gepubliceerd op 25 september 2012
Decreet houdende instemming met het Verdrag inzake de bevoegdheid, het toepasselijk recht, de erkenning, de tenuitvoerlegging en de samenwerking op het gebied van ouderlijke verantwoordelijkheid en maatregelen ter bescherming van kinderen, opgemaakt in Den Haag op 19 oktober 1996
19 JULI 2012. - Decreet houdende instemming met het Verdrag inzake de bevoegdheid, het toepasselijk recht, de erkenning, de tenuitvoerlegging en de samenwerking op het gebied van ouderlijke verantwoordelijkheid en maatregelen ter bescherming van kinderen, opgemaakt in Den Haag op 19 oktober 1996
Het College van de Franse Gemeenschapscommissie, op voorstel van de Minister lid van het college, belast met Internationale betrekkingen, na beraadslaging, Besluit : De Minister, lid van het College, bevoegd voor Internationale betrekkingen wordt ermee belast om aan het Franstalig Brussels Parlement het ontwerp van decreet voor te leggen waarvan de tekst volgt :
Artikel 1.Dit decreet regelt, krachtens artikel 138 van de Grondwet, een aangelegenheid bedoeld in artikelen 127 en 128 van de Grondwet.
Art. 2.Het Verdrag inzake de bevoegdheid, het toepasselijk recht, de erkenning, de tenuitvoerlegging en de samenwerking op het gebied van ouderlijke verantwoordelijkheid en maatregelen ter bescherming van kinderen, opgemaakt in Den Haag op 19 oktober 1996, zal volkomen gevolg hebben.
Brussel, 19 juli 2012.
Voor het College, De Minister, lid van het College, belast met Internationale betrekkingen E. KIR Het College van de Franse Gemeenschapscommissie bekrachtigt het decreet houdende instemming met het Verdrag inzake de bevoegdheid, het toepasselijk recht, de erkenning, de tenuitvoerlegging en de samenwerking op het gebied van ouderlijke verantwoordelijkheid en maatregelen ter bescherming van kinderen, opgemaakt in Den Haag op 19 oktober 1996.
Ch. DOULKERIDIS, Voorzitter van het College Ch. PICQUE, Lid van het College B. CEREXHE, Lid van het College Mevr. E. HUYTEBROECK, Lid van het College E. KIR, Lid van het College