Etaamb.openjustice.be
Decreet van 18 mei 1999
gepubliceerd op 30 juni 1999

Decreet houdende wijziging van het decreet van 22 februari 1995 houdende regeling van het administratief toezicht op de provincies in het Vlaamse Gewest

bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
numac
1999035807
pub.
30/06/1999
prom.
18/05/1999
ELI
eli/decreet/1999/05/18/1999035807/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

18 MEI 1999. - Decreet houdende wijziging van het decreet van 22 februari 1995 houdende regeling van het administratief toezicht op de provincies in het Vlaamse Gewest (1)


Het Vlaams Parlement heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt :

Artikel 1.Dit decreet regelt een gewestaangelegenheid.

Art. 2.Aan hoofdstuk II, afdeling 1, van het decreet van 22 februari 1995 tot regeling van het administratief toezicht op de provincies in het Vlaamse Gewest, wordt een artikel 5bis toegevoegd, dat luidt als volgt : « Artikel 5bis Elke provinciale overheid die een statutair personeelslid ontslaat als gevolg van één of meer negatieve evaluaties, is, op straffe van nietigheid van haar besluit, verplicht dat besluit, samen met het volledige evaluatiedossier, naar de Vlaamse regering te zenden. De provinciale overheid zendt het besluit en het dossier naar de Vlaamse regering op dezelfde dag waarop ze het besluit met een aangetekende brief aan het betrokken personeelslid zendt of het hem tegen ontvangstbewijs overhandigt.

Het ontslag is de handeling waarbij een overheid het statutaire dienstverband beëindigt. De evaluatie is de procedure waarmee een overheid een oordeel formuleert over de manier waarop een personeelslid als dusdanig functioneert. ».

Art. 3.Aan hoofdstuk II, afdeling 1, van hetzelfde decreet wordt een artikel 5ter toegevoegd, dat luidt als volgt : « Artikel 5ter Het betrokken personeelslid kan bij de Vlaamse regering beroep instellen tegen het besluit waarbij een provinciale overheid dat personeelslid ontslaat als gevolg van negatieve evaluaties, binnen een termijn van dertig dagen nadat het personeelslid kennis heeft genomen van het ontslagbesluit. Het beroep schorst de beslissing. ».

Art. 4.Aan hoofdstuk II, afdeling 1, van hetzelfde decreet wordt een artikel 5quater toegevoegd, dat luidt als volgt : « Artikel 5quater De Vlaamse regering keurt het ontslagbesluit goed of keurt het niet goed.Ze verstuurt haar besluit naar de betrokken partijen binnen een termijn van zestig dagen vanaf de dag dat de regering het beroep heeft ontvangen. Als binnen die termijn geen beslissing is verstuurd, wordt het besluit van de provinciale overheid als goedgekeurd beschouwd. ».

Art. 5.Aan hoofdstuk II, afdeling 1, van hetzelfde decreet wordt een artikel 5quinquies toegevoegd, dat luidt als volgt : « Artikel 5quinquies § 1. De Vlaamse regering kan geen uitspraak in beroep doen, zonder aan het personeelslid en de provinciale overheid de kans te bieden om gehoord te worden. Een ambtenaar van niveau A van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap leidt de hoorzitting. § 2. De Vlaamse regering roept, met een aangetekende brief of met een brief tegen ontvangstbewijs, de partijen op, ten minste twaalf dagen voor de hoorzitting. Ze voegt een eensluidend verklaard afschrift van het beroepschrift bij de oproepingsbrief aan de provinciale overheid.

De oproepingsbrief vermeldt : 1° plaats, dag en uur van de hoorzitting;2° het recht van de partijen om zich te laten bijstaan door een verdediger;3° de plaats waar en de termijn waarbinnen de partijen het evaluatiedossier kunnen inzien;4° het recht van het personeelslid om de openbaarheid van de hoorzitting te vragen. § 3. De partijen en hun verdediger kunnen het dossier raadplegen vanaf de oproeping tot en met de dag voor de verschijning. § 4. De ambtenaar die de hoorzitting leidt, stelt ter zitting een proces-verbaal op. Het proces-verbaal bevat de opsomming van alle vereiste procedurehandelingen en vermeldt bij iedere handeling of ze verricht is. De voorzittende ambtenaar leest het proces-verbaal onmiddellijk voor en verzoekt de partijen het te ondertekenen. Zij kunnen voorbehoud aantekenen bij de ondertekening. Als een partij weigert te ondertekenen, maakt de voorzittende ambtenaar daarvan melding in het proces-verbaal. Als een partij schriftelijk afstand heeft gedaan van het recht om gehoord te worden, of niet verschenen is op de hoorzitting, vermeldt de ambtenaar dat in het proces-verbaal. § 5. De Vlaamse regering verwijst in haar besluit naar het proces-verbaal van de hoorzitting. § 6. De hoorzitting is openbaar, als het personeelslid daarom verzoekt. ».

Art. 6.Aan hoofdstuk II, afdeling 1, van hetzelfde decreet wordt een artikel 5sexies toegevoegd, dat luidt als volgt : « Artikel 5sexies De provinciegriffier en de provincieontvanger kunnen bij de Vlaamse regering beroep instellen tegen de besluiten waarbij de bestendige deputatie of de provincieraad hen negatief evalueert of ontslaat als gevolg van negatieve evaluaties. Zij moeten beroep instellen binnen een termijn van dertig dagen nadat zij kennis genomen hebben van dat besluit. Het beroep tegen een ontslagbesluit schorst de beslissing. ».

Art. 7.Aan hoofdstuk II, afdeling 1, van hetzelfde decreet wordt een artikel 5septies toegevoegd, dat luidt als volgt : « Artikel 5septies De Vlaamse regering keurt het negatieve evaluatiebesluit of het ontslagbesluit goed of keurt het niet goed. Ze verstuurt haar uitspraak naar de betrokken partijen binnen een termijn van zestig dagen vanaf de dag dat de regering het beroep heeft ontvangen. Als binnen die termijn geen beslissing is verstuurd, wordt het besluit van de provinciale overheid als goedgekeurd beschouwd. ».

Art. 8.Aan hoofdstuk II, afdeling 1, van hetzelfde decreet wordt een artikel 5octies toegevoegd, dat luidt als volgt : « Artikel 5octies De procedure, beschreven in artikel 5quinquies, is van toepassing op de besluiten waarvan sprake is in artikel 5sexies. ».

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 18 mei 1999.

De Minister-President van de Vlaamse regering, L. VAN DEN BRANDE De Vlaamse minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Stedelijk Beleid en Huisvesting, L. PEETERS _______ Nota (1) Zitting 1998-1999 Stukken.- Voorstel van decreet : 1329, nr. 1. - Amendement : 1329, nr. 2. - Verslag : 1329, nr. 3 Handelingen. - Bespreking en aanneming. Vergaderingen van 4 en 5 mei 1999.

^