gepubliceerd op 25 augustus 2005
Decreet tot wijziging van de Waalse huisvestingscode
20 JULI 2005. - Decreet tot wijziging van de Waalse huisvestingscode (1)
De Waalse Gewestraad heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt :
Artikel 1.In de Waalse huisvestingscode worden de volgende wijzigingen aangebracht : «
Artikel 1.In de zin van dit decreet wordt onder Code verstaan : de Waalse huisvestingscode, ingevoerd bij het decreet van 29 oktober 1998 en gewijzigd bij de decreten van 18 mei 2000, 14 december 2000, 31 mei 2001, 20 december 2001 en 15 mei 2003. »
Art. 2.In artikel 1, 9°, tweede lid, van de Code worden de woorden "behalve als het gaat om een onverbeterbare of onbewoonbare woning" vervangen door de woorden "behalve als het gaat om een onverbeterbare, onbewoonbare of onaangepaste woning".
Art. 3.In artikel 1, 11°, tweede lid, van de Code worden de woorden "behalve als het gaat om een onverbeterbare of onbewoonbare woning" vervangen door de woorden "behalve als het gaat om een onverbeterbare, een bewoonbare of onaangepaste woning".
Art. 4.Artikel 1, 19°, 20°, 21° en 22°, van de Code wordt vervangen als volgt : « 19°bis kamer : elk woninggedeelte ingericht als een lokaal met één of meer openingen. Twee kamers gescheiden d.m.v. een wand met een opening waarvan de oppervlakte 4 m2 overschrijdt kunnen met één enkele kamer gelijkgesteld worden onder de voorwaarden die de Regering bepaalt; « 19°bis woonvertrek : elke kamer, met uitzondering van de hallen, gangen, sanitaire ruimten, kelders, niet ingerichte zolders, onbewoonbare bijgebouwen, garages, lokalen voor het uitoefenen van een beroep en lokalen die binnenshuis niet met de woning communiceren.
Uitgezonderd worden eveneens de lokalen die één van de volgende kenmerken vertonen : a. een grondoppervlakte die kleiner is dan de door de Regering bepaalde grens;b. een breedte die constant kleiner is dan de door de Regering bepaalde grens;c. een vloer op de kelderverdieping, binnen de door de Regering bepaalde grenzen;d. een totaal gebrek aan natuurlijke verlichting; 20°bis sanitaire ruimten : de W.C.'s, badkamers en waskamers; 21°bis bruikbare oppervlakte : de oppervlakte gemeten tussen de binnenwanden van de woonvertrekken, vermenigvuldigd met een hoogtecoëfficiënt berekend overeenkomstig de door de Regering bepaalde criteria; 21°bis bewoonbare oppervlakte : de oppervlakte gemeten tussen de binnenwanden van de woonvertrekken, vermenigvuldigd met een hoogte- en een verlichtingscoëfficiënt berekend overeenkomstig de door de Regering bepaalde criteria; 22°bis totale oppervlakte van de woning : de oppervlakte gemeten tussen de binnenwanden van de woning, berekend overeenkomstig de door de Regering bepaalde criteria, met uitzondering van de kamers die de Regering bepaalt; 22°bis nuttige oppervlakte van de woning : de grondoppervlakte gemeten tussen de binnenwanden van de woning, met uitzondering van de kamers die de Regering bepaalt. »
Art. 5.In artikel 1, 29°, tweede lid, 30°, tweede lid, en 31°, tweede lid, van de Code worden de woorden "behalve als het gaat om een onverbeterbare of onbewoonbare woning" vervangen door de woorden "behalve als het gaat om een onverbeterbare, onbewoonbare en, in geval van verhuur of bezetting van een woning beheerd of te huur geboden door een vastgoedbeheerder, onaangepaste woning".
Art. 6.In de Code worden de volgende wijzigingen aangebracht : « § 1. In de artikelen 1, 34°, 22, 132, 146, 147, 187, § 3, 188, § 1, worden de woorden "openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn" vervangen door de woorden "openbaar centrum voor sociale actie". § 2. In artikel 130, § 1, worden de woorden "openbare centra voor maatschappelijk welzijn" vervangen door de woorden "openbare centra voor sociale actie". »
Art. 7.Artikel 2 van de Code wordt aangevuld met een paragraaf 3 die als volgt luidt : « § 3. Het Gewest en de vastgoedbeheerders zorgen ervoor dat informatie aan de begunstigden van het woonbeleid verstrekt wordt m.b.t. de tegemoetkomingen en rechten op het vlak van huisvesting, alsook wat de beroepsprocedures betreft. »
Art. 8.Artikel 3 van de Code wordt aangevuld met een derde lid dat als volgt luidt : « De Regering vult de in het tweede lid bedoelde lijst aan met een norm betreffende de intrinsieke kenmerken van de woning die de gezondheid van de bewoners schaden, en maakt een lijst op van de instellingen die bevoegd zijn voor de uitvoering van de maatregelen tot opsporing van de hinder. ».
Art. 9.In artikel 5 van de Code worden de volgende wijzigingen aangebracht : « § 1. Het eerste lid wordt vervangen als volgt : « De door de Regering aangewezen ambtenaren en personeelsleden van de administratie of de door de Regering erkende gemeentelijke ambtenaren, als de Regering de bevoegdheid verleent aan de gemeente die erom verzoekt, zijn bevoegd om na te gaan of de in dit hoofdstuk bedoelde bepalingen worden nageleefd en om terzake de nodige vaststellingen te doen. Daarbij stellen ze een onderzoeksverslag op.
De Regering bepaalt de procedure en voorwaarden tot erkenning van de gemeentelijke ambtenaren. » § 2. In het tweede lid worden de woorden "of de gemeente" ingevoegd tussen de woorden "door de administratie" en "ingelicht". § 3. In het derde lid worden de woorden "of de gemeente" ingevoegd tussen de woorden "de administratie" en "is niet gehouden". § 4. Het vierde lid wordt vervangen als volgt : « Bij gebrek aan de toestemming van één van de personen bedoeld in het tweede lid of als de woning onbewoond is, mogen de personeelsleden en ambtenaren van de administratie of de erkende gemeentelijke ambtenaren de woning slechts betreden met de machtiging van de rechter van de politierechtbank. ». »
Art. 10.In artikel 6 van de Code worden de volgende wijzigingen aangebracht : « § 1. In het eerste lid, waaarvan de tekst paragraaf 1 zal vormen, worden de woorden "In de door de Regering bepaalde gevallen" geschrapt. § 2. Er wordt een paragraaf 2 toegevoegd, luidend als volgt : « § 2. De gemeente deelt de vaststellingen van het onderzoeksverslag mee aan de personen bedoeld in het tweede lid van artikel 5 en maakt er een afschrift van over aan de administratie. ». »
Art. 11.In artikel 7 van de Code wordt het eerste lid vervangen als volgt : « De burgemeester beslist over het onderzoeksverslag binnen drie maanden na ontvangst ervan als het onderzoek door een ambtenaar of een personeelslid van de administratie is gevoerd, of binnen drie maanden na uitvoering ervan als het onderzoek door een gemeentelijke ambtenaar is gevoerd. »
Art. 12.In artikel 7bis van de Code, tweede lid, wordt het woord "frank" geschrapt.
Art. 13.In artikel 10 van de Code worden de volgende wijzigingen aangebracht : « § 1. Artikel 10, tweede lid, 2°, wordt aangevuld als volgt : « Deze kunnen voor advies aan de administratie voorgelegd worden voordat ze aangenomen worden. » § 2. Artikel 10, tweede lid, wordt aangevuld als volgt : « 4° gebouwd, ingericht of gecreëerd zijn met inachtneming van de bepalingen van toepassing inzake ruimtelijke ordening en stedenbouw. ». »
Art. 14.Artikel 14 van de Code wordt vervangen als volgt : « Art. 14 § 1. Het Gewest verleent binnen de perken van de beschikbare kredieten een tegemoetkoming aan de gezinnen die : 1° ofwel een gezonde woning aankopen of een woning wensen aan te kopen om ze te saneren;2° ofwel een gebouw aankopen dat aanvankelijk niet voor bewoning is bestemd, om het voor bewoning te bestemmen;3° ofwel een onverbeterbare woning slopen en een woning optrekken op het zo vrijgemaakte perceel;4° ofwel bouwen;5° ofwel renoveren als houder van zakelijke rechten of als huurder van de woning;6° ofwel herstructureren;7° ofwel aanpassingswerken uitvoeren als houder van zakelijke rechten of als huuder van de woning;8° ofwel een onverbeterbare woning met de grond gelijk maken waarop ze houder van zakelijke rechten zijn. § 2. Het Gewest verleent verleent binnen de perken van de beschikbare kredieten : 1° een tegemoetkoming voor een onroerend goed waarvoor een overeenkomst is afgesloten.Een onroerend goed waarvoor een overeenkomst is afgesloten, moet minstens negen jaar in die hoedanigheid behouden blijven; 2° een verhuis- of huurtegemoetkoming : a.aan de gezinnen in precaire toestand die hun intrek nemen in een gezonde woning of een verbeterbare woning huren die binnen zes maanden na hun intrek gesaneerd wordt, hetzij door een onbewoonbare of overbevolkte woning te verlaten die gedurende een door de Regering bepaalde periode bewoond is, hetzij door niet langer te verkeren in een dakloze toestand zoals omschreven door de Regering; b. aan de gezinnen in precaire toestand waarvan een lid gehandicapt is die hun intrek nemen in een gezonde woning of een verbeterbare woning huren die binnen zes maanden na hun intrek gesaneerd wordt, een aangepaste woning huren nadat ze een onaangepaste woning verlaten hebben die gedurende een door de Regering bepaalde periode bewoond is;c. aan de huurders van een woning van een openbare huisvestingsmaatschappij die op initiatief van de maatschappij een door haar beheerde maar onderbewoonde woning verlaten om een woning van dezelfde maatschappij te betrekken die aan de gezinssamenstelling beantwoordt. De huurtegemoetkoming wordt verleend op voorwaarde dat de in huur genomen woning niet door een openbare huisvestingsmaatschappij beheerd wordt of niet aan een nakomeling of ascendent van een lid van het gezin toebehoort; d. aan de huurders van een woning van een openbare huisvestingsmaatschappij die op initiatief van de maatschappij hun woning verlaten zodat ze de in een investeringsprogramma voorziene en als dusdanig door de Regering herkende werken kan uitvoeren waardoor de verhuizing van de huurders vereist wordt, om al dan niet tijdelijk een woning van dezelfde maatschappij die aan de gezinssamenstelling beantwoordt of een gezonde woning te huren. De huurtegemoetkoming wordt verleend op voorwaarde dat de in huur genomen woning niet door een openbare huisvestingsmaatschappij beheerd wordt of niet toebehoort aan een nakomeling of ascendent van een lid van het gezin. § 3. De Regering kan binnen de perken van de beschikbare kredieten andere handelingen bepalen waarvoor in uitzonderlijke gevallen een tegemoetkoming aan de gezinnen verleend wordt. »
Art. 15.Artikel 29, § 1, van de Code wordt vervangen als volgt : « § 1. Het Gewest kan een tegemoetkoming toekennen aan ieder plaatselijk bestuur of autonoom gemeentebedrijf dat één of meer sociale of gemiddelde woningen bouwt of dat zakelijke rechten bezit of zal bezitten op een verbeterbaar gebouw met het oog op de renovatie, herstructurering of aanpassing ervan om er één of verscheidene sociale of gemiddelde woningen van te maken.
De maatschappij geeft een voorafgaandelijk en verplicht advies over het ontwerp tot bouw of creatie van sociale of gemiddelde woningen.
Het beheer van de gebouwde of gecreëerde sociale of gemiddelde woningen wordt waargenomen door de openbare huisvestingsmaatschappij die bevoegd is op bedoeld grondgebied, onder de voorwaarden die de Regering bepaalt. »
Art. 16.In artikel 31 van de Code worden de woorden "of iedere instelling erkend krachtens het decreet van 12 februari 2004 betreffende de opvang van, het verschaffen van een onderkomen aan en de begeleiding van in sociale moeilijkheden verkerende personen of krachtens het decreet van de Duitstalige Gemeenschap van 9 mei 1994 houdende de erkenning van inrichtingen die personen in een noodtoestand voorlopig opnemen en begeleiden en houdende toekenning van toelagen met het oog op de aankoop, de bouw, de huur, de reparatie en de uitrusting van noodopvangwoningen" ingevoegd tussen de woorden "iedere sociale instelling" en "met uitzondering".
Art. 17.In artikel 32 van de Code worden de woorden "of iedere instelling erkend krachtens het decreet van 12 februari 2004 betreffende de opvang van, het verschaffen van een onderkomen aan en de begeleiding van in sociale moeilijkheden verkerende personen of krachtens het decreet van de Duitstalige Gemeenschap van 9 mei 1994 houdende de erkenning van inrichtingen die personen in een noodtoestand voorlopig opnemen en begeleiden en houdende toekenning van toelagen met het oog op de aankoop, de bouw, de huur, de reparatie en de uitrusting van noodopvangwoningen" ingevoegd tussen de woorden "iedere publiekrechtelijke rechtspersoon" en "aan iedere sociale instelling".
Art. 18.Artikel 33 van de Code, opgeheven bij het decreet van 15 mei 2003, wordt opnieuw ingevoegd en luidt als volgt : «
Art. 33.Het Gewest kan aan iedere privaatrechtelijke rechtspersoon een tegemoetkoming verlenen voor een onroerend goed waarvoor een overeenkomst is afgesloten. Een onroerend goed waarvoor een overeenkomst is afgesloten, moet minstens negen jaar in die hoedanigheid behouden blijven. »
Art. 19.§ 1. Het opschrift van hoofdstuk V van titel II van de Code wordt vervangen door het volgende opschrift : « Hoofdstuk V - Specifieke bepalingen betreffende de toekenning of de aanpassing van sommige tegemoetkomingen. » § 2. Artikel 79 van de Code wordt vervangen als volgt : «
Art. 79.§ 1. De in deze Code bedoelde tegemoetkomingen worden door de Regering toegekend of aangepast ten gunste van : 1° door haar afgebakende woonkernen, op grond van criteria die zij bepaalt;2° door haar afgebakende bevoorrechte initiatiefgebieden, op grond van criteria die zij bepaalt;3° de omtrekken bedoeld in het algemeen reglement op gebouwen dat van toepassing is in de beschermingsgebieden van sommige gemeenten inzake stedenbouw. § 2. De woonkernen bedoeld in de eerste paragraaf zijn geografische gebieden die op basis van de gegevens van het Nationaal Instituut voor de Statistiek voldoen aan het minimumaantal inwoners en aan de bevolkingsdichtheid bepaald door de Regering of aan de door de Regering bepaalde criteria inzake leefmilieu, ruimtelijke ordening en stedenbouw. § 3. Er zijn twee soorten bevoorrechte initiatiefgebieden zoals bedoeld in de eerste paragraaf : a. gebieden met hoge vastgoeddruk, waar de prijs van de bouwgrond en van de woningen het gemiddelde in het Waalse Gewest overschrijdt in een door de Regering te bepalen maat;b. te herkwalificeren gebieden gekenmerkt, enerzijds, door een verloedering van de woonomstandigheden en, anderzijds, door een sociaal-economisch kwetsbare bevolking. § 4. Bij de afbakening van een woonkern of een bevoorrecht initiatiefgebied kan de Regering afwijken van de afbakeningscriteria om rekening te houden met de kenmerken betreffende de vestiging van bedoelde gebouwen, van hun uitrusting of bestemming. »
Art. 20.In artikel 83 van de Code wordt paragraaf 4 vervangen als volgt : « § 4. De vastgoedbeheerder ontvangt de huurgelden en bestemt ze bij voorrang voor de terugbetaling van de uitgaven die hij gedaan heeft om de verhuur mogelijk te maken.
De vastgoedbeheerder trekt evenwel de overeenkomstig artikel 81, derde lid, 3°, berekende kosten voor de onderhoudslasten en het beheer af. »
Art. 21.In titel II, hoofdstuk VI, van de Code worden de volgende wijzigingen aangebracht : « § 1. Er wordt een afdeling 3 ingevoegd met het opschrift : "Afdeling 3 - Voorwaarden voor de toekenning van de tegemoetkomingen en voor het in beheer geven", die de artikelen 85 en 85bis inhoudt. § 2. In artikel 85bis van de Code, § 1, worden de woorden "van een subsidie of" tussen de woorden "in de vorm" en "van een terugbetaalbaar voorschot" ingevoegd. »
Art. 22.
Art. 94.§ 2, eerste lid, van de Code wordt vervangen als volgt : « § 2. Op voorstel of na advies van de "Société" bepaalt de Regering de voorwaarden waaronder een door de "Société" of een openbare huisvestingsmaatschappij beheerde, gebouwde of verkochte woning aangekocht of verkocht kan worden.
Art. 23.In artikel 113, eerste lid, 2°, van de Code worden de woorden "de afdeling Thesaurie, Begroting, Financiën en Departementale boekhouding en Inspectie van financiën" vervangen door de woorden "de Afdeling Thesaurie van het Secretariaat-generaal van het Ministerie
van het Waalse Gewest".
Art. 24.In artikel 131 van de Code worden de volgende wijzigingen aangebracht : « § 1. Er wordt een 2°bis ingevoegd, luidend als volgt : « 2°bis. Elke vastgoedverrichting en elke verrichting inzake beheer of verhuring van gebouwen om ze gedeeltelijk voor huisvesting te bestemmen, op de wijze en onder de voorwaarden die de Regering bepaalt, na advies van de "Société wallonne du logement"; § 2. Punt 6° wordt vervangen als volgt : « 6° het in huur of in beheer nemen van gebouwen om ze voor huisvesting te bestemmen, of van woningen, op de wijze en onder de voorwaarden die de Regering bepaalt, na advies van de "Société wallonne du logement;". »
Art. 25.In artikel 135 van de Code worden de volgende wijzigingen aangebracht : « § 1. Paragraaf 1, eerste lid, 1°, wordt aangevuld met de woorden "namelijk de opbrengst van de verkoop van een onroerend goed". § 2. Het laatste lid van paragraaf 1 wordt aangevuld met de woorden "en de bestemming van de opbrengst van een onroerend goed." »
Art. 26.In artikel 148, § 1, van de Code wordt de tweede zin van het tweede lid vervangen als volgt : « De vertegenwoordigers van de plaatselijke besturen worden respectievelijk aangewezen met inachtneming van de regels van de evenredige vertegenwoordiging van het geheel van de provincieraden, de gemeenteraden en de raden voor sociale hulp, overeenkomstig de artikelen 167 en 168 van het Kieswetboek.
Bij de berekening van die evenredige vertegenwoordiging wordt rekening gehouden met de facultatieve individuele aangiften van aanverwantschap of hergroepering.
Bij de berekening van die evenredige vertegenwoordiging wordt enkel rekening gehouden met de kieslijsten die voldoen aan de democratische beginselen opgesomd in o.a. de Conventie voor de mensenrechten en fundamentele vrijheden, in de wet van 30 juli 1980 tot bestraffing van bepaalde door racisme en xenofobie ingegeven daden en in de wet van 23 maart 1995 tot bestraffing van het ontkennen, minimaliseren, rechtvaardigen of goedkeuren van de genocide die tijdens de tweede wereldoorlog door het Duitse natioaal-socialistische regime is gepleegd, en aan de door de Grondwet gewaarborgde rechten en vrijheden. »
Art. 27.In de artikelen 158 en 159 van de Code worden de volgende wijzigingen aangebracht : « § 1. Art. 158 van de Code wordt vervangen als volgt : «
Art. 158.§ 1. Het dagelijkse beheer van de maatschappij wordt waargenomen door een zaakvoerder of een afgevaardigde die voor het dagelijkse beheer instaat en door de raad van bestuur in dienst genomen wordt. Hij voert de titel van directeur-zaakvoerder. § 2. De directeur-zaakvoerder werkt een beheersprogramma uit dat voldoet aan de doelen die vastliggen in het doelstellingencontract bedoeld in artikel 162, overeenkomstig een door de Regering bepaald model.
Het beheersprogramma heeft dezelfde duur als het doelstellingencontract.
Het beheersprogramma wordt bepaald door de raad van beheer van de maatschappij, die het vervolgens ter goedkeuring aan de "Société wallonne du logement" overlegt.
Het beheersprogramma wordt al naar gelang de actualisering of herziening van het doelstellingencontract om de vijf jaar bijgewerkt of hernieuwd overeenkomstig de procedure omschreven in het derde lid. § 3. Op voorstel van de "Société wallonne du logement" evalueert de raad van bestuur volgens de criteria en modaliteiten die de Regering bepaalt, de tenuitvoerlegging van het beheersprogramma van de directeur-zaakvoerder op grond van een rapport van laatstgenoemde. Hij hoort de directeur-zaakvoerder. Hij laat zich bijstaan door de "Société wallonne du logement". Op voorstel van de "Société wallonne du logement" bepaalt de Regering welke maatregelen genomen moeten worden op basis van de resultaten van de evaluatie. ». § 2. Artikel 159 van de Code wordt aangevuld als volgt : ", onder de voorwaarden die de Regering bepaalt, "op voorstel van de "Société wallonne du logement". Deze voorwaarden slaan o.a. op de voorwaarden en modaliteiten van indienstneming en op het geldelijk stelsel.
Art. 28.Artikel 161 van de Code, waarvan de huidige tekst paragraaf 1 zal vormen, wordt aangevuld met een paragraaf 2, luidend als volgt : « § 2. De maatschappij legt haar door de "Société wallonne du logement" geviseerde begroting en rekeningen ter informatie over aan de gemeenten die in haar algemene vergadering vertegenwoordigd zijn.
Ze maakt jaarlijks uiterlijk 31 maart ook een strategische nota over i.v.m. de evaluatie van de verwezenlijking van het investeringsprogramma van het vorige jaar en met het beleid inzake de woningenverkoop. »
Art. 29.In titel III, hoofdstuk II, van de Code worden de volgende wijzigingen aangebracht : « § 1. Er wordt een afdeling 2bis ingevoegd met het opschrift "Afdeling 2bis - Doelstellingencontracten", waarin artikel 162 opgenomen wordt. § 2. Artikel 162 van de Code, opgeheven bij het decreet van 15 mei 2003, wordt weer ingevoegd en luidt als volgt : «
Art. 162.- § 1. Op voorstel van de "Société wallonne du logement" bepaalt de Regering de voorwaarden inzake uitwerking, uitvoering en controle van de doelstellingencontracten die aangegaan dienen te worden tussen de "Société wallonne du logement" en de maatschappij m.b.t. : - het onthaal van de kandidaten-huurders en van de huurders, alsmede hun sociale begeleiding; - het beheer van de maatschappij, de opvolging van de beheersindicatoren en van audits, op organisationeel, administratief, technsich en finacieel vlak; - de permanente vorming; - de informatie- en communicatieverstrekking aan de maatschappij. § 2. De doelstellingencontracten worden per periode van vijf jaar opgesteld. ». »
Art. 30.Artikel 163, § 1, 3°, van de Code wordt vervangen als volgt : « 3° de maatschappij de in artikel 131, 2°bis, bedoelde opdrachten uit te voeren en de in artikel 133, § 1, bedoelde actiemiddelen aan te wenden; »
Art. 31.In artikel 166 van de Code worden de volgende wijzigingen aangebracht : « § 1. Het tweede lid wordt vervangen door volgende bepaling : "Het mandaat van de commissaris loopt vijf jaar. Er kan evenwel een einde aan gemaakt worden binnen zes maanden na aanvang van de gewestelijke legislatuur. ». § 2. Het laatste lid wordt aangevuld met de woorden "en de regels voor de evaluatie ervan op basis van het jaarverslag bedoeld in artikel 169". »
Art. 32.Artikel 174 van de Code wordt aangevuld met de volgende paragrafen : « § 4. Als de "Société" kennis heeft van de niet-inachtneming door een maatschappij van de bepalingen van deze Code en van de uitvoeringsbesluiten ervan, brengt ze haar raad van bestuur en de Regering onmiddellijk op de hoogte.
Als één van de in dit artikel bedoelde straffen niet binnen dertig dagen na de in het vorige lid bedoelde kennisneming door de raad van bestuur van de "Société" opgelegd of voorgesteld wordt, kan de Regering in de plaats van de raad optreden. Zij geeft de "Société wallonne du logement" en de maatschappij onmiddellijk kennis daarvan. § 5. Als de Regering gebruik maakt van haar substitutiebevoegdheid zoals bedoeld in paragraaf 4, deelt ze haar beslissing mee aan de maatschappij binnen dertig dagen na het verstrijken van de termijn bedoeld in paragraaf 4, tweede lid, na de door de maatschappij gemachtigde vertegenwoordigers te hebben gehoord. »
Art. 33.In artikel 175.12., § 2, 2°, van de Code worden de woorden "van de Afdeling thesaurie, begroting, financiën en boekhouding en van de departementale boekhouding" vervnagen door de woorden "van de Afdeling thesaurie van het Secretariaat-generaal van het Ministerie
van het Waalse Gewest".
Art. 34.Artikel 178.1. van de Code wordt aangevuld met de volgende paragrafen : « § 8. Als de "Société" kennis heeft van de niet-inachtneming door een sociaal kredietloket van de bepalingen van deze Code, van de uitvoeringsbesluiten ervan of van de reglementen van de Société, brengt ze haar raad van bestuur en de Regering onmiddellijk op de hoogte daarvan.
Als één van de in dit artikel bedoelde straffen niet binnen dertig dagen na de in het vorige lid bedoelde kennisneming door de raad van bestuur van de "Société" opgelegd of voorgesteld wordt, kan de Regering in de plaats van de raad optreden. Zij geeft de "Société wallonne du logement" en het sociaal kredietloket onmiddellijk kennis daarvan. § 9. Als de Regering gebruik maakt van haar substitutiebevoegdheid zoals bedoeld in paragraaf 8, deelt ze haar beslissing mee aan het sociaal kredietloket binnen dertig dagen na het verstrijken van de termijn bedoeld in paragraaf 8, tweede lid, na de door de het sociaal kredietloket gemachtigde vertegenwoordigers te hebben gehoord. »
Art. 35.In artikel 188 van de Code worden de volgende wijzigingen aangebracht : « § 1. In paragraaf 1 wordt het woord "driejarig" door het woord "tweejarig" vervangen. § 2. In paragraaf 2 worden de woorden "de te bereiken doelstellingen en" tussen de woorden "stelt" en "criteria" ingevoegd.
Art. 36.In artikel 189, § 1, van de Code worden de woorden "aan de goedkeuring onderworpen van" vervangen door de woorden "wordt aangenomen door de".
Art. 37.In artikel 190 van de Code worden de volgende wijzigingen aangebracht : « § 1. Paragraaf 2, 1°, wordt aangevuld met de woorden "o.a. om de burger gecoördineerde informatie te verstrekken wat betreft de tegemoetkomingen en rechten inzake huisvesting". § 2. Paragraaf 2 wordt aangevuld als volgt : « 4° een permanente inventaris bij te houden van de onbewoonde gebouwen die aan publiekrechtelijke personen toebehoren; 5° een permanente inventaris bij te houden van de mogelijkheden om dringend elders onder te brengen; 6° een gemeentelijk reglement inzake leegstand aan te nemen waarin o.a. voorzien wordt in het belasten van leegstaande gebouwen van minder dan 5.000 m2, onverminderd artikel 135, § 2, van de nieuwe gemeentewet. ». § 3. Er wordt een nieuwe paragraaf 3 ingevoegd, luidend als volgt : « § 3. Als de termijnen voor de uitvoering van een handeling van een programma niet nageleefd worden, kan de Regering de handeling aan een andere vastgoedbeheerder toekennen. » § 4. Er wordt een paragraaf 4 toegevoegd, luidend als volgt : « § 4. De Regering bepaalt de toepassingsmodaliteiten voor de paragrafen 2 en 3. ». »
Art. 38.In titel IV van de Code worden de volgende wijzigingen aangebracht : « § 1. Het opschrift van titel IV van de Code wordt vervangen als volgt : « Titel IV - Administratieve en strafbepalingen § 2. Er wordt een artikel 200bis ingevoegd, luidend als volgt : «
Art. 200bis.§ 1. De ambtenaar van de administratie die de Regering daartoe aanwijst kan een administratieve boete opleggen : 1° aan de houder van zakelijke rechten op de woning en, als deze in huur gegeven wordt, aan de verhuurder en de eventuele bewoner, die laat huisvesten in een woning waarvoor toegangs- of woonverbod is opgelegd, hetzij door de burgemeester krachtens artikel 7, derde lid, of artikel 13bis, hetzij door de Regering krachtens artikel 7, zesde lid, of artikel 13bis ;2° aan elke persoon die de uitoefening belet van de opdrachten van de erkende ambtenaren en gemeentelijke ambtenaren bedoeld in artikel 5. De overtredingen worden opgenomen in een onderzoeksrapport, zoals bepaald bij artikel 5, eerste lid, en door de administratie overgemaakt aan de door de Regering aangewezen ambtenaar of aan de openbare aanklager. § 2. Het bedrag van de administratieve boete schommelt tussen 500 en 12.500 euro per woning. Het is afhankelijk van het aantal vastgestelde overtredingen. De Regering kan de bedragen jaarlijks indexeren. § 3. Personen die overeenkomstig dit artikel met administratieve boetes strafbaar zijn worden door de termen "de overtreder" aangewezen.
De administratieve boete is enkel op de overtreder toepasselijk, zelfs als de overtreding door een aangestelde of een mandataris begaan wordt. § 4. De overtredingen bedoeld in de eerste paragraaf zijn het voorwerp hetzij van gerechtelijke vervolgingen, hetzij van een administratieve boete.
De vastgestelde overtredingen van de bepalingen bedoeld in de eerste paragraaf worden vervolgd d.m.v. een administratieve boete, tenzij de openbare aanklager, gelet op de ernst van de overtreding, oordeelt dat de gerechtelijke vervolgingen voortgezet moeten worden. De gerechtelijke vervolgingen sluiten de toepassing van een administratieve boete uit, zelfs als ze op een vrijspraak uitmonden.
De openbare aanklager beschikt over een termijn van twee maanden, die ingaat op de datum van ontvangst van het onerzoeksrapport bedoeld in de eerste paragraaf, tweede lid, om de door de Regering aangewezen ambtenaar kennis te geven van zijn beslissing de gerechtelijke vervolgingen al dan niet aanhangig te maken. § 5. Als de openbare aanklager van de vervolgingen afziet of nalaat zijn beslissing binnen de gestelde termijn mee te delen, beslist de door de Regering aangewezen ambtenaar, nadat hij de overtreder in staat heeft gesteld zijn verweermiddelen te laten gelden, of een administratieve boete wegens overtreding opgelegd moet worden.
De beslissing van de ambtenaar bepaalt het bedrag van de administratieve boete en is met redenen omkleed. Ze wordt bij ter post aangetekend schrijven aan de overtreder meegedeeld, samen met het verzoek tot betaling van de boete binnen de door de Regering voorgeschreven termijn.
De administratieve beslissing waarbij de administratieve boete opgelegd wordt mag niet meer genomen worden vijf jaar na de handeling die aanleiding heeft gegeven tot een overtreding bedoeld in dit artikel. Het verzoek waarbij de overtreder zijn verweermiddelen kan laten gelden, zoals bedoeld in het eerste lid, onderbreekt de verjaringstermijn. De kennisgeving van de beslissing waarbij het bedrag van de administratieve boete is vastgelegd, doet de strafvordering vervallen.
De betaling van de boete beëindigt de vordering van de administratie. § 6. De overtreder die de beslissing van de door de Regering aangewezen ambtenaar betwist, dient, op straffe van verval, binnen twee maanden na de kennisgeving van de beslissing een beroep bij verzoekschrift in voor de rechtbank van eerste aanleg. Dat beroep schort de uitvoering van de beslissing op.
De bepaling van het vorige lid wordt vermeld in de beslissing waarbij de administratieve boete opgelegd wordt. § 7. Als de overtreder nalaat de boete te betalen, wordt de beslissing van de door de Regering aangewezen ambtenaar of de beslissing van de rechtbank van eerste aanleg, die in kracht van gewijsde is gegaan, aan de Afdeling Thesaurie van het Ministerie van het Waalse Gewest overgemaakt met het oog op de invordering van het bedrag van de administratieve boete. § 8. Als een nieuwe overtreding vastgesteld wordt binnen twee jaar na de datum van het onderzoeksrapport bedoeld in de eerste paragraaf, tweede lid, wordt het bedrag bedoeld in de tweede paragraaf van dit artikel verdubbeld. § 9. De Regering bepaalt de modaliteiten voor de inning van de boete. » § 3. In artikel 201 worden de volgende wijzigingen aangebracht : « 1. Paragraaf 1 wordt vervangen als volgt : « Er wordt een strafboete van 25 à 625 euro opgelegd aan : (...)". 2. In de eerste paragraaf, 1°, worden de woorden "elke eigenaar, vruchtgebruiker, huurder, bewoner of bewaker" vervangen door de woorden "elke houder van zakelijke rechten op een woning en, als deze in huur gegeven wordt, elke verhuurder en eventuele bewoner".3. In de eerste paragraaf, 3°, worden de woorden "technisch beambten" vervangen door de woorden "erkende gemeentelijke ambtenaren".4. De tweede paragraaf wordt vervnagen als volgt : « § 2.Er wordt een gevangenisstraf van acht dagen tot één jaar en een strafboete van 50 tot 1.250 euro of één van die straffen opgelegd aan : 1° elke persoon die recidiveert binnen vijf jaar na een krachtens § 1 opgelopen veroordeling;2° elke verhuurder die een woning verhuurt of te huur biedt ondanks een weigering of een intrekking van de verhuurvergunning.» § 4. In artikel 202 worden de woorden "van 100 tot 1.000 BEF" vervangen door de woorden "van 4 euro tot 40 euro".
Art. 39.In artikel 143, eerste lid, van het decreet van 15 mei 2003 worden de cijfers "2", "23", "61" en "142" geschrapt.
Art. 40.§ 1. De artikelen 2, 23, 61 en 142 van het decreet van 15 mei 2003 treden in werking op de datum die de Regering bepaalt. § 2. Dit decreet treddt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt wordt, behalve de artikelen 4, 14, 19 en 35, § 1, die in werking treden op de datum die de Regering bepaalt.
Art. 41.Overgangsbepaling. Voor de toepassing van artikel 31 van dit decreet kan voor het eerst vanaf juli 2005 een einde worden gemaakt aan het in artikel bedoelde lopende mandaat van de commissarissen.
Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Namen, 20 juli 2005.
De Minister-President, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE De Minister van Huisvesting, Vervoer en Ruimtelijke Ontwikkeling, A. ANTOINE De Minister van Begroting, Financiën, Uitrusting en Patrimonium, M. DAERDEN De Minister van Vorming, Mevr. M. ARENA De Minister van Binnenlandse Aangelegenheden en Ambtenarenzaken, Ph. COURARD De Minister van Wetenschappelijk Onderzoek, Nieuwe Technologieën en Buitenlandse Betrekkingen, Mevr. M.-D. SIMONET De Minister van Economie en Tewerkstelling, J.-C. MARCOURT De Minister van Gezondheid, Sociale Actie en Gelijke Kansen, Mevr. Ch. VIENNE De Minister van Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Leefmilieu en Toerisme, B. LUTGEN _______ Nota (1) Zitting 2004-2005. Stukken van de Raad 165 (2004-2005) Nrs. 1 tot 45.
Volledig verslag, openbare vergadering van 13 juli 2005.
Bespreking - Stemming.