gepubliceerd op 07 maart 1998
Decreet houdende wijziging, wat het Waalse Gewest betreft, van het koninklijk besluit nr. 83 van 28 november 1939 betreffende het opsporen en het ontginnen van bitumineuze gesteenten, van petroleum en van brandbare gassen, bekrachtigd bij de wet van 16 juni 1947
19 FEBRUARI 1998. Decreet houdende wijziging, wat het Waalse Gewest betreft, van het koninklijk besluit nr. 83 van 28 november 1939 betreffende het opsporen en het ontginnen van bitumineuze gesteenten, van petroleum en van brandbare gassen, bekrachtigd bij de wet van 16 juni 1947 (1)
De Waalse Gewestraad heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt :
Artikel 1.In artikel 1, tweede lid, worden de woorden "van de bij koninklijk besluit van 15 september 1919 samengeordende mijnwetten" vervangen door de woorden "van het decreet van de Waalse Gewestraad van 7 juli 1988 op de mijnen".
Art. 2.In artikel 2, eerste lid, worden de woorden "den Koning" vervangen door de woorden "de Waalse Regering".
In hetzelfde lid worden de woorden "aan den Staat of" geschrapt.
Het laatste lid van hetzelfde artikel wordt vervangen als volgt : "De vergunningen worden verleend aan natuurlijke of rechtspersonen die kunnen bewijzen dat ze beschikken over de technische en financiële middelen om ze uit te voeren."
Art. 3.In artikel 5, eerste en tweede lid, worden de woorden "koninklijk besluit" vervangen door de woorden "besluit van de Waalse Regering".
Art. 4.Artikel 6 wordt vervangen als volgt : "
Artikel 6.§ 1. De procedure voor de toekenning van vergunningen voor het instellen van een onderzoek m.b.t. de verkenning of de ontginning van olie en brandbare gassen wordt ingeleid : a. hetzij op initiatief van de Waalse Regering;b. hetzij na het indienen van een aanvraag om een dergelijke vergunning bij de Waalse Regering.(1) Zitting 1997-1998 : Stukken van de Raad 317 (1997-1998) Nrs.1 en 2.
Volledig verslag. - Openbare vergadering van 28 januari 1998.
Bespreking. - Stemming. § 2. De wijze waarop een vergunning voor het instellen van een verkennings- of ontginningsonderzoek moet worden aangevraagd, wordt bij besluit van de Waalse Regering vastgesteld; bij hetzelfde besluit wordt bepaald aan welke overheden de aanvragen te richten zijn en aan welke formaliteiten de behandeling ervan onderworpen is. § 3. Bij elke aanvraag wordt een verkennings- of ontginningsprogramma gevoegd. § 4. De vorm van de aanvragen om gehele of gedeeltelijke verkoop en overdracht, om verdeling, verhuring, verpachting van de door de vergunningen toegekende rechten en van de aanvragen om goedkeuring van de erfopvolging van deze rechten wordt eveneens bepaald in het in § 2 bedoelde besluit."
Art. 5.Artikel 7 wordt vervangen als volgt : "
Artikel 7.§ 1. Wanneer meer aanvragen dezelfde garanties bieden, zowel wat betreft de in artikel 2 bedoelde technische en financiële middelen als het in artikel 6 bedoelde verkennings- en ontginningsprogramma, verlangt de Waalse Regering aanvullende gegevens van de aanvragers om een objectieve keuze te kunnen maken. § 2. Krachtens het besluit van de Waalse Regering waarbij de vergunning wordt verleend, mag deze laatste niet langer lopen dan de duur die noodzakelijk is om de activiteiten te verrichten. § 3. De duur van de vergunning kan bij besluit van de Waalse Regering verlengd worden op verzoek van de vergunninghouder. De voorwaarden voor de toekenning van een verlenging worden bepaald bij het in artikel 6 bedoelde besluit van de Waalse Regering. § 4. Het bereik waarbinnen de verkennings- of ontginningswerken kunnen worden uitgevoerd, wordt zodanig bepaald bij het in § 2 bedoelde besluit dat de activiteiten uit technisch en economisch oogpunt op een optimale wijze kunnen plaatsvinden. § 5. Bij het in § 2 bedoelde besluit wordt een bestek gevoegd, met o.a. de volgende gegevens : a. de aan de vergunninghouder toegekende voordelen;b. het percentage van de aan de grondeigenaars verschuldigde bijdrage;c. de bijdragen die de vergunninghouder aan het Waalse Gewest verschuldigd is;d. de voorwaarden waaronder de vergunninghouder als vrij en ontlast wordt beschouwd, met name wat het herstel van de plaats betreft, hetzij wanneer de vergunning vervalt, hetzij ingeval hij vóór de vervaldatum zou afzien van het genot van de vergunning;e. de oorzaken van en de voorwaarden voor het intrekken van de vergunning en de vergoeding die in zo'n geval eventueel verschuldigd is aan de houder;f. de grondslag van de vergoeding die krachtens artikel 10 eventueel verschuldigd is aan de houder;g. de voorwaarden betreffende de uitoefening van de activiteiten waarvoor de vergunning wordt verleend, voor zover gerechtvaardigd door de openbare orde, de volksgezondheid, de vervoersveiligheid, de milieubescherming, de bescherming van de biologische hulpbronnen en van gewestelijk bezit met een artistieke, historische of archeologische waarde, de veiligheid van installaties, het beheer van koolwaterstofvoorkomens of de noodzaak om belastinginkomsten veilig te stellen. Het bestek kan de vergunninghouder verplichten lid te worden van inrichtingen die in het belang van de exploitanten opgericht zijn.
De voorschriften voor de toepassing van dit artikel worden bij besluit van de Waalse Regering bepaald."
Art. 6.In artikel 10 worden de woorden "of indien de ontginning bij een krachtens artikel 17 getroffen koninklijk besluit, aan den Staat wordt voorbehouden" geschrapt.
Art. 7.In artikel 14, eerste lid, wordt het woord "Regering" vervangen door de woorden "Waalse Regering".
Art. 8.Artikel 16 wordt vervangen als volgt : "
Artikel 16.De bepalingen van artikel 44 van het decreet van de Waalse Gewestraad van 7 juli 1988 op de mijnen zijn van toepassing wanneer het gaat om schade bedoeld in artikel 15 van dit besluit."
Art. 9.Titel VI en artikel 17 worden geschrapt.
Art. 10.Er wordt een nieuwe Titel VI met een nieuw artikel 17 ingevoegd, luidend als volgt : "Titel VI. - Deelneming van het Waalse Gewest in de uitoefening van door de vergunning toegekende rechten
Art. 17.§ 1. De voorschriften inzake de in artikel 7, § 5, eerste lid, c, bedoelde bijdragen, met inbegrip van eventuele eisen inzake de deelneming van het Waalse Gewest, worden door de Waalse Regering zodanig vastgesteld dat het onafhankelijke beheer van de subjecten gehandhaafd blijft. § 2. Indien de verlening van de vergunning echter afhankelijk is van de deelneming van het Waalse Gewest in de betrokken activiteiten en een rechtspersoon is belast met het beheer van deze deelneming of indien het Gewest zelf de deelneming beheert, zal noch de rechtspersoon noch het Waalse Gewest ervan worden weerhouden de rechten en verplichtingen die met een dergelijke deelneming samenhangen op zich te nemen, in overeenstemming met de grootte van de deelneming, mits de rechtspersoon of het Gewest geen informatie bezit over of zijn stem uitbrengt bij besluiten betreffende de aankoopbronnen van de vergunninghouders, dat het Gewest of de rechtspersoon samen met één of meer openbare ondernemingen in de zin van artikel 1, punt 2, van Richtlijn 90/513/EEG geen meerderheidsstem heeft bij andere besluiten en mits de rechtspersoon of het Gewest uitsluitend op grond van transparante, objectieve en niet-discriminerende beginselen zijn stem uitbrengt en niet belet dat de beheersbesluiten van de vergunninghouder gebaseerd worden op normale commerciële overwegingen. § 3. Het vorige lid staat er niet aan in de weg dat de rechtspersoon of het Gewest zicht verzet tegen een besluit van de vergunninghouders dat niet voldoet aan de in de vergunning vermelde voorwaarden en eisen in verband met het voorraadverminderingsbeleid en de bescherming van de financiële belangen van het Gewest. § 4. Van de mogelijkheid om zich tegen een besluit te verzetten zal, inzonderheid m.b.t. besluiten betreffende de investeringen en de aankoopbronnen van de vergunninghouders, op niet-discriminerende wijze gebruik worden gemaakt. Indien de deelneming van het Gewest in de activiteiten beheerd wordt door een rechtspersoon die tevens de vergunninghouder is, legt de Regering voorschriften in de vergunning vast om ervoor te zorgen dat de rechtspersoon aparte boekhoudingen voert voor zijn commerciële functie enerzijds en voor zijn taak als beheerder van de deelneming van het Gewest anderzijds, en om te garanderen dat er geen informatie van het gedeelte van de rechtspersoon dat verantwoordelijk is voor het beheer van de deelneming van het Gewest, doorstroomt naar het gedeelte van de rechtspersoon dat zelf houder is van vergunningen. Wanneer echter het gedeelte van de rechtspersoon dat verantwoordelijk is voor het beheer van de deelneming van het Gewest het gedeelte van de rechtspersoon dat houder is van een vergunning als consultant in dienst neemt, mag het eerstgenoemde gedeelte alle informatie ter beschikking stellen die voor het werk als consultant nodig is. De vergunninghouders op wie die informatie betrekking heeft, worden van tevoren meegedeeld welke informatie aldus zal worden verstrekt en er wordt hen voldoende tijd gegeven om hun bezwaren kenbaar te maken."
Art. 11.In artikel 19, eerste lid, wordt het woord "decreten" ingevoegd tussen het woord "wetten" en de woorden "en besluiten".
In hetzelfde artikel, tweede lid, worden de woorden "bij artikel 132 van de samengeordende mijnwetten" vervangen door de woorden "bij artikel 59 van het decreet van de Waalse Gewestraad van 7 juli 1988 op de mijnen".
Art. 12.In artikel 20 wordt het woord "decreten" ingevoegd tussen het woord "wetten" en de woorden "en besluiten".
Art. 13.In artikel 21, eerste lid, wordt het woord "Koning" vervangen door de woorden "Waalse Regering".
Art. 14.In artikel 23, eerste lid, worden de woorden "bij artikel 128 van de samengeordende mijnwetten" vervangen door de woorden "bij artikel 61 van het decreet van de Waalse Gewestraad van 7 juli 1988 op de mijnen".
In hetzelfde artikel, tweede lid, worden de woorden "bij artikel 129 (1°) van hogervermelde wetten" vervangen door de woorden "bij artikel 62 van het decreet van de Waalse Gewestraad van 7 juli 1988 op de mijnen".
In hetzelfde artikel, derde lid, worden de woorden "in artikel 130 der samengeordende wetten" vervangen door de woorden "in artikel 63 van het decreet van de Waalse Gewestraad van 7 juli 1988 op de mijnen".
In hetzelfde artikel wordt het vierde lid vervangen als volgt : "De overtredingen van dit artikel worden vastgesteld bij een proces-verbaal dat bewijskracht heeft, tenzij de vastgestelde feiten weerlegd kunnen worden. Een afschrift van het proces-verbaal wordt binnen achtenveertig uur na de vaststelling van de overtreding aan de overtreder verzonden, op straffe van nietigheid." Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Namen, 19 februari 1998.
De Minister-President van de Waalse Regering, belast met Economie, Buitenlandse Handel, KMO's, Toerisme en Patrimonium, R. COLLIGNON De Minister van Ruimtelijke Ordening, Uitrusting en Vervoer, M. LEBRUN De Minister van Binnenlandse Aangelegenheden en Ambtenarenzaken, B. ANSELME De Minister van Begroting en Financiën, Tewerkstelling en Vorming, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE De Minister van Leefmilieu, Natuurlijke Hulpbronnen en Landbouw, G. LUTGEN De Minister van Sociale Actie, Huisvesting en Gezondheid, W. TAMINIAUX De Minister van Onderzoek, Technologische Ontwikkeling, Sport en Internationale Betrekkingen, W. ANCION Voor de raadpleging van de voetnoot, zie beeld