24 JUNI 1997. Decreet tot wijziging van het decreet van 29 mei 1984 houdende oprichting van de instelling Kind en Gezin (1)

Het Vlaams Parlement heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt:

Artikel 1.Dit decreet regelt een gemeenschapsaangelegenheid.

Art. 2.Aan hoofdstuk I van het decreet van 29 mei 1984 houdende oprichting van de instelling Kind en Gezin wordt een artikel 4bis toegevoegd, dat luidt als volgt: (r) Artikel 4bis De Vlaamse regering bepaalt binnen het kader van de taak van de instelling, zoals vermeld in artikel 3 en 4, de nadere regels met betrekking tot de organisatie, de erkenningsnormen en de subsidievoorwaarden inzake de dagopvang, de preventieve zorg, de buitenschoolse opvang, de kindermishandeling, de crisiopvang en de adoptie.»..

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Art. 3.Artikel 7 van hetzelfde decreet wordt vervangen door wat volgt: (r) Artikel 7.1. Behalve wanneer het de ouders of verwanten tot en met de vierde graad betreft, is iedereen die op bestendige wijze en al of niet tegen betaling kinderen beneden de twaalf jaar opvangt gehouden dit aan de instelling mee te delen. De Vlaamse regering bepaalt wat onder opvang op bestendige wijze wordt verstaan. 2. Deze mededeling heeft tot gevolg dat de daartoe aangewezen personeelsleden van Kind en Gezin tijdens de opvangmomenten toegang hebben tot alle plaatsen of ruimten die voor de opvang bestemd zijn of ermee in verband staan.3. De Vlaamse regering bepaalt de modaliteiten van de verplichting tot mededeling en van de toegang.De Vlaamse regering legt vast wie van de meldingsplicht wordt vrijgesteld op basis van een erkenning binnen de voor de opvangcapaciteit in kwestie geldende regelgeving. »

Art. 4.In hetzelfde decreet wordt een artikel 30bis ingevoegd, dat luidt als volgt: (r) Artikel 30bis.Gestraft wordt met een geldboete van 26 tot 500 frank hij die niet door de Vlaamse regering van de meldingplicht is vrijgesteld en die kinderen beneden de twaalf jaar op bestendige wijze opvangt zonder dit aan Kind en Gezin mee te delen of hij die de toegang zoals bepaald in artikel 7, 2, weigert. »

Art. 5.De Vlaamse regering bepaalt de datum waarop dit decreet in werking treedt.

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 24 juni 1997.

De minister-president van de Vlaamse regering, L. VAN DEN BRANDE De Vlamse minister van Cultuur, Gezin en Welzijn, L. MARTENS