Etaamb.openjustice.be
Decreet van 20 juli 2022
gepubliceerd op 23 september 2022

Decreet tot wijziging van het Kaderdecreet van 10 april 2003 betreffende de erkenning en subsidiëring van de beroepssector van de Podiumkunsten

bron
ministerie van de franse gemeenschap
numac
2022021118
pub.
23/09/2022
prom.
20/07/2022
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

20 JULI 2022. - Decreet tot wijziging van het Kader decreet van 10 april 2003Relevante gevonden documenten type decreet prom. 10/04/2003 pub. 19/05/2003 numac 2003029260 bron ministerie van de franse gemeenschap Kaderdecreet betreffende de erkenning en de subsidiëring van de beroepssector van de Podiumkunsten sluiten betreffende de erkenning en subsidiëring van de beroepssector van de Podiumkunsten


Het Parlement van de Franse Gemeenschap heeft aangenomen en wij, de regering, bekrachtigen hetgeen volgt: HOOFDSTUK 1. - Aangebrachte wijzigingen aan de definities, het toepassingsgebied en de algemene principes

Artikel 1.In artikel 1, 1., tweede lid, a) van het kader decreet van 10 april 2003Relevante gevonden documenten type decreet prom. 10/04/2003 pub. 19/05/2003 numac 2003029260 bron ministerie van de franse gemeenschap Kaderdecreet betreffende de erkenning en de subsidiëring van de beroepssector van de Podiumkunsten sluiten betreffende de erkenning en subsidiëring van de beroepssector van de Podiumkunsten worden de woorden ", de improvisatie" ingevoegd tussen de woorden "het actietheater" en de woorden "het theater voor een jong publiek". In hetzelfde lid wordt een punt g) en een punt h) ingevoegd die luiden als volgt: "g) de marionetten, het objectentheater en gerelateerde kunstvormen; h) comedyshows, met inbegrip van stand-up".

Art. 2.In 15. van hetzelfde artikel worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1. het woord "toelage" wordt vervangen door de woorden "eenmalige financiële hulp";2. de woorden "van schrijven, van pre-productie" worden ingevoegd tussen de woorden "van vorming" en de woorden "van compositie".

Art. 3.In 16. van hetzelfde artikel worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1. het woord "eenmalig" wordt ingevoegd tussen het woord "toegekend" en de woorden "financiële steun";2. de woorden "over een maximumtermijn van drie jaar" worden verwijderd.

Art. 4.In hetzelfde artikel worden tussen de punten 16. en 17. een 16./1, een 16./2 en een 16./3 ingevoegd die luiden als volgt: "16./1 Creatieovereenkomst: een contractueel stelsel dat financiële steun verleent aan een rechtspersoon van hoofdzakelijk de categorie van creatiestructuren om zijn werking en zijn activiteiten over een periode van drie of vijf jaar te ondersteunen; "16./2 Dienstenovereenkomst: een contractueel stelsel dat financiële steun verleent aan een rechtspersoon van hoofdzakelijk de categorie van dienstverlenende structuren om zijn werking en zijn activiteiten over een periode van drie of vijf jaar te ondersteunen; "16./2 Verspreidingsovereenkomst: een contractueel stelsel dat financiële steun verleent aan een rechtspersoon van hoofdzakelijk de categorie van verspreidingsplaatsen of festivals om zijn werking en zijn activiteiten over een periode van drie of vijf jaar te ondersteunen;"

Art. 5.In 22. van hetzelfde artikel worden de woorden "onder 18. en 19." vervangen door de woorden "onder 20. en 21.".

Art. 6.In hetzelfde artikel wordt een 25. ingelast dat luidt als volgt: 25. Zelfevaluatie: kritische balans, intern ontworpen en overlegd door de culturele operator, om de afstemming tussen de nagestreefde doelstellingen, de benutte middelen en de bereikte effecten zichtbaar te maken;"

Art. 7.In hetzelfde artikel wordt een 26. ingelast dat luidt als volgt: "26. culturele verscheidenheid: veelheid van vormen waarmee de culturen van individuen, groepen en maatschappijen zich kunnen uitdrukken via diverse vormen van artistieke creatie, productie, verspreiding, distributie en genot van culturele expressies;".

Art. 8.In hetzelfde artikel wordt een 27. ingelast dat luidt als volgt: "27. onder elkaar verdelen: werkwijze waarbij de hulpmiddelen en competenties van de operatoren en professionals van de beroepssector van de podiumkunsten worden gebundeld, met het oog op schaalvoordelen en een efficiëntere verdeling van de middelen".

Art. 9.In hetzelfde artikel wordt een 28. ingelast dat luidt als volgt: "28. duurzaamheid: langdurig en houdbaar karakter van een project op artistiek, economisch, sociaal vlak en milieuvlak".

Art. 10.In hetzelfde artikel wordt een 29. ingelast dat luidt als volgt: "29. interculturaliteit: interculturaliteit wijst op de dynamische en interactieve processen (uitwisselingen, samenvoegingen) tussen groepen of individuen uit verschillende en/of meerdere culturen. Het gaat om een proces met als doel het onderlinge begrip en de oprichting van een gemeenschappelijke wereld".

In hetzelfde artikel wordt een 30. ingelast dat luidt als volgt: "30. culturele vrijheden en rechten: de culturele vrijheden en rechten die door de Verklaring van Freiburg over culturele rechten zijn bevestigd".

Art. 11.In hetzelfde decreet wordt tussen artikelen 1 en 2 een artikel 1/1 ingelast dat luidt als volgt: "

Art. 1/1.Dit decreet en de steunregelingen dat het voorziet, streven de volgende algemene doelstellingen na: 1. de artistieke creatie ondersteunen, in al haar vormen, en de artistieke vrijheid, de opkomst, de artistieke uitmuntendheid en de culturele verscheidenheid verzekeren;2. het bevorderen van ontmoetingen tussen kunstenaars, werken en publieken, vanuit een perspectiefvan een culturele democratisering, met name met behulp van een geschikte bemiddeling;3. de kunstenaars en scheppers van de Franse Gemeenschap waarderen door te zorgen voor een gediversifieerde vertegenwoordiging van mannen en vrouwen, met inachtneming van de gelijkheid van mannen en vrouwen en de waarden van de interculturaliteit;4. de ontwikkeling en structurering aanmoedigen van samenwerkingsnetwerken tussen de culturele operatoren, gesteund door de Franse Gemeenschap, met het oog op duurzaamheid en onderlinge verdeling van hulpmiddelen of competenties;5. zorgen voor een juiste vergoeding van kunstenaars, scheppers en technici".

Art. 12.In artikel 2, eerste lid, wordt punt 1., a), ii., aangevuld met de woorden ", met inbegrip van de representatieve beroepsfederaties".

In hetzelfde lid wordt punt 1., a), iii., aangevuld met de woorden "of onthaal in residentie".

In hetzelfde lid wordt punt 1., a), iv., aangevuld met de woorden "of onthaal in residentie".

In hetzelfde lid wordt aan punt 1., a), vi., de volgende wijzigingen aangebracht: 1. de woorden "met name door de onderlinge verdeling van hun competenties en middelen," worden ingevoegd tussen de woorden "die domeinen" en de woorden "en om bij te dragen";2. het woord "eigenaardigste" wordt vervangen door het woord "diverse". HOOFDSTUK 2. - Afschaffing van de afzonderlijke erkenningsprocedure

Art. 13.Titel V van hetzelfde decreet en de artikelen 30 tot 34 daarin worden opgeheven. HOOFDSTUK 3. - Wijzigingen aangebracht aan de toekenningsprocedure voor financiële steun

Art. 14.Artikel 35 van hetzelfde decreet wordt vervangen door wat volgt: "

Art. 35.Er bestaan zes soorten financiële steun: 1. de beurs, met een bedrag tussen 1.000 en 15.000 euro; 2. de steun voor een project, met een bedrag tussen 5.000 en 75.000 euro; 3. de creatieovereenkomst, met een bedrag tussen 20.000 en 150.000 euro; 4. de dienstenovereenkomst, met een bedrag tussen 20.000 en 150.000 euro; 5. de verspreidingsovereenkomst, met een bedrag tussen 20.000 en 150.000 euro; 6. de programmaovereenkomst, met een bedrag tussen 75.000 en 20.000.000 euro".

Art. 15.Artikel 35/1 van hetzelfde decreet wordt vervangen door wat volgt: "

Art. 35/1.Met het oog op de toepassing van dit decreet voorziet de regering als vastleggingskredieten een minimaal jaarlijks budget van 99.963.000 euro in de vorm van structurele steun.

Met het oog op de toepassing van dit decreet voorziet de regering als vastleggingskredieten een minimaal jaarlijks budget van 9.649.000 euro in de vorm van eenmalige steun.

Het in het eerste lid vermelde budget wordt geïndexeerd op 1 januari van elk jaar volgens de evolutie van de gezondheidsindex.

De financiële steun wordt toegekend binnen de grenzen van de beschikbare begrotingskredieten waarvan sprake in het eerste lid. De bevoegde adviescommissies formuleren hun voorstellen met inachtneming van deze grenzen."

Art. 16.Artikel 36 van hetzelfde decreet wordt vervangen door wat volgt: "

Art. 36.Om een subsidie te kunnen krijgen krachtens dit decreet, moet de rechtspersoon waarvan sprake in artikel 2, 1., of de natuurlijke persoon waarvan sprake in artikel 2, 2.: 1. gevestigd of woonachtig zijn in het Franse taalgebied of in het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad; 2. conform zijn statuten als het om een rechtspersoon gaat, ;artistieke beroepsactiviteiten of informatieactiviteiten op het getouw zetten, alsook raden en andere diensten aangeboden aan de beroepsmensen van de podiumkunsten 3. activiteiten organiseren die vooral het grote publiek van de Franse Gemeenschap beogen".

Art. 17.Artikel 37 van hetzelfde decreet, opgeheven door het decreet van 13 oktober 2016Relevante gevonden documenten type decreet prom. 13/10/2016 pub. 17/11/2016 numac 2016029529 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot wijziging van het kaderdecreet van 10 april 2003 betreffende de erkenning en de subsidiëring van de beroepssector van de Podiumkunsten sluiten, wordt opnieuw ingevoerd met volgende tekst: "

Art. 37.§ 1. De regeringsdiensten stellen aan de aanvragers voor elk type steun een formulier ter beschikking om: 1. het domein van artistieke expressie te vermelden dat de aanvraag betreft;2. de aanvrager te identificeren en, in voorkomend geval, de categorie waartoe hij hoort; 3. te vermelden of de aanvraag bedoeld is om zich te richten tot hoofdzakelijk een jong publiek in de zin van artikel 1, 14.; 4. alle elementen te verzamelen die nodig zijn voor de controle van de voorwaarden voor het gevraagde type steun;5. alle elementen te verzamelen die nodig zijn voor de beoordeling door de bevoegde adviescommissie van de beoordelingscriteria bepaald in artikelen 45, 50/2, 55, 61/1, 61/8 en 65. Het formulier is vergezeld van een vademecum dat de verwachte elementen en de te volgen procedure uitlegt. Dit vademecum wordt ter goedkeuring voorgelegd aan de minister.

De overlegkamers worden door de regeringsdiensten ingelicht over elke wijziging die aan het vademecum en de formulieren wordt aangebracht. § 2. De regeringsdiensten bepalen in samenspraak met de bevoegde overlegkamers per domein en per type steun de termijnen waarbinnen de aanvragen om steun aan hen moeten worden gericht. Deze termijnen worden gepubliceerd op de website van de administratie.

De beurzen en de steun voor projecten kunnen ten minste een keer per jaar worden aangevraagd.

De creatie-, diensten- en verspreidingsovereenkomsten met een duur van drie jaar kunnen elke drie jaar worden aangevraagd.

De programmaovereenkomsten, evenals de creatie-, diensten- en verspreidingsovereenkomsten met een duur van vijf jaar kunnen elke vijf jaar worden aangevraagd."

Art. 18.Artikel 38 van hetzelfde decreet wordt vervangen door wat volgt: "

Art. 38.§ 1. De regeringsdiensten overhandigen de aanvrager een ontvangstbevestiging en controleren binnen de maand de volledigheid van de aanvraag.

Als het dossier onvolledig is, wordt de aanvrager hiervan op de hoogte gesteld en beschikt hij over een termijn van twee weken om de ontbrekende stukken te verzenden. Na deze termijn wordt de aanvraag beschouwd als van rechtswege onontvankelijk. § 2. De regeringsdiensten stellen voor elke ontvankelijke aanvraag een type-analyseverslag op met daarin: 1. alle elementen die nodig zijn voor de beoordeling door de bevoegde adviescommissie van de beoordelingscriteria bepaald in artikelen 45, 50/2, 55, 61/1, 61/8 en 65;2. een begrotingsanalyse. Dit type-verslag wordt overgemaakt aan de bevoegde adviescommissie. § 3. De bevoegde adviescommissie beoordeelt de aanvraag en brengt een met redenen omkleed advies uit over de wenselijkheid om de gevraagde steun toe te kennen en over het bedrag ervan. Als er een overeenkomst wordt aangevraagd, zorgt ze ervoor dat het voorgestelde bedrag, bij een positief advies, zowel de werkingskosten van de structuur als die voor de gepresteerde activiteiten, omvat.

Het advies wordt verstrekt volgens een model dat door de regeringsdiensten is opgesteld. § 4. Na het advies van de bevoegde adviescommissie spreekt de regering zich uit over de toekenning van de aangevraagde steun. Als ze afwijkt van het in § 3 vermelde advies, omkleedt ze deze beslissing nauwkeurig en gedetailleerd met redenen.

De regeringsdiensten lichten de aanvrager in over de genomen beslissing en: 1. als deze positief is, over het bedrag van de steun en de uitbetalingswijzen;2. als deze negatief is, de beroepsmogelijkheden. § 5. De toekenning van financiële steun krachtens dit decreet houdt de erkenning door de Franse Gemeenschap van zijn begunstigde in voor een termijn van vijf jaar.".

Art. 19.Artikel 39 van hetzelfde decreet wordt vervangen door wat volgt: "

Art. 39.De begunstigde van steun die krachtens dit decreet toegekend is, moet een activiteitenverslag overhandigen aande regeringsdiensten, volgens de modaliteiten in artikelen 46, 51, 58, 61/4, 61/11 en 68.

Wanneer het verslag niet verstuurd is binnen de daartoe voorziene termijnen, richten de regeringsdiensten een rappelbrief aan de betrokkene en, bij ontstentenis van een verslag binnen de maand, een ingebrekestelling per aangetekend schrijven . De termijn om gevolg te geven aan deze ingebrekestelling bedraagt 15 dagen.

Als hij zijn verslag niet overhandigt, kan de begunstigde geen aanspraak maken op eender welke andere subsidie.

De begunstigde moet gedurende minstens 24 maanden vanaf de indiening van zijn activiteitenverslag de daarin vermelde bewijsstukken van uitgaven bewaren en deze op vraag van de administratie overmaken.".

Art. 20.In artikel 40 van hetzelfde decreet wordt het eerste lid opgeheven.

Art. 21.Artikel 41 van hetzelfde decreet wordt vervangen door wat volgt: "

Art. 41.Uiterlijk tegen 31 maart van het laatste jaar dat een creatie-, diensten-, verspreidingsovereenkomst of programmaovereenkomstdekt, licht zijn begunstigde de regeringsdiensten in over zijn wens om deze te hernieuwen.

De aanvrager stuurt de in het tweede lid van artikelen 54, 61, 61/7 en 64 vermelde elementen naar de regeringsdiensten. De aanvraag wordt verwerkt conform artikel 38.

Als de regering niet beslist over de toekenning van de vernieuwing van de overeenkomst wanneer deze vervalt, dan wordt de subsidietermijn voor één jaar verlengd, voor zover de operator zich niet in een situatie bevindt waarvoor een opschorting, wijziging of ontbinding van de overeenkomst gerechtvaardigd is. Als de Regering geen beslissing neemt over de toekenning van de vernieuwing van de overeenkomst wanneer die eindigt, wordt de subsidieperiode verlengd met een periode van één jaar, voor zover de operator zich niet bevindt in een toestand waarvoor een schorsing, een wijziging of een opzegging van de overeenkomst vereist is. Als de vernieuwing wordt goedgekeurd, is de duur van deze verlenging inbegrepen in de termijn van de nieuwe overeenkomst.

Onder voorbehoud van de beschikbare begrotingskredieten waarvan sprake in artikel 35/1, is het bedrag van de tijdens de verlenging ontvangen subsidie gelijk aan het bedrag van de jaarlijkse subsidie die door de vervallende overeenkomst is voorzien.".

Art. 22.In hoofdstuk 1 van titel VI van hetzelfde decreet wordt na artikel 41 een artikel 41/1 ingelast dat luidt als volgt: "

Art. 41/1.De modaliteiten voor wijziging, opschorting en opzegging van de steun worden door de regering bepaald.

Geen enkele steun kan worden opgeschort, gewijzigd of opgezegd zonder het voorafgaandelijk advies van de bevoegde adviescommissie.

In afwijking van het tweede lid, is het advies van de bevoegde adviescommissie niet vereist bij: 1. de opschorting van de betaling van subsidies in afwachting van de indiening van de bewijsstukken;2. de opzegging van een creatie-, diensten- of verspreidingsovereenkomst wegens de inwerkingtreding van een programmaovereenkomst; 3. het verval en de ontbinding van rechtswege waarvan sprake in artikel 76, §§ 3 en 4.". HOOFDSTUK 4. - Wijzigingen aangebracht aan het beurzenstelsel

Art. 23.In hoofdstuk 2 van titel VI van hetzelfde decreet is artikel 42 inbegrepen in een deel I met als titel "Specifieke doelstellingen".

Art. 24.Hetzelfde artikel 42, opgeheven door het decreet van 13 oktober 2016Relevante gevonden documenten type decreet prom. 13/10/2016 pub. 17/11/2016 numac 2016029529 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot wijziging van het kaderdecreet van 10 april 2003 betreffende de erkenning en de subsidiëring van de beroepssector van de Podiumkunsten sluiten, wordt opnieuw ingevoerd met volgende tekst: "

Art. 42.Aanvullend op de algemene doelstellingen waarvan sprake in artikel 1/1 beoogt het beurzenstelsel om: 1. de kunstenaars en scheppers te ondersteunen in de ontwikkeling van hun beroepstraject, door hen toe te laten zich te vormen en te experimenteren;2. een bijdrage te leveren aan de zoektocht naar nieuwe vormen van expressie;3. de schrijf-, pre-productie- of compositieprocessen zichtbaar te maken en te waarderen; 4. de ontwikkeling van een professioneel netwerk van kunstenaars en scheppers te bevorderen."

Art. 25.In hetzelfde hoofdstuk wordt artikel 43 inbegrepen in een deel II met als titel "Toekenningsvoorwaarden".

Art. 26.Hetzelfde artikel 43 wordt vervangen door wat volgt: "

Art. 43.De toekenning van een beurs is onderworpen aan de volgende voorwaarden: 1. de aanvrager moet een natuurlijke persoon zijn die voldoet aan de voorwaarden van artikel 36;hij kan evenwel, op eigen verantwoordelijkheid, vragen om de steun te betalen aan een rechtspersoon waaraan hij verbonden is; 2. de beurzen voor een onderzoeks-, experimenterings- en vormingssproject kunnen worden beschouwd als een stap die een toekomstige creatie voorafgaat of niet specifiek een tastbaar resultaat beogen;3. de beurzen kunnen steun voor het project niet vervangen en de eigenlijke creatie niet financieren, met name de repetities of opname; 4. eenzelfde persoon kan slechts één beurs per project verkrijgen."

Art. 27.In hetzelfde hoofdstuk worden artikelen 44 tot 45/1 gehergroepeerd in een deel III met als titel "Beoordelingscriteria".

Art. 28.Voormeld artikel 44 wordt opgeheven.

Art. 29.Voormeld artikel 45 wordt vervangen door wat volgt: "

Art. 45.Om de beursaanvraag te beoordelen, hanteert de bevoegde adviescommissie de volgende criteria: 1. het artistieke en culturele belang van het project op het vlak van onderzoek en experimentering of de structurering van een toekomstig project, met name met betrekking tot het beroepstraject van de aanvrager;2. het belang van het project op het vlak van de ontwikkeling van het professioneel netwerk van de aanvrager; 3. de gelijkwaardigheid tussen het bedrag van de aangevraagde beurs en het project."

Art. 30.Voormeld artikel 45/1 wordt opgeheven.

Art. 31.In hetzelfde hoofdstuk wordt artikel 46 inbegrepen in een deel IV met als titel "Activiteitenverslag".

Art. 32.Hetzelfde artikel 46 wordt vervangen door wat volgt: "

Art. 46.Het activiteitenverslag dat betrekking heeft op een beurs, wordt binnen de zes maanden na afloop van het project verzonden en, uiterlijk, binnen de zesendertig maanden die volgen op de toekenningsbeslissing.

Het verslag bevat: 1. een kritische beschrijving van het werk dat dankzij de beurs is uitgevoerd;2. de lijst met eventuele partners voor het uitgevoerde werk; 3. een inventaris van de voor het uitgevoerde werk gedane uitgaven." HOOFDSTUK 5. - Wijzigingen aangebracht aan de steunregelingen voor het project

Art. 33.In hoofdstuk 2 van titel VI van hetzelfde decreet wordt de titel van deel I vervangen door wat volgt: "Deel I. - Specifieke doelstellingen".

Art. 34.In hetzelfde deel wordt artikel 47 vervangen door wat volgt: "

Art. 47.§ 1. Aanvullend op de algemene doelstellingen waarvan sprake in artikel 1/1, beogen de steunregelingen voor het project: 1. innovatieve, duurzame en gevarieerde projecten te ondersteunen met betrekking tot de creatie, programmering of begeleiding van kunstenaars;2. de vorming van een netwerk van kunstenaars, werken en professionals te bevorderen. § 2. In de domeinen waarvan sprake in artikel 1, 1., tweede lid, a), b), e), f) en g), behelst de steun voor het project vijf pijlers: 1. de steun voor de creatie;2. de steun voor de programmering;3. de steun bij de hervatting;4. de steun bij de ontwikkeling;5. de steun voor het project van omkadering, vorming of promotie van kunstenaars. In de domeinen waarvan sprake in artikel 1, 1., tweede lid, c) en d), behelst de steun voor projecten vier pijlers: 1. de steun voor het project van kunstenaars;2. de steun voor het project van gezelschappen;3. de steun bij de programmering; 4. de steun voor het project van omkadering, vormingof promotie van kunstenaars."

Art. 35.In hetzelfde hoofdstuk wordt de titel van deel II vervangen door wat volgt: "Deel II. - Toekenningsvoorwaarden".

Art. 36.In hetzelfde deel wordt artikel 48 vervangen door wat volgt: "

Art. 48.De toekenning van steun voor het project is onderworpen aan de volgende voorwaarden: 1. de aanvrager moet een natuurlijke persoon of rechtspersoon zijn die voldoet aan de voorwaarden van artikel 36;2. de aanvrager beschikt niet over een creatie-, diensten-, verspreidingsovereenkomst of programmaovereenkomst; 3. eenzelfde project mag slechts één steun voor het project per pijler ontvangen."

Art. 37.In hetzelfde deel wordt artikel 49 opgeheven.

Art. 38.In hetzelfde deel wordt artikel 50 opgeheven.

Art. 39.In hetzelfde deel wordt artikel 50/1 opgeheven.

Art. 40.In hetzelfde hoofdstuk wordt de titel van deel III vervangen door wat volgt: "Deel III. - Beoordelingsscriteria".

Art. 41.In hetzelfde deel wordt artikel 50/2 vervangen door wat volgt: "

Art. 50/2.Om de aanvraag van steun voor het project te beoordelen, houdt de bevoegde adviescommissie rekening met de specificiteit van de aanvrager en maakt ze gebruik van de volgende criteria: 1. de artistieke een culturele kwaliteit van het project, en in het bijzonder, de aandacht voor de meest diverse vormen en expressies in het betrokken domein;2. de plaats toegewezen aan de kunstenaars en scheppers van de Franse Gemeenschap;3. de uitstraling van het project en/of de kwaliteit en originaliteit van de sectorale of intersectorale samenwerkingsdynamiek;4. de overeenstemming tussen het project en de begrotingsmodaliteiten ervan, met bijzonder aandacht voor de vergoeding van de kunstenaars, scheppers en technici".

Art. 42.In hetzelfde hoofdstuk wordt de titel van deel IV vervangen door wat volgt: "Afdeling 4. - Activiteitenverslag".

Art. 43.In hetzelfde deel wordt artikel 51 vervangen door wat volgt: "

Art. 51.Het activiteitenverslag dat betrekking heeft op steun voor het project, wordt verzonden binnen de zes maanden na afloop van het project en, uiterlijk, binnen de zesendertig maanden na de toekenningsbeslissing.

Het verslag bevat: 1. een tijdschema en een kritische beschrijving van de activiteiten die dankzij de steun voor het project zijn uitgevoerd;2. de lijst met eventuele uitgevoerde partnerschappen;3. de uitgaven en inkomsten van het project;4. een nota met voorstelling van de rekeningen die, met name, toelichten: a) de gedetailleerde bezoldigingen van de teams; b) de verdeling van de loonlast tussen mannen en vrouwen."

Art. 44.In hetzelfde deel wordt artikel 51/1 opgeheven.

Art. 45.In hetzelfde hoofdstuk worden deel V en het artikel 51/2 daarin opgeheven. HOOFDSTUK 6. - Invoering van het stelsel van de creatie-, diensten- en verspreidingsovereenkomsten

Art. 46.In dezelfde titel wordt het door het decreet van 13 oktober 2016Relevante gevonden documenten type decreet prom. 13/10/2016 pub. 17/11/2016 numac 2016029529 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot wijziging van het kaderdecreet van 10 april 2003 betreffende de erkenning en de subsidiëring van de beroepssector van de Podiumkunsten sluiten opgeheven hoofdstuk IV, opnieuw ingevoerd met volgende titel: "Hoofdstuk IV. - Creatie-, diensten- en verspreidingsovereenkomsten".

Art. 47.In hoofdstuk IV, heringevoerd door artikel 46, wordt een deel I ingevoegd met daarin artikelen 52 tot 58 en met als titel: "Deel I. - Creatieovereenkomsten".

Art. 48.In deel I, ingevoegd door artikel 47, wordt een onderafdeling I ingevoegd met daarin artikel 52 en met als titel: "Onderafdeling 1. - Specifieke doelstellingen".

Art. 49.In onderafdeling I, ingevoegd door artikel 48, wordt artikel 52, opgeheven door het decreet van 13 oktober 2016Relevante gevonden documenten type decreet prom. 13/10/2016 pub. 17/11/2016 numac 2016029529 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot wijziging van het kaderdecreet van 10 april 2003 betreffende de erkenning en de subsidiëring van de beroepssector van de Podiumkunsten sluiten, opnieuw ingevoerd met volgende tekst: "

Art. 52.Aanvullend op de algemene doelstellingen waarvan sprake in artikel 1/1, beoogt het stelsel van creatieovereenkomsten om een structurele steun te bieden die aangepast is aan de creatiestructuren, met daarin zowel de werkingskosten van de structuur als deze die verbonden zijn met de gepresteerde activiteiten.".

Art. 50.In deel I, ingevoegd door artikel 47, wordt een onderafdelingII ingevoegd met daarin artikel 53 en met als titel: "Onderafdeling 2. - Toekenningsvoorwaarden".

Art. 51.In onderafdeling II, ingevoegd door artikel 50, wordt artikel 53, opgeheven door het decreet van 13 oktober 2016Relevante gevonden documenten type decreet prom. 13/10/2016 pub. 17/11/2016 numac 2016029529 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot wijziging van het kaderdecreet van 10 april 2003 betreffende de erkenning en de subsidiëring van de beroepssector van de Podiumkunsten sluiten, opnieuw ingevoerd met volgende tekst: "

Art. 53.Om te kunnen genieten van het stelsel van creatieovereenkomsten, moet de operator: 1. een rechtspersoon zijn die voldoet aan de voorwaarden van artikel 36;2. hoofdzakelijk vallen onder de categorie van creatiestructuren en niet beschikken over een programmaovereenkomst;3. de boekhouding voeren en de rekeningen opstellen, conform artikel 3:47 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen en Boek III van het Wetboek economisch recht;4. zich beroepen op ten minste twee voltooide en erkende creaties in de beroepssector van de podiumkunsten;5. als het gaat om een eerste overeenkomst, financieel in evenwicht zijn of, als het gaat om een hernieuwing en wanneer er geen financieel evenwicht is, een saneringsplan hebben dat door de regering is goedgekeurd of gelijktijdig op aanvraag een ontwerp van plan voor een financiële sanering voorstellen; 6. de voorwaarden naleven waaraan Deel III van het decreet van 28 maart 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 28/03/2019 pub. 30/04/2019 numac 2019041011 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende het nieuwe beheerskader inzake cultuur sluiten betreffende het nieuwe beheerskader inzake cultuur de begunstigde van structurele subsidies ondergeschikt maakt.".

Art. 52.In deel I, ingevoegd door artikel 47, wordt een onderafdeling III ingevoegd met daarin artikelen 54 en 55 en met als titel: "Onderafdeling III. - Inhoud van de aanvraag en beoordelingsscriteria".

Art. 53.In onderafdeling III, ingevoegd door artikel 52, wordt artikel 54, opgeheven door het decreet van 13 oktober 2016Relevante gevonden documenten type decreet prom. 13/10/2016 pub. 17/11/2016 numac 2016029529 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot wijziging van het kaderdecreet van 10 april 2003 betreffende de erkenning en de subsidiëring van de beroepssector van de Podiumkunsten sluiten, opnieuw ingevoerd met de volgende tekst: "

Art. 54.De aanvraag van de creatieovereenkomst omvat: 1. in geval van de eerste creatieovereenkomst, een beknopte voorstelling van de geschiedenis van de operator met de volgende elementen: a) de algemene administratieve structuur van de operator en, in voorkomend geval, de identificatie van zijn verschillende onderdelen;b) een lijst met eerdere creaties en hun verspreiding, en van onderzoeks- en experimenteringsactiviteiten, in voorkomend geval, met vermelding van het feit of ze waren ondersteund door de Franse Gemeenschap en met vermelding van eventuele partners;c) een beschrijving van de acties die gevoerd zijn om de uitoefening van hun culturele vrijheden en rechten door het publiek te bevorderen;d) de balans en de resultatenrekeningen van het boekjaar dat de indiening van het dossier voorafgaat;2. voor de termijn waarvan sprake in de aanvraag, een voorstelling van het project, waaronder: a) een intentienota die het artistieke project van de operator toelicht, evenals de overwogen ontwikkelingspijlers;b) de overwogen middelen om bij te dragen aan een gediversifieerde vertegenwoordiging van mannen en vrouwen, met inachtneming van de gelijkheid van mannen en vrouwen en de waarden van de interculturaliteit;c) de dynamiek van het bemiddelingswerk met betrekking tot het publiek;d) de overwogen sectorale of intersectorale partnerschappen;3. de voorlopige begroting van de eerste twee jaar van de aanvraag, met daarin met name: a) het percentage eigen inkomsten;b) de verdeling van de relatieve lasten: - voor de werking; - voor de artistieke betrekking c) het voorlopig budget van het project als dit verschilt van het budget van de operator zelf;4. een begrotingsnota die de verdeling van de bedragen toelicht, en met name: a) de verdeling van de loonlast;b) de toewijzing van middelen voor de bezoldiging van artistieke en technische prestaties;c) de manier waarop de begroting van de operator zich verhoudt tot de begroting van het project, in voorkomend geval. In geval van hernieuwing omvat de aanvraag: 1. een moreel verslag van het project, bepaald in de lopende creatieovereenkomst;2. de elementen vermeld in het eerste lid, 3.en 4.; 3. in voorkomend geval, een update van de elementen vermeld in het eerste lid, 2."

Art. 54.In onderafdeling III, ingevoegd door artikel 52, wordt artikel 55, opgeheven door het decreet van 13 oktober 2016Relevante gevonden documenten type decreet prom. 13/10/2016 pub. 17/11/2016 numac 2016029529 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot wijziging van het kaderdecreet van 10 april 2003 betreffende de erkenning en de subsidiëring van de beroepssector van de Podiumkunsten sluiten, opnieuw ingevoerd met volgende tekst: "

Art. 55.Om de aanvraag voor een creatieovereenkomst te beoordelen, maakt de bevoegde adviescommissie gebruik van de volgende criteria: 1. de artistieke een culturele kwaliteit van het project, en in het bijzonder de aandacht voor de meest diverse vormen en expressies in het betrokken domein;2. de plaats toegewezen aan de kunstenaars en scheppers van de Franse Gemeenschap met inachtneming van de gelijkheid van mannen en vrouwen en de waarden van de interculturaliteit;3. de uitstraling van het project;4. de meerwaarde van de structurele steun op het vlak van de ontwikkeling van het project;5. de impact van het project op de uitoefening van zijn culturele vrijheden en rechten door het publiek;6. de overeenstemming tussen het project en de begrotingsmodaliteiten ervan, met bijzonder aandacht voor de vergoeding van de kunstenaars, scheppers en technici. In het kader van haar analyse zorgt de commissie ervoor dat de geselecteerde projecten in hun geheel bijdragen tot een gediversifieerde voorstelling van vrouwen en mannen."

Art. 55.In deel I, ingevoegd door artikel 47, wordt een onderafdeling IV ingevoegd met daarin artikelen 56 en 57 en met als titel: "Onderafdeling IV. - Inhoud en duur van de overeenkomst".

Art. 56.In onderafdelingIV, ingevoegd door artikel 55, wordt artikel 56, opgeheven door het decreet van 13 oktober 2016Relevante gevonden documenten type decreet prom. 13/10/2016 pub. 17/11/2016 numac 2016029529 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot wijziging van het kaderdecreet van 10 april 2003 betreffende de erkenning en de subsidiëring van de beroepssector van de Podiumkunsten sluiten, opnieuw ingevoerd met volgende tekst: "

Art. 56.De creatieovereenkomst bevat de volgende elementen: 1. de periode gedekt door de overeenkomst;2. het voorwerp van de subsidie, in het bijzonder: a) het of de domein(en) onder deze die bedoeld zijn in artikel 1;b) de beschrijving van het ondersteunde project, aangepast met betrekking tot het daadwerkelijk toegekende bedrag;3. de uitbetalingssmodaliteiten van de subsidie en in het bijzonder: a) het jaarlijks toegekende bedrag;b) de uitbetalingssmodaliteiten;c) de indexeringsmodaliteiten;4. de beoordelingsmodaliteiten van het project, en in het bijzonder de inhoud en de modaliteiten voor de indiening van het activiteitenverslag;5. de verbintenissen van de operator op het vlak van financieel evenwicht;6. de modaliteiten voor financiële controle door de Franse Gemeenschap, met inbegrip van de modaliteiten voor het opstellen van een saneringsplan, indien nodig; 7. de modaliteiten voor de opschorting, wijziging, opzegging en verlenging van de overeenkomst."

Art. 57.In onderafdeling IV, ingevoegd door artikel 55, wordt artikel 57, opgeheven door het decreet van 13 oktober 2016Relevante gevonden documenten type decreet prom. 13/10/2016 pub. 17/11/2016 numac 2016029529 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot wijziging van het kaderdecreet van 10 april 2003 betreffende de erkenning en de subsidiëring van de beroepssector van de Podiumkunsten sluiten, opnieuw ingevoerd met volgende tekst: "

Art. 57.§ 1. De creatieovereenkomst loopt over een periode van drie jaar.

In afwijking daarvan, kan een operator onder een programmaovereenkomst of die ten minste twee opeenvolgende creatieovereenkomsten heeft verkregen, bij de volgende vervaldag van de herrnieuwing van de programma-overeenkomsten vragen om een creatieovereenkomst van vijf jaar te verkrijgen. § 2. Als de begunstigde tijdens de creatieovereenkomst een programma-overeenkomst of een creatieovereenkomst van vijf jaar bekomt, eindigt die laatste automatisch wanneer de nieuwe overeenkomst van kracht wordt."

Art. 58.In deel I, ingevoegd door artikel 47, wordt een onderafdelingV ingevoegd met daarin artikel 58 en met als titel: "Onderafdeling V. - Activiteitenverslag".

Art. 59.In onderafdeling V, ingevoegd door artikel 58, wordt artikel 58, opgeheven door het decreet van 13 oktober 2016Relevante gevonden documenten type decreet prom. 13/10/2016 pub. 17/11/2016 numac 2016029529 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot wijziging van het kaderdecreet van 10 april 2003 betreffende de erkenning en de subsidiëring van de beroepssector van de Podiumkunsten sluiten, opnieuw ingevoerd met volgende tekst: "

Art. 58.Het activiteitenverslag dat betrekking heeft op een creatieovereenkomst wordt op het einde van elk boekjaar verzonden, binnen de zes maanden die volgen op de afsluiting van deze laatste.

Het verslag bevat: 1. de balansen en rekeningen van het afgelopen boekjaar, opgesteld conform de geldende boekhoudkundige wetten en voorschriften, evenals de jaarrekeningen van uitgaven en inkomsten van het project als deze verschillen van de balansen en rekeningen van de operator zelf;2. een rekeningennota die de verdeling van de bedragen toelicht, en met name: - de verdeling van de loonlast tussen mannen en vrouwen; - de toewijzing van middelen voor de bezoldiging van artistieke en technische prestaties, en hun verdeling tussen mannen en vrouwen; - de manier waarop de balansen en rekeningen van de operator zich verhouden tot de rekeningen van uitgaven en inkomsten van het project, in voorkomend geval; 3. een update van zijn voorlopige begroting, in voorkomend geval".

Art. 60.In hoofdstuk IV, heringevoerd door artikel 46, wordt een deel II ingevoegd met daarin artikelen 59 tot 61/4 en met als titel: "Deel II. - Dienstenovereenkomsten".

Art. 61.In deel II, ingevoegd door artikel 60, wordt een onderafdeling I ingevoegd met daarin artikel 59 en met als titel: "Onderafdeling 1. - Specifieke doelstellingen".

Art. 62.In onderafdelingI, ingevoegd door artikel 61, wordt artikel 59, opgeheven door het decreet van 13 oktober 2016Relevante gevonden documenten type decreet prom. 13/10/2016 pub. 17/11/2016 numac 2016029529 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot wijziging van het kaderdecreet van 10 april 2003 betreffende de erkenning en de subsidiëring van de beroepssector van de Podiumkunsten sluiten, opnieuw ingevoerd met volgende tekst: "

Art. 59.Aanvullend op de algemene doelstellingen waarvan sprake in artikel 1/1, beoogthet stelsel van de dienstenovereenkomsten om: - een structurele steun te bieden die aangepast is aan de dienstverlenende structuren, met daarin zowel de werkingskosten van de structuur als deze die verbonden zijn met de gepresteerde activiteiten; - de toegankelijkheid van de creatie-, productie- en verspreidingsmiddelen verbeteren".

Art. 63.In deel II, ingevoegd door artikel 60, wordt een onderafdeling II ingevoegd met daarin artikel 60 en met als titel: "Onderafdeling 2. - Toekenningsvoorwaarden".

Art. 64.In onderafdeling II, ingevoegd door artikel 63, wordt artikel 60, opgeheven door het decreet van 13 oktober 2016Relevante gevonden documenten type decreet prom. 13/10/2016 pub. 17/11/2016 numac 2016029529 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot wijziging van het kaderdecreet van 10 april 2003 betreffende de erkenning en de subsidiëring van de beroepssector van de Podiumkunsten sluiten, opnieuw ingevoerd met volgende tekst: "

Art. 60.Om te kunnen genieten van het stelsel van dienstenovereenkomsten, moet de operator: 1. een rechtspersoon zijn die voldoet aan de voorwaarden van artikel 36;2. hoofdzakelijk vallen onder de categorie van dienstverlenende structuren en niet beschikken over een programmaovereenkomst;3. de boekhouding voeren en de rekeningen opstellen, conform artikel 3:47 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen en Boek III van het Wetboek economisch recht;4. Een integratie in de professionele netwerken van de sector van de podiumkunsten rechtvaardigen;5. als het gaat om een eerste overeenkomst, financieel in evenwicht zijn of, als het gaat om een hernieuwing en wanneer er geen financieel evenwicht is, een saneringsplan hebben dat door de regering is goedgekeurd of gelijktijdig op aanvraag een ontwerp van plan voor een financiële sanering voorstellen -;6. de voorwaarden naleven waaraan Deel III van het decreet van 28 maart 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 28/03/2019 pub. 30/04/2019 numac 2019041011 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende het nieuwe beheerskader inzake cultuur sluiten betreffende het nieuwe beheerkader inzake cultuur de begunstigde van structurele subsidies ondergeschikt maakt".

Art. 65.In deel II, ingevoegd door artikel 60, wordt een onderafdeling III ingevoegd met daarin artikelen 61 en 61/1 en met als titel: "Onderafdeling III. - Inhoud van de aanvraag en beoordelingsscriteria".

Art. 66.In onderafdeling III, ingevoegd door artikel 65, wordt artikel 61, opgeheven door het decreet van 13 oktober 2016Relevante gevonden documenten type decreet prom. 13/10/2016 pub. 17/11/2016 numac 2016029529 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot wijziging van het kaderdecreet van 10 april 2003 betreffende de erkenning en de subsidiëring van de beroepssector van de Podiumkunsten sluiten, opnieuw ingevoerd met volgende tekst: "

Art. 61.De aanvraag van de dienstenovereenkomst omvat: 1. in geval van de eerste dienstenovereenkomst, een beknopte voorstelling van de geschiedenis van de operator met de volgende elementen: a) de algemene administratieve structuur van de operator en, in voorkomend geval, de identificatie van de verschillende onderdelen;b) een beschrijving van de activiteiten die zijn uitgevoerd in de Franse Gemeenschap, op nationale en internationale schaal;c) een beschrijving van de uitgevoerde acties om de toegankelijkheid van de creatie-, productie- en verspreidingsmiddelen te verbeteren, met inbegrip van digitale middelen, voor professionals;d) de balans en de resultatenrekeningen van het boekjaar dat de indiening van het dossier voorafgaat;2. voor de periode waarvan sprake in de aanvraag, de voorstelling van het project, waaronder: a) een intentienota die het project en de opdrachten van de operator toelicht, evenals de overwogen ontwikkelingspijlers;b) de overwogen middelen om de kunstenaars en scheppers van de Franse Gemeenschap te waarderen en om bij te dragen toteen gediversifieerde vertegenwoordiging van mannen en vrouwen, met inachtneming van de gelijkheid van mannen en vrouwen en de waarden van de interculturaliteit;c) de dynamiek van onderlinge verdeling, met het oog op duurzaamheid;d) de dynamiek van sectorale of intersectorale samenwerking, met inbegrip van overwogen partnerschappen;3. de voorlopige begroting van de eerste twee jaren van de aanvraag, met daarin met name: a) het percentage eigen inkomsten;b) de voorlopige begroting van het project als dit verschilt van de begroting van de operator zelf;4. een begrotingsnota die de verdeling van de bedragen toelicht, en met name de manier waarop de begroting van de operator zich verhoudt tot de begroting van het project, in voorkomend geval. In geval van hernieuwing omvat de aanvraag: 1. een moreel verslag van het project, bepaald in de lopende dienstenovereenkomst;2. de elementen vermeld in het eerste lid, 3.en 4.; 3. in voorkomend geval, een update van de elementen vermeld in het eerste lid, 2."

Art. 67.In onderafdeling III, ingevoegd door artikel 65, wordt een artikel 61/1 ingevoegd dat luidt als volgt: "

Art. 61/1.Om de aanvraag voor een dienstenovereenkomst te beoordelen, maakt de bevoegde adviescommissie gebruik van de volgende criteria: 1. de artistieke een culturele kwaliteit van het project, en in het bijzonder de aandacht voor de meest diverse vormen en expressies in het betrokken domein;2. de plaats toegewezen aan de kunstenaars en scheppers van de Franse Gemeenschap, met inachtneming van de gelijkheid van mannen en vrouwen en de waarden van de interculturaliteit;3. de kwaliteit en originaliteit van de sectorale of intersectorale samenwerkingsdynamiek;4. de toegankelijkheid van de productie-, creatie-- en verspreidingsmiddelen, met inbegrip van digitale middelen, voor professionals, en de aandacht voor de onderlinge verdeling en de duurzaamheid;5. de overeenstemming tussen het project en de begrotingsmodaliteiten ervan, met bijzonder aandacht voor de rechtstreekse of onrechtstreekse bezoldiging van de kunstenaars, scheppers en technici. In het kader van haar analyse zorgt de commissie ervoor dat de geselecteerde projecten in hun geheel bijdragen tot een gediversifieerde voorstelling van vrouwen en mannen."

Art. 68.In deel II, ingevoegd door artikel 60, wordt een onderafdeling IV ingevoegd met daarin artikelen 61 en 61/3 en met als titel: "Onderafdeling IV. - Inhoud en duur van de overeenkomst".

Art. 69.In onderafdeling IV, ingevoegd door artikel 68, wordt een artikel 61/2 ingevoegd dat luidt als volgt: "

Art. 61/2.De dienstenovereenkomst bevat de volgende elementen: 1. de periode gedekt door de overeenkomst;2. het voorwerp van de subsidie, in het bijzonder: a) het of de domeinen onder deze die bedoeld zijn in artikel 1;b) de beschrijving van het ondersteunde project, aangepast met betrekking tot het daadwerkelijk toegekende bedrag;c) de toevertrouwde specifieke opdrachten, in voorkomend geval;3. de toekenningsmodaliteiten van de subsidie en in het bijzonder: a) het jaarlijks toegekende bedrag;b) de uitbetalingssmodaliteiten;c) de indexeringsmodaliteiten;4. de beoordelingsmodaliteiten van het project, en in het bijzonder de inhoud en de modaliteiten voor de indiening van het activiteitenverslag;5. de verbintenissen van de operator op het vlak van financieel evenwicht;6. de modaliteiten voor financiële controle door de Franse Gemeenschap, met inbegrip van de modaliteiten voor het opstellen van een saneringsplan, indien nodig; 7. de modaliteiten voor de opschorting, wijziging, opzegging en hernieuwing van de overeenkomst."

Art. 70.In onderafdelingIV, ingevoegd door artikel 68, wordt een artikel 61/3 ingevoegd dat luidt als volgt: "

Art. 61/3.§ 1. De dienstenovereenkomst loopt over een periode van drie jaar.

In afwijking daarvan, kan een operator onder programmaovereenkomst of die ten minste twee opeenvolgende dienstenovereenkomsten heeft verkregen, bij de volgende vervaldag van de vernieuwing van de programmaovereenkomsten vragen om een dienstenovereenkomst van vijf jaar te krijgen. § 2. Als de begunstigde tijdens de dienstenovereenkomst een programmaovereenkomst of een dienstenovereenkomst van vijf jaar verkrijgt, eindigt deze automatisch wanneer de nieuwe overeenkomst van kracht wordt."

Art. 71.In deel II, ingevoegd door artikel 60, wordt een onderafdeling V ingevoegd met daarin artikel 61/4 en met als titel: "Onderafdeling V. - Activiteitenverslag".

Art. 72.In onderafdeling V, ingevoegd door artikel 71, wordt een artikel 61/4 ingevoegd dat luidt als volgt: "

Art. 61/4.Het activiteitenverslag dat betrekking heeft op een dienstenovereenkomst wordt op het einde van elk boekjaar verzonden, binnen de zes maanden die volgen op de afsluiting van deze laatste.

Het verslag bevat: 1. de balansen en rekeningen van het afgelopen boekjaar, opgesteld conform de geldende boekhoudkundige wetten en voorschriften, evenals de jaarrekeningen van uitgaven en inkomsten van het project als deze verschillen van de balansen en rekeningen van de operator zelf;2. een rekeningennota die de verdeling van de bedragen toelicht, en met name: a) de verdeling van de loonlast tussen mannen en vrouwen;b) de manier waarop de balansen en rekeningen van de operator zich verhouden tot de rekeningen van uitgaven en inkomsten van het project, in voorkomend geval; 3. een update van zijn voorlopige begroting, in voorkomend geval."

Art. 73.In hoofdstuk IV, heringevoerd door artikel 46, wordt een deel III ingevoegd met daarin artikelen 61/5 tot 61/11 en met als titel: "Deel III. - Verspreidingsovereenkomsten".

Art. 74.In deel III, ingevoegd door artikel 73, wordt een onderafdeling I ingevoegd met daarin artikel 61/5 en met als titel: "Onderafdeling 1. - Specifieke doelstellingen".

Art. 75.In onderafdeling I, ingevoegd door artikel 74, wordt een artikel 61/5 ingevoegd dat luidt als volgt: "

Art. 61/5.Aanvullend op de algemene doelstellingen waarvan sprake in artikel 1/1, beoogt het stelsel van de verspreidingsovereenkomsten om: 1. een structurele steun te bieden die aangepast is aan de verspreidingsplaatsen en festivals, met daarin zowel de werkingskosten van de structuur als die van de gepresteerde activiteiten;2. toe te laten dat de verspreidingsplaatsen en festivals zich territoriaal kunnen verankeren met betrekking tot het publiek; 3. de toegankelijkheid van de verspreidingsmiddelen te verbeteren."

Art. 76.In deel III, ingevoegd door artikel 73, wordt een onderafdeling II ingevoegd met daarin artikel 61/6 en met als titel: "Onderafdeling 2. - Toekenningsvoorwaarden".

Art. 77.In onderafdeling II, ingevoegd door artikel 76, wordt een artikel 61/6 ingevoegd dat luidt als volgt: "

Art. 61/6.Om te kunnen genieten van het stelsel van verspreidingsovereenkomsten, moet de operator: 1. een rechtspersoon zijn die voldoet aan de voorwaarden van artikel 36;2. hoofdzakelijk vallen onder de categorie van verspreidingsplaatsen of festivals en niet beschikken over een programmaovereenkomst 3.de boekhouding voeren en de rekeningen opstellen, conform artikel 3:47 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen en Boek III van het Wetboek economisch recht; 4. een integratie in de professionele netwerken van de sector van de podiumkunsten rechtvaardigen;5. als het gaat om een eerste overeenkomst, financieel in evenwicht zijn of, als het gaat om een hernieuuwing en wanneer er geen financieel evenwicht is, een saneringsplan hebben dat door de regering is goedgekeurd of gelijktijdig op aanvraag een ontwerp van plan voor een financiële sanering voorstellen ; 6. de voorwaarden naleven waaraan Deel III van het decreet van 28 maart 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 28/03/2019 pub. 30/04/2019 numac 2019041011 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende het nieuwe beheerskader inzake cultuur sluiten betreffende het nieuwe beheerkader inzake cultuur de begunstigde van structurele subsidies ondergeschikt maakt.".

Art. 78.In deel III, ingevoegd door artikel 73, wordt een onderafdeling III ingevoegd met daarin artikelen 61/7 en 61/8 en met als titel: "Onderafdeling III. - Inhoud van de aanvraag en beoordelingsscriteria".

Art. 79.In onderafdelingIII, ingevoegd door artikel 78, wordt een artikel 61/7 ingevoegd dat luidt als volgt: "

Art. 61/7.De aanvraag van de verspreidingsovereenkomst omvat: 1. in geval van de eerste verspreidingsovereenkomst, een beknopte voorstelling van de geschiedenis van de operator met de volgende elementen: a) de algemene administratieve structuur van de operator en, in voorkomend geval, de identificatie van de verschillende onderdelen;b) een beschrijving van de activiteiten die zijn uitgevoerd in de Franse Gemeenschap, op nationale en internationale schaal;c) een beschrijving van de acties die gevoerd zijn om de uitoefening van hun culturele vrijheden en rechten door het publiek te bevorderen;c) een beschrijving van de uitgevoerde acties om de toegankelijkheid van de verspreidingsmiddelen te verbeteren, met inbegrip van digitale middelen, voor professionals;e) de balans en de resultatenrekeningen van het boekjaar dat de indiening van het dossier voorafgaat;2. voor de periode waarvan sprake in de aanvraag, de voorstelling van het project, waaronder: a) een intentienota die het project en de opdrachten van de operator toelicht, evenals de overwogen ontwikkelingspijlers;b) de overwogen middelen om de kunstenaars en scheppers van de Franse Gemeenschap te waarderen en om bij te dragen tot een gediversifieerde vertegenwoordiging van mannen en vrouwen, met inachtneming van de gelijkheid van mannen en vrouwen en de waarden van de interculturaliteit;c) de dynamiek van het bemiddelingswerk met betrekking tot het publiek en met het oog op territoriale verankering;d) de dynamiek van onderlinge verdeling, met het oog op duurzaamheid;e) de dynamiek van sectorale of intersectorale samenwerking, met inbegrip vande overwogen partnerschappen;3. de voorlopige begroting van de eerste twee jaren van de aanvraag, met daarin met name: a) het percentage eigen inkomsten;b) de verdeling van de relatieve lasten: - voor de werking; - voor de bezoldiging van artistieke prestaties; c) de voorlopige begroting van het project, als dit verschilt van de begroting van de operator zelf;4. een begrotingsnota die de verdeling van de bedragen toelicht, en met name: a) de verdeling van de loonlast;b) de toewijzing van middelen voor de bezoldiging van artistieke en technische prestaties;c) de manier waarop de begroting van de operator zich verhoudt tot de begroting van het project, in voorkomend geval. In geval van hernieuwing omvat de aanvraag: 1. een moreel verslag van het project, bepaald in de lopende verspreidingsovereenkomst;2. de elementen vermeld in het eerste lid, 3.en 4.; 3. in voorkomend geval, een update van de elementen vermeld in het eerste lid, 2."

Art. 80.In onderafdeling III, ingevoegd door artikel 78, wordt na artikel 61/7 een artikel 61/8 ingevoegd dat luidt als volgt: "

Art. 61/8.Om de aanvraag voor een verspreidingsovereenkomst te beoordelen, maakt de bevoegde adviescommissie gebruik van de volgende criteria: 1. de artistieke een culturele kwaliteit van het project, en in het bijzonder de aandacht voor de meest diverse vormen en expressies in het betrokken domein;2. de plaats toegewezen aan de kunstenaars en scheppers van de Franse Gemeenschap, met inachtneming van de gelijkheid van mannen en vrouwen en de waarden van de interculturaliteit;3. de kwaliteit en originaliteit van de sectorale of intersectorale samenwerkingsdynamiek;4. de toegankelijkheid van de verspreidingsmiddelen, met inbegrip van digitale middelen, voor professionals, en de aandacht voor de onderlinge verdeling en de duurzaamheid;5. de impact op de uitoefening van zijn culturele vrijheden en rechten door het publiek, met betrekking tot de territoriale verankering van de operator;6. de overeenstemming tussen het project en de begrotingsmodaliteiten ervan, met bijzonder aandacht voor de rechtstreekse of onrechtstreekse bezoldiging van de kunstenaars, scheppers en technici. In het kader van haar analyse zorgt de commissie ervoor dat de geselecteerde projecten in hun geheel bijdragen tot een gediversifieerde voorstelling van vrouwen en mannen."

Art. 81.In deel III, ingevoegd door artikel 73, wordt een onderafdeling IV ingevoegd met daarin artikelen 61/9 en 61/10 en met als titel: "Onderafdeling IV. - Inhoud en duur van de overeenkomst".

Art. 82.In onderafdeling IV, ingevoegd door artikel 81, wordt een artikel 61/9 ingevoegd dat luidt als volgt: "

Art. 61/9.De verspreidingsovereenkomst bevat de volgende elementen: 1. de periode gedekt door de overeenkomst;2. het voorwerp van de subsidie, in het bijzonder: a) het of de domeinen onder deze die bedoeld zijn in artikel 1;b) de beschrijving van het ondersteunde project, aangepast met betrekking tot het daadwerkelijk toegekende bedrag;c) de toevertrouwde specifieke opdrachten, in voorkomend geval;3. de toekenningsmodaliteiten van de subsidie en in het bijzonder: a) het jaarlijks toegekende bedrag;b) de uitbetalingssmodaliteiten;c) de indexeringsmodaliteiten;3. de beoordelingsmodaliteiten van het project, en, in het bijzonder, de inhoud en de modaliteiten voor de indiening van het activiteitenverslag;4. de verbintenissen van de operator op het vlak van financieel evenwicht;5. de modaliteiten voor financiële controle door de Franse Gemeenschap, met inbegrip van de modaliteiten voor het opstellen van een saneringsplan, indien nodig; 6. de modaliteiten voor de opschorting, wijziging, opzegging en hernieuwing van de overeenkomst."

Art. 83.In onderafdeling IV, ingevoegd door artikel 81, wordt na artikel 61/9 een artikel 61/10 ingevoegd dat luidt als volgt: "

Art. 61/10.§ 1. De verspreidingsovereenkomst loopt over een periode van drie jaar.

In afwijking daarvan, kan een operator onder programmaovereenkomst of die ten minste twee opeenvolgende verspreidingsovereenkomsten heeft verkregen, bij de volgende vervaldag van de hernieuwing van de programmaovereenkomsten vragen om een verspreidingsovereenkomst van vijf jaar te krijgen. § 2. Als de begunstigde tijdens de verspreidingsovereenkomst een programmaovereenkomst of een verspreidingsovereenkomst van vijf jaar verkrijgt, eindigt deze automatisch wanneer de nieuwe overeenkomst van kracht wordt."

Art. 84.In deel III, ingevoegd door artikel 73, wordt een onderafdelingV ingevoegd met daarin artikel 61/11 en met als titel: "Onderafdeling V. - Activiteitenverslag".

Art. 85.In onderafdeling V, ingevoegd door artikel 84, wordt een artikel 61/11 ingevoegd dat luidt als volgt: "

Art. 61/11.Het activiteitenverslag dat betrekking heeft op een verspreidingsovereenkomst wordt op het einde van elk boekjaar verzonden, binnen de zes maanden die volgen op de afsluiting van deze laatste.

Het verslag bevat: 1. de balansen en rekeningen van het afgelopen boekjaar, opgesteld conform de geldende boekhoudkundige wetten en voorschriften, evenals de jaarrekeningen van uitgaven en inkomsten van het project als deze verschillen van de balansen en rekeningen van de operator zelf;2. een rekeningennota die de verdeling van de bedragen toelicht, en met name: a) de verdeling van de loonlast tussen mannen en vrouwen;b) de toewijzing van middelen voor de bezoldiging van artistieke en technische prestaties, en hun verdeling tussen mannen en vrouwen;c) de manier waarop de balansen en rekeningen van de operator zich verhouden tot de rekeningen van uitgaven en inkomsten van het project, in voorkomend geval; 3. een update van zijn voorlopige begroting, in voorkomend geval." HOOFDSTUK 7. - Wijzigingen aangebracht aan het stelsel van de programmaovereenkomsten

Art. 86.In hoofdstuk V van dezelfde titel wordt de titel van deel I vervangen door wat volgt: "Deel I. - Specifieke doelstellingen".

Art. 87.Artikel 62 van hetzelfde decreet wordt vervangen door wat volgt: "

Art. 62.Aanvullend op de algemene doelstellingen waarvan sprake in artikel 1/1, beoogt het stelsel van de programmaovereenkomsten om: 1. een gemeenschappelijke structurele steun te bieden aan alle categorieën operatoren, met daarin zowel de werkingskosten van de operator als die van de gepresteerde activiteiten;2. toe te laten aan de operatoren om hun territoriale verankering te ontwikkelen, in een sectoraal of intersectoraal kader, met betrekking tot het publiek en hun betrokkenheid in artistieke en maatschappelijke uitdagingen;3. de toegankelijkheid van de creatie-, productie- en verspreidingsmiddelen te verbeteren".

Art. 88.In hoofdstuk V van dezelfde titel wordt de titel van deel II vervangen door wat volgt: "Deel II. - Toekenningsvoorwaarden".

Art. 89.Artikel 63 van hetzelfde decreet wordt vervangen door wat volgt: "

Art. 63.Om te kunnen genieten van het stelsel van programmaovereenkomsten, moet de operator: 1. een rechtspersoon zijn die voldoet aan de voorwaarden van artikel 36; 2. om meer dan € 150.000 te verkrijgen, gemiddeld, gedurende de door de overeenkomst gedekte periode, jaarlijks ten minste 1,5 VTE tewerkstellen; 3. de boekhouding voeren en de rekeningen opstellen, conform artikel 3:47 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen en Boek III van het Wetboek economisch recht;4. een regelmatige beroepsactiviteit in de sector van de podiumkunsten sedert ten minste 3 jaar bewijzen; 5. gedurende de termijn van zijn programmaovereenkomst ten minste 12,5% eigen inkomsten realiseren, zoals bepaald in artikel 1, 8., van dit decreet; 6. als het gaat om een eerste overeenkomst, financieel in evenwicht zijn of, als het gaat om een hernieuwing en wanneer er geen financieel evenwicht is, een saneringsplan hebben dat door de regering is goedgekeurd of gelijktijdig op aanvraag een ontwerp van plan voor een financiële sanering voorstellen;7. de voorwaarden naleven waaraan Deel III van het decreet van 28 maart 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 28/03/2019 pub. 30/04/2019 numac 2019041011 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende het nieuwe beheerskader inzake cultuur sluiten betreffende het nieuwe beheerkader inzake cultuur de begunstigde van structurele subsidies ondergeschikt maakt. Na raadpleging van de bevoegde kamers, bepaalt de regering de types activiteiten die krachtens de nagestreefde doelstellingen afwijken van 5. van het eerste lid".

Art. 90.In hoofdstuk V van dezelfde titel wordt de titel van deel III vervangen door wat volgt: "Deel III. - Inhoud van de aanvraag en beoordelingsscriteria".

Art. 91.Artikel 64 van hetzelfde decreet wordt verplaatst naar deel III van hetzelfde hoofdstuk en wordt vervangen door wat volgt: "

Art. 64.De aanvraag voor de programmaovereenkomst omvat: 1. in geval van de eerste programmaovereenkomst, een beknopte voorstelling van de geschiedenis van de operator met de volgende elementen: a) de algemene administratieve structuur van de operator en, in voorkomend geval, de identificatie van de verschillende onderdelen;b) een beschrijving van de activiteiten die zijn uitgevoerd in de Franse Gemeenschap, op nationale en internationale schaal;c) het beoogde publiek en de uitgevoerde werkdynamiek met dit publiek om de uitoefening van hun culturele vrijheden en rechten te bevorderen;d) de dynamiek van sectorale of intersectorale samenwerking;e) de balans en de resultatenrekeningen van het boekjaar dat de indiening van het dossier voorafgaat;2. voor de vijf jaar waarvan sprake in de aanvraag, de voorstelling van het project, waaronder: a) een intentienota die het project en de opdrachten van de operator toelicht, evenals de overwogen ontwikkelingspijlers;b) de kwantitatieve en kwalitatieve doelstellingen van de begeleiding, ondersteuning of promotie van kunstenaars en scheppers van de Franse Gemeenschap, met inbegrip van de overwogen middelen om bij te dragen tot een gediversifieerde vertegenwoordiging van mannen en vrouwen, met inachtneming van de gelijkheid van mannen en vrouwen en de waarden van de interculturaliteit;c) de dynamiek van het bemiddelingswerk met betrekking tot het publiek, en met inbegrip van: - de dynamiek van de territoriale verankering; - het overwogen, beleid voor fysieke, geografische en financiële toegankelijkheid d) de dynamiek van onderlinge verdeling, met het oog op duurzaamheid;e) de dynamiek van sectorale of intersectorale samenwerking, met inbegrip van overwogen partnerschappen;3. de lijst met voorziene activiteiten voor de eerste twee jaren van de aanvraag, evenals hun bezoek en/of verspreiding, in voorkomend geval;4. de voorlopige begroting van de eerste twee jaren van de aanvraag, met daarin met name: a) het percentage eigen inkomsten;b) de verdeling van de relatieve lasten: - voor de werking; - voor de tewerkstelling, met de artistieke werkgelegenheid afzonderlijk; - voor de artistieke activiteiten, met inbegrip van de inbreng in co-productie; - voor de infrastructuren; c) de voorlopige begroting van het project, als dit verschilt van de begroting van de operator zelf;5. een begrotingsnota die de verdeling van de bedragen toelicht, en met name: a) de verdeling van de loonlast, met de directiefuncties afzonderlijk in de zin van artikel 1, 20.tot 22.; b) de toewijzing van middelen voor de bezoldiging van artistieke en technische prestaties;c) de toewijzing van de middelen voor begeleiding van kunstenaars en scheppers d) de manier waarop de begroting van de operator zich verhoudt tot de begroting van het project, in voorkomend geval; 6. de regels van goed bestuur die de operator zichzelf oplegt, conform artikel 76/1, voor de vijf jaar waarvan sprake in de aanvraag." In geval van hernieuwing omvat de aanvraag: 1. de elementen vermeld in het eerste lid, 3.tot 5.; 2. een moreel verslag van het project en de doelstellingen bepaald in de lopende programmaovereenkomst;3. in voorkomend geval, een update van de elementen vermeld in het eerste lid, 2.en 6.

Als het gaat om een dienstverlenende structuur, verspreidingsplaats, creatieplaats of podiumkunstencentrum, dan houdt de in het tweede lid, 3., vermelde update rekening met de uitgevoerde zelfevaluatie."

Art. 92.Artikel 65 van hetzelfde decreet wordt verplaatst naar deel III van hetzelfde hoofdstuk en wordt vervangen door wat volgt: "

Art. 65.Om de aanvraag van de programmaovereenkomst te beoordelen, houdt de bevoegde adviescommissie rekening met de specificiteit van de aanvrager en maakt ze gebruik van de volgende criteria: 1. de artistieke een culturele kwaliteit van het project en, in het bijzonder, de aandacht voor de meest diverse vormen en expressies in het betrokken domein;2. de plaats toegewezen aan de kunstenaars en scheppers van de Franse Gemeenschap, met inachtneming van de gelijkheid van mannen en vrouwen en de waarden van de interculturaliteit;3. de kwaliteit en originaliteit van de sectorale of intersectorale samenwerkingsdynamiek;4. de toegankelijkheid van de productie-, creatie- en verspreidingsmiddelen, met inbegrip van digitale middelen, voor professionals, en de aandacht voor de onderlinge verdeling en de duurzaamheid;5. de impact op de uitoefening van zijn culturele vrijheden en rechten door het publiek, met betrekking tot de territoriale verankering van de operator;6. de overeenstemming tussen het project en de begrotingsmodaliteiten ervan, met bijzonder aandacht voor de rechtstreekse of onrechtstreekse vergoeding van de kunstenaars, scheppers en technici;7. de bijdrage tot de artistieke werkgelegenheid, beoordeeld op grond van: a) de artistieke werkgelegenheidsgraad in vergelijking met de totale werkgelegenheidsgraad;b) het deel van de uitgaven besteed aan de artistieke werkgelegenheid in vergelijking met dat besteed aan de werking;c) de naleving van de toepasselijke barema's, in voorkomend geval. In het kader van haar analyse zorgt de commissie ervoor dat de geselecteerde projecten in hun geheel bijdragen tot een gediversifieerde voorstelling van vrouwen en mannen."

Art. 93.Het artikel 65/1 van hetzelfde decreet wordt opgeheven.

Art. 94.In hoofdstuk V van dezelfde titel wordt de titel van deel IV vervangen door wat volgt: "Afdeling 4. - Inhoud en duur van de overeenkomst".

Art. 95.Artikel 66 van hetzelfde decreet wordt verplaatst naar deel IV van hetzelfde hoofdstuk en wordt vervangen door wat volgt: "

Art. 66.De programmaovereenkomst bevat de volgende elementen: 1. de periode gedekt door de overeenkomst;2. het voorwerp van de subsidie, in het bijzonder: a) het of de domeinen onder deze die bedoeld zijn in artikel 1;b) de beschrijving van het ondersteunde project, aangepast met betrekking tot het daadwerkelijk toegekende bedrag;c) de kwantitatieve en kwalitatieve doelstellingen bepaald op het vlak van begeleiding, ondersteuning of promotie van kunstenaars en scheppers van de Franse Gemeenschap;d) de toevertrouwde specifieke opdrachten, in voorkomend geval;3. de toekenningsmodaliteiten van de subsidie en in het bijzonder: a) het jaarlijks toegekende bedrag;b) de uitbetalingssmodaliteiten;c) de indexeringsmodaliteiten;4. de beoordelingsmodaliteiten van het project, en in het bijzonder: a) een beschrijving van de zelfevaluatie, met inbegrip van: - de evaluatiecriteria van de gestelde doelstellingen; - de te gebruiken methodologie om de genderspecifieke verdeling van de middelen te evalueren; b) de inhoud en de modaliteiten voor de indiening van het activiteitenverslag;5. de verbintenissen van de operator op het vlak van - financiële evenwicht; - goed bestuur; - respect voor de gebruikers; 6. de modaliteiten voor financiële controle door de Franse Gemeenschap, met inbegrip van de modaliteiten voor het opstellen van een saneringsplan, indien nodig;7. de modaliteiten voor de begeleiding door de regeringsdiensten;8. de modaliteiten voor de opschorting, wijziging, opzegging en hernieuwing van de overeenkomst;9. in bijlage, een woordenlijst van de soorten partnerschappen. Als een operator een infrastructuur geniet die aan de Franse Gemeenschap toehoort of door deze wordt gefinancierd, dan kunnen de specifieke opdrachten waarvan sprake in het eerste lid, 2., d) de verplichting bevatten om er kunstenaars of scheppers van de Franse Gemeenschap in residentie te onthalen of om er, af en toe en beperkt in de tijd, visitekaartjes van de sector te verwelkomen ten voordele van de sector van de podiumkunsten.

Als de operator structureel wordt ondersteund door meerdere overheidsinstanties, kan de programmaovereenkomst gezamenlijk door deze instanties worden ondertekend."

Art. 96.Artikel 67 van hetzelfde decreet wordt vervangen door wat volgt: "

Art. 67.De programmaovereenkomst loopt over een periode van vijf jaar."

Art. 97.In hoofdstuk V van dezelfde titel wordt de titel van deel V vervangen door wat volgt: "Afdeling 5. - Activiteitenverslag".

Art. 98.Artikel 68 van hetzelfde decreet wordt vervangen door wat volgt: "

Art. 68.§ 1. Het activiteitenverslag dat betrekking heeft op programmaovereenkomst wordt op het einde van elk boekjaar verzonden, binnen de zes maanden die volgen op de afsluiting van deze laatste.

Het verslag over het eerste jaar van de overeenkomst bevat: 1. een zelfevaluatie van het project en de kwantitatieve en kwalitatieve doelstellingen bepaald in de lopende programmaovereenkomst;2. de balansen en rekeningen van het afgelopen boekjaar, opgesteld conform de geldende boekhoudkundige wetten en voorschriften, evenals de jaarrekeningen van uitgaven en inkomsten van het project als deze verschillen van de balansen en rekeningen van de operator zelf;3. een rekeningennota die de verdeling van de bedragen toelicht, en met name: a) de verdeling van de loonlast tussen mannen en vrouwen, met de directiefuncties afzonderlijk in de zin van artikel 1, 20.tot 22.; b) de toewijzing van middelen voor de begeleiding van kunstenaars en scheppers, en hun verdeling tussen mannen en vrouwen;c) de toewijzing van middelen voor de bezoldiging van artistieke en technische prestaties, en hun verdeling tussen mannen en vrouwen;d) de manier waarop de balansen en rekeningen van de operator zich verhouden tot de rekeningen van uitgaven en inkomsten van het project, in voorkomend geval;4. de bijgewerkte voorlopige begroting van het volgende boekjaar. Het verslag over het tweede jaar van de overeenkomst bevat uitsluitend de elementen vermeld in het tweede lid, 2. tot 4.

De verslagen over het derde, vierde en vijfde jaar van de overeenkomst bevatten: 1. enkel de elementen vermeld in het tweede lid, 2° tot 4°, als het advies uitgebracht overeenkomstig § 2 positief is;2. alle elementen vermeld in het tweede lid, als het advies uitgebracht overeenkomstig § 2 negatief is. § 2. In de loop van het derde jaar van de overeenkomst analyseert de begunstigde zijn proces van zelfevaluatie met de begeleiding van de door de regering aangestelde dienst, en bereidt hij met deze dienst zijn verslag van zelfevaluatie van het afgelopen boekjaar voor. Dit verslag wordt vóór 30 september van het lopende jaar verzonden naar de regeringsdiensten.

Na afloop van deze begeleiding verstrekt de door de regering aangestelde dienst een advies over de kwaliteit van het proces van zelfevaluatie, waarbij hij rekening houdt met: 1. het vermogen van de operator om zijn activiteiten zelf te evalueren met betrekking tot het project en de doelstellingen bepaald in zijn programmaovereenkomst;2. het vermogen van de operator om een actieplan op te stellen met betrekking tot zijn zelfevaluatie;3. het vermogen van de operator om zijn voorlopige begroting op te stellen in overeenstemming met zijn actieplan; Dit advies wordt naar de begunstigde en de bevoegde adviescommissie gestuurd. In voorkomend geval, kan het ook mondeling aan deze commissie worden voorgelegd. § 3. Op voorstel van de regeringsdiensten, of op vraag van de operator, kan de regering beslissen om ook een begeleiding te voorzien in de loop van het vierde en vijfde jaar van de overeenkomst. § 4. In afwijking van paragraaf 1 bevat het activiteitenverslag van de creatiestructuren en festivals uitsluitend de elementen vermeld in punten 2. tot 4.

Paragrafen 2 en 3 zijn niet van toepassing voor de creatiestructuren en festivals."

Art. 99.Artikel 69 van hetzelfde decreet is opgeheven.

Art. 100.In hoofdstuk V van dezelfde titel worden deel VI en artikel 70/1 daarin opgeheven.

Art. 101.In hoofdstuk V van dezelfde titel worden deel VII en artikel 71 daarin opgeheven. HOOFDSTUK 8. - Overige wijzigingen

Art. 102.In artikel 72 van hetzelfde decreet worden de woorden "meerjarensteun" vervangen door de woorden "van creatie-, diensten-, verspreidingsovereenkomsten en programmaovereenkomsten".

Art. 103.In hetzelfde decreet wordt de titel van titel VIII vervangen door wat volgt: "TiteI VIII. - De begeleiding door de regeringsdiensten".

Art. 104.Artikel 73 van hetzelfde decreet is opgeheven.

Art. 105.In artikel 74, 2., van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1. de woorden ", en, in voorkomend geval, aan de bevoegde adviescommissie," worden ingevoegd tussen de woorden "diensten van de Regering" en de woorden "bij de ";2. de woorden "van creatie-, diensten-, verspreidingsovereenkomsten en" worden ingevoegd tussen de woorden " samenstelling en evaluatie" en de woorden "van de programmacontracten".

Art. 106.In artikel 76 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1. in § 1, eerste lid, worden de woorden " een creatieovereenkomst, een dienstenovereenkomst, een verspreidingsovereenkomst of" ingevoegd tussen het woord "met" en de woorden "van een programmacontract";2. in § 2, eerste lid, worden de woorden "een creatieovereenkomst, een dienstenovereenkomst, een verspreidingsovereenkomst of" ingevoegd tussen het woord "met" en de woorden "van een programmacontract";3. in § 3, eerste lid, worden de woorden "de creatieovereenkomst, dienstenovereenkomst, verspreidingsovereenkomst of" ingevoegd tussen de woorden "de subsidie en" en de woorden "het programmacontract"; 4. in § 4, eerste lid, worden de woorden "de creatieovereenkomst, dienstenovereenkomst, verspreidingsovereenkomst of" ingevoegd tussen de woorden "de toelage en" en de woorden "het programmacontract." HOOFDSTUK IX. - Slotbepalingen

Art. 107.De financiële hulp die is toegekend vóór de inwerkingtreding van dit decreet, blijft vallen onder de toepasselijke regels op de dag van zijn toekenning.

Art. 108.De operatoren die de toekenning of hernieuwing van een creatie-, diensten-, verspreidingsovereenkomst of programmaovereenkomst met inwerkingtreding op 1 januari 2024 willen aanvragen, moeten hun aanvraag ten laatste op 28 november 2022 indienen.

In afwijking van artikelen 57, § 1, tweede lid, 61/3, § 1, tweede lid, en 61/10, § 1, tweede lid, van het decreet van 10 april 2003Relevante gevonden documenten type decreet prom. 10/04/2003 pub. 19/05/2003 numac 2003029260 bron ministerie van de franse gemeenschap Kaderdecreet betreffende de erkenning en de subsidiëring van de beroepssector van de Podiumkunsten sluiten betreffende de erkenning en subsidiëring van de beroepssector van de Podiumkunsten, zoals gewijzigd door dit decreet, kunnen de operatoren die tussen 1 januari 2018 en 31 december 2023 ononderbroken meerjarensteun voor het project hebben genoten, onmiddellijk een creatie-, diensten- of verspreidingsovereenkomst met een termijn van vijf jaar aanvragen.

In afwijking van artikel 64, derde lid, van voormeld decreet, zoals gewijzigd door dit decreet, zijn de operatoren die de hernieuwing aanvragen van hun programmaovereenkomst met inwerkingtreding op 1 januari 2024 vrijgesteld van een zelfevaluatie alvorens ze hun aanvraag indienen.

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 20 juli 2022.

De Minister-President, P.-Y. JEHOLET De Vicepresident en Minister van Begroting, Ambtenarenzaken, Gelijke kansen en het toezicht op "Wallonie-Bruxelles Enseignement", F. DAERDEN De Vicepresidente en Minister van Kind, Gezondheid, Cultuur, Media en Vrouwenrechten, B. LINARD De Minister van Hoger Onderwijs, Onderwijs voor sociale promotie, Universitaire ziekenhuizen, Hulpverlening aan de jeugd, Justitiehuizen, Jeugd, Sport en de Promotie van Brussel, V. GLATIGNY De Minister van Onderwijs, C. DESIR _______ Nota Zitting 2021-2022 Stukken van het parlement. Ontwerp van decreet, nr. 423-1. - Commissie-amendementen, nr. 423-2 - Commissieverslag, nr. 423-3 - Tijdens de commissie aangenomen tekst, nr. 423-4 - Vergaderingsamendement(en), nr. 423-5 - Tekst aangenomen tijdens de plenaire vergadering, nr. 423-6 Integraal verslag. - Bespreking en aanneming. - Vergadering van 19 juli 2022.

^