Etaamb.openjustice.be
Decreet van 19 april 2007
gepubliceerd op 06 juni 2007

Decreet houdende instemming, voor de aangelegenheden geregeld krachtens artikel 138 van de Grondwet, met het samenwerkingsakkoord van 14 juli 2006 tussen het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschap betreffende de terbeschikkingstelling van voorzieningen in het kader van de herwaardering van het kwalificerend onderwijs

bron
ministerie van het waalse gewest
numac
2007201751
pub.
06/06/2007
prom.
19/04/2007
ELI
eli/decreet/2007/04/19/2007201751/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

19 APRIL 2007. - Decreet houdende instemming, voor de aangelegenheden geregeld krachtens artikel 138 van de Grondwet, met het samenwerkingsakkoord van 14 juli 2006 tussen het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschap betreffende de terbeschikkingstelling van voorzieningen in het kader van de herwaardering van het kwalificerend onderwijs (1)


Het Waals Parlement heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt :

Artikel 1.Dit decreet regelt overeenkomstig artikel 138 van de Grondwet een aangelegenheid bedoeld in artikel 127, § 1, ervan.

Art. 2.Het samenwerkingsakkoord van 14 juli 2006 tussen het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschap betreffende de terbeschikkingstelling van voorzieningen in het kader van de herwaardering van het kwalificerend onderwijs wordt goedgekeurd.

Art. 3.Dit samenwerkingsakkoord wordt bij dit decreet gevoegd.

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Namen, 19 april 2007.

De Minister-President, E. DI RUPO De Minister van Huisvesting, Vervoer en Ruimtelijke Ontwikkeling, A. ANTOINE De Minister van Begroting, Financiën, Uitrusting en Patrimonium, M. DAERDEN De Minister van Vorming, Mevr. M. ARENA De Minister van Binnenlandse Aangelegenheden en Ambtenarenzaken, Ph. COURARD De Minister van Wetenschappelijk Onderzoek, Nieuwe Technologieën en Buitenlandse Betrekkingen, Mevr. M.-D. SIMONET De Minister van Economie, Tewerkstelling en Buitenlandse Handel, J.-C. MARCOURT De Minister van Gezondheid, Sociale Actie en Gelijke Kansen, Mevr. Ch. VIENNE De Minister van Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Leefmilieu en Toerisme, B. LUTGEN _______ Nota (1) Zitting 2006-2007. Stukken van het Waals Parlement 566 (2006-2007), nrs. 1 en 2.

Volledig verslag, openbare vergadering van 18 april 2007.

Bespreking - Stemmingen.

Samenwerkingsakkoord tussen het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschap betreffende de terbeschikkingstelling van voorzieningen in het kader van de herwaardering van het kwalificerend onderwijs Gelet op de artikelen 1, 39, 127, 128, 134 en 138 van de Grondwet;

Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, inzonderheid op artikel 92bis, § 1, ingevoegd bij de bijzondere wet van 8 augustus 1988 en gewijzigd bij de bijzondere wet van 16 juli 1993;

Gelet op decreet II van de Raad van de Franse Gemeenschap van 19 juli 1993 tot toekenning van de uitoefening van sommige bevoegdheden van de Franse Gemeenschap aan het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie;

Gelet op decreet II van de Waalse Gewestraad van 22 juli 1993 tot toekenning van de uitoefening van sommige bevoegdheden van de Franse Gemeenschap aan het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie;

Gelet op de beëindiging op 31 december 2006 van het samenwerkingsakkoord van 19 december 2003 tussen de Franse Gemeenschap en het Waalse Gewest met betrekking tot het ontwikkelen van in overleg bepaalde beleidskeuzen inzake volwassenenalfabetisering en de financiering in 2003 en 2004 van de samenwerking in het raam van gekruiste beleidskeuzen;

Overwegende dat het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschap de wil hebben uitgedrukt om hun samenwerking na het einde van het bovengemelde samenwerkingsakkoord voort te zetten en bij te dragen tot de herwaardering van het kwalificerend onderwijs;

Overwegende dat de beroepsopleiding van jongeren één van de voornaamste doelstellingen is van het algemeen beleid van economisch herstel van het Waalse Gewest;

Overwegende dat de optimale opleiding van de jongeren die cursussen volgen in het kwalificerend onderwijs (secundair technisch kwalificatie-onderwijs en beroepsonderwijs, alternerend onderwijs, gespecialiseerd onderwijs van vorm 3 en 4), het onderwijs voor sociale promotie en het niet-universitair hoger onderwijs noodzakelijk is voor het succes van dit beleid;

Overwegende dat het Waalse Gewest in het overkoepelend strategisch plan 2 "Kennis en kunde ontwikkelen in Wallonië" van het Geactualiseerde toekomstcontract voor Wallonië, verbintenissen heeft aangegaan om de kwaliteit van pedagogische voorzieningen te verbeteren en de toegang tot deze voorzieningen te bevorderen zonder versnippering van de financiële middelen;

Overwegende dat het "Programme d'actions prioritaires pour l'avenir wallon" (Programma prioritaire acties voor de toekomst van Wallonië), goedgekeurd door de Waalse Regering op 30 augustus 2005, onder meer de verbetering van de opleiding en het kwalificerend onderwijs beoogt door de oprichting van centra voor gevorderde technologieën en door de bevestiging van de toegang tot de Kenniscentra;

Overwegende dat de Franse Gemeenschap in het Contract voor de School, verbintenissen heeft aangegaan om het kwalificerend onderwijs te herwaarderen en een samenhangend beleid inzake investeringen en voorzieningen te ontwikkelen;

Overwegende dat de Franse Gemeenschap, in het kader van de "Commission communautaire des professions et des qualifications (CCPQ)" (Gemeenschapscommissie van de beroepen en de kwalificaties), kwalificatieprofielen heeft ontwikkeld op grond waarvan opleidingsprofielen zijn ontworpen;

Overwegende dat, om concrete vorm te geven aan die opleidingsprofielen, kwaliteitsvolle pedagogische voorzieningen noodzakelijk zijn en, o.a., dat leerkrachten tijdens hun loopbaan bijkomende opleidingen moeten volgen;

Overwegende dat het derhalve geschikt is een samenwerkingsakkoord aan te gaan betreffende de herwaardering van het kwalificerend onderwijs door : enerzijds, de openstelling van de Kenniscentra voor het kwalificerend onderwijs, het onderwijs voor sociale promotie, het niet-universitair hoger onderwijs, de opleiders van het "IFAPME" "Institut de Formation permanente pour les Classes moyennes et les Petites et Moyennes Entreprises" (Instituut voor Permanente Vorming van de Middenstand en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen) en het "AWIPH" (Agence wallonne pour l'intégration des personnes handicapées) (Waals agentschap voor de integratie van gehandicapte personen) en ook voor de leerkrachten in het kader van het project "Cyberclasses" en, anderzijds, de terbeschikkingstelling van kwaliteitsvolle pedagogische voorzieningen om te zorgen voor de doeltreffendste synergieën tussen de gewestelijke acties ter ontwikkeling van de werkgelegenheid en vorming en de communautaire acties ter ontwikkeling van het kwalificerend onderwijs, het onderwijs voor sociale promotie en het niet-universitair hoger onderwijs, De Franse Gemeenschap, vertegenwoordigd door haar Regering, in de persoon van haar Minister-President, Marie Arena, belast met het Verplicht Onderwijs en het Onderwijs voor Sociale Promotie en de Minister van Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek, Marie-Dominique Simonet, en Het Waalse Gewest vertegenwoordigd door zijn Regering in de persoon van haar Minister-President, Elio Di Rupo, en de Minister belast met Beroepsopleiding, Marie Arena, Komen overeen hetgeen volgt :

Artikel 1.De herwaardering van het kwalificerend onderwijs gebeurt onder meer via twee soorten acties : 1° de terbeschikkingstelling door de gewestelijke Kenniscentra van een vormingsaanbod voor de leerlingen en de leerkrachten van het kwalificerend onderwijs van de 3e graad (met inbegrip van het gespecialiseerd onderwijs van vorm 4 en de leerkrachten van het gespecialiseerd onderwijs van vorm 3), het onderwijs voor sociale promotie en het niet-universitair hoger onderwijs, de opleiders van het "IFAPME" en het "AWIPH" en de leerkrachten in het kader van het project "Cyberclasses" zoals bepaald in het samenwerkingsakkoord van 25 augustus 2005 tussen het Waalse Gewest, de Franse Gemeenschap en de Duitstalige Gemeenschap betreffende de installatie van computers in de Waalse onderwijsinrichtingen alsook de organisatie van acties inzake sensibilisering en informatie over de individuele en sociale waarneming van de beroepen en studies voor de leerlingen en leerkrachten van het kwalificerend onderwijs van de 1e en 2e graad (met uitzondering van de leerlingen van het gespecialiseerd onderwijs van vorm 3, maar met inbegrip van het gespecialiseerd onderwijs van vorm 4); Deze terbeschikkingstelling moet duidelijk omschreven worden : a) over het geheel genomen in de vormingscatalogus van het netwerk van de Kenniscentra;b) meer specifiek, in elke bilaterale overeenkomst zoals bedoeld in artikel 4, 1, a) ;c) en voor de netoverschrijdende vormingen voor de leerkrachten van het kwalificerend onderwijs in de vormingscatalogus van het "Institut de formation en cours de carrière (IFC), zodanig dat de vormingsduur van de leerkrachten in het kader van de voortgezette vorming wordt gevaloriseerd. Voor dit soort actie is het doel voor einde 2013, 25 % van het totaal aantal vormingsuren van het netwerk van de Kenniscentra ten gunste van de leerlingen en leerkrachten waaronder 22,5 % ten gunste van de leerlingen en leerkrachten van het kwalificerend onderwijs en 2,5 % van de opvangcapaciteit ten gunste van de leerlingen en leerkrachten van het onderwijs voor sociale promotie en het niet-universitair hoger onderwijs, alsook van de opleiders van het "IFAPME" en het "AWIPH" en de leerkrachten in het kader van het project "Cyberclasses".

Om dit doel te bereiken, wordt : de cursusorganisatie van de onderwijsinrichtingen aangepast om het vormingsaanbod voorgesteld door de Kenniscentra erin op te nemen zodanig dat de vormingstijd van de leerlingen wordt gevaloriseerd in het kader van hun eventuele huidige stages en hun toekomstige beroepsstages; de organisatie van de vorming door het Waalse Gewest aangepast door de uurrooster zoveel mogelijk te rentabiliseren om er het vormingsaanbod voor de leerlingen en leerkrachten in op te nemen;

Het "Institut de formation en cours de carrière (IFC)" is ermee belast deze voorziening bij de leerkrachten te promoten;

De "FOREm" als coördinator van het netwerk van Kenniscentra bij beslissing van de Waalse Regering van 31 augustus 2000 en de Regering van de Gemeenschap als coördinator van het netwerk van de gelabelde CGT, zijn ermee belast deze voorziening bij de kwalificerende onderwijsinrichtingen te promoten; 2° De oprichting van de Centra voor Gevorderde Technologieën (CGT). Een CGT is een infrastructuur die leerlingen en leerkrachten, ongeacht het niveau en het soort onderwijs, alsook werkzoekenden en werknemers spitsvoorzieningen ter beschikking stelt om kwalificerende vormingen te ontwikkelen. Dit kwalificerend vormingsaanbod moet op geografisch en sectoraal vlak het vormingsaanbod van de Kenniscentra aanvullen.

Elk gelabelde CGT wordt onder de leiding van het hoofd van de inrichting geplaatst waar het CGT is gevestigd of onder de leiding van de voorzitter van een vereniging zonder winstoogmerk die het beheer ervan op zich neemt. De raad van bestuur van de VZW's die de CGT's beheren moet netoverschrijdend samengesteld zijn.

De CGT's worden gelabeld met inachtneming van het bestek goedgekeurd door de Regering van de Franse Gemeenschap.

In dit bestek worden onder meer de volgende criteria in aanmerking genomen : a) Elke gelabelde CGT neemt zonder discriminatie de leerlingen en de leerkrachten op van de kwalificerende onderwijsinrichtingen (met uitzondering van het gespecialiseerd onderwijs van vorm 3 maar met inbegrip van het gespecialiseerd onderwijs van vorm 4), het onderwijs voor sociale promotie en het niet-universitair hoger onderwijs op basis van een bilaterale overeenkomst tussen, enerzijds, de inrichtende macht (die desgevallend haar bevoegdheid kan overdragen) van de kwalificerende onderwijsinrichting waarin de CGT is gevestigd of de Voorzitter van de VZW die de CGT beheert en, anderzijds, de inrichtende machten (die desgevallend hun bevoegdheden kunnen overdragen) van de kwalificerende onderwijsinrichtingen, de instellingen voor sociale promotie en het niet-universitair hoger onderwijs. Deze bilaterale overeenkomsten moeten de respectievelijke verbintenissen van beide partijen voorzien inzake de toegangsmodaliteiten tot de voorzieningen en de specifieke vormingsprogramma's; b) Elke gelabelde CGT neemt ook de werkzoekenden en de werknemers zonder discriminatie op, op basis van een bilaterale overeenkomst tussen, enerzijds, de inrichtende macht (die desgevallend haar bevoegdheid kan overdragen) van de kwalificerende onderwijsinrichting waarin de CGT is gevestigd of de voorzitter van de VZW die de CGT beheert en, anderzijds, de "FOREm". Deze bilaterale overeenkomsten bepalen de respectievelijke verbintenissen van beide partijen inzake de toegangsmodaliteiten tot de voorzieningen en de specifieke vormingsprogramma's; c) De vestiging van de gelabelde CGT's houdt rekening met de lokalisatie van de Kenniscentra alsook met de infrastructuren inzake vorming of kwalificerend onderwijs die in dezelfde sectoren worden ontwikkeld om een maximale geografische dekking van het kwalificerend vormingsaanbod te garanderen.d) Elke gelabelde CGT past in een geharmoniseerd vormingsaanbod in verband met, enerzijds, de schaarste op de arbeidsmarkt vastgesteld door de "FOREm", de Subregionale comités voor arbeidsbemiddeling en vorming en de Sectorfondsen over het onderwijsgebied van de betrokken CGT of de naburige onderwijsgebieden en, anderzijds, met de behoeften aan voorzieningen vastgesteld in het kadaster van de pedagogische voorzieningen bedoeld in artikel 2;e) Elk gelabelde CGT past in een vormingsbeleid tijdens de loopbaan van de leraren van het kwalificerend onderwijs, bijvoorbeeld door de vorming van zijn leerkrachten in Kenniscentra te bevorderen;f) Elk gelabelde CGT ligt in de lijn van de toepassing van de opleidingsprofielen zoals bepaald in het kader van de CCPQ. Dit bestek voorziet onder meer de volgende voorrangscriteria : Voorrang wordt gegeven aan de CGT-projecten waarvan de samenwerkingen met andere onderwijsinrichtingen zijn geformaliseerd.

Voorrang wordt gegeven aan de CGT-projecten die in een kwalificerende onderwijsinrichting gevestigd zijn.

Voorrang wordt gegeven aan CGT-projecten in de sectoren waarvoor een schaarste op de arbeidsmarkt wordt vastgesteld.

Voorrang wordt gegeven aan CGT-projecten waarvoor geen bevoegdheidscentrum bestaat.

Voorrang wordt ook gegeven aan CGT-projecten die een gunstig advies hebben gekregen van de Zonale programmeringsraad van het officieel onderwijs en van de Zonale programmeringsraad van het vrij onderwijs van het betrokken gebied.

Voorrang wordt ten slotte gegeven aan CGT-projecten die een gunstig advies hebben gekregen van het betrokken sectorfonds en het betrokken Subregionale Comité voor arbeidsbemiddeling en vorming wat betreft de geografische en sectorale gegrondheid van de aankopen.

Voor dit soort actie is het doel vóór einde 2013, de oprichting van 18 tot 24 gelabelde CGT's en het voorbehouden van 10 % van het totaal aantal vormingsuren van het netwerk van de CGT's ten gunste van de werkzoekenden en de werknemers.

De cursusorganisatie wordt door de onderwijsinrichtingen aangepast om het vormingsaanbod voorgesteld door de CGT's erin op te nemen zodanig dat de vormingstijd van de leerlingen wordt gevaloriseerd in het kader van hun eventuele huidige stages en hun toekomstige beroepsstages.

De organisatie van de vorming wordt door de gelabelde CGT's aangepast door de uurrooster zoveel mogelijk te rentabiliseren om er het vormingsaanbod voor de werkzoekenden en werknemers in op te nemen.

Het "Institut de formation en cours de carrière (IFC)" is ermee belast deze voorziening bij de leerkrachten te promoten.

Het netwerk van gelabelde CGT's wordt door de Regering van de Franse Gemeenschap gecoördineerd.

De coördinatie van het netwerk van gelabelde CGT's bestaat onder meer uit : 1° de opmaak van het labeling bestek;2° de opmaak en het updaten van het kadaster van beschikbare voorzieningen;3° de oproep tot de netoverschrijdende projecten;4° de analyse van de projecten op administratief en financieel vlak;5° de adviesaanvraag aan de Subregionale comités voor arbeidsbemiddeling en vorming en aan de sectorfondsen op basis van het kadaster van beschikbare voorzieningen;6° de voorbereiding en de opvolging van de werkzaamheden van de operationele opvolgingscommissie bedoeld in artikel 8;7° de uitvoering van de beslissingen van de Regering van de Franse Gemeenschap;8° de promotie van de voorziening bij de kwalificerende onderwijsinrichtingen in overleg met het "IFC" en in samenwerking met de "FOREm";9° de uitwerking van indicatoren en statistische instrumenten die het nazien en de controle van de toegang tot de terbeschikkinggestelde voorzieningen toelaten;10° de evaluatie van de tenuitvoerlegging van de acties. De "FOREm", als coördinator van het netwerk van Kenniscentra bij beslissing van de Waalse Regering van 31 augustus 2000, en de Regering van de Franse Gemeenschap, als coördinator van het netwerk van de gelabelde CTA, plegen regelmatig overleg om een geografische en sectorale complementariteit tussen de twee bestaande netwerken tot stand te brengen.

Art. 2.Om de kwaliteit van het onderwijs en de kwalificerende vorming te verbeteren en om de verspreiding van de middelen te voortkomen, moet de investering in nieuwe kwaliteitsvolle pedagogische voorzieningen in overeenstemming zijn met de werkelijkheid van de arbeidswereld en in functie van de beschikbare voorzieningen en infrastructuren, namelijk in samenhang met de uitgevoerde investeringen in de Kenniscentra.

Om de acties omschreven in artikel 1 aldus te doen slagen, moeten de bestaande hulpbronnen worden bepaald.

Daarvoor zullen het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschap een bestendige administratieve Task force oprichten die ermee belast is een kadaster op te maken van de kwaliteitsvolle pedagogische voorzieningen en van de momenteel terbeschikkinggestelde infrastructuren inzake vorming en kwalificerend onderwijs.

De coördinatie van deze Task force wordt door de Regering van de Franse Gemeenschap waargenomen.

De Minister van het Verplicht Onderwijs en de Minister van Vorming zijn belast met de financiering van het kadaster van voorzieningen.

Deze Task force verenigt de vertegenwoordigers van het Directoraat-generaal van het verplicht onderwijs, het Directoraat-generaal van het niet-verplicht onderwijs en van het wetenschapsbeleid, de operatoren van de kwalificerende vorming (FOREm, IFAPME, Kenniscentra) en de VZW bedoeld in artikel 3.

Dit kadaster wordt op een geharmoniseerde manier opgesteld, de informatie wordt op een gemeenschappelijke basis ingezameld om vergelijkingen te kunnen maken en dubbel gebruik of potentiële tekorten te kunnen vaststellen.

Dit kadaster wordt aangevuld met de gegevens en hulpbronnen die beschikbaar zijn bij het "Institut wallon de l'Evaluation, de la Prospective et de la Statistique" (IWEPS) (Waals Instituut voor evaluatie, toekomstverwachting en statistiek), de sectorale vormingscentra, de private vormingscentra, de overheids- of private bedrijven, de hogescholen en de universiteiten.

Naast de gewone inventaris is het kadaster onder meer een middel om de toegankelijkheid, de kwaliteit, de kost en de inzetbaarheid van de voorzieningen te evalueren.

Enkel het afschrijfbaar pedagogisch materieel wordt in aanmerking genomen. Het geïnventariseerde materieel wordt per onderwijsgebied en per sector verdeeld.

De resultaten van dit kadaster worden regelmatig vergeleken met de behoeften van de vormingsoperatoren en de onderwijsinrichtingen alsook met de behoeften van de potentiële gebruikers.

Dit kadaster is ook een evaluatiemiddel dat de Subregionale comités voor arbeidsbemiddeling en vorming (SCAV) en de sectorfondsen kunnen gebruiken om advies te verlenen aan de tweede Commissie bedoeld in artikel 8 over de gegrondheid van de investeringen in het kader van de selectie van de pedagogische voorzieningen van de gelabelde CGT's.

Dit kadaster houdt ook rekening met de beschikbare infrastructuren en hun toegankelijkheid voor alle begunstigden.

Om de samenhang tussen de Waalse en de Brusselse projecten te garanderen, worden de leden van de bestendige administratieve Task force die opgericht is in het kader van het samenwerkingsakkoord tussen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, de Franse Gemeenschap en de Franse Gemeenschapscommissie betreffende de terbeschikkingstelling van voorzieningen in het kader van de herwaardering van het kwalificerend onderwijs en de samenwerking tussen de Centra voor gevorderde technologieën en de Professionele referentiecentra... uitgenodigd om aan de werkzaamheden van deze bestendige administratieve Task force deel te nemen.

Art. 3.Om de acties omschreven in artikel 1, 1° uit te voeren, worden de volgende maatregelen genomen : De daartoe in de begroting van het Waalse Gewest opgenomen kredieten zijn bestemd voor de financiering van werkingskosten van de Kenniscentra voor hun acties ten opzichte van het onderwijs en de tenlasteneming van de verplaatsingen van de leerlingen en leerkrachten naar de Kenniscentra of het verblijf. euro 12.500.000 worden voorzien in het kader van het "Programme d'actions prioritaires pour l'avenir wallon" voor de jaren 2007-2009 waarvan een maximum bedrag van euro 1.000.000 voor de financiering van de verplaatsingen van de leerlingen en leerkrachten van de Waalse onderwijsinrichtingen naar de Kenniscentra of voor hun verblijf. De tenlasteneming van deze verplaatsings- en verblijfskosten gebeurt op grond van een gemeenschappelijke tarifering opgesteld door de Waalse Regering.

Deze verplaatsingen en verblijf worden door de onderwijsinrichtingen van oorsprong georganiseerd en gecontroleerd.

Minstens negentig procent van de beschikbare middelen zijn bestemd voor de leerlingen en leerkrachten van het kwalificerend onderwijs, het saldo wordt besteed aan de leerlingen en leerkrachten van het onderwijs voor sociale promotie en het niet-universitair hoger onderwijs, alsook aan de opleiders van het "IFAPME" en het "AWIPH" en aan de leerkrachten in het kader van het project "Cyberclasses".

Onder voorbehoud van de beschikbare begrotingsmarges worden jaarlijks bijkomende kredieten door de Waalse Regering beslist voor de begrotingsjaren 2007 tot 2013 in functie van de evolutie van het activiteitsvolume van Kenniscentra dat aan acties voor leerlingen en leerkrachten wordt besteed om de doelstellingen omschreven in artikel 1, 1° te bereiken.

Ter informatie, de begroting voor deze maatregel bedraagt voor het begrotingsjaar 2006, euro 1.496.000.

Om de acties omschreven in artikel 1, 2° uit te voeren, worden de volgende maatregelen genomen : De middelen bepaald bij het decreet van de Franse Gemeenschap van 28 april 2004 waarbij gezorgd wordt voor de pedagogische uitrusting van het technisch en beroepssecundair onderwijs ten gunste van de scholen in het Waalse Gewest worden vanaf 2007 gedeeltelijk besteed aan de financiering van de pedagogische voorzieningen van de gelabelde CGT's, alsook aan de financiering van de inrichting van de lokalen die de pedagogische voorzieningen van de gelabelde CGTs herbergen.

Het decreet van 28 april 2004 heeft dus middelen voorzien tot 2010 : euro 5.356.468 in 2007, euro 5.652.468 in 2008, euro 6.197.338 in 2009 en euro 6.197.338 in 2010.

Bijkomende kredieten worden voor de begrotingsjaren 2011, 2012 en 2013 voorzien, onder voorbehoud van de beschikbare begrotingsmarges.

Een bedrag van euro 150.000 wordt afgenomen van de bovenvermelde bedragen voor de subsidiëring van een vereniging zonder winstbejag waarvan de algemene vergadering wordt samengesteld uit vertegenwoordigers van de kwalificerende onderwijsnetten, de helft uit het niet-confessionele onderwijs en de andere helft uit het confessionele onderwijs, aangewezen door de Regering van de Franse Gemeenschap op de voordracht van de Algemene Overlegraad van het secundair onderwijs en een vertegenwoordiger van de Minister van het Verplicht Onderwijs en het Onderwijs voor Sociale Promotie.

Ze heeft tot doel op zoek te gaan naar ondernemingen, Kenniscentra en gewestelijke vormingscentra, universiteiten, erkende onderzoekscentra, hoge scholen en openbare administraties die materiaal zouden kunnen afstaan aan kwalificerende instellingen en instellingen voor sociale promotie, de behoeften inzake materiaal van de inrichtingen ter kennis te brengen van de ondernemingen en de verdeling van het materiaal over de inrichtingen van de verschillende netten te laten geschieden.

Het voorstel tot verdeling houdt rekening met de prioriteiten vastgelegd door de opvolgingscommissie bedoeld in artikel 8.

Dit voorstel gaat uit van de resultaten van het kadaster van de pedagogische voorzieningen.

In dit opzicht maakt deze VZW deel uit van de bestendige administratieve Task force bedoeld in artikel 2.

Een bedrag van euro 100.000 kan ook jaarlijks van de bovenvermelde bedragen worden afgenomen voor de tenlasteneming van de verplaatsingen van de leerlingen en leerkrachten, van de onderwijsinrichting van oorsprong naar de gelabelde CGT's of voor hun verblijf.

Dit bedrag wordt verdeeld tussen de scholen van het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest naar rato van de schoolbevolking ingeschreven voor de bij dit samenwerkingsakkoord bedoelde afdelingen.

De tenlasteneming van deze verplaatsings- en verblijfskosten gebeurt op grond van een gemeenschappelijke tarifering opgesteld door de Regering van de Franse Gemeenschap.

In functie van de beschikbare begrotingsmarges kunnen, indien nodig, bijkomende bedragen door de Franse Gemeenschap worden besteed aan de tenlasteneming van deze verplaatsings- en verblijfskosten.

De bij het decreet van 28 april 2004 voorziene bedragen waarvan de bedragen bestemd voor de bovengenoemde VZW en de verplaatsings- en verblijfskosten van de leerlingen en leerkrachten naar de CGT's worden afgetrokken, worden verdeeld tussen het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest naar rato van de schoolbevolking ingeschreven voor de bij dit samenwerkingsakkoord bedoelde afdelingen.

Indien blijkt dat het deel van het Waalse Gewest in het bedrag besteed aan de verplaatsings- en verblijfskosten van de leerlingen en de leerkrachten naar de CGT's niet geheel of gedeeltelijk gebruikt is, wordt het niet uitgegeven bedrag besteed aan de financiering van de pedagogische voorzieningen van de CGT's, alsook aan de financiering van de inrichting van de lokalen die de pedagogische voorzieningen van de gelabelde CGT's herbergen.

Het deel van de middelen die aan de scholen in het Waalse Gewest worden besteed, laat de financiering van de oprichting van CGT's toe vanaf 2007 en ook het verder gebruik van middelen voor de modernisering van de pedagogische voorziening van de kwalificerende onderwijsinrichtingen.

Ter informatie, de bij het Decreet van 28 april 2004 voorziene middelen voor het begrotingsjaar 2006 om de pedagogische voorzieningen van de onderwijsinrichtingen te moderniseren, zouden van 2007 tot 2013 op een constant niveau blijven.

De middelen besteed aan de gelabelde CGT's worden uitsluitend gebruikt voor de aankoop van kwaliteitsvolle pedagogische voorzieningen en de inrichting van lokalen die de verworven voorzieningen moeten herbergen.

Bij wijze van uitzondering en in naar behoren gemotiveerde gevallen kan de aankoop van gebouwen voor een maximum bedrag van euro 1.000.000 worden overwogen.

De verworven voorzieningen en gebouwen blijven eigendom van de Franse Gemeenschap die ze opnieuw in bezit kan nemen, mocht de labeling van de CGT's worden ontnomen.

Bovendien moet de Franse Gemeenschap drie opdrachthouders aanwijzen om het beheer van de administratieve en financiële dossiers van de CGT projecten waar te nemen.

De bedragen bestemd voor de acties omschreven in artikel 1, 1° en 2° worden gebruikt overeenkomstig de modaliteiten bedoeld in artikel 4.

Art. 4.Het beschikken over deze bedragen is gekoppeld aan : 1° voor de Kenniscentra, in het kader van de actie bedoeld in artikel 1, 1° : a) het sluiten van bilaterale overeenkomsten tussen, enerzijds, de voorzitters van de Kenniscentra in VZW of de FOREm voor de Kenniscentra in eigen beheer bij de FOREm en, anderzijds, de inrichtende machten (die desgevallend hun bevoegdheid kunnen overdragen) van de betrokken onderwijsinrichting.Deze bilaterale overeenkomsten moeten de respectievelijke verbintenissen van beide partijen voorzien inzake de toegangsmodaliteiten tot de voorzieningen (met inbegrip van de tenlasteneming van de vervoerskosten) en de specifieke vormingsprogramma's voor de begunstigden vermeld in artikel 1, 1°; b) het versturen door de gewestelijke Kenniscentra van een driemaandelijkse schuldvordering naar de FOREm als coördinator van het netwerk van Kenniscentra op basis van de uren van de leerlingen en de leerkrachten van de drie betrokken onderwijstypes alsook hun verplaatsings- en verblijfskosten. De terugbetaling van de Kenniscentra door de FOREm gebeurt op basis van een gemiddelde kost van 15 euro per vormingsuur voor de groepen van leerkrachten, van euro 5 per vormingsuur voor de groepen van leerlingen die door hun eigen leerkrachten worden opgeleid en van euro 10 per vormingsuur voor de gemengde groepen bestaande uit leerlingen en leerkrachten. De kosten in verband met het vervoer en het verblijf van de leerlingen en leerkrachten worden voor zover zij door de onderwijsinrichtingen worden georganiseerd en gecontroleerd ook door de Kenniscentra ten laste genomen en door de FOREm terugbetaald.

Om het vermeerderingseffect te bevorderen en om de pedagogische rol van de leerkrachten niet in waarde te doen dalen, wordt voorrang gegeven aan de financieringsformules ( euro 5 per uur en euro 15 per uur) die de vorming van de leerlingen door hun eigen leerkrachten toelaten.

Deze financiering laat de Kenniscentra toe om de kosten i.v.m. de terbeschikkingstelling van voorzieningen, infrastructuur, grondstoffen nodig voor de vorming, alsook de kosten van de opleiders ten laste te nemen.

De afstandsvormingsuren uitgewerkt door de Kenniscentra en bestemd voor de leerlingen en leerkrachten worden ten belope van euro 5 per vormingsuur gevolgd door de leerlingen en leerkrachten aan de Kenniscentra terugbetaald. De terugbetaling van de afstandsvormingsuren gebeurt op basis van een aantal uren dat gelijk is aan dezelfde vormingsmodule gegeven in de vorm van een contactopleiding.

De kosten i.v.m. de leerlingen en leerkrachten zoals de verbruikbare basisgoederen, de verzekeringen, het medisch onderzoek worden ten laste genomen en vallen onder de verantwoordelijkheid van de onderwijsinrichtingen. 2° voor de gelabelde CGT's, in het kader van de actie bedoeld in artikel 1, 2° : a) de inachtneming van zes criteria opgenomen in artikel 1, 2°;b) Voor elk gebied, een adviesaanvraag aan de Zonale programmeringsraad van het officieel onderwijs en aan de Zonale programmeringsraad van het vrij onderwijs op basis van het kadaster van beschikbare voorzieningen;c) een verzoek om advies bij het betrokken sectorfonds en het betrokken SCAV zoals bedoeld in artikel 2, over de sectorale en geografische relevantie van de aankopen. De leerlingen die een vorming volgen in een CGT worden door hun eigen leerkrachten begeleid.

Deze leerkrachten moeten eerst een aangepaste vorming hebben gekregen en dit kunnen bewijzen, rekening houdend met het materieel dat door de CGT wordt terbeschikking gesteld.

De leerkrachten kunnen deze vorming onder meer in een bevoegdheidcentrum, in de betrokken CGT of in een andere CGT volgen.

De kosten in verband met de vormingen (met uitzondering van de administratieve kosten die ten laste vallen de CGT's) worden ten laste genomen en vallen onder de verantwoordelijkheid van de onderwijsinrichtingen van oorsprong op grond van een gemeenschappelijke tarifering opgesteld door de Regering van de Franse Gemeenschap.

De organisatie en de controle van het vervoer en het verblijf van de leerlingen en de leerkrachten vallen onder de verantwoordelijkheid van de onderwijsinrichting van oorsprong.

Een bedrag van euro 100.000 kan jaarlijks van de in artikel 3 bedoelde bedragen worden afgenomen voor de tenlasteneming van de verplaatsingskosten van de leerlingen en leerkrachten van de onderwijsinrichting van oorsprong naar de gelabelde CGT's of voor hun verblijf.

Dit bedrag wordt verdeeld tussen het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest naar rato van de schoolbevolking ingeschreven voor de bij dit samenwerkingsakkoord bedoelde afdelingen. De tenlasteneming van deze verplaatsings- en verblijfskosten gebeurt op grond van een gemeenschappelijke tarifering opgesteld door de Regering van de Franse Gemeenschap.

In functie van de beschikbare begrotingsmarges kunnen, indien nodig, bijkomende bedragen door de Franse Gemeenschap worden besteed aan de tenlasteneming van deze verplaatsings- en verblijfskosten.

De werkzoekenden en de werknemers worden door de opleiders van de FOREm of de Kenniscentra gevormd.

De vormingskosten, de verplaatsingskosten en de vormingsvergoedingen van de werkzoekenden worden door de FOREm ten laste genomen.

De vorming van de werknemers moet betaald worden op grond van een gemeenschappelijke tarifering opgesteld door de Regering van de Franse Gemeenschap.

De vormingskosten van de werknemers (namelijk de werkingskosten van de terbeschikkinggestelde voorzieningen) worden ten laste genomen volgens de modaliteiten omschreven in het kader van de overeenkomsten gesloten tussen de Minister van het Verplicht onderwijs en het onderwijs voor sociale promotie en de sectorfondsen.

Art. 5.Er zal naar bijkomende financieringen worden gezocht in het kader van de programmering 2007-2013 van de Europese structuurfondsen en bij de sociale partners in het kader van de sectorfondsen.

De tussenkomst van de sectorfondsen wordt bepaald in het kader van de overeenkomsten gesloten tussen de Ministers van Vorming en van het Kwalificerend onderwijs, de operatoren in de beroepsopleiding en de sectorfondsen.

Als het gaat om de vorming van werkzoekenden en werknemers zal men beroep kunnen doen op financiële incentives, zowel op gewestelijk als provinciaal of federaal vlak.

Art. 6.De Regeringen richten een Begeleidingscomité op.

Het Begeleidingscomité is samengesteld uit : 1° een vertegenwoordiger van de Minister-President van het Waalse Gewest en een vertegenwoordiger van de Minister van Beroepsopleiding voor de Regering van het Waalse Gewest;2° een vertegenwoordiger van de Minister van het Verplicht Onderwijs, een vertegenwoordiger van de Minister van het Onderwijs voor Sociale Promotie en een vertegenwoordiger van de Minister van Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek voor de Regering van de Franse Gemeenschap;3° vier vertegenwoordigers van de Waalse sociale gesprekpartners aangewezen door de Waalse Regering op de voordracht van de "CESRW" "Conseil économique et social de la Région wallonne" (Sociaal-Economische Raad van het Waalse Gewest);4° drie leden aangewezen door de representatieve vakorganisaties van de personeelsleden van het onderwijs dat door de Franse Gemeenschap is ingericht of gesubsidieerd;5° een vertegenwoordiger van de FOREm als coördinator van het netwerk van Kenniscentra met raadgevende stem;6° een vertegenwoordiger van de Directie beroepsopleiding van het Directoraat-generaal Economie en Tewerkstelling van het Ministerie van het Waalse Gewest en een vertegenwoordiger van het Directoraat-generaal van het Verplicht Onderwijs van de Franse Gemeenschap, met raadgevende stem, die beurtelings het secretariaat waarnemen. De "FOREm" als coördinator van het netwerk van Kenniscentra en de Regering van de Franse Gemeenschap als coördinator van het netwerk van de gelabelde CTA zijn ermee belast het Begeleidingscomité een halfjaarlijks samengevoegd verslag te bezorgen die de indicatoren i.v.m. de verwezenlijking en de impact van gefinancierde acties vermeldt. Deze indicatoren hebben onder meer betrekking op de gevolgen op de integratie van de leerlingen, de voortgezette opleiding van de leerkrachten en de attractiviteit van de betrokken beroepen en richtingen.

Het voorzitterschap van het Begeleidingscomité wordt afwisselend en voor een duur van zes maanden waargenomen door een vertegenwoordiger van de Minister van Vorming voor de Regering van het Waalse Gewest en door een vertegenwoordiger van de Minister van het Verplicht Onderwijs voor de Regering van de Franse Gemeenschap.

Art. 7.Het Begeleidingscomité : 1° houdt toezicht op de uitvoering van het pedagogisch voorzieningsplan van de gelabelde CGT's en op de opening van de Kenniscentra voor het onderwijs;2° evalueert de in het raam van dit samenwerkingsakkoord uitgevoerde acties;3° verstuurt aan de Regeringen, alsook aan de Begeleidingscommissie opgericht bij het Decreet van 27 maart 2002 betreffende de begeleiding van het onderwijssysteem van de Franse Gemeenschap en aan de "Conseil économique et social de la Région wallonne"een globale jaarlijkse evaluatie alsmede elk advies die de in artikel 1 bedoelde doelstelling beter helpen bereiken. Het Begeleidingscomité neemt beslissingen op grond van een consensus.

De Regeringen leggen de werkingsregels van het Begeleidingscomité vast en keuren het huishoudelijk reglement goed dat door het Begeleidingscomité wordt voorgelegd, binnen drie maanden na de inwerkingtreding van dit samenwerkingsakkoord.

Art. 8.De Regeringen richten twee Commissies op voor de operationele opvolging.

De eerste Commissie is belast met de goedkeuring en de opvolging van het aanbod van de Kenniscentra dat voor het onderwijs bestemd is;

De tweede Commissie is na een oproep tot netoverschrijdende projecten en op basis van het kadaster van voorzieningen en behoeften aan geïdentificeerde vorming per onderwijsgebied belast met : 1° het voorleggen aan de Regering van de Franse Gemeenschap van een voorstel om de CGT projecten te selecteren.Op basis van dit voorstel selecteert de Regering van de Franse Gemeenschap de CGT projecten en kent ze deze projecten een "CGT" label toe; 2° het selecteren van de aanvragen betreffende de pedagogische voorzieningen en de inrichting van lokalen die voorzieningen van de CGT's moeten herbergen en deze aanvragen aan de Regering van de Franse Gemeenschap voorleggen. De eerste Commissie voor de operationele opvolging is samengesteld uit : 1° een vertegenwoordiger van de Minister van Beroepsopleiging voor de Regering van het Waalse Gewest;2° een vertegenwoordiger van de FOREm als coördinator van het netwerk van Kenniscentra;3° de Directeurs van de gelabelde Kenniscentra;4° een vertegenwoordiger van het Directoraat-generaal van het Verplicht Onderwijs van de Franse Gemeenschap met raadgevende stem. Het voorzitterschap van de eerste Commissie voor de operationele opvolging wordt door een vertegenwoordiger van de Minister van Beroepsopleiging voor de Regering van het Waalse Gewest waargenomen.

De eerste Commissie voor de operationele opvolging neemt beslissingen op grond van een consensus.

De tweede Commissie voor de operationele opvolging is samengesteld uit : 1° een vertegenwoordiger van de Minister van het Verplicht Onderwijs en een vertegenwoordiger van de Minister van het Onderwijs voor Sociale Promotie voor de Regering van de Franse Gemeenschap;2° vier vertegenwoordigers van de onderwijsnetten, waarvan de helft uit het niet-confessionele onderwijs en de andere helft uit het confessionele onderwijs aangewezen door de Regering van de Franse Gemeenschap op de voordracht van de Algemene overlegraad van het secundair onderwijs;3° de Directeur-generaal van het Verplicht Onderwijs van de Franse Gemeenschap of diens vertegenwoordiger met raadgevende stem;4° een vertegenwoordiger van de FOREm als coördinator van het netwerk van Kenniscentra met raadgevende stem;5° een vertegenwoordiger van het Directoraat-generaal van het Verplicht onderwijs van de Franse Gemeenschap met raadgevende stem, die het secretariaat waarneemt. Het voorzitterschap van de tweede Commissie voor de operationele opvolging wordt waargenomen door de vertegenwoordiger van de Minister van het Verplicht Onderwijs voor de Regering van de Franse Gemeenschap.

De tweede Commissie voor de operationele opvolging neemt beslissingen betreffende de selectievoorstellen van de CGT projecten op grond van een consensus. Bij gebrek aan deze neemt de Commissie haar beslissingen bij een tweederde meerderheid van de aanwezige stemgerechtigde leden. Bij staking van stemmen is de stem van de voorzitter doorslaggevend.

Om de samenhang tussen de Waalse en de Brusselse projecten te garanderen, worden de leden van de Commissie voor operationele opvolging die opgericht is in het kader van het samenwerkingsakkoord tussen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, de Franse Gemeenschap en de Franse Gemeenschapscommissie betreffende de terbeschikkingstelling van voorzieningen in het kader van de herwaardering van het kwalificerend onderwijs en de samenwerking tussen de Centra voor gevorderde technologieën en de Professionele referentiecentra uitgenodigd om aan de werkzaamheden van deze tweede Commissie voor de operationele opvolging deel te nemen.

Art. 9.De selectie- en labelingprocedure van de CGT's verloopt als volgt : 1° goedkeuring van het bestek door de Regering van de Franse Gemeenschap op voorstel van de tweede commissie voor de operationele opvolging bedoeld in artikel 8;2° oproep tot projecten bij de kwalificerende onderwijsinrichtingen;3° ontvangst en administratieve behandeling van de kandidaturen door het Directoraat-generaal van het Verplicht onderwijs;4° Voor elke zone, adviesaanvraag aan de Zonale programmeringsraad van het officieel onderwijs en aan de Zonale programmeringsraad van het vrij onderwijs op basis van het kadaster van beschikbare voorzieningen;5° adviesaanvraag aan de SCAV's en aan de sectorfondsen op basis van het kadaster van beschikbare voorzieningen;6° voorstel tot selectie door de tweede Commissie voor operationele opvolging bedoeld in artikel 8 op basis van de toekennings- en voorrangscriteria omschreven in artikel 2;7° gemotiveerd advies van het Begeleidingscomité bedoeld in artikel 6°;8° beslissing tot toekenning van een label door de Regering van de Franse Gemeenschap op grond van de voorstellen van de tweede Commissie voor de operationele opvolging bedoeld in artikel 8 en van de gemotiveerde adviezen van het Begeleidingscomité bedoeld in artikel 6.

Art. 10.Dit samenwerkingsakkoord wordt gesloten voor een periode die ingaat op 1 januari 2007 en eindigt op 31 december 2013.

Voor het Waalse Gewest : De Minister-President, E. DI RUPO De Minister van Vorming, Mevr. M. ARENA Voor de Franse Gemeenschap : De Minister-President belast met Onderwijs, Mevr. M. ARENA De Minister van Verplicht Onderwijs, Onderwijs voor Sociale Promotie, Hoger Onderwijs en Wetenschapsbeleid, Mevr. M.-D. SIMONET

^