding voor hergebruik en functionele hoogwaardige recycling om een juiste toepassing van de afvalstoffenhiërarchie mogelijk te maken."; 4° aan paragraaf 1 wordt een vijfde lid toegevoegd, dat luidt als volgt: "Bij de maatregelen, vermeld in het eerste lid, wordt rekening gehouden met de effecten van producten gedurende hun volledige levenscyclus, met de afvalhiërarchie en, in voorkomend geval, met het potentieel voor meervoudige recyclage, andere nuttige toepassingen en milieuverantwoorde verwijdering."; 5° er wordt een paragraaf 2/1 ingevoegd, die luidt als volgt: " § 2/1.Als bepaalde producten of afvalstoffen een relevant aandeel van de zwerfvuilkosten en van de milieudruk ten gevolge van zwerfvuil veroorzaken, worden die kosten gedragen door de producenten. De Vlaamse Regering wijst de producten of afvalstoffen aan die een relevant aandeel van de totale zwerfvuilkosten en milieudruk uitmaken en kan nadere regels vaststellen om hun aandeel in de zwerfvuilkosten te bepalen. De zwerfvuilkosten omvatten de kosten voor: 1° bewustmakingsmaatregelen;2° het inzamelen van afval van die producten, dat in openbare inzamelsystemen wordt afgedankt, inclusief de kosten voor de infrastructuur en de exploitatie ervan en voor het daaropvolgende vervoer en de verwerking van dat afval;3° het opruimen van het zwerfafval van de voormelde producten, en voor het daaropvolgende vervoer en de verwerking van dat zwerfafval;4° het verzamelen en rapporteren van gegevens over de hoeveelheden die op de markt gebracht zijn;5° andere algemene kosten van het beleid tegen zwerfvuil. De te dekken zwerfvuilkosten bedragen niet meer dan de kosten die noodzakelijk zijn om de diensten, vermeld in het eerste lid, op een kostenefficiënte manier aan te bieden, en kunnen door de Vlaamse Regering voor de betrokken actoren op transparante wijze worden vastgelegd. De kosten voor het opruimen, vervoeren en verwerken van zwerfafval blijven beperkt tot kosten voor werkzaamheden door of namens overheidsinstanties. De berekeningsmethode wordt zodanig ontwikkeld dat de kosten voor het opruimen, vervoeren en verwerken van zwerfafval proportioneel kunnen worden vastgesteld. Om de administratieve kosten zo laag mogelijk te houden, kan de Vlaamse Regering voor het opruimen, vervoeren en verwerken van zwerfafval een financiële bijdrage bepalen door passende meerjarige vaste bedragen vast te stellen.".
Art. 12.In hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 20 december 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/12/2019 pub. 30/12/2019 numac 2019031215 bron vlaamse overheid Decreet houdende de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2020 type decreet prom. 20/12/2019 pub. 09/03/2020 numac 2020030067 bron vlaamse overheid DECREET houdende de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2020 type decreet prom. 20/12/2019 pub. 31/01/2020 numac 2020020115 bron franse gemeenschapscommissie van het brussels hoofdstedelijk gewest Decreet houdende de algemene uitgavenbegroting van de Franse Gemeenschapscommissie voor het begrotingsjaar 2020 sluiten, wordt een artikel 21/1 ingevoegd, dat luidt als volgt: "
Art. 21/1.§ 1. Als de Vlaamse Regering conform artikel 21, § 1, eerste lid, regelingen voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid vaststelt, zorgt ze ervoor dat: 1° een duidelijke omschrijving wordt gegeven van de taken en verantwoordelijkheden van alle betrokken actoren, waaronder: a) de producenten die producten op het grondgebied op de markt brengen;b) de organisaties die namens hen verplichtingen op grond van de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid nakomen;c) de private of publieke inzamelaars en afvalverwerkers;d) de lokale besturen;e) de exploitanten van installaties voor hergebruik en voorbereiding voor hergebruik en de ondernemingen van de sociale economie, als dat van toepassing is;2° doelstellingen voor afvalbeheer worden vastgesteld, in overeenstemming met de afvalhiërarchie, om ten minste de kwantitatieve doelstellingen te behalen die relevant zijn voor de regeling voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid en andere kwantitatieve en/of kwalitatieve doelstellingen die relevant worden geacht voor de regeling voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid;3° een rapportagesysteem wordt opgezet om gegevens te verzamelen over: a) de producten die producenten op het grondgebied op de markt brengen;b) de inzameling en verwerking van afval dat afkomstig is van die producten, met vermelding van de materiaalstromen als dat van toepassing is;c) andere gegevens dan de gegevens, vermeld in punt a) en b), die relevant zijn voor de toepassing van punt 2° ;4° een gelijke behandeling en non-discriminatie van producenten worden gewaarborgd, ongeacht hun oorsprong of grootte, met inbegrip van kleine en middelgrote ondernemingen en producenten van kleine hoeveelheden producten;5° de nodige maatregelen worden genomen om de houders van afvalstoffen te informeren over afvalpreventie, hergebruik en voorbereiding voor hergebruik, terugname- en inzamelingssystemen en het voorkomen van zwerfvuil;6° de nodige maatregelen worden genomen om de houders van afvalstoffen aan te sporen om hun afval af te leveren bij de bestaande systemen voor gescheiden inzameling. § 2. Als de Vlaamse Regering conform artikel 21, § 1, eerste lid, regelingen voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid vaststelt, neemt ze de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat de financiële bijdragen die de producent betaalt om zijn verplichtingen voor de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid na te komen, aan de volgende voorwaarden voldoen: 1° ze dekken minstens de volgende kosten voor de producten die de producent op de markt brengt: a) de kosten van de gescheiden inzameling van afval en vervolgens het vervoer en de verwerking ervan, met inbegrip van de verwerking die nodig is om te voldoen aan de doelstellingen, rekening houdend met de inkomsten uit het gebruik en de verkoop van secundaire grondstoffen van hun producten en niet-opgeëist statiegeld;b) de kosten van het verstrekken van passende informatie aan afvalstoffenhouders conform paragraaf 1, 5° ;c) de kosten van het verzamelen en rapporteren van gegevens conform paragraaf 1, 3° ;2° in geval van collectieve uitvoering van de verplichtingen voor de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid zijn ze, als dat mogelijk is, gedifferentieerd voor afzonderlijke producten of groepen van soortgelijke producten.Daarbij wordt uitgegaan van de gehele levenscyclus, in afstemming met de geldende Europese vereisten en, als die beschikbaar zijn, op basis van geharmoniseerde Europese criteria.
Voor de differentiatie kan rekening worden gehouden met: a) duurzaamheid;b) repareerbaarheid;c) herbruikbaarheid en recycleerbaarheid;d) de aanwezigheid van gevaarlijke stoffen;3° ze bedragen niet meer dan de kosten die nodig zijn om de afvalbeheersdiensten op kostenefficiënte wijze te verrichten.Die kosten worden op transparante wijze vastgesteld tussen de betrokken actoren.
De voorwaarde, vermeld in het eerste lid, 1°, is niet van toepassing op regelingen voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid die zijn vastgesteld voor afgedankte elektrische en elektronische apparatuur, afgedankte voertuigen of afgedankte batterijen en accu's.
Als dat wordt gerechtvaardigd door de noodzaak om een adequaat afvalbeheer en de economische levensvatbaarheid van de regeling voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid te waarborgen, kan er afgeweken worden van de verdeling van financiële verantwoordelijkheid, vermeld in het eerste lid, 1°, a). Die afwijking kan alleen op voorwaarde dat de producenten ten minste 80% van de noodzakelijke kosten dragen en mits de overige kosten worden gedragen door de afvalstoffenproducent of de distributeur van het product waaruit het afval is voortgekomen.".
Art. 13.Aan artikel 25, § 2, van hetzelfde decreet, wordt een tweede lid toegevoegd, dat luidt als volgt: "Het eerste lid is niet van toepassing als voldaan is aan de volgende cumulatieve voorwaarden: 1° de aard, samenstelling en hoeveelheid van het bedrijfsafval van de afvalstoffenproducent zijn vergelijkbaar met de aard, samenstelling en hoeveelheid van huishoudelijke afvalstoffen.De Vlaamse Regering kan hiertoe nadere regels bepalen; 2° het bedrijfsafval van de afvalstoffenproducent wordt samen met huishoudelijk afval in één ronde ingezameld.".
Art. 14.Aan artikel 30, § 5, van hetzelfde decreet, wordt een tweede lid toegevoegd, dat luidt als volgt: "Als conform het eerste lid geen scheiding vereist is, wordt het gemengd afval verwerkt in een faciliteit die beschikt over een vergunning om dat mengsel te verwerken conform artikel 11.".
Art. 15.In artikel 33/6, vierde lid, van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 29 maart 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 29/03/2019 pub. 17/04/2019 numac 2019011738 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van diverse bepalingen van titel X van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid en het decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen type decreet prom. 29/03/2019 pub. 25/04/2019 numac 2019011811 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de opleidingscheques voor werknemers, de invoering van een registratieverplichting voor sportmakelaars en tot wijziging van diverse andere bepalingen inzake het beleidsdomein Werk en Sociale Economie sluiten, wordt tussen de woorden "Voor de andere" en de woorden "constructies met risicobouwjaar" het woord "publieke" ingevoegd.
Art. 16.In artikel 33/9, paragraaf 1, van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 29 maart 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 29/03/2019 pub. 17/04/2019 numac 2019011738 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van diverse bepalingen van titel X van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid en het decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen type decreet prom. 29/03/2019 pub. 25/04/2019 numac 2019011811 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de opleidingscheques voor werknemers, de invoering van een registratieverplichting voor sportmakelaars en tot wijziging van diverse andere bepalingen inzake het beleidsdomein Werk en Sociale Economie sluiten, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste lid wordt het woord "geldig" opgeheven; 2° tussen het eerste en het tweede lid wordt een lid ingevoegd, dat luidt als volgt: "Bij wooneenheden mag een asbestinventaris als vermeld in artikel 33/10, § 1, en een asbestinventarisattest maar betrekking hebben op één wooneenheid."; 3° in het bestaande tweede lid, dat het derde lid wordt, wordt het woord "geldig" opgeheven; 4° aan het bestaande tweede lid, dat het derde lid wordt, wordt de volgende zin toegevoegd: "Voor de toegankelijke constructies met risicobouwjaar die niet vallen onder het stelsel van gedwongen mede-eigendom, vermeld in artikel 577-3 van het Burgerlijk Wetboek, of onder de toepassing van artikel 577-2 van het Burgerlijk Wetboek, kan de Vlaamse Regering de regels bepalen voor de opmaak van een asbestinventaris voor de gemeenschappelijke delen."; 5° aan het bestaande derde lid, dat het vierde lid wordt, worden de volgende zinnen toegevoegd: "De Vlaamse Regering kan de verplichting tot het opstellen van een asbestinventaris per wooneenheid, vermeld in het tweede lid, en het opmaken van een afzonderlijke asbestinventaris voor de gemeenschappelijke delen als voor de privatieve delen, vermeld in het derde lid, verder uitwerken.De Vlaamse Regering kan richtlijnen bepalen voor gebouwen en gebouweenheden bij de opmaak van een asbestinventaris.".
Art. 17.In artikel 33/10 van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 29 maart 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 29/03/2019 pub. 17/04/2019 numac 2019011738 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van diverse bepalingen van titel X van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid en het decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen type decreet prom. 29/03/2019 pub. 25/04/2019 numac 2019011811 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de opleidingscheques voor werknemers, de invoering van een registratieverplichting voor sportmakelaars en tot wijziging van diverse andere bepalingen inzake het beleidsdomein Werk en Sociale Economie sluiten, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 3, tweede lid, wordt de zin "Het inspectieprotocol asbestinventarisatie kan bepalen welke constructies met risicobouwjaar bijkomend deel moeten uitmaken van de asbestinventaris en kan bepaalde constructies met risicobouwjaar of bepaalde materialen uitsluiten van de asbestinventaris." vervangen door de zin "Het inspectieprotocol asbestinventarisatie kan bepalen welke constructies met risicobouwjaar bijkomend deel moeten uitmaken van de asbestinventaris, kan bepaalde constructies met risicobouwjaar of bepaalde materialen uitsluiten van de asbestinventaris en kan de modaliteiten bepalen voor het opmaken van een asbestinventaris per gebouw, gebouweenheid, wooneenheid en gemeenschappelijk deel."; 2° in paragraaf 3 wordt tussen het tweede en het derde lid een lid ingevoegd, dat luidt als volgt: "De eigenaar van een toegankelijke constructie met risicobouwjaar stelt zijn eigendom open en toegankelijk opdat de asbestdeskundige inventarisatie veilig een volledige asbestinventaris kan opmaken.Dit recht van toegang moet uitgeoefend worden op een redelijke en proportionele wijze. De Vlaamse Regering kan hiervoor nadere regels bepalen."; 3° in paragraaf 4, eerste lid, wordt de zin "De asbestdeskundige inventarisatie bewaart deze persoonsgegevens maximaal tot een geldig asbestinventarisattest afgeleverd werd, overeenkomstig artikel 33/11." vervangen door de zin "De asbestdeskundige inventarisatie bewaart de persoonlijke contactgegevens en het rijksregisternummer/identificatienummer van de sociale zekerheid uiterlijk tot een geldig asbestinventarisatieattest is afgeleverd conform artikel 33/11."; 4° in paragraaf 4, vierde lid, worden de woorden "De persoonsgegevens opgenomen in de databank" vervangen door de zinsnede "De persoonlijke contactgegevens en het rijksregisternummer/identificatienummer van de sociale zekerheid die in de databank zijn opgenomen,".
Art. 18.In artikel 33/14 van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 29 maart 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 29/03/2019 pub. 17/04/2019 numac 2019011738 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van diverse bepalingen van titel X van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid en het decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen type decreet prom. 29/03/2019 pub. 25/04/2019 numac 2019011811 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de opleidingscheques voor werknemers, de invoering van een registratieverplichting voor sportmakelaars en tot wijziging van diverse andere bepalingen inzake het beleidsdomein Werk en Sociale Economie sluiten, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° aan paragraaf 1, tweede lid, wordt de volgende zin toegevoegd: "Voor de toegankelijke constructies met risicobouwjaar die niet vallen onder het stelsel van gedwongen mede-eigendom, vermeld in artikel 577-3 van het Burgerlijk Wetboek, of onder de toepassing van artikel 577-2 van het Burgerlijk Wetboek, kan de Vlaamse Regering de regels bepalen voor de opmaak van een asbestinventaris voor de gemeenschappelijke delen."; 2° aan paragraaf 4 wordt de volgende zin toegevoegd: "Het asbestinventarisattest kan maar betrekking hebben op één wooneenheid.".
Art. 19.In artikel 33/16 van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 29 maart 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 29/03/2019 pub. 17/04/2019 numac 2019011738 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van diverse bepalingen van titel X van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid en het decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen type decreet prom. 29/03/2019 pub. 25/04/2019 numac 2019011811 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de opleidingscheques voor werknemers, de invoering van een registratieverplichting voor sportmakelaars en tot wijziging van diverse andere bepalingen inzake het beleidsdomein Werk en Sociale Economie sluiten, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het derde lid wordt tussen de woorden "legt ook de" en de woorden "kwaliteitseisen vast" de woorden "taken en" ingevoegd;2° er wordt een vijfde lid toegevoegd, dat luidt als volgt: "Voor de certificering van een asbestdeskundige inventarisatie als vermeld in het eerste en het tweede lid, en de erkenning van een certificatie-instelling als vermeld in het derde lid, kan een certificatiereglement opgesteld worden.De Vlaamse Regering kan bepalen hoe dit certificatiereglement wordt vastgesteld en kan de inhoud ervan bepalen.".
Art. 20.Artikel 36 van hetzelfde decreet wordt vervangen door wat volgt: "
Art. 36.Afvalstoffen worden niet langer als afvalstoffen beschouwd als ze een behandeling voor recyclage of andere nuttige toepassing hebben ondergaan en ze voldoen aan al de volgende voorwaarden: 1° de stof of het voorwerp is bestemd om te worden gebruikt voor specifieke doelen;2° er is een markt voor of vraag naar de stof of het voorwerp;3° de stof of het voorwerp voldoet aan de technische voorschriften voor de specifieke doelen, vermeld in punt 1°, en aan de voor producten geldende wetgeving en normen; 4° het gebruik van de stof of het voorwerp heeft over het geheel genomen geen ongunstige effecten op het milieu of de menselijke gezondheid.".
Art. 21.In artikel 39 van hetzelfde decreet wordt paragraaf 2 vervangen door wat volgt: " § 2. Als er voor een specifiek materiaal geen Europese criteria zijn vastgelegd, kan de Vlaamse Regering specifieke criteria uitwerken die moeten garanderen dat de voorwaarden, vermeld in artikel 36 en 37, zijn vervuld.
De criteria, vermeld in het eerste lid, waarborgen een hoog niveau van bescherming van het milieu en de menselijke gezondheid en bevorderen een behoedzaam en rationeel gebruik van natuurlijke hulpbronnen. Ze hebben betrekking op: 1° het afvalmateriaal dat als input voor de handeling voor nuttige toepassing mag worden gebruikt;2° de toegelaten verwerkingsprocessen en -technieken;3° de kwaliteitscriteria voor materialen die het resultaat zijn van de handeling voor nuttige toepassing overeenkomstig de toepasselijke productnormen, waaronder, als dat nodig is, grenswaarden voor verontreinigende stoffen;4° de vereisten waaraan beheerssystemen moeten voldoen om aan te tonen dat de criteria zijn nageleefd, met inbegrip van kwaliteitscontrole en interne controle en, in voorkomend geval, accreditatie;5° de vereiste inzake conformiteitsverklaring. Bij de evaluatie van de over het geheel genomen ongunstige effecten op het milieu en de menselijke gezondheid, vermeld in artikel 36, 4°, en artikel 37, 4°, wordt rekening gehouden met de doelstellingen, vermeld in artikel 4, § 3.".
Art. 22.Aan artikel 40 van hetzelfde decreet, waarvan de bestaande tekst paragraaf 1 zal vormen, worden een paragraaf 2 en een paragraaf 3 toegevoegd, die luiden als volgt: " § 2. Voor materialen waarvoor geen specifieke criteria bestaan en die niet bestemd zijn om te worden ingezet als brandstof, kan de houder een zelfbeoordeling uitvoeren op basis van de voorwaarden, vermeld in artikel 36 of 37. De Vlaamse Regering kan regels uitwerken waarmee de houder kan verifiëren of een bepaald materiaal niet of niet meer als een afvalstof moet worden beschouwd. § 3. Een natuurlijke of rechtspersoon die voor de eerste keer een materiaal gebruikt dat niet langer een afvalstof is en niet in de handel is gebracht, of een materiaal voor het eerst sinds het niet langer een afvalstof is, in de handel brengt, ziet erop toe dat het materiaal voldoet aan de vereisten in kwestie, vermeld in de wetgeving over de chemische stoffen en producten.
Aan de voorwaarden, vermeld in artikel 36 of 37, is voldaan voordat de wetgeving over de chemische stoffen en producten van toepassing is op het materiaal dat niet of niet meer als een afvalstof moet worden beschouwd.".
Art. 23.In artikel 41, eerste lid, van hetzelfde decreet, wordt de zinsnede "van scheepsafval van de zeevaart, met inbegrip van de behandeling en verwerking van het scheepsafval," vervangen door de zinsnede "van afval van schepen van de zeevaart, met inbegrip van de ontvangst en verwerking van dat afval en met uitzondering van passief opgevist afval,".
Art. 24.In artikel 66, § 1, van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 29 maart 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 29/03/2019 pub. 17/04/2019 numac 2019011738 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van diverse bepalingen van titel X van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid en het decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen type decreet prom. 29/03/2019 pub. 25/04/2019 numac 2019011811 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de opleidingscheques voor werknemers, de invoering van een registratieverplichting voor sportmakelaars en tot wijziging van diverse andere bepalingen inzake het beleidsdomein Werk en Sociale Economie sluiten, wordt het tweede lid vervangen door wat volgt: "De Vlaamse Regering kan de opname in het register, vermeld in artikel 13, afhankelijk stellen van een retributie die de kosten dekt van al de volgende elementen: 1° de administratieve behandeling van de aanvraag;2° het beheer van het register; 3° de uitoefening van het toezicht op de voorwaarden die aan de registratie gekoppeld zijn.". HOOFDSTUK 4. - Slotbepalingen
Art. 25.Artikel 16 treedt in werking op dezelfde datum als artikel 33/9, § 1, van het decreet van 23 december 2011Relevante gevonden documenten type decreet prom. 23/12/2011 pub. 28/02/2012 numac 2012035118 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen sluiten betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen.
Art. 26.Artikel 17 treedt in werking op dezelfde datum als artikel 33/10 van het decreet van 23 december 2011Relevante gevonden documenten type decreet prom. 23/12/2011 pub. 28/02/2012 numac 2012035118 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen sluiten betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen.
Art. 27.Artikel 18 treedt in werking op dezelfde datum als artikel 33/14 van het decreet van 23 december 2011Relevante gevonden documenten type decreet prom. 23/12/2011 pub. 28/02/2012 numac 2012035118 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen sluiten betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen.
Art. 28.Artikel 19 treedt in werking op dezelfde datum als artikel 33/16 van het decreet van 23 december 2011Relevante gevonden documenten type decreet prom. 23/12/2011 pub. 28/02/2012 numac 2012035118 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen sluiten betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen.
Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Brussel, 26 februari 2021.
De minister-president van de Vlaamse Regering, J. JAMBON De Vlaamse minister van Justitie en Handhaving, Omgeving, Energie en Toerisme, Z. DEMIR _______ Nota (1) Zitting 2020-2021 Documenten: - Ontwerp van decreet : 612 - Nr.1 - Verslag : 612 - Nr. 2 - Tekst aangenomen door de plenaire vergadering : 612 - Nr. 3 Handelingen - Bespreking en aanneming: Vergadering van 24 februari 2021.