gepubliceerd op 30 januari 2008
Decreet waarbij goedkeuring wordt verleend aan het samenwerkingsakkoord gesloten op 23 november 2007 tussen de Franse Gemeenschap en het Waalse Gewest over het gezamenlijk gebruik van infrastructuren in landelijke gebieden
19 DECEMBER 2007. - Decreet waarbij goedkeuring wordt verleend aan het samenwerkingsakkoord gesloten op 23 november 2007 tussen de Franse Gemeenschap en het Waalse Gewest over het gezamenlijk gebruik van infrastructuren in landelijke gebieden (1)
Het Waals Parlement heeft aangenomen en Wij, Regering; bekrachtigen hetgeen volgt : Enig artikel. Instemming wordt betuigd met het samenwerkingsakkoord gesloten op 23 november 2007 tussen de Franse Gemeenschap en het Waalse Gewest over het gezamenlijk gebruik van infrastructuren in landelijke gebieden.
Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Namen, 19 december 2007.
De Minister-President, R. DEMOTTE De Minister van Huisvesting, Vervoer en Ruimtelijke Ontwikkeling, A. ANTOINE De Minister van Begroting, Financiën en Uitrusting, M. DAERDEN De Minister van Binnenlandse Aangelegenheden en Ambtenarenzaken, Ph. COURARD De Minister van Economie, Tewerkstelling, Buitenlandse Handel en Patrimonium, J.-C. MARCOURT De Minister van Onderzoek, Nieuwe Technologieën en Buitenlandse Betrekkingen, Mevr. M.-D. SIMONET De Minister van Vorming, M. TARABELLA De Minister van Gezondheid, Sociale Actie en Gelijke Kansen, P. MAGNETTE De Minister van Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Leefmilieu en Toerisme, B. LUTGEN _______ Nota (1) Zitting 2007-2008. Stukken van het Waals Parlement 682 (2007-2008), nrs. 1 en 2.
Volledig verslag, openbare vergadering van 19 december 2007.
Bespreking - Stemmingen.
BIJLAGE Samenwerkingsakkoord tussen de Franse Gemeenschap en het Waalse Gewest over het gezamenlijk gebruik van infrastructuren in landelijke gebieden Gelet op de Belgische Grondwet, zoals gecoördineerd op 17 februari 1994, inzonderheid op artikelen 121 tot 133 en 134 tot 140 ervan;
Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, op titel IVbis ervan;
Gelet op het decreet van 6 juni 1991 betreffende de plattelandsontwikkeling;
Overwegende dat de gemeentelijk programma's voor plattelandsontwikkeling, hierna PCDR genaamd, in het kader van bovenbedoeld decreet, wijzen op een verscheidenheid aan behoeften, meer bepaald behoeften inzake buitenschoolse opvang, opvang van kleine kinderen en culturele activiteiten in landelijke gebieden;
Overwegende dat het onder de bevoegdheid van zowel het Waalse Gewest als van de Franse Gemeenschap valt om aan die behoeften te voldoen;
Dat er polyvalente kleine infrastructuren nodig zijn voor de gezamenlijke huisvesting van de activiteiten die onder voornoemde bevoegdheden vallen;
Dat de behoeften aan infrastructuren op geglobaliseerde wijze voortvloeien uit culturele, toeristische, economische en maatschappelijke doelstellingen;
Dat de bevoegdheidsverdeling, het sectorale karakter van de begrotingen en de verscheidenheid aan procedures tot gevolg hebben dat een dergelijk gezamenlijk gebruik van panden maar moeilijk verwezenlijkt kan worden;
Dat elk project bij gebrek aan wettelijke referenties betreffende de uitvoering van polyvalente infrastructuren bijgevolg specifieke akkoorden nodig maakt, evenals een bijzondere financiële technieken waarover telkens weer onderhandeld moet worden;
Dat dat in de feiten een hinderpaal kan vormen voor wat nochtans in landelijke gebieden een rationeel beheer van de middelen vormt;
Overwegende dat het Toekomstcontract voor Wallonië er o.a. toe strekt de overkoepelende en samenwerkingsverbanden te bevorderen tussen het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschap;
Overwegende dat het Toekomstcontract voor Wallonië in de bijlage, op blz. 143, de samenwerkingsverbanden tussen het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschap nader bepaalt;
Gelet op de conclusies van de Staten-generaal van de cultuur, overgenomen in het plan "Priorités Culture", aangenomen door de Regering van de Franse Gemeenschap op 7 november 2005;
Gelet op de beslissing van de Regering van de Franse Gemeenschap van 2 december 2005 om het aantal opvangplaatsen voor kinderen van nul tot drie jaar op te voeren volgens een verspreiding in de tijd en volgens de verschillende plaatscategorieën, in een plan genoemd "Plan Cigogne II", die infrastructuren vereist;
Gelet op het decreet van de Raad van de Franse Gemeenschap van 3 juli 2003 betreffende de coördinatie van de opvang van de kinderen tijdens hun vrije tijd en betreffende de ondersteuning van de buitenschoolse opvang, op het besluit van de regering van de Franse Gemeenschap van 27 februari 2003 houdende algemene reglementering inzake opvangvoorzieningen, zoals gewijzigd, op het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 9 juni 2004 houdende hervorming van het consultatiebeleid voor kinderen, evenals op het beheerscontract van het "Office de la Naissance et de l'Enfance" (O.N.E.);
Gelet op de doelstellingen zoals vastgesteld in het plan "Priorités Culture" van de Staten-generaal van de cultuur, aangenomen door de Regering van de Franse Gemeenschap op 7 november 2005;
Dat het culturele aanbod globaal gezien rijk en verscheiden is;
Dat de algemene economische toestand ertoe noopt de uitgaven te beheersen om de culturele operatoren de gelegenheid te geven om van de middelen gebruik te maken die nodig zijn voor hun terechte stabilisatie en ontwikkeling;
Dat het bijgevolg noodzakelijk is de ontwikkeling van het aantal nieuwe erkenningen en nieuwe infrastructuren te begeleiden;
Dat er een kadaster en een kaartdocument uitgewerkt worden om dieper in te gaan op de subregionale behoeften en antwoorden te kunnen vinden op de doelstellingen verwoord in het plan "Priorités Culture" in termen van bereikbaarheid;
Overwegende dat het bijgevolg past : - verstandig gebruik te maken van de overheidsmiddelen zonder de infrastructuren nutteloos in aantal uit te breiden; - in te gaan op de vragen om een gediversifieerd aanbod van de bevolking in landelijke gemeenten; - de gemeentelijke overheden te helpen bij het voeren van een buurtontwikkelingsbeleid waarvoor een opvanginfrastructuur of een infrastructuur van collectief nut nodig is;
Overwegende dat dit akkoord er juist toe strekt de samenvallende tegemoetkoming van de Franse Gemeenschap en het Waalse Gewest in modaliteiten om te zetten in de financiering van de voorziening in polyvalente infrastructuren, Tussen : het Waalse Gewest, vertegenwoordigd door : Rudy Demotte, Minister-President;
Benoît Lutgen, Minister van Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Leefmilieu en Toerisme;
De Franse Gemeenschap, vertegenwoordigd door : Marie Arena, Minister-Presidente;
Fadila Laanan, Minister van Cultuur, de Audiovisuele Sector en de Jeugd;
Catherine Fonck, Minister van Kinderwelzijn, Hulpverlening aan de Jeugd en Gezondheid, Wordt overeengekomen wat volgt :
Artikel 1.In de zin van dit samenwerkingsakkoord wordt verstaan onder : 1° PCDR : gemeentelijke programma voor landelijke ontwikkeling bedoeld in hoofdstuk III van het decreet van 6 juni 1991 betreffende de landelijke ontwikkeling;2° "Maison rurale" : gebouw gelegen in landelijk gebied, gemeentelijke eigendom, opgenomen in een PCDR en waar activiteiten plaatsvinden die vallen onder de bevoegdheden van het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschap;3° "Maison de village" : gebouw gelegen in landelijk gebied, gemeentelijke eigendom, opgenomen in een PCDR waarvoor een subsidie is toegekend, bedoeld in hoofdstuk IV van het decreet van 6 juni 1991, voor de inrichting of bouw ervan, en waar activiteiten plaatsvinden die vallen onder de bevoegdheden van het Waalse Gewest;4° gemeenschappelijke oppervlakte : oppervlakte in de "Maison rurale" waar activiteiten plaatsvinden erkend als vallend onder de bevoegdheden zowel van het Waalse Gewest als van de Franse Gemeenschap;5° voorbehouden oppervlakte : oppervlakte in de "Maison rurale" die enkel voorbehouden is voor bevoegdheden ofwel van het Waalse Gewest ofwel van de Franse Gemeenschap.
Art. 2.Indien een project in een PCDR de inrichting of de oprichting betreft van een "Maison rurale" bedoeld in artikel 1, 2°, waarin culturele acties worden voorzien die gesubsidieerd worden door de Franse gemeenschap, indien de betrokken acties beantwoorden aan de prioriteiten bedoeld bij het plan "Priorités Culture", aangenomen door de Regering van de Franse Gemeenschap op 7 november 2005, meer bepaald in termen van bereikbaarheid en deelname : 1° subsidieert het Waalse Gewest de inrichting of de bouw overeenkomstig het decreet van 6 juni 1991 betreffende de plattelandsontwikkeling;2° subsidieert de Franse Gemeenschap er de met het projectgebonden basisuitrusting overeenkomstig de geldende regels ter zake van culturele uitrustingen, binnen de perken van de beschikbare kredieten.
Art. 3.Indien een project in een PCDR de inrichting of de oprichting betreft van een "Maison rurale" bedoeld in artikel 1, 2°, waarin de totstandkoming voorzien wordt van een opvangplaats voor kinderen bedoeld bij het "Plan Cigogne II" (kribben, kinderdagverblijf of gemeentelijke kinderopvangplaats), bij het decreet van de Raad van de Franse Gemeenschap van 3 juli 2003 betreffende de coördinatie van de opvang van de kinderen tijdens hun vrije tijd en betreffende de ondersteuning van de buitenschoolse opvang, bij het beheerscontract van O.N.E. (ontmoetingsplaatsen ouders-kinderen) of de vestiging van een kabinet voor kinderconsultatie; 1° subsidieert het Gewest de inrichting of de bouw overeenkomstig het decreet van 6 juni 1991; 2° subsidieert de Franse Gemeenschap in functie van de normen bepaald bij de O.N.E.-reglementatie en het type betrokken structuur of opvangmilieu en binnen de perken van de beschikbare begrotingskredieten : - het opvangmilieu voor kinderen van 0 tot 3 jaar dat in een O.N.E.-programmatie voorkomt; - de operator voor buitenschoolse opvang van drie- tot twaalfjarigen in het kader van een programma van plaatselijke coördinatie voor kinderen; - de ontmoetingsplaats ouders-kinderen; - de kinderconsultatie.
Art. 4.Indien een PCDR behoeften onderkent inzake culturele uitrustingen of de totstandbrenging van kindergebonden activiteiten en er op het grondgebied een "Maison de village" bestaat in de zin van artikel 1, 3°, komen partijen overeen de implementering van die uitrustingen en activiteiten in de "Maison de village" vlotter te maken onder volgende voorwaarden : 1) het behoud van de aanvankelijke doelstelling zoals aangegeven in de betrokken projectfiche van het PCDR bedoeld in artikel 5 van het besluit van 20 november 1991 ter uitvoering van het decreet van 6 juni 1991 betreffende de landelijke ontwikkeling;2) een instemming van twee derde van de leden van de lokale commissie voor landelijke ontwikkeling, bedoeld in artikel 5 van het decreet van 6 juni 1991, die zich moet uitspreken over de opvolging van het PCDR zoals bedoeld in artikel 8, § 3, van het decreet van 6 juni 1991;3) de beperking van de oppervlakte voorbehouden voor de bevoegdheden van de Franse Gemeenschap tot een maximum van 50 % van de beschikbare totale oppervlakte van het pand en tot een maximum van 50 % van de totale bezettingstijd.
Art. 5.Om het project en de gevoerde actie zo goed mogelijk een blijvend karakter te verlenen, wordt in de overeenkomst bedoeld in artikel 12 van het decreet van 6 juni 1991 de verplichting voor de gemeente opgenomen om een overeenkomst tussen betrokken partijen op te stellen met betrekking tot de algemene werking van de "Maison rurale" en de menselijke inzet.
Art. 6.Elk "Maison rurale"-project waarvoor een aanvraag voor een overeenkomst in verband met de landelijke ontwikkeling wordt ingediend, moet ter goedkeuring voorgelegd worden aan de werkgroep bestaande uit de vertegenwoordigers van de Minister bevoegd voor Landelijke Ontwikkeling en, in voorkomend geval, de Ministers bevoegd voor het Peuterbeleid en het Cultuurbeleid, evenals een vertegenwoordiger van elk betrokken bestuur. De uitvoeringsmodaliteiten worden in de uitvoeringsovereenkomst bepaald.
Art. 7.De Waalse Minister bevoegd voor Landelijke Aangelegenheden laat deze overeenkomst beoordelen drie jaar na de bekendmaking van de laatste goedkeuringsakte van de overeenkomstsluitende partijen.
Art. 8.Om de samenwerkingsverbanden te versterken, verstrekken de ondertekenaars van deze overeenkomst volgende voor de uitvoering nuttige gegevens aan de overeenkomstsluitende partijen : 1° de lijst van de gemeenten in landelijke ontwikkeling die beschikken over een door de Waalse Regering goedgekeurde PCDR;2° de lijst van de gemeenten in landelijke ontwikkeling die beschikken over een PCDR in uitvoering;3° de lijst van de gemeenten met een gebrekkige culturele uitrusting;4° de lijst van de gemeenten met een erkende culturele operator;5° de lijst van de gemeenten die voor de opvang van peuters een bedieningscijfer vertonen dat lager is dan het Franse Gemeenschapsgemiddelde;6° de lijst van de gemeenten die in aanmerking komen voor een erkend plaatselijk coördinatieprogramma voor kinderverzorging; 7° de lijst van de ontmoetingsplaatsen ouders-kinderen, gesubsidieerd door O.N.E.; 8° de lijst van de landelijke gemeenten met een door O.N.E. erkende en gesubsidieerde kinderconsultatie.
Art. 9.Deze overeenkomst treedt in werking de dag van bekendmaking van de laatste goedkeuringsakte van de overeenkomstsluitende partijen.
Brussel, 23 november 2007.
Voor de Franse Gemeenschap : De Minister-Presidente, Mevr. M. ARENA De Minister van Cultuur, de Audiovisuele Sector en de Jeugd, Mevr. F. LAANAN De Minister van Kinderwelzijn, Hulpverlening aan de Jeugd en Gezondheid, Mevr. C. FONCK Voor het Waalse Gewest : De Minister-President, R. DEMOTTE De Minister van Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Leefmilieu en Toerisme, B. LUTGEN