gepubliceerd op 04 juni 2009
Decreet houdende een herfinancieringsgarantie en een doorbetalingsverbintenis met betrekking tot beschikbaarheidsvergoedingen en bepaalde beëindigingsvergoedingen, in het kader van bepaalde Vlaamse pps-projecten van de Vlaamse Vervoermaatschappij - De Lijn
24 APRIL 2009. - Decreet houdende een herfinancieringsgarantie en een doorbetalingsverbintenis met betrekking tot beschikbaarheidsvergoedingen en bepaalde beëindigingsvergoedingen, in het kader van bepaalde Vlaamse pps-projecten van de Vlaamse Vervoermaatschappij - De Lijn (*)
Het Vlaams parlement heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt : decreet houdende een herfinancieringsgarantie en een doorbetalingsverbintenis met betrekking tot beschikbaarheidsvergoedingen en bepaalde beëindigingsvergoedingen, in het kader van bepaalde Vlaamse pps-projecten van de Vlaamse Vervoermaatschappij - De Lijn HOOFDSTUK I. - Inleidende bepalingen
Artikel 1.Dit decreet regelt een gewestaangelegenheid.
Art. 2.In dit decreet wordt verstaan onder : 1° aanvangsbevel : de schriftelijke kennisgeving door de Vlaamse Vervoermaatschappij - De Lijn waarmee het bevel wordt gegeven aan de DBFM-vennootschap om de werken ter uitvoering van de DBFM-overeenkomst aan te vatten;2° DBFM-opdrachtgever : de Vlaamse Vervoermaatschappij - De Lijn alsook, in voorkomend geval, iedere publieke opdrachtgever waarmee de DBFM-vennootschap, in combinatie met diens DBFM-overeenkomst met de Vlaamse Vervoermaatschappij - De Lijn, een andere DBFM-overeenkomst afsluit;3° DBFM-overeenkomst : de met de Vlaamse Vervoermaatschappij - De Lijn als publieke opdrachtgever afgesloten overeenkomst op grond waarvan de DBFM-vennootschap bepaalde infrastructuur die bestemd is voor het gemeenschappelijk stads- en streekvervoer dient te ontwerpen, te bouwen, te financieren, te onderhouden en/of ter beschikking te stellen van de Vlaamse Vervoermaatschappij - De Lijn, alsook de overeenkomst die de DBFM-vennootschap eventueel in combinatie met voornoemde overeenkomst dient af te sluiten met een of meer andere publieke opdrachtgevers voor het ontwerpen, bouwen, financieren, onderhouden en/of terbeschikkingstellen van de delen van het project die eventueel niet rechtstreeks gerelateerd zijn aan het gemeenschappelijk stads- en streekvervoer van de Vlaamse Vervoermaatschappij - De Lijn;4° DBFM-vennootschap : de opdrachtnemer belast met de uitvoering van een DBFM-overeenkomst;5° geldende financieringsvoorwaarden : de financieringsvoorwaarden zoals die gelden op grond van de financieringsovereenkomst(en) met betrekking tot het vreemd vermogen van de DBFM-vennootschap op de dag voorafgaand aan het verplichte herfinancieringsmoment;6° doorbetalingsverbintenis : de verbintenis van het Vlaamse Gewest tot betaling van de beschikbaarheidsvergoedingen en beëindigingsvergoedingen verschuldigd aan een DBFM-vennootschap, in de gevallen en onder de voorwaarden zoals bepaald in dit decreet;7° nieuwe rentevoet : de in de geldende financieringsvoorwaarden gehanteerde rente, verhoogd met 25 basispunten;8° participatief pps-project : een onder artikel 3 bedoeld project, waarbij zowel publieke rechtspersonen als private (rechts)personen participeren in de aandeelhoudersstructuur van de DBFM-vennootschap;9° vreemd vermogen : de schuldfinanciering die de DBFM-vennootschap voor de uitvoering van de DBFM-overeenkomst(en) heeft verkregen op grond van financieringsovereenkomsten met financiële instelling(en) handelend in hun hoedanigheid van kredietverstrekker(s) en met uitzondering van achtergestelde leningen die eventueel worden verstrekt in hun hoedanigheid van aandeelhouder(s) van de DBFM-vennootschap. HOOFDSTUK II. - Toepassingsgebied
Art. 3.Dit decreet is van toepassing op projecten die aan volgende cumulatieve voorwaarden voldoen : 1° het betreft een project inzake het gemeenschappelijke stads- en streekvervoer dat door en/of voor de Vlaamse Vervoermaatschappij - De Lijn door middel van een bekendmaking overeenkomstig de reglementering overheidsopdrachten in de markt is gebracht, dan wel zal worden gebracht tijdens een periode van twee jaar te rekenen vanaf de inwerkingtreding van dit decreet;2° het project maakt het voorwerp uit van een door de Vlaamse Regering erkend Vlaams pps-project zoals bedoeld in het decreet van 18 juli 2003 betreffende publiek-private samenwerking;3° in het kader van het project dient de DBFM-vennootschap bepaalde infrastructuur die bestemd is voor het gemeenschappelijk stads- en streekvervoer te ontwerpen, te bouwen, te financieren, te onderhouden en/of ter beschikking te stellen op basis van een met de Vlaamse Vervoermaatschappij - De Lijn als publieke opdrachtgever afgesloten DBFM-overeenkomst, al dan niet in combinatie met een DBFM-overeenkomst met een of meer andere publieke opdrachtgevers voor de delen van het project die eventueel niet rechtstreeks gerelateerd zijn aan het gemeenschappelijk stads- en streekvervoer van de Vlaamse Vervoermaatschappij - De Lijn. HOOFDSTUK III. - Herfinancieringsgarantie
Art. 4.Indien de financieringsovereenkomst(en) met betrekking tot het vreemd vermogen van de DBFM-vennootschap voorziet(n) in een verplicht herfinancieringsmoment tussen het verstrijken van het vijfde en het tiende jaar vanaf het aanvangsbevel van een in artikel 3 bedoeld project, zal het Vlaamse Gewest of een rechtspersoon waarop het Vlaamse Gewest rechtstreeks of onrechtstreeks een determinerende invloed heeft, zoals bijvoorbeeld een door haar opgerichte of gecontroleerde financieringsmaatschappij, op verzoek van de DBFM-vennootschap, het integrale openstaande saldo van het vreemd vermogen overeenkomstig de geldende financieringsvoorwaarden, met uitzondering van de eventueel toepasselijke herfinancieringsvergoeding en enige schulden die het gevolg zijn van tekortkomingen van de DBFM-vennootschap, zoals nalatigheidsintresten, terugbetalen en het vreemd vermogen van de DBFM-vennootschap overnemen, onder de hiernavolgende voorwaarden waaraan cumulatief moet zijn voldaan : 1° de DBFM-vennootschap kan, om redenen die haar niet toerekenbaar zijn en ondanks alle mogelijke redelijke inspanningen, ofwel geen herfinanciering van het vreemd vermogen verkrijgen, ofwel enkel herfinanciering van het vreemd vermogen verkrijgen tegen financieringsvoorwaarden waarvan de toepassing de DBFM-vennootschap in gevaar zou brengen;2° het vreemd vermogen wordt door het Vlaamse Gewest overgenomen en aan de DBFM-vennootschap verstrekt tegen de geldende financieringsvoorwaarden, maar wat de rentevoet betreft tegen de nieuwe rentevoet;3° in het geval van een participatief pps-project, wordt in de aandeelhoudersovereenkomst met betrekking tot de DBFM-vennootschap, en met uitdrukkelijke toestemming in de financieringsovereenkomsten, aan elk van de publieke aandeelhouder(s) van de DBFM-vennootschap het recht toegekend om, te allen tijde gedurende de looptijd van een in artikel 3 bedoeld project, het initiatief te nemen om aan de raad van bestuur van de DBFM-vennootschap een gemotiveerd voorstel te doen tot herfinanciering tegen gunstiger financieringsvoorwaarden, waarbij alle aandeelhouders van de DBFM-vennootschap zich in de aandeelhoudersovereenkomst voor de op hun voordracht benoemde bestuurders sterk maken dat een dergelijk voorstel vervolgens door de raad van bestuur van de DBFM-vennootschap wordt goedgekeurd.In het geval het niet om een participatief pps-project gaat, wordt in de DBFM-overeenkomst(en) de verbintenis opgenomen wat de DBFM-vennootschap betreft, zoals tevens uitdrukkelijk toegelaten in de financieringsovereenkomsten, om tot herfinanciering tegen gunstiger financieringsvoorwaarden over te gaan op gemotiveerd voorstel van (een van) de betrokken publieke opdrachtgever(s); 4° in de betrokken DBFM-overeenkomst(en) wordt voorzien dat het eventuele financiële voordeel van de DBFM-vennootschap bij een vrijwillige of verplichte herfinanciering voor 75 % toekomt aan de publieke opdrachtgever(s) van de DBFM-vennootschap, en voor 100 % in geval van een eerste herfinanciering na de toepassing van de in dit decreet bedoelde herfinancieringsgarantie van het Vlaamse Gewest. HOOFDSTUK IV. - Doorbetalingsverbintenis
Art. 5.De doorbetalingsverbintenis dekt, in de toepassingsgevallen zoals bedoeld in artikel 6 en in de mate dat de betrokken DBFM-opdrachtgevers in gebreke blijven om zelf te betalen onder de toepasselijke DBFM-overeenkomsten, volgende betalingsverplichtingen : 1° zolang de betrokken DBFM-overeenkomsten lopende zijn : de betaling, in de plaats van de betrokken DBFM-opdrachtgevers, van de beschikbaarheidsvergoedingen in de mate dat die aan de DBFM-vennootschap verschuldigd zijn overeenkomstig de betrokken DBFM-overeenkomst (dit wil zeggen onverminderd de toepassing van de gebeurlijke prestatiekortingen en de onbeschikbaarheidsvergoedingen/beschikbaarheidscorrecties onder de betrokken DBFM-overeenkomst(en));2° in geval van voortijdige beëindiging van de betrokken DBFM-overeenkomsten, met toepassing van de daarin opgenomen relevante bepalingen, om een andere reden dan een "tekortkoming van de opdrachtnemer" of een "grond voor onmiddellijke beëindiging" zoals gedefinieerd in de DBFM-overeenkomsten : de betaling, in de plaats van de betrokken DBFM-opdrachtgevers, van de beëindigingsvergoedingen in de mate dat die aan de DBFM-vennootschap verschuldigd zijn overeenkomstig de betrokken DBFM-overeenkomst.
Art. 6.De doorbetalingsverbintenis is enkel afroepbaar in de volgende gevallen : 1° faillissement, gerechtelijk akkoord, gerechtelijke reorganisatie of ontbinding van de DBFM-vennootschap;2° faillissement, gerechtelijk akkoord, gerechtelijke reorganisatie of ontbinding van (minstens één van) de DBFM-opdrachtgever(s);3° verlies van het publieke karakter van de Vlaamse Vervoermaatschappij - De Lijn of een andere DBFM-opdrachtgever, als gevolg van een controlewijziging;4° voor zover het Intern Verzelfstandigd Agentschap Wegen en Verkeer fungeert als DBFM-opdrachtgever, verzelfstandiging in een afzonderlijke rechtspersoon van het Agentschap Wegen en Verkeer en, vervolgens, verlies van het publieke karakter van het Agentschap Wegen en Verkeer, als gevolg van een controlewijziging;5° fundamentele wijziging in de maatschappelijke, decretale opdracht van de Vlaamse Vervoermaatschappij - De Lijn, met inbegrip van verlies van of substantiële wijzigingen aan het exploitatierecht op de infrastructuur van openbaar vervoer die het voorwerp uitmaakt van de DBFM-overeenkomst.
Art. 7.§ 1. Ter afroep van de doorbetalingsverbintenis richt de DBFM-vennootschap een per post aangetekend verzoek aan de Vlaamse Regering, vergezeld van een dossier van afroep met minstens volgende elementen : 1° het bewijs dat de betrokken DBFM-opdrachtgever(s) een vervallen factuur tot betaling van een onder de betrokken DBFM-overeenkomst verschuldigde en niet op ernstige gronden betwiste beschikbaarheidsvergoeding, respectievelijk beëindigingsvergoeding, zoals bedoeld in artikel 5, niet heeft (hebben) betaald;2° een gedocumenteerde berekening van het bedrag van de doorbetalingsverbintenis, met inbegrip van de verwijlinteresten zoals bepaald in de betrokken DBFM-overeenkomst;3° een gedocumenteerde aanduiding van het toepassingsgeval, zoals bedoeld in artikel 6, waarop de afroep van de doorbetalingsverbintenis wordt gesteund. § 2. Binnen uiterlijk 1 maand na het verzoek tot afroep overeenkomstig § 1, maakt de Vlaamse Regering aan de DBFM-vennootschap bekend of het verzoek wordt ingewilligd en kan worden overgegaan tot de betaalbaarstelling. De beslissing om het verzoek tot afroep niet in te willigen kan slechts worden genomen indien één of meer van volgende omstandigheden zich hebben voorgedaan : 1° de DBFM-vennootschap heeft onjuiste verklaringen afgelegd of overhandigd;2° de DBFM-vennootschap heeft gehandeld in strijd met dit decreet en/of het besluit tot uitvoering daarvan;3° de DBFM-vennootschap blijft in gebreke aan te tonen dat de vereisten voor de afroep van de doorbetalingsverbintenis, zoals bepaald in dit decreet, zijn voldaan.
Art. 8.Er is geen verrekening toegelaten tussen de betalingsverplichtingen die het Vlaamse Gewest bij toepassing van de doorbetalingsverbintenis verschuldigd is, enerzijds, en enige rechten of vorderingen van het Vlaamse Gewest ten aanzien van de DBFM-vennootschap, anderzijds.
Art. 9.Het Vlaamse Gewest heeft niet het recht om haar rechten of verplichtingen onder de doorbetalingsverbintenis over te dragen.
Art. 10.De DBFM-vennootschap heeft het recht om een pand te verlenen op zijn rechten onder de doorbetalingsverbintenis ten gunste van de financiers van zijn vreemd vermogen.
Art. 11.Indien (één van) de DBFM-opdrachtgever(s) zijn rechten en verplichtingen onder de DBFM-overeenkomst overdraagt aan een nieuwe opdrachtgever met toepassing van de relevante bepalingen van de betrokken DBFM-overeenkomst, zal de doorbetalingsverbintenis onverkort van toepassing blijven. HOOFDSTUK V. - Algemene bepaling
Art. 12.De bepalingen van het decreet van 7 mei 2004 houdende bepalingen inzake kas- schuld-, en waarborgbeheer van de Vlaamse Gemeenschap en het Vlaamse Gewest zijn niet van toepassing op dit decreet.
Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Brussel, 24 april 2009.
De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Mobiliteit, Sociale Economie en Gelijke Kansen, Mevr. K. VAN BREMPT _______ Nota (*) Zitting 2008-2009.
Stukken. Ontwerp van decreet : 2090, nr. 1. - Verslag : 2090, nr. 2. - Amendementen : 2090, nr. 3. - In eerste lezing aangenomen artikelen : 2090 nr. 4. - Tekst aangenomen door de plenaire vergadering : 2090 nr. 5.
Handelingen. Bespreking en aanneming : vergaderingen van 1 april 2009.