Etaamb.openjustice.be
Decreet van 20 juni 2013
gepubliceerd op 10 juli 2013

Decreet houdende instemming met het samenwerkingsakkoord tussen de Vlaamse Gemeenschap en de Franse Gemeenschap betreffende het beheer en de werking van de « Nationale Plantentuin van België »

bron
ministerie van de franse gemeenschap
numac
2013029406
pub.
10/07/2013
prom.
20/06/2013
ELI
eli/decreet/2013/06/20/2013029406/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

20 JUNI 2013. - Decreet houdende instemming met het samenwerkingsakkoord tussen de Vlaamse Gemeenschap en de Franse Gemeenschap betreffende het beheer en de werking van de « Nationale Plantentuin van België »


Het Parlement van de Franse Gemeenschap heeft aangenomen, en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt :

Artikel 1.Instemming wordt verleend met het samenwerkingsakkoord van 17 mei 2013 tussen de Vlaamse Gemeenschap en de Franse Gemeenschap betreffende het beheer en de werking van de « Nationale Plantentuin van België ».

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 20 juni 2013.

De Minister-President, R. DEMOTTE De Vicepresident en Minister van Kind, Onderzoek en Ambtenarenzaken, J.-M. NOLLET De Vicepresident en Minister van Begroting, Financiën en Sport, A. ANTOINE De Vicepresident en Minister van Hoger Onderwijs, J.-Cl. MARCOURT De Minister van Jeugd, Mevr. E. HUYTEBROECK De Minister van Cultuur, Audiovisuele Sector, Gezondheid en Gelijke Kansen, Mevr. F. LAANAN De Minister van Leerplichtonderwijs en van Onderwijs voor Sociale Promotie, Mevr. M.-D. SIMONET _______ Nota Zitting 2012-2013 Stukken van het Parlement. - Ontwerp van decreet, nr. 485-1.- Verslag nr. 485-2.

Integraal verslag. - Bespreking en aanneming. Vergadering van 19 juni 2013.

Samenwerkingsakkoord tussen de Vlaamse Gemeenschap en de Franse Gemeenschap betreffende het beheer en de werking van de 'Nationale Plantentuin van België' Gelet op de artikelen 12 1, § 1, eerste lid en 127, § 1 van de Grondwet;

Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot hervorming der instellingen, inzonderheid de artikelen 4, 4°, 6bis, § 1, 12, 87, 88 en 92bis, § 1, eerste lid, §§ 5 en 6;

Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot hervorming der instellingen, inzonderheid artikel 92bis, § 4quinquies ingevoegd bij de bijzondere wet van 13 juli 2001 houdende overdracht van diverse bevoegdheden aan de Gewesten en de Gemeenschappen;

Gelet op de bijzondere wet van 16 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/01/1989 pub. 06/11/2008 numac 2008000907 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet betreffende de financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten, inzonderheid artikel 62ter, ingevoegd bij de bijzondere wet van 13 juli 2001 tot herfinanciering van de Gemeenschappen en uitbreiding van de fiscale bevoegdheden van de Gewesten;

Gelet op het akkoord van het overlegcomité, gegeven op 6 februari 2013;

Overwegende dat op 8 april 2013 tussen de Federale Staat en de Vlaamse Gemeenschap een bruikleenovereenkomst werd ondertekend waarbij het wetenschappelijk patrimonium van de Nationale Plantentuin in bruikleen wordt gegeven aan de Vlaamse Gemeenschap;

Overwegende dat de Wetenschappelijke Raad die bij de Nationale Plantentuin van België werd ingesteld met toepassing van artikel 7 van het koninklijk besluit van 20 april 1965 tot vaststelling van het organiek statuut van de federale wetenschappelijke instellingen, op 17 december 2012 een volledige inventaris van het wetenschappelijk patrimonium heeft goedgekeurd en een methode heeft vastgesteld op basis waarvan het eigendomsrecht van een stuk van het wetenschappelijk patrimonium kan vastgesteld worden;

De Vlaamse Gemeenschap, vertegenwoordigd door haar Regering, in de persoon van de heer Kris Peeters, Minister-President;

En De Franse Gemeenschap, vertegenwoordigd door haar Regering, in de persoon van de heer Rudy Demotte, Minister-President;

Komen overeen wat volgt : Article 1er. De Nationale Plantentuin van België wordt door de Federale Staat overgedragen aan de Vlaamse Gemeenschap.

De Vlaamse Gemeenschap bepaalt de rechtsvorm van de Nationale Plantentuin van België.

Deze rechtsvorm dient het beginsel inzake autonomie van het beheer te huldigen en mag geen afbreuk doen aan de bepalingen van de hiernavolgende artikelen.

Art. 2.In afwijking van artikel 1, blijft het wetenschappelijke patrimonium van de Nationale Plantentuin van België, bedoeld in het tweede lid eigendom van de Federale Staat.

Het wetenschappelijke patrimonium omvat het herbarium, de wetenschappelijke verzamelingen (met name de levende planten onder glas en in openlucht en de zaadbank) en de bibliotheek (met name de boeken, tijdschriften, archieven, iconotheek, overdrukken en cartotheek) en de documentatie die bij dit alles hoort.

Bij de uitbreiding van en de verwerving van aanwinsten op het wetenschappelijke patrimonium verwerft de Vlaamse Gemeenschap hiervan de eigendom, met uitzondering van die uitbreiding of verwerving van aanwinsten die door de Federale Staat of door de andere gefedereerde entiteiten worden gefinancierd.

Tussen de Federale Staat en de Vlaams Gemeenschap kan een bruikleenovereenkomst worden afgesloten die de voorwaarden bepaalt waaronder het wetenschappelijk patrimonium in bruikleen wordt gegeven aan de Vlaamse Gemeenschap.

Onder voorbehoud van een uitdrukkelijke wilsuiting van de schenker, legataris of erflater, worden de schenkingen, legaten of erfenissen die na de inwerkingtreding van dit samenwerkingsakkoord worden gedaan aan de Nationale Plantentuin van België, eigendom van de Vlaamse Gemeenschap.

Collecties die na de inwerkingtreding van dit akkoord door instellingen van de Franse Gemeenschap in bewaring worden gegeven en door de Plantentuin worden aanvaard, blijven eigendom van de bewaargever

Art. 3.De Vlaamse Gemeenschap treedt op de dag van de inwerkingtreding van het samenwerkingsakkoord in de rechten en de plichten van de federale staat met betrekking tot de Nationale Plantentuin, met uitzondering van het wetenschappelijke patrimonium zoals bedoeld in artikel 2, eerste lid.

Art. 4.De Nationale Plantentuin van België heeft als opdracht : - het wetenschappelijk onderzoek in de botanie en de mycologie te verrichten en te bevorderen en dit in een bredere context van onderzoek inzake biodiversiteit en de geschiedenis van de wetenschap; - gedocumenteerde wetenschappelijke collecties van planten en fungi (met name levende planten, zaden, plantenweefsels, herbaria) te beheren, te bewaren en te valoriseren; - een museale, educatieve en toeristische functie waar te nemen met het oog op de bewustwording en de vorming van het publiek.

Art. 5.§ 1. De Raad van Bestuur van de Nationale Plantentuin van België bestaat uit negen leden, waarvan vijf leden worden aangeduid door de Vlaamse Regering, twee leden aangeduid worden door de Wetenschappelijke Raad, bedoeld in artikel 6, § 1 en twee leden worden aangeduid door de Franse Gemeenschapsregering.

Het secretariaat wordt waargenomen door de leidend ambtenaar van de instelling, die de vergaderingen bijwoont met raadgevende stem. § 2. De Raad van Bestuur staat in voor de uitoefening van de opdrachten die aan de Nationale Plantentuin van België overeenkomstig artikel 4 worden toegekend.

De Raad van Bestuur kan, op initiatief van elk van zijn leden, worden gevat over elke vraag die verband houdt met de toepassing van dit akkoord. § 3. Beslissingen van de Raad van Bestuur met betrekking tot de administratieve en technische omkadering van de wetenschappelijke onderzoekers behoeven een bijzondere meerderheid van minstens 7 leden op 9.

Art. 6.§ 1. De Vlaamse Gemeenschap verbindt zich er toe om in de in artikel 1, tweede lid, bedoelde rechtsvorm te voorzien in een Wetenschappelijke Raad die is samengesteld als volgt: a) vertegenwoordigers aangeduid door de Vlaamse universiteiten;b) een als in a) gelijk aantal vertegenwoordigers aangeduid door de universiteiten van de Franse Gemeenschap;c) vertegenwoordigers aangeduid door en uit de Nederlandstalige wetenschappelijke onderzoekers van de instelling;d) een als in c) gelijk aantal vertegenwoordigers aangeduid door en uit de wetenschappelijke onderzoekers van de Franse Gemeenschap bedoeld in artikel 8, eerste lid;e) internationale vertegenwoordigers die door de vertegenwoordigers vernoemd onder a), b), c) en d) worden gecoöpteerd. De vertegenwoordigers vermeld in het vorige lid dienen deskundig of werkzaam te zijn in de aangelegenheden zoals vermeld in artikel 4.

Het voorzitterschap van de Wetenschappelijke Raad wordt uitgeoefend voor periodes van twee jaar, door een persoon die door de leden van de wetenschappelijke raad wordt aangeduid, alternerend onder de leden bedoeld in punt a) en de leden bedoeld in punt b).

De leidend ambtenaar van de instelling neemt het secretariaat van de Wetenschappelijke raad met raadgevende stem waar.

De Wetenschappelijke Raad staat de Raad van Bestuur bij voor de wetenschappelijke invulling van de opdracht van de Plantentuin zoals vervat in artikel 4.

De Wetenschappelijke Raad stelt de wetenschappelijke programma's voor, geeft advies bij de rekrutering, evaluatie en promotie van wetenschappelijke onderzoekers, beheert het wetenschappelijke patrimonium en verzekert er de toegangsmodaliteiten van.

De Wetenschappelijke raad verleent advies over het mogelijk onderzoek naar het historisch erfgoed op het vlak van de kunstgeschiedenis en de geschiedenis der wetenschappen.

Voor de wetenschappelijke verslagen die zij opstellen in het kader van de uitoefening van hun opdracht, kunnen de wetenschappelijke onderzoekers het Nederlands, het Frans of het Engels te gebruiken. § 2. De volledige inventaris van het wetenschappelijk patrimonium en de identificatiemethode die toelaat het eigendomsrecht van een stuk van het wetenschappelijk patrimonium vast te stellen, zoals op 17 december 2012 goedgekeurd door de huidige Wetenschappelijke Raad bij de Nationale Plantentuin van België, die is ingesteld met toepassing van artikel 7 van het koninklijk besluit van 20 april 1965 tot vaststelling van het organiek statuut van de federale wetenschappelijke instellingen, worden als bijlage 2 aan dit samenwerkingsakkoord toegevoegd.

Art. 7.De personeelsleden die op het ogenblik van de inwerkingtreding van dit samenwerkingsakkoord behoren tot de Nederlandse taalrol, worden overgedragen naar de Vlaamse Gemeenschap. Zij vallen onder de toepassing van het Vlaams personeelsstatuut.

De personeelsleden die op het ogenblik van de inwerkingtreding van dit samenwerkingsakkoord behoren tot de Franse taalrol, worden overgedragen naar de Franse Gemeenschap. Zij vallen onder de toepassing van het statuut dat van toepassing is op het personeel van de Franse Gemeenschap.

De overgang van de in het eerste en tweede lid genoemde personeelsleden geschiedt met hun graad of een gelijkwaardige graad en in hun hoedanigheid.

Zij behouden tenminste de bezoldiging en de anciënniteit die zij hadden of zouden verkregen hebben indien zij in hun dienst van herkomst het ambt hadden blijven uitoefenen dat zij bij hun overplaatsing bekleedden.

De financiële regeling die voortvloeit uit de toepassing van hun nieuwe statuut kan voor deze personeelsleden niet nadeliger zijn dan de regeling die op hen van toepassing was vóór de inwerkingtreding van dit samenwerkingsakkoord.

Art. 8.Een aantal wetenschappelijke onderzoekers van de Franse Gemeenschap dat ten minste gelijk is aan het aantal wetenschappelijke onderzoekers van de Franse taalrol op de dag van de inwerkingtreding van het samenwerkingsakkoord, werkt op de site en binnen het kader van de in artikel 1, tweede lid, bedoelde instelling.

Voor de toepassing van dit akkoord verstaat men onder « wetenschappelijk onderzoeker » alle personeelsleden van niveau A (of 1) en SW en alle personeelsleden van niveau B (of 2+). Het administratief en technisch personeel (niveau C en D) wordt niet als wetenschappelijk onderzoeker beschouwd.

De in het eerste lid bedoelde onderzoekers staan onder het administratieve gezag van een directeur van de Franse Gemeenschap die op de site van de Plantentuin tewerkgesteld is, en onder het functionele gezag van de directie van de instelling.

Art. 9.Het administratief en technisch personeel (niveau C en D) van de Nationale Plantentuin van België dat in toepassing van artikel 7 wordt overgedragen naar de Franse Gemeenschap, wordt tewerkgesteld op de site van de Plantentuin onder het administratieve gezag van de in artikel 8 bedoelde directeur en onder het functionele gezag van de directie van de instelling.

Deze personeelsleden worden bij de beëindiging van hun loopbaan enkel vervangen door Nederlandstalige personeelsleden.

Bij wijze van overgangsmaatregel staat, tijdens de periode waarin dit administratief en technisch personeel werkzaam is in de Plantentuin, een bekwaam personeelslid deze personeelsleden bij voor het dagelijkse administratieve beheer in het Nederlands.

Art. 10.Met het oog op de toepassing van artikel 62ter van de bijzondere wet van 16 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/01/1989 pub. 06/11/2008 numac 2008000907 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet betreffende de financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten, wordt bepaald dat de personeelsleden die hun mobiliteit binnen de diensten van de federale overheid verkregen hebben vóór de inwerkingtreding van dit samenwerkingsakkoord, niet beschouwd zullen worden als effectieve personeelsleden in de zin van het voormelde artikel 62ter.

Een organigram met alle personeelsleden in dienst bij de Nationale Plantentuin op de dag van ondertekening van dit samenwerkingsakkoord en aan de hand waarvan de taalrol van elk personeelslid kan worden geïdentificeerd, is als bijlage 3 bij dit akkoord gevoegd en de bedragen die aan de Gemeenschappen worden toegekend in toepassing van artikel 62ter worden op basis daarvan berekend.

De Plantentuin en het Ministerie van de Franse Gemeenschap kunnen in een protocol onderlinge praktische afspraken maken over de samenwerking tussen hun respectieve personeelsleden.

Art. 11.De bezoldiging en elk daarmee verband houdend geldelijk voordeel voor de personeelsleden van de Franse Gemeenschap, met inbegrip van de wetenschappelijke onderzoekers, vallen ten laste van de begroting van de Franse Gemeenschap.

De Vlaamse Gemeenschap waarborgt een daadwerkelijke en gelijke administratieve en technische ondersteuning van alle wetenschappelijke onderzoekers.

Wanneer een personeelslid van de Franse Gemeenschap wetenschappelijk promotor is van een extern onderzoekscontract, wordt dit contract met het oog op de wetenschappelijke rapportage zowel bij een wetenschappelijke of universitaire instelling van de Franse Gemeenschap als bij de Plantentuin geregistreerd.

De middelen die vrij beschikbaar komen bij de Franse gemeenschap als gevolg van het vertrek van administratief en technisch personeel kunnen enkel aangewend worden ten bate van de instelling, bedoeld in artikel 1, tweede lid, en haar wetenschappelijke opdrachten.

Art. 12.De toegang tot de infrastructuur in het kader van het wetenschappelijk onderzoek is kosteloos voor eenieder die tot een door een Belgische of buitenlandse universiteit, Vlaamse, Waalse of Brusselse gewestelijke onderzoeksinstelling of tot een door de Vlaamse overheid erkende onderzoeksinstelling behoort of daartoe erkend is door de Wetenschappelijke Raad.

Art. 13.De voorwaarden inzake toegankelijkheid tot het Domein en de diensten van de Nationale Plantentuin van België worden voor eenieder van het publiek op gelijke wijze gereglementeerd, zonder enige vorm van onderscheid, met uitzondering van de personen bedoeld in artikel 12.

Art. 14.De geschillen die met betrekking tot de uitlegging of de uitvoering van onderhavig samenwerkingsakkoord rijzen, worden beslecht door het rechtscollege bedoeld in artikel 92bis, § 5 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot hervorming der instellingen.

Alsdan zullen de Vlaamse en de Franse Gemeenschap vertegenwoordigd zijn door hun respectieve Regeringen, in de persoon van hun ministers-presidenten.

De werkingskosten van het rechtscollege worden door elke partij, ieder voor de helft, gedragen.

De bepalingen van de wet van 23 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 23/01/1989 pub. 22/04/2011 numac 2011000233 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet op het rechtscollege bedoeld bij artikel 92bis, § 5 en § 6, en artikel 94, § 3, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten op het rechtscollege bedoeld bij artikel 92bis, § 5 en § 6, en artikel 94, § 3 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot hervorming der instellingen zijn van toepassing.

Art. 15.Dit samenwerkingsakkoord wordt voor onbepaalde duur gesloten.

Art. 16.Dit samenwerkingsakkoord treedt in werking op de dag waarop de instemmingsdecreten van de ondertekenende partijen door de betrokken Regeringen zijn bekrachtigd.

Brussel, 17 mei 2013.

Voor de Vlaamse Gemeenschap : De Minister-President van de Vlaamse Regering, K. PEETERS Voor de Franse Gemeenschap : De Minister-President van de Franse Gemeenschapsregering, R. DEMOTTE

^