Etaamb.openjustice.be
Decreet van 22 april 1999
gepubliceerd op 17 juni 1999

Decreet houdende goedkeuring van het Samenwerkingsakkoord betreffende de coördinatie en het beheer van de hulp vanwege de Europese Commissie op het vlak van de human resources en de oprichting van het « Agentschap Europees Sociaal Fonds », gesloten te Brussel op 2 september 1998 tussen de Waalse Regering, de Franse Gemeenschapsregering en het College van de Franse Gemeenschapscommissie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

bron
franse gemeenschapscommissie van het brussels hoofdstedelijk gewest
numac
1999031233
pub.
17/06/1999
prom.
22/04/1999
ELI
eli/decreet/1999/04/22/1999031233/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

22 APRIL 1999. - Decreet houdende goedkeuring van het Samenwerkingsakkoord betreffende de coördinatie en het beheer van de hulp vanwege de Europese Commissie op het vlak van de human resources en de oprichting van het « Agentschap Europees Sociaal Fonds », gesloten te Brussel op 2 september 1998 tussen de Waalse Regering, de Franse Gemeenschapsregering en het College van de Franse Gemeenschapscommissie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest


De Vergadering van de Franse Gemeenschapscommissie heeft op 2 april 1999 goedgekeurd en Wij, College, bekrachtigen hetgeen volgt : Enig artikel. Het Samenwerkingsakkoord dat op 2 september 1998 te Brussel gesloten werd tussen de Waalse Regering, de Franse Gemeenschapsregering en het College van de Franse Gemeenschapscommissie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, overeenkomstig artikel 92bis van de bijzondere wet op de hervorming der instellingen, betreffende de coördinatie en het beheer van de hulp vanwege de Europese Commissie op het vlak van de human resources en de oprichting van het « Agentschap Europees Sociaal Fonds », wordt goedgekeurd.

Verkondigen dit decreet, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Brussel, 22 april 1999 H. HASQUIN, Voorzitter van het College van de Franse Gemeenschapscommissie, belast met Begroting, de Betrekkingen met de Franse Gemeenschap en het Waalse Gewest alsook met de Internationale betrekkingen Ch. PICQUE, Lid van het College, belast met Bijstand aan Personen D. GOSUIN, Lid van het College, belast met Cultuur, Sport en Toerisme E. ANDRE, Lid van het College, belast met Beroepsopleiding en de Permanente Opleiding van de Middenklasse E. TOMAS, Lid van het College, belast met Gezondheid, Beroepsomscholing en Bijscholing, Onderwijs, Sociale Promotie, Leerlingenvervoer en Openbaar Ambt

Samenwerkingsakkoord betreffende de coördinatie en het beheer van de hulp vanwege de Europese Commissie op het vlak van de human resources en de oprichting van een « Agentschap Europees Sociaal Fonds » Gelet op artikelen 127 en 138 van de Grondwet, Gelet op de bijzondere wet op de hervorming der instellingen van 8 augustus 1980, inzonderheid op artikel 92bis dat is ingelast bij de bijzondere wet van 8 augustus 1988 en gewijzigd bij de wetten van 16 januari 1989, 5 mei 1993 en 16 juli 1993;

Gelet op decreet II van de Franse Gemeenschap van 19 juli 1993 houdende toekenning van de uitoefening van bepaalde bevoegdheden van de Franse Gemeenschap aan het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie, inzonderheid op artikel 11;

Gelet op decreet III van de Franse Gemeenschapscommissie van 22 juli 1993 houdende toekenning van de uitoefening van bepaalde bevoegdheden van de Franse Gemeenschap aan het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie, inzonderheid op artikel 11;

Gelet op decreet II van het Waalse Gewest van 22 juli 1993 houdende toekenning van de uitoefening van bepaalde bevoegdheden van de Franse Gemeenschap aan het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie, inzonderheid op artikel 11;

Gelet op het beraad van de Franse Gemeenschapsregering van 9 maart 1998;

Gelet op het beraad van de Waalse Regering van 9 april 1998;

Gelet op het beraad van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 9 juli 1998;

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Commissie, ondertekend te Rome op 25 maart 1957, gewijzigd bij het verdrag betreffende de Europese Unie, ondertekend te Maastricht op 7 februari 1992, inzonderheid op artikel 123;

Gelet op de Europese regelgeving en inzonderheid op de kaderregeling EEG nr. 2081/93, de coördinatieregeling EEG nr. 2082/93 en de E.S.F.-regeling EEG nr. 2084/93;

Overwegende dat de Franse Gemeenschapsregering, de Waalse Regering en het College van de Franse Gemeenschapscommissie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bevestiging hebben gegeven van hun streven naar het gezamenlijk beheer van de Europese hulp op het vlak van de human resources die is verleend aan deze overheden;

Overwegende dat deze beleidskoersen inzake human resources, die in hoofdzaak mede worden gefinancierd door het Europees Sociaal Fonds (E.S.F.) of door andere specifieke subsidiemechanismen van de Europese Unie, beheerd worden door de Cel E.S.F. van de Franse Gemeenschap;

Overwegende dat de uitoefening van de bevoegdheid inzake beroepsomscholing en bijscholing, bedoeld in artikel 4, 16°, van de bijzondere wet op de hervorming der instellingen van 8 augustus 1980, gewijzigd bij de wetten van 8 augustus 1988, 16 januari 1989 en 16 juli 1993 werd overgeheveld naar het Waals Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie, maar dat de Franse Gemeenschap voorts bevoegd blijft voor bepaalde aangelegenheden inzake onderwijs en opleiding die in aanmerking komen voor subsidiëring vanwege de Europese Unie;

Overwegende dat het noodzakelijk is over te gaan tot een samenwerkingsverband met het oog op : 1° de optimalisering van de voorlichting, documentering en advies voor de potentiële begunstigden, met name door de oprichting, op een voor het publiek toegankelijke plaats, van een eenheidsstructuur die belast is met het beheer van de beleidskoersen inzake human resources die door de Europese Unie worden gesubsidieerd;2° een maximale aanwending van de subsidies vanwege de Europese Unie waarop het Franstalig landsgedeelte aanspraak kan maken in het raam van de Europese programma's;3° Integratie en wederzijdse opvoering van de human resources-activiteiten en de activiteiten die door de andere Fondsen worden gefinancierd in het raam van de Europese tussenkomsten steunend op meerdere structurele Fondsen, op de volgende niveaus : - voorbereiding van de plannen die zijn vereist door de regelgevingen van de Europese Unie betreffende de structurele gemeenschapsfondsen; - oprichting en onderhandeling met betrekking tot de communautaire steunkaders; - budgettaire meerjarenplanning; - uitvoering van de tussenkomsten; - beoordeling ex ante, opvolging en evaluatie ex post van de tussenkomsten; 4° Doorzichtiger en coherenter beheer van de beleidskoersen inzake human resources, met name door de harmonisering van de bestuurlijke verantwoordelijkheden en de boekhoudkundige procedures alsook door de koppeling van alle belangstellende kringen aan de uitvoering ervan;5° Bevordering van de coördinatie en samenwerkingsverbanden tussen de Europese programma's en de richtlijnen uitgaande van de interne beleidskoersen van onze departementen overeenkomstig de beginselen inzake subsisiariteit en complementariteit : - bij de uitvoering van de verschillende Europese programma's; - bij de uitvoering van de initiatieven van de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie in het raam van de Europese programma's; - bij de uitvoering van en het zoeken naar partnerschappen voor internationale of supranationale projecten die zijn uitgevoerd binnen een nationaal of supranationaal kader; - bij de opvolging, controle en evaluatie van de verschillende programma's die zijn uitgevoerd met de Europese Unie; 6° Optimalisering van de aanwending van de human en material resources voor de uitvoering van de Europese programma's;7° Verhoging van de evaluatie- en « research development »-capaciteit ex ante en ex post van de programma's uitgaande van de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschap; Overwegende dat een coherent en complementair beheer van de hulp die is toegekend door de Europese Commissie vereist is;

Overwegende dat wat de Europese hulp betreft, de veelheid aan actoren en aan gegevens evenals de complexiteit van de beheersprocedures een daadwerkelijke gespecialiseerde investering vereisen;

Tussen, - De Franse Gemeenschapsregering, vertegenwoordigd door mevrouw Laurette Onkelinx, minister-president, de heer William Ancion, minister van Hoger Onderwijs, Wetenschappelijk Onderzoek, Internationale Betrekkingen en Sport en de heer Jean-Claude Van Cauwenberghe, minister van Begroting, Financiën en Ambtenarenzaken; - De Waalse Regering, vertegenwoordigd door de heer Robert Collignon, minister-president en de heer Jean-Claude Van Cauwenberghe, minister van Begroting, Financiën, Tewerkstelling en Opleiding; - Het College van de Franse Gemeenschapscommissie, vertegenwoordigd door de heer Hervé Hasquin, minister-president belast met Begroting, de Betrekkingen met de Franse Gemeenschap en Waalse Gewest alsook met Internationale Betrekkingen; de heer Eric André, minister en lid belast met de Beroepsopleiding en Permanente Opleiding van de Middenklasse en de heer Eric Tomas, minister en lid belast met Gezondheid, Beroepsomscholing en Bijscholing, Onderwijs, Sociale Promotie, Leerlingenvervoer en Openbaar Ambt;

Wordt overeengekomen hetgeen volgt : HOOFDSTUK I. - Algemene samenwerkingsverbanden Afdeling I. - Algemene bepalingen

Artikel 1.Dit akkoord heeft betrekking op de bevoegdheden van de Franse Gemeenschap en op de bevoegdheden bedoeld in artikel 3 van decreet II van de Franse Gemeenschap van 19 juli 1993 houdende toekenning van de uitoefening van bepaalde bevoegdheden van de Franse Gemeenschap aan het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie.

Art. 2.Voor de toepassing van dit samenwerkingsakkoord dient te worden verstaan onder : 1. Opvolgingscomité : Het gezamenlijke besluitvormingsorgaan (Europese Commissie, bevoegde overheden van de lidstaat) dat instaat voor de opvolging van een enig planningsdocument (EPLADO), een communautair steunkader (COS), een operationeel programma (OP) of enige andere vorm van tussenkomst vanwege de Europese Unie in het raam van haar beslissingen.2. Het technisch en financieel comité : De instantie die is belast met de voorbereiding van de beslissingen van het Opvolgingscomité. Afdeling II. - Principes

Art. 3.§ 1. In het raam van de plannen en programma's die zijn goedgekeurd door de Regeringen en het College, dienen alle beslissingen over de hiernagenoemde programma's van de Europese Unie in gezamenlijk overleg te worden genomen door de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie : 1. De programma's die verband houden met doelstellingen 3 en 4 van de Europese structurele fondsen, die uitsluitend worden gefinancierd door het Europees Sociaal Fonds;2. De zogenaamde Programma's uitgaande van Gemeenschapsinitiatief (« PGI ») » Human resources », die in hoofdzaak worden gefinancierd door het Europees Sociaal Fonds, met name « Tewerkstelling » en « Adapt »;3. De actieprogramma's « Human resources », opgemaakt overeenkomstig artikel 127 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, met name het « LEONARDO »-programma. § 2. Het Comité voor de opvolging van de programma's bestaat uit de ministers die bevoegd zijn voor de aangelegenheden die in aanmerking komen voor cofinanciering vanwege Europa, de ministers van Buitenlandse of Internationale betrekkingen van de Waalse Regering, de Franse Gemeenschapsregering en het College van de Franse Gemeenschapscommissie, de ministers van Begroting van de drie entiteiten of hun vertegenwoordigers, alsook de vertegenwoordigers die zijn aangesteld door de Europese Commissie.

De vertegenwoordigers van de plaatselijke en socio-economische partners die door de Voorzitter worden aangeduid op voordracht van het Opvolgingscomité, zetelen eveneens in dit Comité. Ze hebben een adviserende stem. § 3. In het Comité voor de opvolging van de Communautaire Steunkaders die zijn opgericht op federaal niveau, zijn de Regeringen en het College vertegenwoordigd door een afvaardiging die bestaat uit de voorzitter van het Comité voor de opvolging van het desbetreffende programma alsook de minister-president van de Franse Gemeenschapsregering en de minister, lid van het College van de Franse Gemeenschapscommissie belast met Beroepsomscholing en Bijscholing of hun vertegenwoordigers.

Art. 4.§ 1. In het raam van de volgende plannen en programma's die zijn goedgekeurd door de Waalse Regering samen met de Franse Gemeenschap voor de aangelegenheden die onder haar bevoegdheid vallen, dienen alle beslissingen over de acties en maatregelen in verband met de « Human Resources » in gezamenlijk overleg te worden genomen tussen het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschap : 1. De programma's van doelstellingen 1 en 2 van de Europese structuurfondsen;2. Het (de) programma (`s) van doelstelling 5 B van de Europese structuurfondsen;3. De Programma's uitgaande van het Gemeenschapsinitiatief, die in hoofdzaak gefinancierd zijn door het Europees fonds voor de ontwikkeling van de regio's, « INTERREG » genaamd, en « PME ». § 2. Op verzoek van de minister van de Waalse Regering bevoegd voor Beroepsopleiding, kan een technisch en financieel Comité worden belast met de opvolging van de activiteiten inzake « Human resources » en de voorbereiding van de beslissingen van de Opvolgingscomités die zijn ingesteld door de Waalse regering voor de uitvoering van die plannen en programma's. § 3. Het technisch en financieel Comité bestaat uit de de ministers die bevoegd zijn voor de aangelegenheden die in aanmerking komen voor cofinanciering vanwege Europa, de ministers van Buitenlandse of Internationale betrekkingen van de Waalse Regering, de Franse Gemeenschapsregering en het College van de Franse Gemeenschapscommissie, de ministers van Begroting van de drie entiteiten of hun vertegenwoordigers, alsook de vertegenwoordigers die zijn aangesteld door de Europese Commissie.

De vertegenwoordigers van de plaatselijke en socio-economische partners die door de Voorzitter worden aangeduid op voordracht van het Opvolgingscomité, zetelen eveneens in dit Comité. Ze hebben een adviserende stem.

Art. 5.§ 1. Een Begeleidingscomité staat in voor de voorbereiding van de beslissingen van de Comités voor de opvolging van programma's bedoeld in artikel 3 en van de technische en financiële Comités bedoeld in artikel 4. Het Begeleidingscomité neemt alle beslissingen in verband met de projecten, maatregelen of activiteiten van een Europees programma, met uitzondering van die welke bij de Europese regelgeving zijn toegekend aan het Opvolgingscomité. Het bestaat uit de minister die lid zijn van het Opvolgingscomité of van het technisch en financieel Comité voor het desbetreffende programma of uit hun vertegenwoordigers. § 2. De beslissingen van het Begeleidingscomité eerbiedigen de geldende Europese regelgevingen en de toepassingsbepalingen waartoe beslist is door de Europese Unie op basis van de plannen en in overeenstemming met de overheden die verantwoordelijk zijn voor de uitwerking ervan in het raam van het partnerschap.

Art. 6.De minister van de Waalse Regering die bevoegd is voor de Beroepsopleiding verzekert het voorzitterschap van de Opvolgingscomités bedoeld in artikel 3, van de technische en financiële Comités bedoeld in artikel 4 en van de Begeleidingscomités bedoeld in artikel 5. Deze kunnen desgevallend en in overeenstemming met de minister van de Waalse regering bevoegd voor Beroepsopleiding, een bijzondere voorzitter aanduiden voor een of ander specifiek programma. De ondervoorzitters van de Comités worden aangeduid door de Begeleidingscomités.

Art. 7.De cofinanciering van de projecten, maatregelen of activiteiten wordt voor elk programma verzekerd onder de verantwoordelijkheid van de bevoegde minister(s) met inachtneming van de Europese regelgevingen.

Art. 8.Ingeval van een geschil met de Europese Commissie en onverminderd artikel 16, § 3, derde lid, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 zoals gewijzigd bij de bijzondere wet van 5 mei 1993 zijn de Regeringen of het College verantwoordelijk naargelang van hun inbreng in de cofinanciering en alleszins naargelang van de bedragen van de Europese tussenkomsten. HOOFDSTUK II. - De oprichting en het beheer van het agentschap « Europees sociaal fonds » Afdeling I. - Oprichting

Art. 9.De Franse Gemeenschap verbindt zich tot de oprichting van een dienst met afzonderlijk beheer binnen haar diensten, het « Agentschap Europees sociaal fonds » genaamd, dat gezamenlijk wordt beheerd door de Waalse Regering, de Franse Gemeenschapsregering en het College van de Franse Gemeenschapscommissie.

Art. 10.Het Agentschap neemt deel aan de voorbereiding en staat in voor het groepsdynamica, het administratief en boekhoudkundig beheer, de controle en de evaluatie van de programma's en activiteiten bedoeld in artikelen 3 en 4.

Art. 11.De Regeringen en het College zien erop toe dat de nodige middelen worden verschaft voor de werking van het Agentschap volgens de gezamenlijk vastgestelde modaliteiten. Afdeling II. - Het beheer

Art. 12.Het Agentschap is geplaatst onder de operationele leiding van een Beheerscomité, hierna het Comité genoemd.

Het Comité voert de beslissingen uit van de Comités voor de opvolging van de programma's bedoeld in artikelen 3 en 4.

Art. 13.Het Comité is samengesteld uit de ministers van de Waalse Regering, van de Franse Gemeenschapsregering en van het College van het College van de Franse Gemeenschapscommissie die betrokken zijn bij de programma's en activiteiten bedoeld in artikelen 3 en 4 alsook uit de ministers bevoegd voor Buitenlandse of Internationale betrekkingen, Begroting en Openbaar Ambt of uit de vertegenwoordigers die door hen zijn aangeduid.

Art. 14.Het voorzitterschap van het Comité wordt uitgeoefend door de minister van de Waalse Regering bevoegd voor Beroepsleiding.

De Regeringen en het College duiden in gezamenlijk overleg twee ondervoorzitters aan.

Art. 15.§ 1. Het Comité legt zijn huishoudelijk reglement ter goedkeuring voor aan de Regeringen en het College. Het bepaalt met name : - de regels betreffende de oproeping van het Comité; - de regels betreffende het voorzitterschap van het Comité ingeval van afwezigheid of verhindering van de voorzitter en de ondervoorzitters; - de vastlegging van het dagelijks beheer; - de vaststelling van de personeelsbehoeften van het Agentschap; - de wijze van vertegenwoordiging van de ministers bedoeld in artikel 13; - onverminderd de toepassing van de regels betreffende de administratieve en budgettaire controle en de controle van het Rekenhof, de modaliteiten inzake de controle van het beheer en de aanwending van de fondsen vanwege de Europese Unie. § 2. De leden van het Comité beslissen bij eenparigheid van stemmen.

Art. 16.§ 1. Het dagelijks beheer van het Agentschap wordt toevertrouwd aan een directeur, die wordt bijgestaan door een adjunct-directeur. Deze worden aangesteld door de Franse Gemeenschapsregering na eensluidend advies van de Waalse Regering en het College van de Franse Gemeenschapscommissie. § 2. De voorzitter van het Comité geeft aan de directeur van het Agentschap kennis van de beslissingen van de Opvolgingscomités voor de programma's bedoeld in artikelen 3 en 4 en die met betrekking tot het beheer van het Agentschap. Afdeling III. - Financiering

Art. 17.De inkomsten van het Agentschap omvatten : 1° de subsidies van de instellingen van de Europese Unie.2° de middelen die zijn ingeschreven op de begrotingen van de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie.3° de financiële opbrengsten uit het beheer van de fondsen die door de Europese Unie zijn gestort.4° de fondsen van derden die ter beschikking zijn gesteld in het raam van de programma's bedoeld in artikelen 3 en 4.

Art. 18.De bedragen bedoeld in artikel 17,2° worden verdeeld in verhouding tot de inbreng van de Europese Unie voor de overheden in de programma's bedoeld in artikelen 3 en 4.

Deze middelen worden ter beschikking gesteld van het Agentschap in vier trimestriële schijven, telkens voor hetzelfde bedrag. Deze dienen uiterlijk op de twintigste dag van elk trimester aan het Agentschap te worden betaald. HOOFDSTUK III. - Begroting en rekeningen

Art. 19.Het Agentschap stelt zijn begroting op onder leiding van het Comité. De begroting van het Agentschap is gevoegd bij de algemene uitgavenbegroting van de Franse Gemeenschap. Ze is gevoegd bij de administratieve begrotingen van het Waalse gewest en van de Franse Gemeenschapscommissie.

Art. 20.De exploitatierekening van de begroting en de thesaurierekening worden door het Beheerscomité uiterlijk op 31 maart van het volgend dienstjaar vastgesteld. De minister van de Franse Gemeenschapsregering bevoegd voor begroting bezorgt ze uiterlijk tegen 30 april aan het Rekenhof. De rekeningen worden gevoegd bij de algemene rekening van de Franse Gemeenschap.

Art. 21.De uitgaven worden vereffend en uitbetaald zonder tussenkomst van het Rekenhof. Het Rekenhof kan overgaan tot een controle ter plaatse.

Art. 22.De Franse Gemeenschapsregering treft de nodige maatregelen voor het beheer van de specifieke rekeningen die door het Agentschap zijn geopend met het oog op het beheer van de fondsen die door de Europese Unie zijn gestort alsook de financiële opbrengsten voortvloeiend uit dit beheer; de specifieke rekeningen en de opbrengsten worden opgenomen in de samengevoegde schalen van de rekeningen van de Franse Gemeenschap. HOOFDSTUK IV. - Algemene en slotbepalingen Uitvoering

Art. 23.De uitvoeringsmodaliteiten van dit samenwerkingsakkoord, met name die welke betrekking hebben op de werking, het personeel, de goederen, de financiering, de begroting en de rekeningen van het Agentschap worden vastgesteld door de Franse Gemeenschapsregering na eensluidend advies van de Waalse Regering en het College van de Franse Gemeenschapscommissie.

Deze beschikkingen worden getroffen in de maand die volgt op de bekrachtiging van het decreet tot goedkeuring van dit akkoord.

Overgangsbepalingen

Art. 24.Vanaf de datum van inwerkingtreding van decreet II van de Franse Gemeenschap van 19 juli 1993 houdende toekenning van de uitoefening van bepaalde bevoegdheden van de Franse Gemeenschap aan het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie en tot de toepassingsdatum van dit akkoord, is de Cel Europees Sociaal Fonds belast met de voortzetting van het vorig en huidig beheer waarop dit akkoord betrekking heeft en dit onder leiding van de Franse Gemeenschapsregering.

Art. 25.Dit akkoord loopt gedurende één jaar. Het wordt van rechtswege stilzijgend verlengd behalve wanneer het zes maand vóór de verstrijkingsdatum ervan wordt opgezegd.

Gesloten te Brussel op 2 september 1998.

Namens de Franse Gemeenschapsregering : Mevr. L. ONKELINKX, Minister-President W. ANCION, Minister van Hoger Onderwijs, Wetenschappelijk Onderzoek, Internationale betrekkingen en Sport J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE, Minister van Begroting, Financiën en Openbaar Ambt.

Namens de Waalse Regering, R. COLLIGNON, Minister-President.

J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE, Minister van Begroting, Financiën, Tewerkstelling en Opleiding.

Namens het College van de Franse Gemeenschapscommissie, H. HASQUIN, Minister-President belast met Begroting, Betrekkingen met de Franse Gemeenschap en met het Waalse Gewest en met Internationale Betrekkingen E. TOMAS, Minister, lid belast met Gezondheid, Beroepsomscholing en Bijscholing, Onderwijs, Sociale Promotie, Leerlingenvervoer en Openbaar Ambt E. ANDRE, Lid van het College, belast met Beroepsopleiding en de Permanente Opleiding van de Middenklasse _______ Nota (1) Gewone zitting 1998-1999. Documenten van de Vergadering : Ontwerpdecreet doc. 77 (1998-1999) nr. 1 - Verslag doc. (1998-1999) nr. 2.

Integraal verslag. - Bespreking en aanneming : zitting van 2 april 1999.

^