Etaamb.openjustice.be
Decreet van 20 juli 2005
gepubliceerd op 31 augustus 2005

Decreet tot wijziging van het decreet van 12 december 2000 tot vastlegging van de initiële opleiding van onderwijzers en regenten

bron
ministerie van de franse gemeenschap
numac
2005029226
pub.
31/08/2005
prom.
20/07/2005
ELI
eli/decreet/2005/07/20/2005029226/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

20 JULI 2005. - Decreet tot wijziging van het decreet van 12 december 2000 tot vastlegging van de initiële opleiding van onderwijzers en regenten (1)


Het Parlement van de Franse Gemeenschap heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt :

Artikel 1.In artikel 2 van het decreet van 12 december 2000 tot vastlegging van de initiële opleiding van onderwijzers en regenten, worden de woorden « Onderwijsactiviteiten van het type A : onderwijsactiviteiten voor de studenten van alle afdelingen uit het normaalonderwijs » vervangen door de woorden « Onderwijsactiviteiten van het type A : onderwijsactiviteiten voor de studenten van alle afdelingen uit het normaalonderwijs. De Regering kan een jaarlijkse afwijking aan de Hogescholen toekennen die, om interne organisatie-redenen, lessen van het type A aan verschillende afdelingen wensen te geven en niet aan alle afdelingen ».

Art. 2.In artikel 4 van hetzelfde decreet worden de tweede en derde leden vervangen als volgt : « Deze krachtlijnen bestaan in : 1. het bijbrengen van socio-culturele kennis van minstens 120 uren;2. het bijbrengen van socio-affectieve en relationele kennis van minstens 120 uren;3. het aanleren van disciplinaire en interdisciplinaire kennis van minstens 1020 uren;4. het aanleren van pedagogische vaardigheden van minstens 180 uren;5. het aanleren van een wetenschappelijke ingesteldheid en onderzoeksgerichte houding van minstens 45 uren;6. de know-how van minstens 780 uren.7. de interdisciplinaire activiteiten met betrekking tot de vorming van een beroepsidentiteit van minstens 80 uren. De Hogescholen organiseren onderwijsactiviteiten van het type A van minstens 210 uren in de zin van artikel 2 van het decreet van 12 december 2000 tot vastlegging van de initiële opleiding van onderwijzers en regenten.

De minimale uurregeling en het aantal uren voor de voorschoolse, lagere en secundaire afdelingen worden bij dit decreet gevoegd ».

Art. 3.Artikel 5 van hetzelfde decreet wordt vervangen als volgt : «

Art. 5.De socio-culturele kennis omvat : 1° de sociologie en het onderwijsbeleid;2° de theoretische en praktische benadering van de culturele verscheidenheid en de gender dimensie;3° een inleiding tot de kunst en cultuur;4° de filosofie en geschiedenis van de godsdiensten.»

Art. 4.Artikel 6 van hetzelfde decreet wordt vervangen als volgt : «

Art. 6.Het aanleren van een wetenschappelijke ingesteldheid en onderzoeksgerichte houding omvat : 1. een inleiding tot het onderzoek, begrippen uit de kennisleer van de disciplines en een voorbereiding op het eindwerk;2. het maken van een eindwerk.».

Art. 5.Artikel 9 van hetzelfde decreet wordt vervangen als volgt : «

Art. 9.De pedagogische vaardigheden omvatten : 1. de algemene pedagogie;2. de evaluatie van het leerproces;3. de kritische studie van de grote pedagogische stromingen;4. de psychologie van het leerproces;5. de differentiatie van de vorming, de begrippen uit de orthopedagogie en het onderzoek naar de moeilijkheden van het leerproces en hun oplossingen.».

Art. 6.In artikel 10 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° Het tweede lid wordt aangevuld als volgt : « Ze integreren de disciplinaire en algemene didactiek in het kader van activiteiten die georganiseerd worden zowel op het terrein als in de hogeschool ».2° Het derde lid wordt vervangen als volgt : « De stages in werkelijke toestanden worden in de drie studiejaren georganiseerd.In het eerste jaar bestaan deze stages uit actieve observatie-activiteiten, door de stagemeester te begeleiden. De student kan geleidelijk ertoe gebracht worden, in nauwe samenwerking met de stagemeester, alleen te staan voor een klas. In het tweede en derde jaar is de student effectief verantwoordelijk voor de klas. » 3° Het vierde lid wordt vervangen als volgt : « De studenten lopen liever hun stages in groepjes van minimum twee personen in dezelfde inrichting.».

Art. 7.Artikel 11, tweede lid, van hetzelfde decreet wordt vervangen als volgt : « Ze omvatten de uitwerking van het beroepsproject, de vorming tot neutraliteit, de ontsluiting van de school naar buiten toe, de identiteit van de leerkracht, de deontologie en het dossier van de leerkracht. ».

Art. 8.Artikel 12 van hetzelfde decreet wordt vervangen als volgt : «

Art. 12.De Hogescholen beschikken over minstens 120 uren voorbehouden aan onderwijsactiviteiten die zij geheel vrij invullen. ».

Art. 9.In artikel 20 van hetzelfde decreet wordt het tweede lid vervangen als volgt : « Vanaf het tweede jaar superviseren meesters-assistenten, docenten, werkmeesters of professoren die titularis zijn van de pedagogische vorming of de disciplinaire vorming, iedere student middels minstens vier bezoeken in het tweede jaar en minstens acht bezoeken tijdens het derde jaar. Deze prestaties worden beoordeeld in hun uurrooster, inzonderheid in functie van het aantal bezochte studenten en van de tijd besteed aan deze begeleiding. Iedere student krijgt het bezoek van de hoogleraren van de pedagogische vorming en van de disciplinaire vorming. De spreiding van de bezoeken tijdens de stageweken alsook de verdeling van de supervisie ervan tussen deze twee groepen leerkrachten moeten in evenwicht worden gebracht. »

Art. 10.In artikel 23 van hetzelfde decreet worden de woorden « In het raam van deze samenwerkingsakkoorden kunnen met reden omklede afwijkingen worden voorzien in het vierde lid van artikel 10. » opgeheven en vervangen door de woorden « Ze worden stilzwijgend verlengd, behalve opzegging door één van beide partijen ».

Art. 11.In artikel 29 van hetzelfde decreet wordt punt 1 opgeheven.

Art. 12.Dit decreet treedt in werking op 15 september 2005.

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 20 juli 2005.

De Minister-Presidente, belast met het Leerplichtonderwijs en het Onderwijs voor Sociale Promotie, Mevr. M. ARENA De Vice-Presidente, Minister van Hoger Onderwijs, Wetenschappelijk Onderzoek en Internationale Betrekkingen, Mevr. M.-D. SIMONET De Vice-President, Minister van Begroting en Financiën, M. DAERDEN De Minister van Ambtenarenzaken en Sport, Cl. EERDEKENS De Minister van Cultuur, de Audiovisuele Sector en Jeugd, Mevr. F. LAANAN De Minister van Kinderwelzijn, Hulpverlening aan de Jeugd en Gezondheid, Mevr. C. FONCK _______ Nota's (1) Zitting 2004-2005. Stukken van de Raad. - Ontwerp van decreet, nr. 124-1. - Commissieamendementen, nr. 124-2. - Verslag, nr. 124-3.

Integraal verslag. - Bespreking en aanneming. Vergadering van 19 juli 2005.

^