gepubliceerd op 03 april 2017
Decreet tot wijziging van het decreet van 10 november 2011 betreffende de ondersteuning van de filmsector en de audiovisuele creatie
23 FEBRUARI 2017. - Decreet tot wijziging van het decreet van 10 november 2011 betreffende de ondersteuning van de filmsector en de audiovisuele creatie (1)
Het Parlement van de Franse Gemeenschap heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt :
Artikel 1.Artikel 1 van het decreet van 10 november 2011 betreffende de ondersteuning van de filmsector en de audiovisuele creatie, gewijzigd bij het decreet van de Franse Gemeenschap van 17 juli 2013, wordt vervangen als volgt : "
Artikel 1.Voor de toepassing van dit decreet wordt verstaan onder : 1° Animatie : audiovisueel werk dat cumulatief beantwoordt aan de volgende voorwaarden : - een creatie van de verbeelding zijn, ook al heeft ze tot doel een realiteit weer te geven; - een geënsceneerd werk zijn waarvan de productie op een storyboard steunt, ook voor de filmdelen waarin improvisatie een plaats vindt; - voor het maken ervan hoofdzakelijk de techniek gebruiken van het opnemen beeldje voor beeldje waarbij beweging wordt gesuggereerd. De gebruikelijke processen zijn : tekenfilms, manipulatie van 2D-objecten, volume-animatie, synthesebeelden (2D, 3D); 2° Korte film : fictie of animatie die hoofdzakelijk bestemd is voor verspreiding in de bioscoopzalen en waarvan de duur korter is dan of gelijk is aan zestig minuten;3° Verdeler van audiovisuele werken : elke rechtspersoon die cumulatief beantwoordt aan de volgende criteria : - zijn maatschappelijk doel behoort hoofdzakelijk tot de audiovisuele sector en hij stelt administratief of artistiek personeel tewerk met inachtneming van de geldende sociale wetgeving; - hij beschikt over de rechten die noodzakelijk zijn voor de verdeling van een audiovisueel werk over het betrokken grondgebied; - hij verdeelt het audiovisuele werk over zijn grondgebied; - hij moet de daarbij horende verdelingskosten betalen; 4° Verdeler van televisiediensten : elke rechtspersoon die het publiek één of meer televisiediensten ter beschikking stelt op ongeacht welke wijze, inzonderheid door middel van terrestrische radiogolven, de satelliet of een teledistributienetwerk.Het dienstenaanbod kan diensten omvatten die door de persoon zelf worden uitgegeven en diensten die door derden met wie hij contractuele betrekkingen heeft, worden uitgegeven. Als dienstenverdeler wordt eveneens beschouwd, elke rechtspersoon die een dienstenaanbod samenstelt, door contractuele betrekkingen met andere verdelers aan te knopen. 5° Creatiedocumentaire : audiovisueel werk dat cumulatief beantwoordt aan de volgende criteria : - een creatie zijn die een element uit de realiteit voorstelt, buiten de behandeling ervan die tot de animatie kan behoren; - de visie van een auteur hebben, gekenmerkt door diepgaand nadenken, rijping van het behandelde onderwerp, onderzoek en maken van een script; - de verwerving van kennis mogelijk maken; - het onderwerp behandelen, met een duidelijke onderscheiding van een programma met een strikt informatiedoel; - van duurzaam belang zijn, anders dan als archief; 6° Uitgever van televisiediensten : de natuurlijke persoon of de rechtspersoon die de editoriale verantwoordelijkheid voor de keuze van de inhoud van de televisiedienst neemt en die de wijze bepaalt waarop hij wordt georganiseerd.7° Exploitant van een bioscoopzaal (bioscoopzalen) : De rechtspersoon die beschikt over een handelsbedrijf met een enkel scherm of met verschillende schermen, op dezelfde plaats en onder dezelfde handelsnaam, met uitsluiting van de polyvalente zalen, de filmclubs en de culturele centra.Worden eveneens als een enkele bioscoopzaal beschouwd, de bedrijven met een enkel scherm of met verschillende schermen, die gelegen zijn op verschillende plaatsen van één zelfde stad en die eigendom zijn van hetzelfde handelsbedrijf of waarvan de programmering van de zalen door dezelfde organisatie wordt verricht. 8° Fictie : het audiovisuele werk dat cumulatief aan de volgende criteria voldoet : - een creatie van de verbeelding zijn, ook al wil het een realiteit weergeven; - een geënsceneerd werk zijn waarvan de productie steunt op een scenario, ook voor de films die improvisatie vrije uiting geven en waarvan het regisseren, voor het grootste deel van de duur ervan, voornamelijk steunt op de prestatie van uitvoerend kunstenaars; 9° Schoolfilm : audiovisueel werk dat wordt gemaakt door één of meer studenten die ingeschreven zijn in een school voor hoger kunstonderwijs of technisch onderwijs van het beeld, met volledig leerplan;10° Labfilm : het audiovisuele werk dat, door zijn vorm of zijn inhoud, een visie voorstelt die de vernieuwing of de uitbreiding van de film- en audiovisuele expressie inhoudt, en die afstand doet van de traditionele verhalende schema's, om te komen tot een individueel of ambachtelijk werk, buiten alle normen.11° Lange film : fictie of animatie die voornamelijk bestemd is voor verspreiding in de bioscoopzalen en waarvan de duur langer is dan 60 minuten.12° Audiovisueel werk : een geheel van geanimeerde beelden, al dan niet met geluid gepaard gaand, met uitzondering van de volgende categorieën : - het televisiestudioprogramma, met inbegrip van het programma dat documentaire of fictionele sequenties uitzendt; - het televisieontspanningsprogramma, met inbegrip van het programma dat een scenario, een enscenering of een montage omvat of dat een zekere vorm van realiteit vertoont; - het televisuele programma dat op fictieve wijze televisiestudioprogramma's vertoont; - de actualiteitsreportage; - de informatiemagazine; - het gewone opnemen, zonder wijziging van de enscenering of van de montage, van een levend spektakel, als dat spektakel onafhankelijk van het televisuele programma bestaat. 13° Audiovisueel kunst- en essaywerk : het audiovisuele werk dat voldoet aan ten minste één van de volgende criteria : - de visie weergeven van een auteur, waarbij de film als een kunstdiscipline wordt beschouwd en bij het maken van het script en het regisseren vooral gepoogd wordt zijn opvatting van het werk trouw te blijven; - een onderzoeks- of vernieuwingsaspect vertonen op het gebied van de audiovisuele sector; - recent zijn, en de eisen van de kritiek en de gunst van het publiek verzoenen, en kunnen beschouwd worden als een aanzienlijke bijdrage voor de creatie van audiovisuele werken. 14° Organisator van een filmfestival : De rechtspersoon die audiovisuele werken programmeert in het kader van een evenement dat in de tijd en de ruimte beperkt is.De manifestatie wordt gekenmerkt door een brede waaier van geprogrammeerde werken en heeft als hoofddoel de verspreiding van de werken zowel naar het grote publiek als naar een nationaal of internationaal professioneel publiek, met het oog op de ontwikkeling en de promotie van de filmsector als kunstdiscipline. 15° Deelneming : bijdrage van het geheel of een deel van de bezoldiging van een persoon die bij het audiovisuele werk betrokken is in de financiering ervan;16° Producent van audiovisuele werken : de rechtspersoon die cumulatief aan de volgende criteria voldoet : - waarvan het maatschappelijk doel hoofdzakelijk tot de audiovisuele sector behoort, die administratief of artistiek personeel tewerkstelt met inachtneming van de toepasselijke sociale wetgeving; - de financiële middelen, het personeel en alle gegevens ter beschikking stellen die noodzakelijk zijn voor de verwezenlijking van een audiovisueel werk; - een rechtspersoonlijkheid hebben die verschilt van die van een dienstenuitgever; - niet op een rechtstreekse of onrechtstreekse wijze over meer dan vijftien procent van het kapitaal van een dienstenuitgever beschikken; - niet meer dan negentig procent van zijn omzet, gedurende een periode van drie jaar, halen uit de verkoop van de producties aan één zelfde dienstenuitgever; - waarvan het kapitaal niet rechtstreeks of onrechtstreeks voor meer dan vijftien procent in het bezit is van één dienstenuitgever; - waarvan het kapitaal niet door meer dan vijftien procent in het bezit is van een maatschappij die rechtstreeks of onrechtstreeks meer dan vijftien procent van het kapitaal van een dienstenuitgever bezit; 17° Televisieserie : fictie, animatie, creatiedocumentaire met verschillende afleveringen, die prioritair bestemd is voor de uitzending door een televisiedienstenuitgever;18° Televisiedienst : een dienst die ressorteert onder de editoriale verantwoordelijkheid van een televisiedienstenuitgever waarvan het hoofddoel bestaat in het uitzenden aan het publiek van televisieprogramma's door elektronische communicatienetwerken met het oog op het informeren, ontspannen en opvoeden of het verrichten van een handelscommunicatie;19° Telefilm : fictie of animatie die prioritair bestemd is voor de uitzending door een televisiedienstenuitgever; 20° Valorisatie : elke materiële en industriële bijdrage van een persoon die bij het audiovisuele werk betrokken is in de financiering ervan.".
Art. 2.In titel I, hoofdstuk II, van hetzelfde decreet, wordt een artikel 4/1 ingevoegd, luidend als volgt : "
Art. 4/1.De bij dit decreet bedoelde steun valt onder de Verordening (EU) nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard, inzonderheid artikel 54.".
Art. 3.In de artikelen 5, tweede lid, 14, tweede lid, en 14/1, tweede lid, van hetzelfde decreet, worden de woorden "de audiovisuele sector" vervangen door de woorden "de filmsector".
Art. 4.In artikel 8 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van de Franse Gemeenschap van 17 juli 2013, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het tweede lid, tweede streepje, wordt aangevuld als volgt : "(herschrijven van het scenario, opzoekingen, voorbereiding van de financiering, verkenning, bepaling van een promotie- en verdelingsstrategie)";2° in het derde lid, worden de woorden "artikel 1, 8° " vervangen door de woorden "artikel 1, 13° ".
Art. 5.In artikel 11 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° 4° wordt vervangen als volgt : "4° de voorwaarden en de nadere regels voor de in artikel 22/1 bedoelde erkenningsprocedure, naargelang het gaat om de voorlopige erkenning of de definitieve erkenning"; 2° het artikel wordt aangevuld als volgt : "6° het maximumaantal aanvragen om steun aan de Filmselectiecommissie voor één zelfde project en één zelfde type steun.".
Art. 6.In artikel 12, 4°, van hetzelfde decreet, worden de woorden "experimentele audiovisuele werken" vervangen door de woorden "labfilms".
Art. 7.In artikel 15 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van de Franse Gemeenschap van 17 juli 2013, wordt het eerste lid vervangen als volgt : "Na advies van de filmselectiecommissie, kan de Regering steun verlenen voor het schrijven van het scenario van een lange film, een creatiedocumentaire, een telefilm of een televisieserie met animatiefilms of documentaire films".
Art. 8.Artikel 16 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van de Franse Gemeenschap van 17 juli 2013, wordt vervangen als volgt : "
Art. 16.Om voor scenariosteun in aanmerking te kunnen komen, moet de aanvraag om scenariosteun worden ingediend : - voor de scenariosteun voor een lange film en een animatietelefilm : door een producent van audiovisuele werken of door een natuurlijke persoon van Belgische nationaliteit of onderdaan van een lidstaat van de Europese economische ruimte die aan de voorwaarden bepaald door de Regering voldoet. De onderdanen van een Staat die geen lid is van de Europese economische ruimte en de staatlozen die de hoedanigheid van resident in België hebben, worden gelijkgesteld met de onderdanen van een lidstaat van de Europese economische ruimte; - voor de scenariosteun voor een televisiereeks van animatiefilms of documentaire films : door een producent van audiovisuele werken; - voor de scenariosteun voor een creatiedocumentaire : a) voor de eerste en tweede creatiedocumentaire : door en producent van audiovisuele werken;b) voor de derde of volgende creatiedocumentaire : door een producent van audiovisuele werken of door een natuurlijke persoon van Belgische nationaliteit of onderdaan van een lidstaat van de Europese economische ruimte die aan de voorwaarden bepaald door de Regering voldoet.De onderdanen van een Staat die geen lid is van de Europese economische ruimte en de staatlozen die de hoedanigheid van resident in België hebben, worden gelijkgesteld met de onderdanen van een lidstaat van de Europese economische ruimte.".
Art. 9.Artikel 18 van hetzelfde decreet wordt vervangen als volgt : "
Art. 18.Na advies van de filmselectiecommissie, kan de Regering steun verlenen voor de ontwikkeling van een lange film of een creatiedocumentaire op grond van door de Regering vast te stellen culturele, artistieke en technische criteria van het audiovisueel werk.
De aard van de ontwikkelingssteun is een subsidie bestemd voor de in aanmerking komende uitgaven waarvan de lijst door de Regering wordt vastgesteld volgens het type audiovisueel werk.
De Regering stelt de minimum- en maximumbedragen vast die kunnen worden toegekend voor het in het eerste lid bedoelde audiovisuele werk.".
Art. 10.Artikel 19 van hetzelfde decreet wordt vervangen als volgt : "
Art. 19.Om voor ontwikkelingssteun in aanmerking te komen : 1° moet de aanvraag om ontwikkelingssteun door een producent van audiovisuele werken worden ingediend. In afwijking van het vorige lid moeten de aanvragen betreffende lange films worden ingediend door een producent van audiovisuele werken, opgericht in de vorm van een handelsvennootschap bepaald in artikel 2, § 2 van het wetboek van vennootschappen; 2° de producent verbindt zich ertoe de volgende bijdrage te leveren : - minstens dertig procent van het bedrag van de steun voor de creatiedocumentaires, waarvan minstens vijftien procent financiële bijdrage, buiten de deelneming en de valorisatie.". - minstens het equivalent van het bedrag van de steun voor lange films waarvan minstens vijftig procent financiële bijdrage, buiten de deelneming en de valorisatie.".
Art. 11.Artikel 21 van hetzelfde decreet wordt opgeheven.
Art. 12.Artikel 22 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van de Franse Gemeenschap van 17 juli 2013, wordt vervangen als volgt : "
Art. 22.§ 1. Na het advies van de filmselectiecommissie te hebben ingewonnen, kan de Regering productiesteun voor een audiovisueel werk ofwel vóór het begin van de beeldopnames ofwel na het begin van de beeldopnames toekennen in functie van de culturele, artistieke en technische criteria van het audiovisuele werk bepaald door de Regering. § 2. De productiesteun die vóór het begin van de beeldopnames wordt verleend, kan worden verleend voor lange films, korte films, creatiedocumentaires, labfilms, telefilms en televisieseries.
De productiesteun die na het begin van de beeldopnames wordt verleend, kan alleen worden verleend aan lange films, korte films, creatiedocumentaires en labfilms. § 3. De aard van de productiesteun is een voorschot op de opbrengsten, met uitzondering van de steun bestemd voor de labfilms waarvan de aard een subsidie is. § 4. De Regering stelt de minimum- en maximumbedragen vast die kunnen worden toegekend aan het in paragraaf 1 bedoelde audiovisuele werk naargelang het gaat om een eerste, een tweede of volgend audiovisueel werk. § 5. Het bedrag van de productiesteun kan niet hoger zijn dan vijftig procent van de globale begroting van de creatiedocumentaire.".
Art. 13.In titel IV, hoofdstuk IV, van hetzelfde decreet, wordt een artikel 22/1 ingevoegd, luidend als volgt : "
Art. 22/1.De productiesteun wordt onderworpen aan een erkenningsprocedure die tot doel heeft na te kijken of het project van audiovisueel werk technisch en financieel haalbaar is en of de gegevens van het erkenningsdossier in overeenstemming zijn met het dossier dat aan de filmselectiecommissie wordt voorgelegd.
De erkenningsprocedure geschiedt in twee fasen : de voorlopige erkenning en de definitieve erkenning."
Art. 14.Artikel 24 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 17 juli 2013, wordt vervangen als volgt : "
Art. 24.Om productiesteun te kunnen krijgen, moet worden voldaan aan de volgende ontvankelijkheidscriteria : 1° de aanvraag om productiesteun moet worden ingediend door : - een producent van audiovisuele werken die opgericht is als een handelsvennootschap, bepaald bij artikel 2, § 2 van het wetboek van vennootschappen voor de aanvragen betreffende lange films, televisieseries en telefilms; - een producent van audiovisuele werken of een natuurlijke persoon van Belgische nationaliteit of een onderdaan van een lidstaat van de Europese economische ruimte voor de labfilms. De onderdanen van een Staat die geen lid is van de Europese economische ruimte en de staatlozen die de hoedanigheid van resident in België hebben, worden gelijkgesteld met de onderdanen van een lidstaat van de Europese economische ruimte; - een producent van audiovisuele werken voor korte films en creatiedocumentaires; 2° de aanvrager moet zich ertoe verbinden de eindproductiedrager die door de Regering naar gelang van het type audiovisueel werk wordt vastgesteld, te gebruiken;3° a) voor de productiesteun die vóór het begin van de beeldopnames wordt verleend en voor de productiesteun die na het begin van de beeldopnames wordt verleend aan de korte fictiefilms, moet een financieringsdrempel worden vastgesteld voordat de steunaanvraag wordt ingediend.De Regering stelt die drempel vast naargelang : - van het type audiovisueel werk; - van de culturele, artistieke en technische criteria van het project dat door de aanvrager wordt voorgelegd; - van de begroting van het audiovisueel werk; - het dossier voor de eerste, de tweede of derde keer door de filmselectiecommissie wordt onderzocht. b) voor de productiesteun die na het begin van de beeldopnames wordt verleend, kan het audiovisuele werk geen productiesteun vooraf hebben gekregen vóór het begin van de beeldopnames.".
Art. 15.Artikel 26 van hetzelfde decreet wordt vervangen als volgt : "
Art. 26.Als de Regering vaststelt dat het project van audiovisueel werk in het kader van de erkenningsprocedure wezenlijk wordt gewijzigd, kan ze, na advies van de filmselectiecommissie, de oorspronkelijk toegekende steun intrekken of bevestigen.
De Regering bepaalt : - de gevallen van wezenlijke wijziging; - de nadere regels volgens welke een zaak voor de filmselectiecommissie aanhangig wordt gemaakt en de samenstelling ervan; - de termijn om een advies uit te brengen.".
Art. 16.Artikel 27 van hetzelfde decreet, vervangen bij het decreet van de Franse Gemeenschap van 17 juli 2013, wordt aangevuld met een lid, luidend als volgt : "Voor de creatiedocumentaires, wordt het bedrag van de scenariosteun, in voorkomend geval, afgetrokken van de bedragen van de ontwikkelingssteun of van de productiesteun die voor hetzelfde werk op grond van dit decreet worden toegekend.".
Art. 17.Titel V van hetzelfde decreet wordt vervangen als volgt : "TITEL V. - Promotiesteun HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen
Art. 28.§ 1. Op grond van de in de hoofdstukken II tot IV bepaalde toekenningsvoorwaarden, kan de Regering steun verlenen voor de promotie van audiovisuele werken die beantwoorden aan de definitie van kunst- en essaywerken in de zin van artikel 1, 13°. § 2. De aard van de promotiesteun is een subsidie. § 3. Er bestaan drie types promotiesteun : 1° de steun voor de promotie tijdens festivals;2° de steun voor de organisatie van zaalevenementen;3° de steun voor de promotie bij de vertoning in zalen.
Art. 29.Om de steun te kunnen genieten die overeenkomstig deze titel wordt toegekend, moet het audiovisuele werk voldoen aan de volgende voorwaarden : 1° ofwel een promotiesteun hebben gekregen, zoals bedoeld in hoofdstuk IV van titel IV;2° ofwel moet zijn originele versie in de Franse taal opgesteld zijn, behalve mogelijke afwijking die door de Regering wordt toegestaan, op grond van de volgende criteria : a) het culturele belang van het project voor de Franse Gemeenschap;b) de kenmerken van het scenario;3° over een ISAN-identificatienummer beschikken.
Art. 30.De Regering bepaalt : 1° het maximumbedrag dat voor elke promotiesteun kan worden toegekend op grond van : a) het type audiovisueel werk;b) de culturele, artistieke en technische criteria van het audiovisueel werk dat door de Regering wordt vastgesteld;c) de hoedanigheid van de aanvrager voor de steun voor de promotie bij de eerste vertoning in zalen.2° de vermeldingen van de Franse Gemeenschap op elk document voor de promotie van de ondersteunde audiovisuele werken;3° de nadere regels voor de uitbetaling van de steun;4° de voorwaarden voor het toekennen van een voorschot op de promotiesteun en het bedrag van dat voorschot;5° de termijn voor de indiening van de aanvraag om steun;6° de lijst van de erkende verspreidingsplaatsen;7° de voorwaarden en de nadere regels voor de erkenning van de verdelers.
Art. 31.Voor eenzelfde audiovisueel werk, kan de in hoofdstuk III bedoelde steun niet met de in hoofdstuk IV bedoelde steun worden gecumuleerd. HOOFDSTUK II. - Steun voor de promotie tijdens festivals
Art. 32.§ 1. De steun voor de promotie tijdens festivals heeft tot doel de promotie van een Belgisch audiovisueel werk dat op Franstalig initiatief wordt verwezenlijkt en de internationale uitstraling ervan te ondersteunen. § 2. De steun voor de promotie tijdens festivals kan worden toegekend aan korte films, lange films, creatiedocumentaires, labfilms en televisieseries.
Art. 33.De aanvraag om steun voor promotie tijdens festivals wordt door de producent van het audiovisueel werk ingediend.
In afwijking van het eerste lid, kan de aanvraag om steun voor promotie van een schoolfilm tijdens een festival door de regisseur ervan worden ingediend.
Art. 34.§ 1. Om de steun voor promotie tijdens festivals te kunnen genieten, moeten de volgende voorwaarden worden vervuld : 1° het audiovisuele werk wordt geselecteerd in het kader van een festival dat wordt opgenomen in de door de Regering vast te stellen lijst;2° op straffe van onontvankelijkheid, omvat de aanvraag om steun de volgende gegevens : a) het bewijs van de officiële selectie van het audiovisueel werk in het kader van een festival dat behoort tot de in 1° bedoelde lijst;b) een promotieplan;c) een promotiebegroting;d) de datum van de eerste dag voor het begin van de opnames;e) de ingevulde rooster van culturele, artistieke en technische criteria, zoals bepaald door de Regering op grond van het type audiovisueel werk;f) een kopie van het audiovisueel werk op een digitale drager. § 2. Naast de in paragraaf 1 bedoelde voorwaarden, om de steun voor de promotie tijdens festivals te kunnen genieten, moet de televisieserie een productiesteun van het Fonds FWB-RTBF hebben gekregen voor Belgische series, zoals bedoeld bij het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 12 december 2013 tot goedkeuring van de overeenkomst betreffende het instellen van een FWB-RTBF Fonds voor Belgische series. HOOFDSTUK III. - Steun voor de organisatie van evenementen in zalen
Art. 35.§ 1. De steun voor de organisatie van evenementen in zalen heeft tot doel de promotie en de verspreiding van een audiovisueel werk van Franstalig Belgisch initiatief te ondersteunen. § 2. De steun voor de organisatie van evenementen in zalen kan worden toegekend aan lange films, creatiedocumentaires met een langere duur dan veertig minuten en labfilms met een langere duur dan veertig minuten.
Art. 36.De aanvraag om steun van evenementen in zalen wordt door de producent van audiovisuele werken ingediend.
Art. 37.§ 1. Om de steun voor de organisatie van evenementen in zalen te kunnen krijgen, moeten de volgende voorwaarden worden vervuld : 1° het audiovisuele werk heeft een productiesteun gekregen zoals bedoeld in hoofdstuk IV van titel IV;2° het audiovisuele werk wordt gedurende een maximumduur van zes maanden vertoond over een minimumaantal openbare evenementssessies op een minimumaantal erkende vertoningsplaatsen gelegen in het Franse taalgebied en in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad.De Regering stelt die aantallen vast; 3° de eerste openbare evenementssessie geschiedt vóór de vertoning van het audiovisueel werk op een televisiedienst van een Franstalige Belgische audiovisuele mediadienst;4° de aanvraag om steun omvat, op straffe van onontvankelijkheid, de volgende gegevens : a) een beschrijving van de geplande openbare evenementssessies;b) een promotieplan;c) een promotiebegroting;d) de datum van de eerste opnamedag;e) de ingevulde rooster met culturele, artistieke en technische criteria, zoals bepaald door de Regering op grond van het type audiovisueel werk;f) een kopie van het audiovisueel werk op een digitale drager. § 2. Onder openbare evenementssessie wordt een sessie verstaan tijdens welke een promotieëvenement plaatsvindt zoals een debat, een concert, een tentoonstelling of elk ander gelijkaardig evenement, met uitsluiting van de vergaderingen die in het kader van een festival worden georganiseerd. HOOFDSTUK IV. - Steun voor de promotie bij de eerste vertoning in zalen Afdeling 1. - Algemene bepalingen
Art. 38.§ 1. De steun voor de promotie bij de eerste vertoning in bioscoopzalen heeft tot doel de promotie van een Franstalig Belgisch werk in de bioscoopzalen in België te ondersteunen. § 2. Er bestaan twee typen steun voor promotie bij de eerste vertoning in bioscoopzalen : 1° de steun voor de promotie bij de eerste vertoning in bioscoopzalen voor de audiovisuele werken met een klassiek potentieel, hierna "steun voor de promotie in zalen klassiek potentieel" genoemd;2° de steun voor de promotie bij de eerste vertoning in bioscoopzalen voor audiovisuele werken met hoog potentieel, hierna "promotiesteun zalen hoog potentieel" genoemd.
Art. 39.§ 1. De aanvraag om steun bij de eerste vertoning in zalen wordt door de erkende verdeler van het audiovisueel werk ingediend. § 2. In afwijking van paragraaf 1, bij afwezigheid van een erkende verdeler, kan de aanvraag om steun voor de promotie bij de eerste vertoning in zalen door de producent van het audiovisuele werk worden ingediend.
Art. 40.Voor een zelfde audiovisueel werk kunnen de in dit hoofdstuk bedoelde promotiesteungelden niet worden gecumuleerd. Afdeling 2. - Steun voor de promotie in zalen klassiek potentieel
Art. 41.De steun voor de promotie in zalen klassiek potentieel kan worden toegekend aan lange films, creatiedocumentaires met een langere duur dan zestig minuten, labfilms met een langere duur dan zestig minuten en korte films die opgenomen zijn in een programma van korte films met een langere duur dan zestig minuten.
In afwijking van het eerste lid, kan de steun voor de promotie in zalen klassiek potentieel worden toegekend aan korte films die opgenomen zijn in een programma van korte films met een langere duur dan dertig minuten die specifiek bestemd zijn voor kinderen van minder dan tien jaar.
Art. 42.Om de steun voor de promotie in zalen klassiek potentieel te kunnen krijgen, moeten de volgende voorwaarden worden vervuld : 1° het audiovisuele werk wordt gedurende een periode van zes opeenvolgende maanden vertoond op een minimumaantal sessies in erkende bioscoopzalen of op erkende vertoningsplaatsen gelegen op het Belgische grondgebied, waarvan een minimumaantal sessies in erkende bioscoopzalen of op erkende vertoningsplaatsen gelegen in het Franse taalgebied.Voor de sessies in erkende bioscoopzalen en op erkende vertoningsplaatsen gelegen in het Nederlandse taalgebied, kan een maximumaantal sessies worden opgeteld in het in de eerste zin bedoelde totaal aantal sessies.
De Regering stelt die aantallen vast; 2° de aanvraag om steun omvat, op straffe van onontvankelijkheid, de volgende gegevens : a) het plan voor de promotie van het audiovisuele werk;b) de lijst van de plaatsen waar het audiovisuele werk zal worden vertoond;c) de datum voor de eerste vertoning van het audiovisuele werk in zalen;d) de begroting voor de promotie van het audiovisuele werk;e) de eerste opnamedag;f) de ingevulde rooster met culturele, artistieke en technische criteria, zoals bepaald door de Regering op grond van het type audiovisuele werk;g) een kopie van het audiovisuele werk op een digitale drager. Afdeling 3. - Promotiesteun zalen hoog potentieel
Art. 43.De steun voor de promotie in zalen hoog potentieel kan worden toegekend aan lange films, creatiedocumentaires met een langere duur dan zestig minuten, en labfilms met een langere duur dan zestig minuten.
Art. 44.Om de steun voor de promotie in zalen hoog potentieel te kunnen krijgen, moeten de volgende voorwaarden worden vervuld : 1° het audiovisuele werk wordt gedurende de eerste week van de exploitatie vertoond op een minimumaantal openbare betaalsessies in bioscoopzalen gelegen in het Franse taalgebied en in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad.De Regering stelt dat aantal vast; 2° de verdeler verbindt zich ertoe zijn financiële bijdrage te leveren tot beloop van het aangevraagde bedrag van de promotiesteun;3° de aanvraag om steun omvat, op straffe van onontvankelijkheid, de volgende gegevens : a) het plan voor de promotie van het audiovisuele werk;b) de lijst van de bioscoopzalen waarin het audiovisuele werk zal worden vertoond;c) de datum voor de eerste vertoning van het audiovisuele werk in zalen;d) het aantal sessies in de eerste week van de exploitatie;e) de begroting voor de promotie van het audiovisuele werk;f) de eerste opnamedag;g) de ingevulde rooster met culturele, artistieke en technische criteria, zoals bepaald door de Regering op grond van het type audiovisuele werk;h) de verbintenis van de verdeler de in 2° bedoelde financiële bijdrage te leveren; i) een kopie van het audiovisuele werk op een digitale drager.".
Art. 18.In artikel 44/1 van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van de Franse Gemeenschap van 17 juli 2013, wordt het woord "auteurs" ingevoegd tussen de woorden "producenten" en "regisseurs".
Art. 19.Het opschrift van hoofdstuk II van titel V/I van hetzelfde decreet wordt aangevuld met de woorden "of van creatiedocumentaires met een hogere duur dan zestig minuten".
Art. 20.In artikel 45 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het eerste lid wordt aangevuld met de woorden "en creatiedocumentaires met een hogere duur dan zestig minuten";2° het tweede lid wordt vervangen als volgt : "De aard van die herinvesteringspremies is een subsidie".
Art. 21.In de artikelen 46, 47, eerste lid, 48 en 52 van hetzelfde decreet, worden de woorden "herinvesteringspremie voor lange films" vervangen door de woorden "in dit hoofdstuk bedoelde herinversteringspremie".
Art. 22.In artikel 47 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van de Franse Gemeenschap van 17 juli 2013, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° punt 1° wordt aangevuld met de woorden "of een natuurlijke persoon van Belgische nationaliteit of onderdaan van een lidstaat van de Europese Economische Ruimte" die de hoedanigheid van scenarist of auteur-regisseur hebben.De onderdanen van een staat die geen lid is van de Europese Economische Unie en de staatlozen die de hoedanigheid van ingezetene in België hebben, worden gelijkgesteld met de onderdanen van een lidstaat van de Europese Economische Ruimte"; 2° in punt 2° worden de woorden "van de lange film" vervangen door de woorden "van het audiovisuele werk";3° punt 3° wordt opgeheven; 4° punt 4° wordt vervangen als volgt : "punt 4° : het audiovisuele werk in de erkende bioscoopzalen of op de erkende vertoningsplaatsen die onder de Franse Gemeenschap ressorteren, voorstellen, met de begin- en eindgenerieken in een versie die met de nulkopie overeenstemt;"; 5° in punt 5°, wordt in de Franse versie het woord "projections" vervangen door het woord "diffusions".
Art. 23.Artikel 49 van hetzelfde decreet wordt vervangen als volgt : "Art. 49 § 1. Het bedrag van de herinvesteringspremie wordt berekend door het optellen van het aantal betalende bezoekers die voor het audiovisuele werk in de bioscoopzalen worden geboekt en het aantal bezoekers die op de erkende vertoningsplaatsen worden geboekt.
Het in het eerste lid gekregen cijfer wordt vermenigvuldigd met een fictieve prijs voor elke bezoeker die door de Regering wordt bepaald volgens een rooster met criteria die worden vastgesteld op grond van de artistieke en technische kenmerken voor de verwezenlijking van audiovisuele werken.
De in het tweede lid gekregen resultaten worden gewogen als volgt : - van 0 tot 30.000 bezoekers : 100 %; - van 30.001 bezoekers tot 80.000 bezoekers : 75 %; - van 80.001 bezoekers tot 150.000 bezoekers : 50 %; - meer dan 150.000 bezoekers : 25 %. § 2. Het in paragraaf 1 gekregen bedrag van de herinvesteringspremie wordt vermeerderd met een percentage zodra één van de volgende voorwaarden vervuld wordt : - het audiovisuele werk werd tegen een minimumbedrag verkocht aan uitgevers van televisiediensten, dvd's, video op aanvraag, of werd door een minimumaantal televisiekijkers gezien; - het audiovisuele werk werd geselecteerd in een minimumaantal festivals volgens door de Regering nader te bepalen regels.
De Regering stelt het percentage en de in het vorige lid bedoelde minima vast. § 3. Alleen het aantal bezoekers betreffende vertoningen die na de datum van indiening van de aanvraag om herinvesteringspremie plaatsvonden, komt in aanmerking. § 4. Indien het totaal van de premies die krachtens § 1 en § 2 worden berekend voor alle in aanmerking komende audiovisuele werken hoger is dan de begrotingsenveloppe die voor de herinvesteringspremies werd toegekend, wordt het bedrag van elke premie verhoudingsgewijs zodanig verminderd dat het totaal van de aangepaste premies gelijk is aan de begrotingsenveloppe die wordt toegekend voor de herinvesteringspremies.".
Art. 24.Artikel 50 van hetzelfde decreet wordt vervangen als volgt : "
Art. 50.Het bij dit hoofdstuk bedoelde bedrag van de herinvesteringspremie wordt verdeeld als volgt : - zestig percent voor de producent van het audiovisuele werk; - vijfentwintig percent voor de verdeler van het audiovisuele werk; - vijftien percent voor de auteur van het audiovisuele werk. Dit bedrag wordt, in voorkomend geval, op gelijke wijze verdeeld over de scenarist en de auteur-regisseur.".
Art. 25.Artikel 51 van hetzelfde decreet, vervangen bij het decreet van de Franse Gemeenschap van 17 juli 2013, wordt vervangen als volgt : "
Art. 51.§ 1. De in dit hoofdstuk bedoelde herinvesteringspremie wordt toegekend : 1° aan de producent van audiovisuele werken, in de vorm van een trekkingsrecht dat wordt uitgeoefend door een herinvestering te verrichten op een nieuw audiovisueel kunst- en essaywerk, zoals bedoeld in artikel 1, 13°, dat voldoet aan de voorwaarden van artikel 44/2.2° aan de verdeler van audiovisuele werken, in de vorm van een trekkingsrecht dat wordt uitgeoefend door een herinvestering te verrichten op een nieuw audiovisueel kunst- en essaywerk, zoals bedoeld in artikel 1, 13°, dat voldoet aan de voorwaarden van artikel 44/2, en op voorwaarde dat het ontvangen bedrag vermeerderd wordt met vijftig percent door een eigen bijdrage van de verdeler.3° aan de auteur-regisseur/scenarist van audiovisuele werken, in de vorm van een trekkingsrecht dat wordt uitgeoefend door een herinvestering te verrichten op de creatie van een nieuw audiovisueel kunst- en essaywerk, zoals bedoeld in artikel 1, 13°, dat voldoet aan de voorwaarden van artikel 44/2. Indien het bedrag van de herinvesteringspremie hoger is dan 1.000 , moet de auteur-regisseur/scenarist aan het "Centre du Cinéma et de l'Audiovisuel" (Centrum voor de film en de audiovisuele sector), uiterlijk 36 maanden na de kennisgeving van de beslissing tot toekenning van de herinvesteringspremie, een scenario-werk voorleggen dat een verwerking of een ontwerp van scenario omvat. § 2. De herinvesteringen moeten binnen de drie jaar na de toekenning van de steun worden verricht.".
Art. 26.Het opschrift van hoofdstuk III van hetzelfde decreet wordt aangevuld met de woorden "of van creatiedocumentaires waarvan de duur korter is dan of gelijk is aan zestig minuten".
Art. 27.Artikel 53 van hetzelfde decreet wordt vervangen als volgt : "
Art. 53.Op grond van de in dit hoofdstuk bepaalde toekenningsvoorwaarden, kent de Regering herinvesteringspremies toe voor korte films en creatiedocumentaires waarvan de duur korter is dan of gelijk is aan zestig minuten.
De aard van de herinvesteringspremies voor korte films is een subsidie.".
Art. 28.In de artikelen 54, 55, paragraaf 1, 57, 58, 59 en 60 van hetzelfde decreet, worden de woorden "voor korte films" telkens vervangen door de woorden "bedoeld bij dit hoofdstuk".
Art. 29.In artikel 55 worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in 1°, worden de woorden "de hoedanigheid van scenarioschrijver of regisseur" vervangen door de woorden "de hoedanigheid van scenarist of auteur-regisseur";2° in 2°, worden de woorden "de korte film" vervangen door de woorden "het audiovisuele werk";3° in 3°, wordt b) aangevuld met de woorden "of gezien zijn door een minimumaantal televisiekijkers";4° punt 4° wordt opgeheven; 5° punt 5° wordt vervangen als volgt : "4° het audiovisuele werk voorstellen, met de begin- en eindgenerieken in een versie die met de nulkopie overeenstemt;".
Art. 30.Artikel 56 van hetzelfde decreet wordt vervangen als volgt : "
Art. 56.Voor elk jaar, kunnen niet in aanmerking komen voor de toekenning van een herinvesteringspremie bedoeld bij dit hoofdstuk : 1° meer dan twee afleveringen van één zelfde reeks korte films of creatiedocumentaires waarvan de duur korter is dan of gelijk is aan zestig minuten;2° meer dan twee korte films of creatiedocumentaires waarvan de duur korter is dan of gelijk is aan zestig minuten van één zelfde regisseur; 3° meer dan vijf korte films of creatiedocumentaires waarvan de duur korter is dan of gelijk is aan zestig minuten van één zelfde producent van audiovisuele werken.".
Art. 31.In artikel 57, eerste lid van hetzelfde decreet, worden de woorden "korte films" vervangen door de woorden "audiovisuele werken".
Art. 32.In artikel 58 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de woorden "de korte film" worden vervangen door de woorden "het audiovisuele werk";2° het woord "regisseur" wordt vervangen door het woord "auteur-regisseur".
Art. 33.In artikel 59 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van de Franse Gemeenschap van 17 juli 2013, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het eerste streepje wordt vervangen als volgt : "- ofwel in de vorm van een terugbetaling tot dekking van de in aanmerking komende audiovisuele uitgaven, bepaald door de Regering volgens het type begunstigde";2° in het tweede streepje worden de woorden "artikel 1, 8° " vervangen door de woorden "artikel 1, 13° ".
Art. 34.In artikel 61 van hetzelfde decreet worden de woorden "een programma-overeenkomst die een duur van vijf jaar heeft of een overeenkomst die een duur van twee jaar heeft" vervangen door de woorden "een overeenkomst die een duur van twee jaar of van vier jaar heeft".
Art. 35.In artikel 64 van hetzelfde decreet, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de woorden "met een duur van twee jaar" worden na het woord "overeenkomst" toegevoegd;2° punt 4° wordt opgeheven.
Art. 36.In de artikelen 65, 80 en 89, worden de woorden "een programma-overeenkomst" telkens vervangen door "een overeenkomst met een duur van vier jaar".
Art. 37.In de artikelen 66 § 1, 3°, 69, 2°, 75, 5°, 81, 3°, 84, 2°, 90, 3°, 98, 3° en 101, 2°, wordt het woord "activiteitenpool" telkens vervangen door het woord "activiteitensectoren".
Art. 38.In artikel 66 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van de Franse Gemeenschap van 17 juli 2013, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in paragraaf 1, 4°, worden de woorden "of van de programma-overeenkomst" geschrapt; 2° paragraaf 1, 5°, wordt vervangen als volgt : "5° een activiteitenverslag" van de laatste drie vorige jaren."; 3° paragraaf 2 wordt vervangen als volgt : " § 2.De Regering bepaalt : - het jaar waarvoor een aanvraag om steun kan worden ingediend, naargelang het gaat om een overeenkomst met een duur van twee jaar of van vier jaar; - de uiterste datum voor de indiening van de aanvraag om steun.".
Art. 39.In de artikelen 68, § 2, eerste lid, 83, § 2, eerste lid, en 92, § 2, eerste lid, worden de woorden "de programma-overeenkomst" telkens vervangen door de woorden "de overeenkomst met een duur van vier jaar".
Art. 40.In artikel 67 van hetzelfde decreet, worden de woorden "de relevantie van het dossier" vervangen door de woorden "samenhang van de bestanddelen van de aanvraag om steun".
Art. 41.In de artikelen 67, § 2, 82 § 2 en 91 § 2 van hetzelfde decreet, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de woorden "van een programma-overeenkomst omzetten tot een aanvraag betreffende een overeenkomst" worden telkens vervangen door de woorden "van een overeenkomst met een duur van vier jaar omzetten tot een overeenkomst met een duur van twee jaar". 2° de woorden "kan de steuncommissie voor audiovisuele dienstenaanbieders de aanvraag die betrekking heeft op het verkrijgen van een programma-overeenkomst omzetten tot een aanvraag betreffende een overeenkomst" worden vervangen door de woorden : "kan de steuncommissie voor audiovisuele dienstenaanbieders voorstellen de aanvraag die betrekking heeft op het verkrijgen van een overeenkomst met een duur van vier jaar om te zetten tot een overeenkomst met een duur van twee jaar.".
Art. 42.In artikel 68 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van de Franse Gemeenschap van 17 juli 2013, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in paragraaf 1, worden de woorden "met een duur van twee jaar" toegevoegd na het woord "overeenkomst".2° in paragraaf 2, 1°, worden de woorden "van de duur van de programma-overeenkomst" vervangen door de woorden "van de overeenkomst met een duur van vier jaar".
Art. 43.In artikel 69, 3°, worden de woorden "toegekend aan het atelier" vervangen door de woorden "ingeschreven in de overeenkomst".
Art. 44.In titel VI, hoofdstuk I, van hetzelfde decreet, wordt afdeling VI, die artikel 70 omvat, opgeheven.
Art. 45.In titel VI, hoofdstuk I, van hetzelfde decreet, wordt afdeling VII, die artikel 71 omvat, opgeheven.
Art. 46.In artikel 72 van hetzelfde decreet, wordt het tweede lid vervangen als volgt : "De Regering bepaalt : - het jaar waarvoor een aanvraag om steun kan worden ingediend, naargelang het gaat om een aanvraag met betrekking tot een overeenkomst met een duur van twee jaar of van vier jaar; - de uiterste datum voor de indiening van de aanvraag om steun."
Art. 47.In artikel 73 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het eerste lid wordt aangevuld als volgt : "Voor de toepassing van dit hoofdstuk, wordt met een lange film gelijkgesteld, de fictie of de animatie die cumulatief beantwoordt aan de volgende voorwaarden : - bestemd zijn voor de kinderen die minder dan tien jaar oud zijn - prioritair bestemd zijn voor de vertoning in bioscoopzalen - een duur van minstens dertig minuten hebben." 2° het tweede lid wordt aangevuld als volgt : "waarvan de nadere regels vastgesteld worden in een overeenkomst met een duur van twee jaar of van vier jaar".
Art. 48.In artikel 74 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid, wordt het woord "steun" vervangen door de woorden "overeenkomst met een duur van twee jaar"; 2° het artikel wordt aangevuld als volgt : "6° geen steun krijgen als structuur voor de vertoning van audiovisuele werken en/of geen aanvraag om steun in die hoedanigheid gedurende het lopende jaar hebben ingediend.".
Art. 49.In hetzelfde decreet wordt een artikel 74/1 ingevoegd, luidend als volgt : "
Art. 74/1.Om een overeenkomst met een duur van vier jaar te kunnen genieten, moet de verdeler van audiovisuele werken, naast de in artikel 74, 1° tot 5° bedoelde voorwaarden, een overeenkomst hebben genoten gedurende de twee jaar voorafgaand aan het jaar waarvoor de steun wordt aangevraagd.".
Art. 50.Artikel 75 van hetzelfde decreet, vervangen bij het decreet van de Franse Gemeenschap van 17 juli 2013, wordt vervangen als volgt : "
Art. 75.De aanvraag om steun omvat de volgende gegevens : 1° een afschrift van de statuten van de operator;2° de met redenen omklede keuze van de aanvrager een overeenkomst met een duur van twee jaar of vier jaar aan te vragen;3° een beschrijving van het activiteitenproject waarvoor de steun wordt aangevraagd (editoriale lijn, activiteiten, beoogde doelstellingen op het gebied van promotie en verdeling van audiovisuele kunst- en essaywerken van Franstalig Belgisch initiatief, medewerkingsverbanden);4° voor een aanvraag om overeenkomst met een duur van vier jaar, het activiteitenverslag van de laatste drie jaar, dat inzonderheid de volgende gegevens omvat : - de lijst van de verdeelde nieuwe audiovisuele werken, de audiovisuele kunst- en essaywerken en de audiovisuele werken van Franstalig Belgisch initiatief; - voor elk audiovisueel werk : originele titel, regisseur, nationaliteit, duur, productiejaar, datum van eerste vertoning in bioscoopzalen in België, aantal kopieën die thans in België worden geëxploiteerd, talen van de ondertiteling/nasynchronisatie, in voorkomend geval, audiodescriptie, zalen waarin het werk werd geëxploiteerd, aantal bezoekers in België, vastgesteld op 31 maart van het jaar volgend op de eerste vertoning in zalen, box office, lijst van de uitgaven in verband met de eerste vertoning in zalen en de specifieke acties die worden georganiseerd voor de eerste vertoning in zalen. 5° de balansen en rekeningen van het afgelopen dienstjaar, vastgesteld overeenkomstig de geldende wetten en verordeningen inzake boekhouding. Indien de operator verschillende activiteitensectoren ontwikkelt, moet hij ook de lijst van ontvangsten en uitgaven leveren betreffende de activiteiten bedoeld bij dit hoofdstuk; 6° voor de duur van de overeenkomst : - het financieel plan van het project, met inbegrip van het aandeel van de begroting dat bestemd is voor de promotie van de audiovisuele werken; - het activiteitsvolume waartoe de aanvrager zich verbindt, met inbegrip van het maximumaantal en het minimumaantal kunst- en essayfilms van Franstalig Belgisch initiatief die te verdelen zijn, de ondertiteling of de nasynchronisatie, de specifieke acties en de randacties; - het beleid inzake toegang van het publiek; - het aantal betrekkingen van de structuur."
Art. 51.Artikel 76 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van de Franse Gemeenschap van 17 juli 2013, wordt vervangen als volgt : "
Art. 76.§ 1. De Steuncommissie voor audiovisuele operatoren brengt een met redenen omkleed advies uit over de opportuniteit om steun te verlenen en over het bedrag ervan. Daartoe beoordeelt ze, op grond van de in artikel 75 bepaalde documenten, de volgende evaluatiecriteria : 1° de relevantie van het voorgestelde project gezien de doelstellingen inzake steun, inzonderheid de verspreiding van audiovisuele kunst- en essaywerken en, in het bijzonder, de werken van Franstalig Belgisch initiatief in de bioscoopzalen gevestigd op het grondgebied van het Franse taalgebied en van het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad : 2° het culturele belang van het project voor de Franse Gemeenschap;3° de kwaliteit van het project die inzonderheid geëvalueerd wordt op basis van de activiteiten voor verspreiding van audiovisuele werken die gevoerd worden tijdens de jaren voorafgaand aan de aanvraag;4° het volume van de activiteiten;5° de specificiteit van het project inzake de editoriale lijn, de gevoerde acties en de betrekkingen met de pers;6° de adequatie tussen het bedrag van de aangevraagde steun en het project. § 2. Op basis van de elementen en criteria bedoeld in de artikelen 75 en 76, § 1, kan de Steuncommissie voor audiovisuele operatoren voorstellen om een aanvraag om overeenkomst voor een periode van vier jaar opnieuw te classificeren in een aanvraag om overeenkomst voor een periode van twee jaar.".
Art. 52.In de afdeling II van hoofdstuk II van titel VI wordt een onderafdeling 3bis ingevoegd, luidend als volgt : "Inhoud".
Art. 53.In onderafdeling 3bis ingevoegd bij artikel 52 wordt een artikel 76/1 ingevoegd, luidend als volgt : "
Art. 76/1.§ 1. De overeenkomst met een duur van twee jaar bevat ten minste de volgende elementen : 1° de datum van het begin en het einde van de geldigheidsduur;2° het bedrag van de subsidie en de nadere regels voor de uitbetaling ervan;3° de opdrachten en de doestellingen van de verdeler in verband met zijn specifieke activiteiten;4° de verbintenissen betreffende het financiële evenwicht van de verdeler;5° de nadere regels voor de schorsing, de wijziging, de beëindiging en de hernieuwing van de overeenkomst;6° de termijn waarin de verdeler zijn activiteitenverslag voorlegt en de sancties als het verslag niet binnen de gestelde termijn wordt ingediend; 7° de nadere regels voor de financiële controle uitgeoefend door de Franse Gemeenschap." § 2. Naast de elementen bedoeld in § 1 bevat de overeenkomst met een duur van vier jaar de volgende elementen : 1° voor de duur van de overeenkomst;a) het aantal betrekkingen;b) het aantal voorziene activiteiten;
Art. 54.In artikel 77 van hetzelfde decreet worden de woorden "aan de verdelers van audiovisuele werken worden toegekend." vervangen door de woorden "ingeschreven zijn in de overeenkomst".
Art. 55.Onder titel VI, hoofdstuk II van hetzelfde decreet wordt een afdeling IIbis ingevoegd, luidend als volgt "Steun aan de verspreidingsstructuren voor audiovisuele werken".
Art. 56.In afdeling IIbis ingevoegd bij artikel 55 wordt een onderafdeling 1 ingevoegd, luidend als volgt : "Algemene bepalingen".
Art. 57.In onderafdeling 1 ingevoegd bij artikel 56 wordt een artikel 77/1 ingevoegd, luidend als volgt : "
Art. 77/1.Na advies van de Steuncommissie voor de audiovisuele operatoren kan de Regering steun verlenen aan de verspreidingsstructuren voor audiovisuele werken.
De aard van de steun is een subsidie waarvan de nadere regels bepaald worden in een overeenkomst met een duur van twee of vier jaar."
Art. 58.In afdeling IIbis ingevoegd bij artikel 55 wordt een onderafdeling 2 ingevoegd, luidend als volgt "Toekenningsvoorwaarden".
Art. 59.In onderafdeling 2 ingevoegd bij artikel 58 wordt een artikel 77/2 ingevoegd, luidend als volgt : "
Art. 77/2.Om een overeenkomst met een duur van twee jaar te kunnen genieten, moet de verspreidingsstructuur voor audiovisuele werken voldoen aan de volgende ontvankelijkheidscriteria : 1° een rechtspersoon zijn;2° door haar activiteiten de culturele verscheidenheid aanmoedigen;3° als hoofddoel hebben de verspreiding en de promotie van film in het algemeen, met het oog op de herwaardering van het expressiepluralisme, en in het bijzonder van de Belgische audiovisuele kunst- en essaywerken van Franstalig Belgisch initiatief; 4° door haar activiteiten en de middelen waarover ze beschikt, de verspreiding van audiovisuele kunst- en essaywerken bij een groot publiek aanmoedigen en in het bijzonder van audiovisuele werken van Franstalig Belgisch initiatief op de vertoningsplaatsen gevestigd op het grondgebied van het Franse taalgebied en van het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad : 5° geen steun genieten als verdeler van audiovisuele werken en/of geen steunaanvraag daaromtrent tijdens het lopende jaar ingediend hebben."
Art. 60.In onderafdeling 2, ingevoegd bij artikel 58, wordt een artikel 77/3 ingevoegd, luidend als volgt : "
Art. 77/3.Om een overeenkomst met een duur van vier jaar te kunnen genieten, naast de voorwaarden bedoeld in artikel 77/2, 1° tot 4° moet de verspreidingsstructuur voor audiovisuele werken over een overeenkomst hebben beschikt tijdens de twee jaar voorafgaand aan het jaar waarin de steun aangevraagd wordt."
Art. 61.In onderafdeling 2 ingevoegd bij artikel 58 wordt een artikel 77/4 ingevoegd, luidend als volgt : "
Art. 77/4.De aanvraag om steun bevat de volgende elementen : 1° een afschrift van de statuten van de operator;2° de gemotiveerde keuze van de aanvrager om een overeenkomst van twee of vier jaar aan te vragen;3° een beschrijving van het activiteitenproject waarvoor de steun wordt aangevraagd (editoriale lijn, activiteit, beoogde doelstellingen inzake verspreiding van audiovisuele kunst- en essaywerken van Franstalig Belgisch initiatief, samenwerkingsverbanden);4° voor een aanvraag om overeenkomst met een duur van vier jaar, het activiteitenverslag van de 3 vorige jaren, met in het bijzonder : - de lijst van de verspreide audiovisuele werken; - voor elk audiovisueel werk : de vertoningsplaatsen en het doelpubliek; - de specifieke acties ontwikkeld door de operator; - de synergiën die ingevoerd worden om de verspreiding van werken te vergemakkelijken; 5° de balansen en resultatenrekeningen van het afgelopen boekjaar, opgemaakt overeenkomstig de geldende wetten en verordeningen inzake boekhouding.Als de operator verschillende activiteitensectoren ontwikkelt, moet hij ook de lijst van ontvangsten en uitgaven betreffende de activiteiten bedoeld in dit hoofdstuk bezorgen : 6° voor de duur van de overeenkomst : - het financieel plan van het project; - het aantal activiteiten waartoe de aanvrager zich verbindt, met inbegrip van een marge tussen het aantal audiovisuele werken die vertoond moeten worden en de bedoelde vertoningsplaatsen, de geplande specifieke acties en de samenwerkingen; - het plan voor de promotie en verspreiding van het project; - de beschrijving van het doelpubliek; - het beleid inzake toegang tot het publiek; - het aantal betrekkingen van de structuur."
Art. 62.In afdeling IIbis, ingevoegd bij artikel 55, wordt een onderafdeling 3 ingevoegd, luidend als volgt : "Toekenningsprocedure".
Art. 63.In onderafdeling 3, ingevoegd bij artikel 62, wordt een artikel 77/5 ingevoegd, luidend als volgt : "
Art. 77/5.§ 1. De Steuncommissie voor audiovisuele operatoren brengt een met redenen omkleed advies uit over de opportuniteit om steun te verlenen en over het bedrag ervan. Daartoe analyseert ze, op basis van de documenten bedoeld in artikel 77/4, de volgende evaluatiecriteria : 1° de relevantie van het voorgelegde project gezien de doelstellingen van de steun, inzonderheid de verspreiding van audiovisuele werken van Franstalig Belgisch initiatief aanmoedigen op de vertoningsplaatsen die in België gevestigd zijn en in het bijzonder op het grondgebied van het Franse taalgebied of op het grondgebied van het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad;2° het cultureel belang van het project van de Franse Gemeenschap;3° de kwaliteit van het project en zijn meerwaarde voor de promotie en de verspreiding van de film in België;4° de adequatie tussen het bedrag van de aangevraagde steun en het project. § 2. Op basis van de elementen en criteria bedoeld in de artikelen 77/4 en 77/5, § 1 kan de Steuncommissie voor de audiovisuele operatoren voorstellen om een aanvraag om overeenkomst voor een duur van vier jaar opnieuw om te zetten in een aanvraag om overeenkomst voor een duur van twee jaar.".
Art. 64.In afdeling IIbis, ingevoegd bij artikel 55, wordt een onderafdeling 4 ingevoegd, luidend als volgt : "Inhoud".
Art. 65.In onderafdeling 4, ingevoegd bij artikel 64, wordt een artikel 77/6 ingevoegd, luidend als volgt : "
Art. 77/6.§ 1. De overeenkomst met een duur van twee jaar bevat ten minsten de volgende elementen : 1° de datum van het begin en het einde van de geldigheidsduur;2° het bedrag van de subsidie en de nadere regels voor de uitbetaling ervan;3° de opdrachten en doelstellingen van de verspreidingsstructuur in verband met haar specifieke activiteiten;4° de verbintenissen inzake het financieel evenwicht van de verspreidingsstructuur;5° de nadere regels voor de schorsing, de wijziging, de beëindiging en de hernieuwing van de overeenkomst;6° de termijn waarin de verspreidingsstructuur haar activiteitenverslag voorlegt en de sancties als het verslag niet binnen de gestelde termijn wordt ingediend; 7° de nadere regels voor de financiële controle uitgeoefend door de Franse Gemeenschap." § 2. Naast de elementen bedoeld in § 1 bevat de overeenkomst van een duur van vier jaar de volgende elementen : 1° voor de duur van de overeenkomst;a) het aantal betrekkingen;b) het aantal voorziene activiteiten.
Art. 66.In de afdeling IIbis ingevoegd bij artikel 55, wordt een onderafdeling 5 ingevoegd, luidend als volgt "Evaluatie".
Art. 67.In de onderafdeling 5 ingevoegd bij artikel 66 wordt een artikel 77/7 ingevoegd, luidend als volgt : "
Art. 77/7.Na elk boekjaar bezorgt de verspreidingsstructuur voor de audiovisuele werken een activiteitenverslag dat ten minste de volgende elementen bevat : 1° een moreel verslag;2° de balansen en resultatenrekeningen van het afgelopen boekjaar, opgemaakt overeenkomstig de geldende wetten en verordeningen inzake boekhouding.Indien de operator meerdere activiteitensectoren ontwikkelt, moet hij ook de lijst indienen van de ontvangsten en de uitgaven met betrekking tot de activiteiten bedoeld in dit hoofdstuk; 3° de vervulling van de opdrachten en doelstellingen ingeschreven in de overeenkomst."
Art. 68.In artikel 78 van hetzelfde decreet worden de woorden "een programma-overeenkomst met een duur van vijf jaar of een overeenkomst met een duur van één jaar" vervangen door de woorden "een overeenkomst met een duur van vier jaar of twee jaar".
Art. 69.In artikel 79 van hetzelfde decreet worden de woorden "met een duur van twee jaar" ingevoegd tussen de woorden "overeenkomst" en "te kunnen genieten".
Art. 70.In de artikelen 79, 3° en 88, 3° worden de woorden "Franstalige Belgische" telkens vervangen door de woorden "van Franstalig Belgisch initiatief".
Art. 71.In artikel 80 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van de Franse Gemeenschap van 17 juli 2013, wordt het woord "drie" vervangen door het woord "twee".
Art. 72.In artikel 81 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van de Franse Gemeenschap van 17 juli 2013, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in 4° worden de woorden "ofwel een overeenkomst ofwel een programma-overeenkomst" vervangen door de woorden "ofwel een overeenkomst met een duur van vier jaar ofwel een overeenkomst met een duur van twee jaar";2° in 5° wordt de eerste zin aangevuld met de woorden "met een duur van twee jaar";3° in 6°, eerste zin, worden de woorden "een programma-overeenkomst" vervangen door de woorden "een overeenkomst met een duur van vier jaar"; 4° 6° a) wordt vervangen als volgt : "a) een activiteitenverslag van de drie vorige jaren;" 5° in 6°, b) worden de woorden "van de programma-overeenkomst" vervangen door de woorden "van de overeenkomst met een duur van vier jaar".
Art. 73.In artikel 82 van hetzelfde decreet worden de woorden "de relevantie van het dossier" vervangen door de woorden "de samenhang tussen de elementen waaruit de aanvraag bestaat".
Art. 74.In artikel 83 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van de Franse Gemeenschap van 17 juli 2013, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° In § 1 worden de woorden "met een duur van twee jaar" ingevoegd tussen de woorden "de overeenkomst" en "bevat"; 2° § 1, 3° wordt vervangen als volgt : "de opdrachten en doelstellingen van de organisator van festivals in verband met zijn specifieke activiteiten;" 3° in § 2, 1° worden de woorden "de programma-overeenkomst" vervangen door de woorden "de overeenkomst met een duur van vier jaar".
Art. 75.In artikel 84, 3° worden de woorden "toegekend aan het festival" vervangen door de woorden "ingeschreven in de overeenkomst".
Art. 76.Onder titel VI, hoofdstuk II, afdeling III van hetzelfde decreet wordt de onderafdeling 6 met artikel 85 opgeheven.
Art. 77.Onder titel VI, hoofdstuk II, afdeling III, van hetzelfde decreet wordt de onderafdeling 7 met artikel 86 opgeheven.
Art. 78.In artikel 87 van hetzelfde decreet worden de woorden "van een programma-overeenkomst met een duur van vijf jaar of een overeenkomst met een duur van twee jaar" vervangen door de woorden "van een overeenkomst met een duur van vier jaar of met een duur van twee jaar".
Art. 79.In artikel 88 van hetzelfde decreet wordt het woord "steun" vervangen door de woorden "overeenkomst met een duur van twee jaar".
Art. 80.In artikel 90 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in 4° worden de woorden "ofwel een overeenkomst ofwel een programma-overeenkomst" vervangen door de woorden "ofwel een overeenkomst met een duur van vier jaar ofwel een overeenkomst met een duur van twee jaar";2° in 6° worden de woorden "een programma-overeenkomst" vervangen door de woorden "een overeenkomst met een duur van vier jaar"; 3° 6° a) wordt vervangen als volgt : "a) een activiteitenverslag van de drie vorige jaren;"; 4° in 6° b) worden de woorden "van de programma-overeenkomst" vervangen door de woorden "van de overeenkomst".
Art. 81.In artikel 91, § 1, 1° van hetzelfde decreet worden de woorden "de relevantie van het dossier bedoeld" vervangen door de woorden "samenhang tussen de elementen waaruit de aanvraag bestaat, verzonden overeenkomstig".
Art. 82.In artikel 92 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1 worden de woorden "met een duur van twee jaar" ingevoegd tussen de woorden "overeenkomst" en "bevat"; 2° § 1, 3° wordt vervangen als volgt "de opdrachten en doelstellingen van de exploitant van bioscoopzalen in verband met zijn specifieke activiteiten;" 3° in § 2, 1° worden de woorden "de programma-overeenkomst" vervangen door de woorden "de overeenkomst".
Art. 83.In artikel 93 van hetzelfde decreet worden de woorden "toegekend aan de exploitant van bioscoopzalen" vervangen door de woorden "ingeschreven in de overeenkomst".
Art. 84.Onder titel VI, hoofdstuk II, afdeling IV van hetzelfde decreet wordt de onderafdeling 6 met artikel 94 opgeheven.
Art. 85.Onder titel VI, hoofdstuk II, afdeling IV van hetzelfde decreet wordt de onderafdeling 7 met artikel 95 opgeheven.
Art. 86.In het opschrift van de afdeling V van hoofdstuk 2 van titel VI van hetzelfde decreet en in de artikelen 96, eerste en tweede lid, 98, 1°, 100, 3°, 100, 4°, 100, 6°, 100, 9° en 101 worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het woord "structuren" wordt telkens vervangen door het woord "platformen";2° het woord "structuur" wordt telkens vervangen door het woord "platform".
Art. 87.In artikel 96 van hetzelfde decreet wordt het tweede lid aangevuld als volgt "met een duur van twee jaar of vier jaar".
Art. 88.Artikel 97 van hetzelfde decreet wordt vervangen als volgt : " § 1. Om van een overeenkomst met een duur van twee jaar te kunnen genieten, moet de platform voor de digitale verspreiding aan de volgende ontvankelijkheidscriteria voldoen : 1° een rechtspersoon zijn;2° als maatschappelijk hoofddoel de verspreiding en de promotie van de audiovisuele werken hebben, met het oog op de aanmoediging van de pluraliteit van expressie, inzonderheid van de audiovisuele kunst- en essaywerken van Franstalig Belgisch initiatief of werken die komen uit films die in de Franse Gemeenschap weinig verspreid zijn; § 2. Om van een overeenkomst met een duur van vier jaar te kunnen genieten, naast de voorwaarden bedoeld in § 1, moet het platform van de digitale verspreiding een overeenkomst hebben genoten tijdens de twee jaren voorafgaand aan de indiening van de aanvraag.".
Art. 89.In artikel 98 van hetzelfde decreet wordt punt d) van 4° vervangen als volgt : d) een activiteitenverslag van de drie vorige jaren;".
Art. 90.In artikel 99 van hetzelfde decreet, 1°, worden de woorden "relevantie van het dossier" vervangen door de woorden "samenhang tussen de elementen waaruit de aanvraag bestaat".
Art. 91.In artikel 100 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het letterwoord " § 1" wordt toegevoegd in het begin van het artikel;2° de woorden "met een duur van twee jaar" worden ingevoegd tussen de woorden "de overeenkomst" en "bevat minstens";3° "5" wordt geschrapt en krijgt als gevolg een nieuwe nummering;4° er wordt een § 2 toegevoegd, luidend als volgt : " § 2.Naast de elementen bedoeld in § 1 bevat de overeenkomst met een duur van vier jaar minstens de volgende elementen : 1° voor de duur van de overeenkomst : a) het aantal betrekkingen; b) het aantal voorziene activiteiten."
Art. 92.In artikel 101 van hetzelfde decreet, 3° worden de woorden "toegekend aan de verspreidingsvoorziening" vervangen door de woorden "ingeschreven in de overeenkomst".
Art. 93.Onder titel VI, hoofdstuk II, afdeling V, van hetzelfde decreet wordt de onderafdeling 6 met artikel 102 opgeheven.
Art. 94.Onder titel VI van hetzelfde decreet wordt een hoofdstuk III ingevoegd, luidend als volgt : "Steun voor overgang.".
Art. 95.In hoofdstuk III, ingevoegd bij artikel 94 van hetzelfde decreet, wordt een artikel 102/1 ingevoegd, luidend als volgt : "
Art. 102/1.Indien, na advies van de Steuncommissie voor de audiovisuele operatoren, de Regering steun weigert te verlenen aan een operator die het jaar voorafgaand aan de aanvraag een overeenkomst met een duur van vier jaar genoot, kan ze hem, binnen de perken van de beschikbare begrotingskredieten bedoeld in artikel 2, § 1, een uitzonderlijke steun verlenen voor een overgang tijdens het jaar volgend op het einde van de overeenkomst.
De Regering bepaalt het bedrag en de nadere regels voor de toekenning van deze subsidie.
Dit artikel is van toepassing op de audiovisuele operatoren waarvan de programma-overeenkomst ten einde loopt op 31 december 2016 of 31 december 2017."
Art. 96.In het tweede lid van artikel 2 van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 23 juni 2006 tot bepaling van de opdrachten, de samenstelling en de belangrijkste aspecten van de werking van adviesinstanties die vallen onder het toepassingsgebied van het decreet van 10 april 2003 betreffende de werking van de adviesinstanties die werkzaam zijn binnen de culturele sector, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het woord "drie" wordt vervangen door het woord "twee";2° de twee laatste zinnen worden opgeheven.
Art. 97.In artikel 68quater van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het decreet van 17 juli 2013, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° onder § 3, 5° worden de woorden "multimedia-gebied" vervangen door de woorden "de technici";2° in § 5, zesde streepje, worden de woorden "een deskundige of een professionele" vervangen door de woorden "twee deskundigen of professionelen";3° § 5 wordt aangevuld met het volgende streepje : "- een deskundige of professionele die het bewijs levert van bekwaamheid of ervaring op het multimedia-gebied".
Art. 98.In artikel 68sexies van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het decreet van 10 november 2011 betreffende de ondersteuning van de filmsector en de audiovisuele creatie, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het woord "vijfenvijftig" wordt vervangen door het woord "negenendertig";2° in 1° wordt het woord "achtentwintig" vervangen door het woord "twintig";3° in 2° wordt het woord "drieëntwintig" vervangen door het woord "vijftien".
Art. 99.Onder titel VIII, hoofdstuk II van het decreet van 10 november 2011 betreffende de ondersteuning van de filmsector en de audiovisuele creatie, wordt een artikel 118/1 ingevoegd, luidend als volgt : "
Art. 118/1.§ 1. De overeenkomsten en de programma-overeenkomsten afgesloten in het kader van Titel VI lopen ten einde op 31 december 2017 zodat een gemeenschappelijk tijdschema opgemaakt kan worden. Alle nieuwe overeenkomsten die afgesloten moeten worden in het kader van titel VI zullen op 1 januari 2018 beginnen en op 31 december 2019 ten einde lopen voor de overeenkomsten van twee jaar en op 31 december 2021 voor de overeenkomsten van vier jaar. § 2. De aanvragen om overeenkomsten voor de periode van 2018-2021 moeten voor 10 mei 2017 ingediend worden. § 3. De operatoren van wie de overeenkomst of de programma-overeenkomst vervroegd ten einde loopt overeenkomstig § 1 en die geen hernieuwing voor de periode 2018-2021 krijgen, genieten een steun aan het project tijdens het (de) jaar(en) dat (die) bleef(ven) lopen van hun overeenkomst of programma-overeenkomst voor zover ze niet in een toestand verkeren die een schorsing, wijziging of beëindiging van de overeenkomst of programma-overeenkomst zou hebben verantwoord.
Art. 100.Onder titel VIII, hoofdstuk II van het decreet van 10 november 2011 betreffende de ondersteuning van de filmsector en de audiovisuele creatie, wordt een artikel 118/2 ingevoegd, luidend als volgt : "
Art. 118/2.De verdelers van audiovisuele werken bedoeld in de afdeling II van hoofdstuk II van titel VI, die een subsidie voor het jaar 2016 hebben genoten, behouden het voordeel ervan, onder dezelfde voorwaarden voor het jaar 2017.".
Art. 101.Dit decreet treedt in werking 10 dagen na de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad, met uitzondering van : - artikel 17, dat op 1 juli 2017 in werking treedt; - artikel 96, dat op 11 september 2018 in werking treedt; - artikel 98, dat in werking treedt bij het lanceren van de openbare oproep tot kandidaten, overeenkomstig artikel 3 van het decreet van 10 april 2003 betreffende de werking van de adviesinstanties die werkzaam zijn binnen de culturele sector, om de leden van de Filmselectiecommissie te vervangen van wie het mandaat op 11 september 2018 ten einde loopt.
Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Brussel, 23 februari 2017.
De Minister-President, R. DEMOTTE De Vice-President en Minister van Cultuur en Kind, A. Greoli De Vice-President en Minister van Hoger Onderwijs, Media en Wetenschappelijk Onderzoek, J.-Cl. Marcourt De Minister van Hulpverlening aan de Jeugd, Justitiehuizen, Sport en Promotie van Brussel, belast met het toezicht op de Franse Gemeenschapscommissie van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest, R. MADRANE De Minister van Onderwijs, M.-M. SCHYNS De Minister van Begroting, Ambtenarenzaken en Administratieve Vereenvoudiging, A. FLAHAUT De Minister van Onderwijs voor sociale promotie, Jeugd, Vrouwenrechten en Gelijke Kansen, I. SIMONIS _______ Nota (1) Zitting 2016-2017. Stukken van het Parlement. - Ontwerp van decreet, nr. 393-1. - Commmissieamendement, nr. 393-2. - Verslag, nr. 393-3.
Integraal verslag. - Bespreking en aanneming. Vergadering van 22 februari 2017.