Etaamb.openjustice.be
Decreet van 19 juli 2006
gepubliceerd op 23 augustus 2006

Decreet tot wijziging van Boek V van het eerste deel van het Wetboek van de plaatselijke democratie en de decentralisatie en van Boek I van het derde deel van hetzelfde Wetboek

bron
ministerie van het waalse gewest
numac
2006202773
pub.
23/08/2006
prom.
19/07/2006
ELI
eli/decreet/2006/07/19/2006202773/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

MINISTERIE VAN HET WAALSE GEWEST


19 JULI 2006. - Decreet tot wijziging van Boek V van het eerste deel van het Wetboek van de plaatselijke democratie en de decentralisatie en van Boek I van het derde deel van hetzelfde Wetboek


Het Waals Parlement heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt : Enig artikel. De artikelen 1 tot 34 van het decreet van 5 december 1996 betreffende de Waalse intercommunales, opgenomen in Boek V van het eerste deel van het Wetboek van de plaatselijke democratie en de decentralisatie, alsook de artikelen L1511-1 tot L1551-3 en de titel van Boek V worden vervangen als volgt : « BOEK V. - Samenwerking tussen gemeenten TITEL I. - Algemene bepalingen HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied Art. L1511-1. Dit Boek is van toepassing op de samenwerkingen tussen gemeenten waarvan het rechtsgebied binnen de grenzen van het Waalse Gewest ligt.

HOOFDSTUK II. - Wijzen van samenwerking Afdeling 1. - Overeenkomsten tussen gemeenten Art. L1512-1. De gemeenten kunnen tussen elkaar overeenkomsten sluiten i.v.m. aangelegenheden van gemeentelijk belang.

Afdeling 2. - Projectverenigingen Art. L1512-2. Verscheidene gemeenten kunnen een samenwerkingsstructuur met rechtspersoonlijkheid oprichten met het oog op de uitwerking en de uitvoering van een project van gemeentelijk belang, alsook op de controle daarop.

Elke publiek- of privaatrechtelijke persoon kan er deel van uit maken onder de voorwaarden waarin de statuten voorzien.

Afdeling III. - Intercommunale verenigingen Art. L1512-3. Verscheidene gemeenten kunnen, onder de bij dit Boek bepaalde voorwaarden, verenigingen met welbepaalde doeleinden van gemeentelijk belang oprichten.

Deze verenigingen worden hierna intercommunales genoemd.

Art. L1512-4 . Elke andere publiek- of privaatrechtelijke persoon kan eveneens deel uitmaken van de intercommunales.

Onverminderd de bestaande aansluitingen wordt iedere deelneming van het Waalse Gewest in een intercommunale bij decreet toegelaten en vastgesteld.

Art. L1512-5 . De intercommunales kunnen participaties in het kapitaal van iedere vennootschap nemen wanneer ze van dien aard zijn dat ze tot de verwezenlijking van hun maatschappelijk doel bijdragen.

Over iedere participatie in het kapitaal van een vennootschap wordt door de raad van bestuur beslist; een bijzonder verslag over deze beslissingen wordt overeenkomstig artikel L1523-13, § 3, aan de algemene vergadering voorgelegd.

Wanneer de participatie in een vennootschap echter minstens gelijk is aan één tiende van haar kapitaal of aan één vijfde van de eigen middelen van de intercommunale, beslist de algemene vergadering over de participatie bij gewone meerderheid van de stemmen, met inbegrip van de gewone meerderheid van de door de afgevaardigden van de gemeentevennoten uitgebrachte stemmen.

Afdeling IV. - Gemeenschappelijke bepalingen Art. L1512-6 . § 1. Ongeacht hun doel vervullen de projectverenigingen en de intercommunales openbare taken en zijn ze als zodanig publiekrechtelijke rechtspersonen.

Zij hebben geen handelskarakter.

Het openbaar karakter van de projectverenigingen en van de intercommunales is doorslaggevend in hun betrekkingen met hun vennoten, hun ambtenaren en iedere derde, alsmede in iedere interne of externe mededeling. § 2. Als dusdanig mogen de projectverenigingen en de intercommunales in eigen naam tot onteigeningen ten algemenen nutte overgaan, leningen aangaan, giften aanvaarden en toelagen van de openbare overheden ontvangen.

Iedere inbreng en iedere verwerving moeten voor de verwezenlijking van het maatschappelijk doel van de projectvereniging of van de intercommunale worden aangewend. § 3. In alle akten, facturen, aankondigingen, bekendmakingen en andere stukken uitgaande van de projectverenigingen of intercommunales moet de naam of de firma van de vennootschap onmiddellijk vóór of na het woord "projectvereniging" of "intercommunale" leesbaar worden vermeld.

In al die gevallen zullen de projectverenigingen of de intercommunales gebruik maken van hun eigen naam en, eventueel, van hun letterwoord.

TITEL I. - Wijze van werking HOOFDSTUK I. - Overeenkomsten tussen gemeenten Art. L1521-1. De overeenkomst gesloten tussen gemeenten bevat minstens de bepalingen betreffende de duur en de eventuele verlenging ervan, de ontbindingsmogelijkheid, de eventuele inbreng van de deelnemende gemeenten en de modaliteiten voor het beheer van die inbrengen, de interne organisatie, de wederzijdse rechten en plichten en de financiële gevolgen, de informatieverstrekking aan de gemeenten, de jaarlijkse evaluatie door de gemeenteraden, de vastlegging van de financiële bewegingen, de bestemming van het resultaat, de financiële controle en de verdeling van de eventuele activa na verloop van de overeenkomst.

Art. L1521-2. De overeenkomst kan bepalen dat één van de gemeenten die partij is bij de overeenkomst als beheerder aangewezen wordt.

Om deze overeenkomst uit te voeren kan de beherende gemeente, onder de voorwaarden die erin vastliggen, gebruik maken van leden van haar personeel en een beroep doen op personeel van de overige gemeenten die partij zijn bij de overeenkomst.

Art. L1521-3 . Desgevallend wordt een comité voor het beheer van de overeenkomst belast met overlegpleging over de modaliteiten van tenuitvoerlegging van de overeenkomst. Dat comité bestaat uit minstens één vertegenwoordiger per gemeente, aangewezen onder de leden van de gemeenteraden of -colleges naar evenredigheid van het geheel van de gemeenten die partij zijn bij de overeenkomst.

Het bestuurscomité verleent desnoods adviezen aan de beherende gemeente, legt de uit de overeenkomst resulterende financiële bewegingen vast en maakt ze ter informatie over aan de gemeenteraden die partij zijn bij de overeenkomst.

Het mandaat binnen het bestuurscomité wordt om niet uitgeoefend.

HOOFDSTUK II. - Projectverenigingen Art. L1522-1 . § 1. De projectvereniging wordt voor een periode van maximum zes jaar opgericht bij beslissing van de betrokken gemeenteraden.

Uittreding is niet mogelijk vóór de vervaldatum vastgelegd bij de oprichting van de projectvereniging.

Ze kan met hoogstens zes jaar verlengd worden, maar de beslissing tot verlenging kan niet in werking treden tijdens een latere gemeentelijke legislatuur.

Na afloop wordt de vereniging in vereffening gesteld. De bestemming van de op basis van een onteigeningsbesluit verworven goederen wordt ten algemene nutte behouden. § 2. De statuten bevatten hoe dan ook : 1. haar naam;2. haar doel;3. haar maatschappelijke zetel;4. haar duur;5. de nauwkeurige aanwijzing van de vennoten, van hun eventuele inbrengen, van hun overige verbintenissen;6. de samenstelling en de bevoegdheden van het bestuurscomité van de vereniging, de modaliteiten inzake de besluitvorming, de wijze van aanwijzing en herroeping van haar leden, alsook de mogelijkheid voor de leden om volmacht te geven aan een ander lid van het bestuurscomité van de vereniging;7. de bestemming van de eventuele winsten en de modaliteiten voor de jaarlijkse overname van de eventuele verliezen van de projectvereniging door de vennoten;8. de wijze van vereffening, de wijze waarop de vereffenaars worden aangewezen en de omschrijving van hun bevoegdheden, de bestemming van de goederen en het lot van het personeel in geval van ontbinding. Bij de oprichting van de projectvereniging wordt aan elke vennoot een financieel plan overgemaakt.

Art. L1522-2 . Elke projectvereniging wordt opgericht bij authentieke akte gepasseerd voor de burgemeester van de gemeente waar haar zetel gevestigd is, of voor notaris in aanwezigheid van de daartoe gemandateerde vertegenwoordigers van de overige aangesloten gemeenten.

Onverminderd de wetsbepalingen betreffende de inbreng van vaste goederen, treedt de akte in werking op de datum van ondertekening ervan.

De constitutieve akte bevat de statuten.

Ze wordt integraal in de bijlagen bij het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt binnen dertig dagen na de oprichting en gelijktijdig afgegeven op de zetel van de vereniging waar ze voor iedereen ter inzage ligt.

Art. L1522-3 . De voorstellen tot statutaire wijzigingen vereisen een tweederde meerderheid van de aanwezige of vertegenwoordigde leden van het bestuurscomité van de vereniging, met inbegrip van de tweederde meerderheid van de stemmen van de leden van het bestuurscomité van de vereniging die de aangesloten gemeenten vertegenwoordigen.

Deze wijzigingen worden door de vennoten aangenomen onder de voorwaarden vereist voor de constitutieve akte.

Art. L1522-4. § 1. De projectvereniging beschikt uitsluitend over een bestuurscomité waarvan de vertegenwoordigers van de aangesloten gemeenten en, in voorkomend geval, de aangesloten provincies worden aangewezen naar evenredigheid van het geheel van de gemeenteraden van de aangesloten gemeenten en, in voorkomend geval, van het geheel van de provincieraden van de aangesloten provincies, overeenkomstig de artikelen 167 en 168 van het Kieswetboek. Bij de berekening van die evenredigheid wordt rekening gehouden met de facultatieve individuele verklaringen van lijstverbinding of hergroepering.

Bij de berekening van die evenredigheid wordt geen rekening gehouden met genoemde politieke groep(en) die niet zou(den) voldoen aan de beginselen van de democratie verwoord, onder andere, door het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, de aanvullende protocollen bij dit Verdrag van kracht in België, de wet van 30 juli 1981 tot bestraffing van bepaalde door racisme of xenofobie ingegeven daden en de wet van 23 maart 1995 tot bestraffing van het ontkennen, minimaliseren, rechtvaardigen of goedkeuren van de genocide die tijdens de Tweede Wereldoorlog door het Duitse nationaal-socialistische regime is gepleegd of van elke andere vorm van genocide, noch met degenen die bestuurder van een vereniging waren op het ogenblik van de feiten naar aanleiding waarvan ze veroordeeld werd wegens één van de overtredingen bepaald bij de wet van 30 juli 1981 of de wet van 23 maart 1995.

Tot de aan de aangesloten gemeenten en, in voorkomend geval, de aangesloten provincies voorbehouden functies van lid van het bestuurscomité kunnen evenwel alleen de leden van de gemeenteraden of -colleges, en in voorkomend geval, van de provincieraden of -colleges worden benoemd.

Deze paragraaf is mutatis mutandis van toepassing op de leden van het bestuurscomité die de aangesloten O.C.M.W.'s vertegenwoordigen. § 2. Als alle leden van hetzelfde geslacht zijn, wordt er afgeweken van de regel bedoeld in paragraaf 1 van dit artikel bij de aanwijzing van een lid van het bestuurscomité dat de aangesloten gemeenten en, desgevallend, de aangesloten provincies vertegenwoordigt.

In dat geval wordt een bijkomend lid benoemd op de voordracht van de gezamenlijke aangesloten gemeenten.

Het aldus genoemde lid is in ieder geval stemgerechtigd binnen het bestuurscomité van de vereniging. § 3. Elke vennoot wijst zijn vertegenwoordiger(s) rechtstreeks aan binnen het bestuurscomité van de vereniging.

De gezamenlijke aangesloten gemeenten worden door minstens vier leden van het bestuurscomité vertegenwoordigd.

Het maximumaantal leden van het bestuurscomité is vastgelegd op vijftien. § 4. Het voorzitterschap van het bestuurscomité van de vereniging komt van rechtswege toe aan één van haar leden dat de hoedanigheid van verkozen gemeenteraadslid heeft. De gemeenten beschikken steeds over de meerderheid van de stemmen. § 5. Het bestuurscomité is bevoegd inzake personeelsaangelegenheden.

Het personeel van de projectvereniging is onderworpen aan een contractueel stelsel. Het kan ook door een andere aangesloten gemeente ter beschikking gesteld worden voor de duur van de projectvereniging. § 6. De controle op de financiële toestand wordt toevertrouwd aan een revisor aangewezen door het bestuurscomité onder de leden van het Instituut van Bedrijfsrevisoren.

Het bestuurscomité van de vereniging maakt de jaarrekeningen en legt ze, samen met haar activiteitenrapport en het rapport van de revisor, ter goedkeuring voor aan de vennoten; de goedkeuringsprocedure wordt overeenkomstig de statuten bepaald.

De definitieve goedkeuring is verworven zodra een meerderheid van de vennoten zich gunstig heeft uitgesproken en kwijting heeft gegeven aan het bestuurscomité van de vereniging en aan de revisor.

Art. L1522-5 . § 1. De vergaderingen van het bestuurscomité van de vereniging zijn niet publiek.

De uitvoerige processen-verbaal, aangevuld met het rapport over de stemming van de individuele leden en met alle documenten waarop de notulen betrekking hebben, kunnen door de gemeenteraadsleden op het secretariaat van de aangesloten gemeenten en, desgevallend, door de provincieraadsleden van de aangesloten provincies op de griffie van de provincie ingekeken worden, onverminderd de decretale bepalingen inzake de openbaarheid van de administratie. § 2. Het bestuurscomité van de vereniging maakt een huishoudelijk reglement op waarin hoe dan ook de bepalingen van artikel L1523-14, 9°, opgenomen zijn.

Art. L1522-6 . Behalve in geval van buitengewone meerderheden, worden de beslissingen genomen bij gewone meerderheid, die bereikt moet worden zowel binnen het gezamenlijke bestuurscomité van de vereniging als binnen de groep van de door de gemeenten aangewezen leden van het bestuurscomité van de vereniging.

Art. L1522-7 . Er bestaat geen verplichting tot vorming van een maatschappelijk kapitaal.

Indien de statuten in de verplichting voorzien, wordt het vast kapitaal bij de oprichting van de vereniging door de deelnemers in speciën volstort.

De globale deelneming van andere vennoten dan de gemeenten, privaat- of publiekrechtelijke personen, mag niet meer bedragen dan 49 % van het totale maatschappelijk kapitaal Het wordt vertegenwoordigd door aandelen waarvan de waarde en de rechten statutair zijn bepaald.

Immateriële inbrengen ter vertegenwoordiging van vermogensbestanddelen die niet naar economische maatstaven kunnen worden gewaardeerd en inbrengen in natura worden gewaardeerd op grond van een rapport van een bedrijfsrevisor en vertegenwoordigd door aandelen waarvan de waarde en de rechten statutair zijn bepaald.

De vennoten kunnen uitsluitend voor hun inbreng worden vergoed en zijn slechts aansprakelijk ten belope ervan.

De statuten gaan vergezeld van een register waarin alle vennoten vermeld worden, alsook de aandelen die aan ieder van hen toegekend worden.

Art. L1522.8. De boekhouding wordt gevoerd volgens de wetgeving op de boekhouding van de ondernemingen. De regels toepasselijk op de openbaarheid van de rekeningen van de bedrijven zijn eveneens van toepassing.

HOOFDSTUK III. - Intercommunales Afdeling 1. - Statuten Art. L1523-1. De intercommunales nemen de rechtsvorm aan ofwel van naamloze vennootschap, ofwel van coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, ofwel van vereniging zonder winstoogmerk.

De wetten betreffende de handelsvennootschappen en de verenigingen zonder winstoogmerk zijn, al naar gelang het geval, van toepassing op de intercommunales, voor zover de statuten er niet van afwijken wegens de bijzondere aard van de vereniging.

De intercommunales die de vorm van een vereniging zonder winstoogmerk hebben aangenomen, mogen in geen geval nijverheids- of handelszaken drijven of trachten een stoffelijk voordeel aan hun leden te verschaffen.

Het personeel van de intercommunale is onderworpen aan een statutair en/of contractueel stelsel. Het personeel van de intercommunale wordt aangewezen op basis van een functieprofiel bepaald door de raad van bestuur en van een kandidatenoproep.

Art. L1523-2 . De statuten van de intercommunale bevatten hoe dan ook, naast de bijzondere meldingen voorgeschreven door het Wetboek van vennootschappen en de wetgeving van toepassing op de vzw's, de volgende bepalingen : 1. haar naam;2. haar doel of doeleinden;3. de activiteitensector(en);4. haar rechtsvorm;5. haar maatschappelijke zetel;6. haar duur;7. de nauwkeurige aanwijzing van de vennoten, hun inbrengen, bijdragen en overige verbintenissen;8. de samenstelling en de bevoegdheden van haar bestuursorganen, de wijze van aanstelling en herroeping van hun leden, alsook de mogelijkheid voor dezen, met uitzondering van de afgevaardigden in de algemene vergaderingen, om volmacht te geven aan een ander lid van hetzelfde orgaan dat zal worden aangewezen binnen de categorie waartoe de volmachtgever behoort;9. de wijze waarop aan de vennoten mededeling gedaan wordt van de jaarrekeningen, het verslag van het college van commissarissen bedoeld in artikel L1523-24, het bijzonder verslag over het verwerven van participaties, het verslag over het beheer van de intercommunale, het beleidsplan, alsmede alle andere documenten die bestemd zijn voor de algemene vergadering;10. de besteding van de winsten;11. de overname van het tekort door de vennoten zodra de netto activa herleid worden tot een bedrag kleiner dan drie vierde van het maatschappelijk kapitaal;12. de wijze waarop de thesaurie wordt beheerd;13. de wijze van uittreden van een vennoot;14. de wijze van vereffening, de wijze waarop de vereffenaars worden aangesteld en de omschrijving dezer bevoegdheden en, onverminderd artikel L1523-22, de bestemming van de goederen en het lot van het personeel in geval van ontbinding;15. het beginsel van de dubbele ondertekening voor haar verbintenissen, behalve speciale delegatie van de raad van bestuur. Bij de oprichting van de intercommunale wordt aan iedere medeoprichter een financieel plan bezorgd waarin het bedrag van het maatschappelijk kapitaal wordt gerechtvaardigd. Het wordt op de maatschappelijke zetel van de intercommunale bijgehouden.

Art. L1523-3. De maatschappelijke zetel van de intercommunale is gevestigd in één van de aangesloten gemeenten, in de lokalen die aan de intercommunale of aan één van de aangesloten publiekrechtelijke personen toebehoren.

Art. L1523-4 . De duur van de intercommunale mag dertig jaar niet overschrijden.

De intercommunale kan evenwel verlengd worden met één of meer termijnen van hoogstens dertig jaar.

Over iedere verlenging moet minstens één jaar vóór het verstrijken van de lopende statutaire duur door de algemene vergadering beslist worden.

De verlenging is aangenomen voor zover de gemeenteraden en, in voorkomend geval, provincieraden erover hebben beraadslaagd en besloten, en voor zover deze verlengingsaanvraag de meerderheid verkrijgt die vereist is voor de goedkeuring van de statutaire wijzigingen.

Geen enkele vennoot mag evenwel worden gebonden door een termijn die verder reikt dan hetgeen was besloten vóór het ingaan van de verlenging.

De intercommunale mag geen verbintenissen aangaan voor een termijn die haar duur overschrijdt, waardoor het voor een vennoot moeilijker of bezwarender zou zijn om gebruik te maken van het recht om niet mee te doen aan de verlenging.

De vennoten zijn niet hoofdelijk aansprakelijk. Ze zijn gehouden tot nakoming van de maatschappelijke verbintenissen ten belope van hun inschrijvingen.

Art. L1523.5 . De statuten kunnen voorzien in de mogelijkheid voor een gemeente om uit de intercommunale te treden vóór het verstrijken van haar duur.

Elke vennoot mag hoe dan ook onder de volgende voorwaarden uit de intercommunale treden : 1° na vijftien jaar te rekenen vanaf het begin van de lopende statutaire termijn of vanaf zijn aansluiting, al naar gelang het geval, met de instemming van tweederde van de stemmen van de andere vennoten, voor zover de positieve stemmen de meerderheid omvatten van de stemmen uitgebracht door de vertegenwoordigers van de aangesloten gemeenten en onder voorbehoud dat degene die uittreedt de schade vergoedt die zijn uittreding, naar schatting van deskundigen, aan de intercommunale en aan de andere vennoten berokkent;2° indien dezelfde activiteit van gemeentelijk belang in de zin van artikel L1512-1, in dezelfde gemeente aan verschillende intercommunales, bedrijven of instellingen van openbaar nut wordt toevertrouwd, mag de gemeente beslissen die activiteit, voor haar gehele grondgebied, toe te vertrouwen aan één enkele intercommunale, aan één enkel bedrijf of aan één enkele belanghebbende gewestelijke instelling van openbaar nut;Indien de in het vorige lid bedoelde gevallen zich niettegenstaande iedere andersluidende statutaire bepaling voordoen, is de stemming niet vereist. Alleen de onder punt 1° bedoelde voorwaarden betreffende de vergoeding van de eventuele schade zijn van toepassing;3° in geval van herstructurering wegens rationalisatie, kan een gemeente beslissen uit de intercommunale te treden waarbij ze aangesloten is om zich bij een andere intercommunale aan te sluiten, onder de voorwaarden die in 1° vastliggen;4° eenzijdig, wanneer de intercommunale haar maatschappelijk doel verzuimt te verwezenlijken binnen een termijn van drie jaar, te rekenen vanaf haar oprichting. Art. L1523-6 . De publiekrechtelijke personen die bij de intercommunale zijn aangesloten, kunnen zich alleen afzonderlijk en elk tot beloop van een bepaalde som verbinden.

Over iedere wijziging van de statuten die voor de gemeenten, of in voorkomend geval voor de provincies, bijkomende verplichtingen of een vermindering van hun rechten meebrengt, moet in de gemeenteraden, en in voorkomend geval, in de provincieraden worden beraadslaagd en besloten.

Afdeling 2. - Organen van de intercommunale Onderafdeling 1. - Algemene bepalingen Art. L1523-7 . Iedere intercommunale omvat drie organen : een algemene vergadering, een raad van bestuur en een bezoldigingscomité.

De directeur-generaal of de persoon die de hoogste hiërarchische positie bekleedt, woont de zittingen van alle organen met raadgevende stem bij en wordt niet in aanmerking genomen bij de berekening van de evenredige vertegenwoordiging, noch bij de berekening van het aantal bestuurders.

Art. L1523-8. Ongeacht de verhouding van de inbrengen van de verschillende partijen in de samenstelling van het maatschappelijk kapitaal of fonds, beschikken de gemeenten in de verschillende bestuursorganen van de intercommunale steeds over de meerderheid van de stemmen en over het voorzitterschap.

Art. L1523-9. De beslissingen van alle organen van de intercommunale zijn slechts geldig indien zij, behalve de meerderheid van de uitgebrachte stemmen, ook de meerderheid van de in die organen aanwezige of vertegenwoordigde gemeentevennoten hebben verkregen.

De statuten kunnen voorzien in bepalingen die de belangen van de minoritaire vennoten veilig stellen, met inachtneming van de in het voorgaande lid en in artikel L1523-8 bedoelde regels inzake stemming en voorrang.

Art. L1523-10 . § 1. Elk orgaan neemt een huishoudelijk reglement aan met de minimale inhoud vastgelegd door de algemene vergadering overeenkomstig artikel L1523-14. Het wordt ter ondertekening voorgelegd aan de leden van elk orgaan zodra ze in functie treden en bevat de modaliteiten van raadpleging en de bezoekrechten van de gemeenteraadsleden zoals bepaald bij artikel L1523-13, § 2.

Dat reglement voorziet eveneens in de wijze van voorafgaande informatieverstrekking inzake beraadslagingsprojecten betreffende meer bepaald een gemeentevennoot die niet binnen het orgaan vertegenwoordigd is. § 2. De oproeping geschiedt schriftelijk en aan huis ten minste zeven volle dagen vóór de dag van de vergadering, behalve behoorlijk gemotiveerde dringende noodzakelijkheid. Zij vermeldt de agenda. De documenten kunnen elektronisch toegestuurd worden. Elk agendapunt waarover beslist moet worden gaat vergezeld van een ontwerp van beraadslaging bevattende een memorie van toelichting en een ontwerp van beslissing, behalve behoorlijk gemotiveerde dringende noodzakelijkheid.

Als de beslissing betrekking heeft op de commerciële en strategische belangen, moet het ontwerp van beraadslaging geen ontwerp van beslissing bevatten.

Onderafdeling 2. - Algemene vergadering Art. L1523-11 . De afgevaardigden van de aangesloten gemeenten in de algemene vergadering worden naar evenredigheid van de samenstelling van de raad door de gemeenteraad van elke gemeente aangewezen onder de leden van de gemeenteraden en -colleges.

Het aantal afgevaardigden van iedere gemeente is vastgesteld op vijf, onder wie ten minste drie de meerderheid van de gemeenteraad vertegenwoordigen.

In geval van provinciale deelneming geldt hetzelfde, mutatis mutandis, voor de vertegenwoordiging in de algemene vergadering van de aangesloten provincie(s).

Art. L1523-12 . § 1. Iedere gemeente beschikt in de algemene vergadering over een stemrecht dat bepaald wordt op grond van de statuten of van het aantal aandelen dat zij in handen heeft. De afgevaardigden van elke gemeente en, in voorkomend geval, van elke provincie geven de algemene vergadering kennis van de stemmenverhouding binnen hun raad.

Indien de gemeenteraad en, in voorkomend geval, de provincieraad niet beslissen, beschikt iedere afgevaardigde over een stemrecht dat overeenkomt met één vijfde van de aandelen die toegewezen zijn aan de vennoot die hij vertegenwoordigt.

Wat betreft de goedkeuring van de jaarrekeningen, de stemming van de aan de bestuurders en leden van het in artikel L1523-24 bedoelde College te verlenen kwijting, de vraagstukken betreffende het beleidsplan, wordt het gebrek aan gemeentelijke of provinciale beraadslaging beschouwd als een onthouding van betrokken vennoot. § 2. Iedere statutaire wijziging vereist, net zoals iedere beslissing betreffende de uitsluiting van vennoten, een tweederde meerderheid van de stemmen uitgebracht door de op de algemene vergadering aanwezige afgevaardigden, met inbegrip van een tweederde meerderheid van de stemmen uitgebracht door de afgevaardigden van de gemeentevennoten.

Art. L1523-13. § 1. Jaarlijks moeten, na bijeenroeping door de raad van bestuur, ten minste twee algemene vergaderingen op de bij de statuten bepaalde wijze worden gehouden.

Overigens moet de algemene vergadering in buitengewone zitting worden bijeengeroepen op verzoek van één derde van de leden van de raad van bestuur, van vennoten die minstens één vijfde van het kapitaal vertegenwoordigen of van het college van commissarissen.

De oproepingen voor iedere algemene vergadering vermelden de agenda en omvatten alle desbetreffende stukken.

Ze worden minstens dertig dagen vóór de datum van de zitting bij gewone post aan alle vennoten toegezonden.

De desbetreffende bijlagen worden er bij gevoegd of elektronisch toegezonden.

De betrokken leden van de betrokken gemeente- en/of provincieraden mogen als waarnemers aan de zittingen deelnemen, behalve als het om personenaangelegenheden gaat.

In dit laatste geval beveelt de voorzitter onmiddellijk de behandeling in besloten vergadering en wordt de zitting pas opnieuw openbaar na bespreking van de aangelegenheid. § 2. De gemeente- en/of provincieraadsleden van de aangesloten gemeenten en provincies mogen inzage nemen van de begrotingen, rekeningen en beslissingen van de beheers- en controleorganen van de intercommunales.

De gemeente- en/of provincieraadsleden van de aangesloten gemeenten en/of provincies mogen de gebouwen en diensten van de intercommunale bezoeken.

Het voordeel van het inzage- en bezoekrecht bedoeld in de vorige leden geldt niet voor de gemeente- of provincieraadsleden verkozen op lijsten van partijen die de beginselen van de democratie niet in acht nemen, zoals verwoord, onder andere, door het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, de aanvullende protocollen bij dit Verdrag van kracht in België, de wet van 30 juli 1981 tot bestraffing van bepaalde door racisme of xenofobie ingegeven daden en de wet van 23 maart 1995 tot bestraffing van het ontkennen, minimaliseren, rechtvaardigen of goedkeuren van de genocide die tijdens de Tweede Wereldoorlog door het Duitse nationaal-socialistische regime is gepleegd of van elke andere vorm van genocide.

Het gebrek aan definitie van de modaliteiten bedoeld in 9° van artikel L1523-14 is niet opschortend voor de uitoefening van het raadplegings- en bezoekrecht van de gemeente- en/of provincieraadsleden. § 3. De eerste algemene vergadering van het boekjaar wordt in de loop van het eerste halfjaar gehouden, uiterlijk op 30 juni. Op haar agenda staat noodzakelijkerwijs de goedkeuring van de jaarrekeningen van het afgesloten boekjaar, waarin een beknopte boekhouding per activiteitensector voorkomt, alsook de lijst van de aannemers van opdrachten van werken, leveringen of diensten waarop alle dwingende bepalingen van de algemene aannemingsvoorwaarden van toepassing zijn.

Deze lijst vermeldt de gunningswijze van de opdracht op grond waarvan ze zijn aangewezen.

Ze hoort het jaarverslag en het bijzonder verslag van de raad van bestuur bedoeld in artikel L1512-5, alsmede het verslag van het College bedoeld in artikel L1523-24, en keurt de balans goed.

Na goedkeuring van de balans beslist de algemene vergadering bij afzonderlijke stemming over de kwijting die verleend moet worden aan de bestuurders en leden van het College bedoeld in artikel L1523-24.

Deze kwijting is alleen dan rechtsgeldig wanneer de ware toestand van de vennootschap niet wordt verborgen door enige weglating of onjuiste opgave in de balans, en wat de extra statutaire verrichtingen betreft, wanneer deze bepaaldelijk zijn aangegeven in de oproeping. § 4. De tweede algemene vergadering van het boekjaar wordt in de loop van het tweede halfjaar gehouden, uiterlijk 31 december. Ze wordt gehouden vóór de eerste maandag van de maand december van het jaar van de gemeenteverkiezingen.

De algemene vergadering aan het einde van het jaar na het jaar van de gemeenteverkiezingen en de algemene vergadering aan het einde van het jaar na de helft van de termijn van de gemeentelijke legislatuur hebben noodzakelijkerwijs als agendapunt de goedkeuring van een beleidsplan over drie jaar, waarin elke activiteitensector geïdentificeerd wordt en, o.a., een rapport opgenomen is op grond waarvan een band gelegd kan worden tussen de goedgekeurde rekeningen van de drie vorige boekjaren en de evolutie- en uitvoeringsperspectieven voor de drie volgende jaren. Het beleidsplan voorziet ook in de werkings- en investeringsbegrotingen per activiteitensector.

Het ontwerpplan wordt opgemaakt door de raad van bestuur, overgelegd en besproken binnen de raden van de aangesloten gemeenten en provincies en vastgelegd door de algemene vergadering.

Het bevat de prestatieindicatoren en de kwalitatieve en kwantitatieve doelstellingen die interne controle mogelijk maken waarvan de resultaten in een situatie-overzicht zullen voorkomen.

Dat plan is tijdens die tweede algemene vergadering het voorwerp van een jaarlijkse evaluatie. De modaliteiten voor de openbaarheid van het beleidsplan worden door de Regering bepaald.

Art. L1523-14 . Niettegenstaande iedere andersluidende statutaire bepaling is alleen de algemene vergadering bevoegd voor : 1° de goedkeuring van de jaarrekeningen en de kwijting die verleend moet worden aan de bestuurders en leden van het college bedoeld in artikel L1523-24;2° de goedkeuring van het beleidsplan en de jaarlijkse evaluatie ervan;3° de benoeming en de herroeping van de bestuurders en leden van het college bedoeld in artikel L1523-24;4° de vaststelling, binnen de door de Waalse Regering bepaalde grenzen en na advies van het bezoldigingscomité, van de functievergoedingen en presentiegelden toegekend aan de bestuurders en, eventueel, aan de leden van de beperkte bestuursorganen, alsmede van de bezoldigingen van de leden van het college bedoeld in artikel L1523-24;5° de benoeming van de vereffenaars, de vaststelling van hun bevoegdheden en bezoldigingen;6° de uittreding en de uitsluiting van vennoten; 7° de statutaire wijzigingen, behalve indien ze de raad van bestuur machtiging verleent om de bijlagen m.b.t. de vennotenlijst en de technische en exploitatievoorwaarden aan te passen; 8° de vastlegging van de minimale inhoud van het huishoudelijk reglement van elk bestuursorgaan.Dat reglement voorziet hoe dan ook in : - de toekenning van de bevoegdheid tot beslissing over de frequentie van de vergaderingen van het (de) beperkte bestuursorgaan (bestuursorganen). - de toekenning van de bevoegdheid tot beslissing over de agenda van de raad van bestuur van het (de) beperkte bestuursorgaan (bestuursorganen). - het beginsel van het bespreekbaar maken van de mededeling van de beslissingen; - de procedure volgens dewelke de punten die niet op de agenda van de vergadering van de organen van de intercommunale staan ter bespreking gesteld kunnen worden; - de modaliteiten volgens dewelke de besprekingen van de agendapunten opgenomen worden in de notulen van de vergaderingen van de organen van de intercommunale en de toepassingsmodaliteiten ervan; - het recht, voor de leden van de algemene vergadering, om schriftelijk en mondeling vragen te stellen aan de raad van bestuur; - het recht, voor de leden van de algemene vergadering, om een afschrift van de akten en stukken betreffende het bestuur van de intercommunale te eisen; - de modaliteiten voor de werking van de vergadering van de organen van de intercommunale; 9° - de aanneming van deontologische en ethische regels die bij het huishoudelijk reglement van elk bestuursorgaan gevoegd moet worden.Ze omvatten hoe dan ook : - de verbintenis tot volle uitoefening van het mandaat; - de regelmatige voorbereiding op de zittingen van de instanties; - de regels voor de organisatie van de relaties tussen de bestuurders en de administratie van de intercommunale; 10° de definitie van de raadplegings- en bezoekmodaliteiten bedoeld in artikel L1523-13, § 2, eerste lid, die toepasselijk zullen zijn op het geheel van de organen van de intercommunale en die meegedeeld zullen worden aan de leden van de gemeente- en provincieraden van de aangesloten gemeenten. Onderafdeling 3. - Raad van bestuur Art. L1523-15 . § 1. Onverminderd paragraaf 4, tweede lid, van dit artikel, worden de leden van de raad van bestuur door de algemene vergadering benoemd. § 2. De aangesloten gemeenten of provincies worden vertegenwoordigd door bestuurders van beide geslachten. § 3. Onverminderd paragraaf 4 van dit artikel, worden de bestuurders die de aangesloten gemeenten vertegenwoordigen respectievelijk naar evenredigheid van het geheel van de gemeenteraden van de aangesloten gemeenten aangewezen overeenkomstig de artikelen 167 en 168 van het Kieswetboek.

Voor de berekening van die evenredigheid wordt rekening gehouden met de eventuele statutaire criteria, alsook met de facultatieve individuele verklaringen van lijstverbinding of hergroepering, voor zover deze aan de intercommunale worden overgemaakt vóór 1 maart van het jaar na dat van de provinciale en gemeenteverkiezingen Bij de berekening van die evenredigheid wordt daarentegen geen rekening gehouden met de politieke groep(en) die niet zou(den) voldoen aan de beginselen van de democratie verwoord, onder andere, door het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, de aanvullende protocollen bij dit Verdrag van kracht in België, de wet van 30 juli 1981 tot bestraffing van bepaalde door racisme of xenofobie ingegeven daden en de wet van 23 maart 1995 tot bestraffing van het ontkennen, minimaliseren, rechtvaardigen of goedkeuren van de genocide die tijdens de Tweede Wereldoorlog door het Duitse nationaal-socialistische regime is gepleegd of van elke andere vorm van genocide.

Tot de aan de gemeenten voorbehouden functies van bestuurder mogen alleen leden van de gemeente- of collegeraden benoemd worden.

Deze paragraaf is mutatis mutandis van toepassing op de bestuurders die de aangesloten provincies en O.C.M.W.'s vertegenwoordigen. § 4. Als alle leden van de organen van hetzelfde geslacht zijn, wordt er van de regel bedoeld in § 3, voorlaatste lid, van dit artikel afgeweken bij de aanwijzing van een bestuurder die de aangesloten gemeenten en, desgevallend, de aangesloten provincies vertegenwoordigt.

In dat geval benoemt de algemene vergadering een bijkomende bestuurder op de voordracht van de gezamenlijke aangesloten gemeenten.

De aldus benoemde bestuurder is in ieder geval stemgerechtigd binnen de raad van bestuur. § 5. De raad van bestuur mag niet minder dan tien en niet meer dan dertig leden tellen. Het aantal zetels wordt vastgelegd op grond van het aantal inwoners van de gezamenlijke aangesloten gemeenten van de intercommunale.

Dat aantal wordt vastgelegd op basis van de cijfers van de werkelijke bevolking op 1 januari van het jaar van de provinciale en gemeenteverkiezingen, zoals bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad , en naar rato van vijf bestuurders per aangesneden schijf van vijftigduizend inwoners.

De verdeling ligt vast in de statuten van elke intercommunale.

In ieder geval kan een intercommunale met maximum drie of vier aangesloten gemeenten maximum respectievelijk tien of vijftien bestuurders tellen. Als meer dan vier gemeenten aangesloten zijn en minder dan honderdduizend inwoners bedienen, mag de raad van bestuur hoogstens vijftien bestuurders tellen. § 6. Bij de toetreding van een nieuwe vennoot wordt de samenstelling van de raad van bestuur desnoods op de eerstvolgende algemene vergadering herzien. § 7. In de raad van bestuur kunnen één of meer personeelsafgevaardigden zitting hebben met raadgevende stem.

Art. L1523-16 . De bestuurders maken jaarlijks een inventaris op, alsook de jaarrekeningen per activiteitensector en de geconsolideerde jaarrekeningen.

De jaarrekeningen bestaan uit de balans, de resultatenrekening, de lijst van de aannemers en de bijlage die een geheel vormen.

Deze stukken worden opgemaakt overeenkomstig de wet van 17 juli 1975 met betrekking tot de boekhouding en de jaarrekening van de ondernemingen en overeenkomstig de besluiten ter uitvoering ervan, behalve als de statuten of specifieke wetsbepalingen daarvan afwijken.

De bestuurders stellen bovendien een verslag op waarin ze rekenschap geven van hun beheer.

Dat verslag bevat een commentaar op de jaarrekeningen waarbij een getrouw overzicht wordt gegeven van de gang van zaken en van de positie van de vennootschap Het jaarverslag bevat ook informatie omtrent de gebeurtenissen die na afsluiting van het boekjaar hebben plaatsgevonden.

De bestuurders bepalen de evaluatie van het beleidsplan bedoeld in artikel L1522-3, § 4, alsmede het bijzonder verslag over de participaties, waarvan sprake in artikel L1512-5.

Om het in artikel L1523-24 bedoelde college in staat te stellen de in artikel L1523-13, § 3, bedoelde verslagen op te maken, bezorgt de raad van bestuur van de intercommunale hem de stukken en het jaarverslag minstens veertig dagen vóór de gewone algemene vergadering.

Onderafdeling 4. - Bezoldigingscomité Art. L1523-17 . De raad van bestuur richt binnen zijn midden een bezoldigingscomité op.

Het bezoldigingscomité geeft de algemene vergadering aanbevelingen m.b.t. elke beslissing betreffende presentiegeld, eventuele functievergoedingen en elk ander al dan niet geldelijk voordeel rechtstreeks of onrechtstreeks toegekend aan de leden van de bestuursorganen.

Het bepaalt de bezoldigingen en elk ander al dan niet geldelijk mogelijk voordeel in rechtstreeks of onrechtstreeks verband met de directiefuncties.

Het maakt een huishoudelijk reglement op waarin zijn werkingsmodaliteiten vastliggen.

Het bezoldigingscomité bestaat uit vijf bestuurders aangewezen onder de vertegenwoordigers van de aangesloten gemeenten, provincies of O.C.M.W.'s volgens de evenredige vertegenwoordiging van het geheel van de raden van de aangesloten gemeenten, provincies of O.C.M.W.'s, overeenkomstig de artikelen 167 en 168 van het Kieswetboek, met inbegrip van de voorzitter van de raad van bestuur die het voorzitterschap van het comité waarneemt.

De mandaten binnen dat comité worden om niet uitgeoefend.

Onderafdeling 5. - Beperkte bestuursorganen Art. L1523-18 . § 1. De raad van bestuur kan zijn bevoegdheden op eigen verantwoordelijkheid gedeeltelijk overdragen aan één of verscheidene beperkte bestuursorganen, o.a. voor het beheer van een bijzondere activiteitensector van de intercommunale..

De beslissingen omtrent het financieel beleid en de algemene regels inzake het personeel mogen niet het voorwerp uitmaken van een overdracht door de raad van bestuur.

De beperkte bestuursorganen zijn uitvloeisels van de raad van bestuur.

Ze bestaan uit minstens vier bestuurders aangewezen door de raad van bestuur naar evenredigheid van het geheel van de raden van de aangesloten gemeenten, provincies en O.C.M.W.'s, overeenkomstig de artikelen 167 en 168 van het Kieswetboek.

Als dat orgaan opgericht wordt om een activiteitensector te beheren, wordt de evenredigheid berekend op basis van de bij bedoelde sector aangesloten gemeenten, provincies en O.C.M.W.'s. § 2. Het aantal leden van het beperkte bestuursorgaan verbonden met een activiteitensector wordt beperkt tot maximum het aantal bestuurders uit de bij bedoelde sector aangesloten gemeenten en is gegrond op het aantal gemeenten dat er bij aangesloten is.

De verdeling ligt vast in de statuten van elke intercommunale.

Afdeling 3. - Provinciaal en regionaal overwicht Art. L1523-19 . § 1. Wanneer een provincievennoot buiten bevoorrechte aandelen een inbreng doet die de helft van het kapitaal van de intercommunale overschrijdt, kunnen de statuten, in afwijking van artikel L1523-8, bepalen dat : 1. 1.de meerderheid van de stemmen binnen de beheersorganen aan de provincie toekomt. In dit geval en onverminderd de toepassing van artikel L1523-9 zijn de beslissingen van de algemene vergadering, van de raad van bestuur en van de beperkte bestuursorganen slechts rechtsgeldig indien zij de meerderheid van de stemmen van de in deze organen aanwezige of vertegenwoordigde provincievennoten hebben verkregen; 2. 2.het voorzitterschap van de raad van bestuur aan een lid van de provincieraad toevertrouwd wordt. In dit geval kunnen de eventuele mandaten van ondervoorzitter niet aan de vertegenwoordigers van deze provincievennoot worden toevertrouwd. § 2. Wanneer de provincievennoot de goede afloop waarborgt van meer dan de helft van de door de intercommunale opgenomen leningen en voor zover het totaalbedrag van deze leningen minstens gelijk is aan de helft van haar kapitaal, kunnen de statuten, in afwijking van artikel L1523-8, bepalen dat het voorzitterschap van de raad van bestuur aan een lid van de provincieraad wordt toevertrouwd. In dit geval kunnen de eventuele mandaten van ondervoorzitter niet aan de vertegenwoordigers van deze provincievennoot worden toevertrouwd.

Art. L1523-20 . § 1. Indien het Waalse Gewest een inbreng verricht die de helft van het kapitaal van de intercommunale overschrijdt, kunnen de statuten in afwijking van artikel L1523-8 en, in voorkomend geval, van artikel L1523-19 bepalen dat : 1° de meerderheid van de stemmen binnen de bestuursorganen aan het Waalse Gewest toekomt.In dit geval zijn de beslissingen van de algemene vergadering, van de raad van bestuur en van de beperkte bestuursorganen slechts rechtsgeldig indien zij de meerderheid van de stemmen van de in deze organen aanwezige of vertegenwoordigde vertegenwoordigers van het Waalse Gewest hebben verkregen; 2° het voorzitterschap van de raad van bestuur aan een vertegenwoordiger van het Waalse Gewest toevertrouwd wordt.In dit geval kunnen de eventuele mandaten van ondervoorzitter alleen aan de vertegenwoordigers van de gemeente- en provincievennoten worden toevertrouwd. 3° het Waalse Gewest te allen tijde de intercommunale kennis kan geven van de vervanging van één van zijn vertegenwoordigers binnen diens verschillende organen. § 2. Wat betreft de situaties bedoeld in § 1, worden de beslissingen van de bestuursorganen onderworpen aan de controle van twee commissarissen van de Waalse Regering, die door haar benoemd en herroepen worden, op volgende wijze : a) de commissarissen van de Regering wonen de vergaderingen van de bestuursorganen bij met raadgevende stem.Ze kunnen elk ogenblik ter plaatse inzage nemen van de boeken, briefwisseling, notulen en, in het algemeen, van alle stukken en geschriften van de intercommunale.

Ze kunnen van alle bestuurders, agenten en aangestelden alle uitleg en informatie eisen en alle onderzoeken uitvoeren die ze nodig achten voor de uitoefening van hun mandaat. Ze kunnen bovendien elk vraagstuk i.v.m. de naleving van de regelgeving, de statuten of de verplichtingen van de intercommunale op de agenda laten plaatsen; b) elke commissaris van de Regering beschikt over een termijn van vier volle dagen om beroep in te stellen tegen de uitvoering van elke beslissing die hij in strijd acht met de wet, het decreet, de statuten of het algemeen belang.Het beroep is opschortend. Die termijn gaat in op de dag van de vergadering waarop de beslissing is genomen, mits regelmatige oproeping van de commissaris van de Regering en, in het tegenovergestelde geval, op de dag waarop hij er kennis van gekregen heeft; c) de commissarissen stellen hun beroep bij de Regering in.Als de Regering zich niet uitspreekt binnen dertig dagen na het instellen van het beroep, is de beslissing definitief. De vernietiging van de beslissing wordt door de Regering aan de intercommunale betekend.

Afdeling 4. - Ontbinding en vereffening Art. L1523-21. De algemene vergadering mag de ontbinding van de intercommunale vóór het verstrijken van de in de statuten bepaalde termijn slechts uitspreken met een tweederde meerderheid van de stemmen uitgebracht door de afgevaardigden van de gemeentevennoten, na beraadslaging van de gemeenteraden van de aangesloten gemeenten.

Bovendien mag de algemene vergadering, in geval van toepassing van artikel L1523-19, de ontbinding van de vennootschap slechts uitspreken met een tweederde meerderheid van de stemmen uitgebracht door de afgevaardigden van de provincievennoot(vennoten), na beraadslaging daarover door de aangesloten provincieraad(raden).

Art. L1523-22 . In geval van voortijdige ontbinding, bij niet-verlenging van of bij uittreding uit de intercommunale is iedere gemeente of vereniging die de eerder aan de intercommunale geheel of ten dele toevertrouwde activiteit zal blijven uitoefenen, gehouden, naar schatting van deskundigen, de installaties of inrichtingen over te nemen die op haar grondgebied zijn gelegen en die uitsluitend bestemd zijn voor de verwezenlijking van het maatschappelijk doel wat haar betreft, alsook het personeel van de intercommunale behorend tot de overgenomen activiteit, overeenkomstig tussen de partijen nader te bepalen regels. De bezittingen zullen evenwel kosteloos aan de gemeente toekomen in zoverre zij door haar of dank zij subsidies van andere openbare besturen werden gefinancierd of zodra deze bezittingen, die op het gemeentelijk grondgebied gelegen zijn en door de intercommunale ten behoeve van de gemeente aangewend worden, volledig afgelost zijn. Daarentegen moet tussen de partijen een overeenkomst worden gesloten over de bestemming van de gemeenschappelijk gebruikte installaties en inrichtingen en de eraan verbonden lasten, alsook van de niet afgeloste goederen gefinancierd door de intercommunale of d.m.v. subsidies van andere overheidsbesturen.

De gemeente die uittreedt, is, niettegenstaande iedere andersluidende statutaire bepaling, gerechtigd haar aandeel in de intercommunale te ontvangen, zoals blijkt uit de balans van het maatschappelijk jaar waarin de uittreding zich werkelijk voordoet.

De overname van de activiteit van de intercommunale door een gemeente of een andere vereniging gaat pas in vanaf het ogenblik dat alle aan de intercommunale verschuldigde bedragen effectief aan deze laatste zijn betaald. Ondertussen wordt de activiteit door haar verdergezet.

Afdeling 5. - Diverse bepalingen Art. L1523-23 . § 1. De boekhouding van de intercommunale wordt gevoerd volgens de wetgeving op de boekhouding van de ondernemingen, behalve als de statuten daarvan afwijken, met het oog op de verdeling van de verliezen en winsten per activiteitensector georganiseerd door de statuten of op de naleving van de specifieke wetsbepalingen betreffende het activiteitendomein van de intercommunale.

Onder verwijzing naar de artikelen 92, 94, 95, 96, 143, 608, 616, 624 en 874 van het Wetboek van vennootschappen worden de jaarrekeningen, het verslag van het college van commissarissen, het bijzonder verslag over de participaties, het zesjarige beleidsplan of het desbetreffende jaarlijks evaluatierapport alsmede het verslag over het beheer van de intercommunale jaarlijks toegezonden aan alle leden van de gemeente- en provincieraden van de aangesloten gemeenten en provincies, alsook aan de vennoten en op dezelfde wijze, opdat in iedere raad of in een daartoe binnen de raad opgerichte bijzondere commissie een debat zou plaatsvinden.

De agenda van de zitting van de gemeenteraad volgend op de oproeping bevat een punt betreffende de goedkeuring van de rekeningen en een punt betreffende het beleidsplan. § 2. Iedere intercommunale dient te beschikken over een eigen thesaurie die op de in de statuten vastgelegde wijze beheerd wordt.

De raad van bestuur, die de verantwoordelijke voor het beheer van de betalingen en inningen aanwijst, bepaalt de wijze waarop de interne controle wordt uitgeoefend; in geval van activiteitensector wordt de verantwoordelijke voor het beheer van de betalingen en inningen door het beperkt bestuursorgaan van de activiteitensector aangewezen.

Art. L1523-24 . § 1. Het college van commissarissen is belast met het toezicht op de intercommunale. § 2. De revisor(en) wordt (worden) door de algemene vergadering benoemd onder de leden, natuurlijke of rechtspersonen, van het Instituut van Bedrijfsrevisoren.

De vertegenwoordiger van voornoemd gewestelijk controleorgaan wordt door de algemene vergadering benoemd op de voordracht van het controleorgaan.

Art. L1523-25 . Voor gewestelijke aangelegenheden kan het Waalse Gewest de intercommunales aan de fiscaliteit onderwerpen.

HOOFDSTUK IV. - Internationale relaties Art. L1524-1 . Volgens de internationale overeenkomsten en verdragen die op deze aangelegenheid van toepassing zijn, kunnen de gemeenten, projectverenigingen en intercommunales deelnemen in publiekrechtelijke rechtspersonen over de nationale grenzen, niettegenstaande het rechtsstelsel waaraan deze rechtspersonen onderworpen zijn.

Rechtspersonen die aan een buitenlands rechtsstelsel onderworpen zijn, kunnen deelnemen in een intercommunale als het recht van hun land het toelaat.

TITEL III. - Beginselen van goed bestuur HOOFDSTUK I. - Verbodsbepalingen en onverenigbaarheden Art. L1531-1 . Niemand kan binnen de intercommunale of de projectvereniging één van de aangesloten administratieve overheden vertegenwoordigen als hij lid is van één van de organen van de vennootschap die het beheer of de concessie heeft van de activiteit waarvoor de intercommunale of de vereniging opgericht is.

Art. L1531-2 . § 1. Het is elke bestuurder van een intercommunale of elk lid van het bestuurscomité van een projectvereniging verboden : 1° aanwezig te zijn op een beraadslaging over zaken waarbij hij een rechtstreeks belang heeft of waarbij zijn bloed- en aanverwanten tot en met de vierde graad een persoonlijk en rechtstreeks belang hebben;2° rechtstreeks of onrechtstreeks deel te nemen in opdrachten gegund met de intercommunale;3° als advocaat, notaris of zakenman tussen te komen in processen tegen de intercommunale of de projectvereniging.In dezelfde hoedanigheid mag hij in geen enkele omstreden zaak pleiten of advies geven in het belang van de intercommunale of projectvereniging, noch die zaak volgen.

Het in het eerste lid, 1, bedoelde verbod strekt niet verder dan de bloed- en aanverwanten tot in de tweede graad, zo het gaat om voordrachten van kandidaten, benoemingen, afzettingen en schorsingen. § 2. Een gemeente- of provincieraadslid mag niet meer dan drie opeenvolgende uitvoerende mandaten vervullen binnen de intercommunales en projectverenigingen waarbij zijn gemeente of zijn provincie aangesloten is. Onder uitvoerend mandaat wordt verstaan ieder mandaat waarbij aan de bekleder volmacht wordt gegeven om te beslissen of ieder mandaat dat binnen een beperkt bestuursorgaan wordt vervuld.

Bij zijn benoeming vult de bestuurder of het lid van het bestuurscomité een verklaring op erewoord in waarbij hij bevestigt dat hij niet in dat verbodsgeval verkeert, op gevaar af zijn functies niet te mogen uitoefenen. § 3. Niemand kan worden benoemd tot de aan de aangesloten administratieve overheden voorbehouden ambten van bestuurder of lid van het bestuurscomité van de vereniging als hij een mandaat vervult in de bestuurs- en controleorganen van een privaatrechtelijke vereniging met als oogmerk een gelijkaardige activiteit die, wat hem betreft, een rechtstreeks en doorlopend belangengeschil kan veroorzaken. De bestuurder of het lid van het bestuurscomité van de vereniging vult een verklaring op erewoord in waarbij hij bevestigt dat hij niet in dat verbodsgeval verkeert. § 4. Het mandaat van lid van het college bedoeld in artikel L1523-24 kan niet aan een lid van de aangesloten gemeente- en provincieraden worden toevertrouwd. § 5. Een gemeenteraadslid, een schepen of de burgemeester van een aangesloten gemeente, een provincieraadslid van een aangesloten provincie, een raadslid van een aangesloten openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn mag geen bestuurder van een intercommunale of lid van het bestuurscomité van een projectvereniging zijn indien hij er een personeelslid van is. § 6. De persoon die de hoogste hiërarchische positie bekleedt binnen het personeel van een intercommunale mag geen lid zijn van een provinciecollege of van een gemeentecollege van een provincie of van een gemeente die erbij aangesloten is.

Deze bepaling treedt in werking op 15 oktober 2012 voor de in het vorige lid bedoelde personen die in functie zijn bij de inwerkingtreding van dit decreet. § 7. Elk lid van een intercommunale dat houder is van een uitvoerend mandaat en dat de functie van Regeringslid uitoefent, wordt als verhinderd beschouwd HOOFDSTUK II. - Rechten en plichten Art. L1532-1 . § 1. Bij zijn installatie verbindt de administrateur of het lid van het bestuurscomité van de vereniging zich schriftelijk ertoe : 1° voor de vlotte werking van het bestuursorgaan te zorgen;2° de deontologische regels in acht te nemen, meer bepaald inzake belangenconflicten, gebruik van bevoorrechte informatie, goede trouw, discretie en goed beheer van overheidsgelden; 3° zijn beroepsbevoegdheden te ontwikkelen en op niveau te houden in de activiteitendomeinen van de intercommunale of de projectvereniging, o.a. door deel te nemen aan opleidings- en informatiezittingen gehouden door de intercommunale of de projectvereniging bij hun infunctietreding of telkens als de actualiteit i.v.m. een activiteitssector het vereist; 4° ervoor te zorgen dat het bestuursorgaan de wet, de decreten, alle andere reglementaire bepalingen alsook de statuten van de intercommunale en de projectvereniging naleeft. § 2. Een door de raad van bestuur aangewezen vertegenwoordiger van de intercommunale moet minstens twee keer per jaar voor de gemeenteraad van de aangesloten gemeente, de provincieraad van de aangesloten provincie of de raad voor maatschappelijk welzijn van het aangesloten O.C.M.W. uitleg geven over de rekeningen en het beleidsplan. Er kan ook een vertegenwoordiger van de intercommunale aangewezen worden om voor de respectieve raden van die aangeslotenen uitleg te geven over elk bijzonder punt waarvan de raad van bestuur de bespreking nuttig zou achten. § 3. 1° De bestuurders gaan geen enkele persoonlijke verantwoordelijkheid aan i.v.m. de verbintenissen van de intercommunale.

Ze zijn overeenkomstig het gemene recht verantwoordelijk voor de uitvoering van hun mandaat en voor de fouten die ze in hun beheer begaan.

Ze zijn hetzij jegens de intercommunale, hetzij jegens derden, hoofdelijk verantwoordelijk voor alle schade en interesten voortvloeiend uit overtredingen van de bepalingen van het Wetboek van vennootschappen van toepassing op de coöperatieve vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid of op de naamloze vennootschappen, alsmede van de statuten van de intercommunale.

Wat betreft de overtredingen waaraan ze niet deel genomen hebben, worden ze slechts van die verantwoordelijkheid ontheven als hen geen schuld toegeschreven kan worden en als ze bedoelde overtredingen aan de eerstkomende algemene vergadering aangegeven hebben zodra ze er kennis van hebben gekregen. 2° De leden van het bestuurscomité gaan geen enkele persoonlijke verantwoordelijkheid aan i.v.m. de verbintenissen van de projectvereniging.

Ze zijn overeenkomstig het gemene recht verantwoordelijk voor de uitvoering van hun mandaat en voor de fouten die ze in hun beheer begaan. Ze zijn hetzij jegens de projectvereniging, hetzij jegens derden, hoofdelijk verantwoordelijk voor alle schade en interesten voortvloeiend uit overtredingen van de statutaire bepalingen van de projectvereniging.

Wat betreft de overtredingen waaraan ze niet deel genomen hebben, worden ze slechts van die verantwoordelijkheid ontheven als hen geen schuld toegeschreven kan worden en als ze bedoelde overtredingen aan de deelnemers van de projectvereniging aangegeven hebben zodra ze er kennis van hebben gekregen. § 4. 1° Elke bestuurder kan op verzoek van de raad van bestuur ieder ogenblik door de algemene vergadering herroepen worden wegens overtreding van het huishoudelijk reglement van het orgaan waarin hij lid is of wegens overtreding van de verbintenissen aangegaan krachtens paragraaf 1. De algemene vergadering hoort eerst de bestuurder. In dit geval mogen de vennoten hun afgevaardigden geen dwingend mandaat geven. 2° Elke openbare vennoot van een projectvereniging kan elk door hem aangewezen lid van het bestuurscomité van de vereniging ieder ogenblik herroepen.Hij hoort eerst de bestuurder.

Art. L1532-2 . Elk lid van een gemeenteraad en, in voorkomend geval, van een provincieraad of een raad voor maatschappelijk welzijn, dat in deze hoedanigheid een mandaat in een intercommunale of een projectvereniging uitoefent, wordt geacht van rechtswege ontslag te nemen : 1° zodra het niet langer deel uitmaakt van deze gemeenteraad en, in voorkomend geval, provincieraad of raad voor maatschappelijk welzijn;2° zodra het uit eigen wil of ingevolge zijn uitsluiting niet langer voorkomt op de politieke lijst waarop het verkozen werd. Alle mandaten in de verschillende organen van de intercommunale vervallen onmiddellijk na de eerste algemene vergadering die volgt op de hernieuwing van de gemeenteraden en, in voorkomend geval, provincieraden. Tijdens dezelfde algemene vergadering worden de nieuwe organen geïnstalleerd Alle gemeentelijke en provinciale mandaten binnen het bestuurscomité van de projectvereniging vervallen onmiddellijk na de eerste vergadering van bedoeld bestuurscomité die volgt op de hernieuwing van de gemeenteraden en, in voorkomend geval, provincieraden, voor zover bedoelde vergadering plaats vindt na 1 maart van het jaar na dat van de provinciale en gemeenteverkiezingen, tenzij alle aangesloten gemeenten en, in voorkomend geval, provincies de facultatieve individuele verklaringen van lijstverbinding of hergroepering overgemaakt hebben. De leden van het bestuurscomité worden door de eventuele andere deelnemers aangewezen in de loop van de maand die volgt op de installatie van hun eigen raad.

Art. L1532-3 . Aan de leden van het bestuurscomité van de projectvereniging kan per daadwerkelijk bijgewoonde zitting presentiegeld toegekend worden. Het bedrag van het presentiegeld mag de door de Waalse Regering bepaalde grenzen niet overschrijden.

Art. L1532-4 . De algemene vergadering kan presentiegeld aan de leden van de raad van bestuur van de intercommunale toekennen per daadwerkelijk bijgewoonde zitting.

Ze kan aan de leden van het beperkte bestuursorgaan per daadwerkelijk bijgewoonde zitting evenveel of minder presentiegeld toekennen als aan de leden van de raad van bestuur.

De leden die op dezelfde dag verscheidene vergaderingen van hetzelfde orgaan van dezelfde intercommunale bijwonen, krijgen slechts één keer presentiegeld.

Het bedrag van het presentiegeld mag de door de Waalse Regering bepaalde grenzen niet overschrijden.

Art. L1532-5. In plaats van presentiegeld kan de algemene vergadering, binnen de perken van de door de Waalse Regering bepaalde toekenningsvoorwaarden, een functievergoeding toekennen aan de bestuurders die een uitvoerende opdracht of een opdracht van dagelijks bestuur vervullen.

HOOFDSTUK III. - Bemiddeling en gebruikershandvest Art. L1533-1 . § 1. Elke intercommunale sluit zich aan bij een bemiddelingsdienst.

De Regering bepaalt de aansluitingsmodaliteiten, de werkings- en financieringsregels van de intergemeentelijke bemiddelingsdienst van het Waalse Gewest. § 2. Door elke intercommunale wordt een gebruikershandvest opgesteld en aangenomen, bevattende minimum : - de verbintenissen van de intercommunale inzake dienstverlening aan de gebruikers; - de betwistings- of klachtprocedures die hen ter beschikking gesteld worden; - de bestaande bepalingen inzake informatieverstrekking aan de burgers. § 3. Elke intercommunale beschikt over een informatieve internetsite die essentiële diensten aan de gebruikers verlenen kan.

TITEL IV. - Overgangs- en slotbepalingen Art. L1541-1 . § 1. Dit Boek treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt, onverminderd § 2. § 2. De intercommunales die bestaan op de datum van inwerkingtreding van dit Boek en die onderworpen zijn aan het decreet van 5 december 1996 betreffende de Waalse intercommunales moeten hun statuten met de bepalingen van dit Boek in overeenstemming brengen vóór de eerste maandag van de maand december 2006, onverminderd het volgende lid.

De oprichting van eventuele nieuwe organen waarin dit decreet voorziet binnen de intercommunales vindt gelijktijdig plaats met de installatie van de nieuwe raden van bestuur na de provinciale en gemeenteverkiezingen van 8 oktober 2006.

In eventuele afwijking van artikel L1523-15, § 5, mogen de bestaande bestuursorganen van de intercommunales die onderworpen zijn aan het decreet van 5 december 1996 betreffende de Waalse intercommunales, in het kader van de statutaire wijzigingen bedoeld in paragraaf 2, eerste lid, en van de hernieuwing van de organen na de provinciale en gemeenteverkiezingen van 8 oktober 2006, een hoger aantal leden tellen dan het aantal leden die ze tellen op de dag van inwerkingtreding van dit Boek.

Deze paragraaf is niet van toepassing in geval van samensmelting of herstructurering van intercommunales.

Art. L1541-2 . De regels bedoeld in artikel L1523-14, 8°, moeten uiterlijk 31 december 2007 door de algemene vergadering aangenomen worden.

De internetsite, zoals bepaald bij artikel L1533-1, § 3, moet vóór 31 december 2007 in dienst gesteld worden.

Het gebruikershandvest moet klaar zijn vóór 31 januari 2009.

Vooraleer het decreet tot machtiging van het gewestelijk controleorgaan bedoeld in artikel L1523-24 in werking treedt, wordt de controle op de intercommunale uitgeoefend door één of meer revisoren.

Art. L1541-3 . Artikel 28 van de wet van 22 december 1986 betreffende de intercommunales wordt opgeheven. » Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Namen, 19 juli 2006.

De Minister-President, E. DI RUPO De Minister van Huisvesting, Vervoer en Ruimtelijke Ontwikkeling, A. ANTOINE De Minister van Begroting en Financiën, Tewerkstelling en Vorming, M. DAERDEN De Minister van Vorming, Mevr. M. ARENA De Minister van Binnenlandse Aangelegenheden en Ambtenarenzaken, Ph. COURARD De Minister van Onderzoek, Technologische Ontwikkeling, Sport en Internationale Betrekkingen, Mevr. M.-D. SIMONET De Minister van Economie, Tewerkstelling en Buitenlandse Handel, J.-C. MARCOURT De Minister van Gezondheid, Sociale Actie en Gelijke Kansen, Mevr. Ch. VIENNE De Minister van Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Leefmilieu en Toerisme, B. LUTGEN _______ Nota (1) Zitting 2005-2006. Stukken van de Raad 403 (2005-2006), nrs. 1 tot 36.

Volledig verslag, openbare vergadering van 19 juli 2006.

Bespreking. Stemming.

^