gepubliceerd op 26 juli 2021
Decreet tot wijziging van regelgeving in het kader van de Vlaamse sociale bescherming
18 JUNI 2021. - Decreet tot wijziging van regelgeving in het kader van de Vlaamse sociale bescherming(1)
Het VLAAMS PARLEMENT heeft aangenomen en Wij, REGERING, bekrachtigen hetgeen volgt: Decreet tot wijziging van regelgeving in het kader van de Vlaamse sociale bescherming HOOFDSTUK 1. - Inleidende bepaling
Artikel 1.Dit decreet regelt een gemeenschapsaangelegenheid. HOOFDSTUK 2. - Wijzigingsbepalingen Afdeling 1. - Wijzigingen van het Gerechtelijk Wetboek
Art. 2.In artikel 581, 1°, van het Gerechtelijk Wetboek, gewijzigd bij het decreet van 6 juli 2018, wordt de zinsnede "en uit het decreet van 18 mei 2018 betreffende de overname van de sectoren psychiatrische verzorgingstehuizen, initiatieven van beschut wonen, revalidatieovereenkomsten, revalidatieziekenhuizen en multidisciplinaire begeleidingsequipes voor palliatieve verzorging" opgeheven.
Art. 3.In artikel 582, 2°, van hetzelfde wetboek, het laatst gewijzigd bij het decreet van 18 mei 2018, wordt de zinsnede "81, 89, 93, 104, 127, 129" vervangen door de zinsnede "76/2".
Art. 4.In artikel 1410, § 2, eerste lid, van hetzelfde wetboek, het laatst gewijzigd bij de wet van 1 maart 2019, wordt punt 12°, ingevoegd bij het decreet van 6 juli 2018, opgeheven. Afdeling 2. - Wijzigingen van de gecoördineerde wet van 10 juli 2008
op de ziekenhuizen en andere verzorgingsinrichtingen
Art. 5.Artikel 110 van de gecoördineerde wet van 10 juli 2008 op de ziekenhuizen en andere verzorgingsinrichtingen, vervangen bij het decreet van 6 juli 2018, wordt vervangen door wat volgt: "
Art. 110.Als de ziekenhuisverpleging aanleiding geeft tot een tegemoetkoming in het kader van de Vlaamse sociale bescherming verleent de Vlaamse Gemeenschap het budget.".
Art. 6.In artikel 115 van dezelfde wet, vervangen bij het decreet van 6 juli 2018, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° het eerste lid wordt vervangen door wat volgt: "Voor de gebruikers, vermeld in artikel 2, eerste lid, 11°, van het decreet van 18 mei 2018 houdende de Vlaamse sociale bescherming, wordt een gedeelte van het budget zoals vastgesteld door de Vlaamse Regering door de zorgkassen in twaalfden uitbetaald.De Vlaamse Regering bepaalt de modaliteiten voor de uitbetaling door de zorgkassen."; 2° in het tweede lid wordt de zinsnede "verzekeringsinstellingen, vermeld in het eerste lid," vervangen door de zinsnede "zorgkassen, vermeld in artikel 2, eerste lid, 47°, van het decreet van 18 mei 2018 houdende de Vlaamse sociale bescherming.".
Art. 7.In artikel 116 van dezelfde wet, vervangen bij het decreet van 6 juli 2018, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° paragraaf 1 wordt opgeheven;2° paragraaf 2 wordt vervangen door wat volgt: " § 2.Als de ziekenhuisverpleging geen aanleiding geeft tot een tegemoetkoming in het kader van de Vlaamse sociale bescherming kan de Vlaamse Regering, conform de door haar bepaalde voorwaarden en regels, een minimale prijs per parameter van activiteit vaststellen, onder meer op basis van het budget.".
Art. 8.In artikel 119 van dezelfde wet, vervangen bij het decreet van 6 juli 2018, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1, eerste lid, wordt de zinsnede "en de instellingen, vermeld in artikel 110, treden tot beloop van hun" vervangen door de woorden "treedt tot beloop van haar", en wordt het woord "zijn" vervangen door het woord "is";2° in paragraaf 1 wordt het derde lid opgeheven;3° in paragraaf 2, eerste lid, wordt de zinsnede "verzekeringsinstellingen, vermeld in dit decreet," vervangen door de zinsnede "zorgkassen, vermeld in artikel 2, eerste lid, 47°, van het decreet houdende de Vlaamse sociale bescherming,". Afdeling 3. - Wijzigingen van het decreet van 18 mei 2018 houdende de
Vlaamse sociale bescherming
Art. 9.In artikel 2, eerste lid, van het decreet van 18 mei 2018 houdende de Vlaamse sociale bescherming, gewijzigd bij het decreet van 15 februari 2019, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in punt 1° wordt het getal "9" vervangen door het getal "10";2° er worden een punt 5° /1, een punt 5° /2, een punt 5° /3 en een punt 5° /4 ingevoegd, die luiden als volgt: "5° /1 centrum voor dagverzorging: een zorgvoorziening als vermeld in artikel 23 van het Woonzorgdecreet van 15 februari 2019;5° /2 centrum voor dagverzorging met een bijkomende erkenning: een zorgvoorziening als vermeld in artikel 46 van het Woonzorgdecreet van 15 februari 2019;5° /3 centrum voor kortverblijf: het centrum voor kortverblijf type 1, vermeld in artikel 26, § 1, tweede lid, 1°, van het Woonzorgdecreet van 15 februari 2019, met uitsluiting van het centrum voor kortverblijf dat uitgebaat wordt in de daartoe bestemde lokalen van een erkend centrum voor herstelverblijf; 5° /4 centrum voor kortverblijf met een bijkomende erkenning: een zorgvoorziening als vermeld in artikel 45 van het Woonzorgdecreet van 15 februari 2019;"; 3° er wordt een punt 8° /1 ingevoegd, dat luidt als volgt: "8° /1 decreet van 6 juli 2018: het decreet van 6 juli 2018 betreffende de overname van de sectoren psychiatrische verzorgingstehuizen, initiatieven van beschut wonen, revalidatieovereenkomsten, revalidatieziekenhuizen en multidisciplinaire begeleidingsequipes voor palliatieve verzorging;"; 4° er wordt een punt 12° /1 ingevoegd, dat luidt als volgt: "12° /1 gegevens over gezondheid: gegevens over gezondheid als vermeld in artikel 4, 15), van de algemene verordening gegevensbescherming;"; 5° er wordt een punt 17° /1 ingevoegd, dat luidt als volgt: "17° /1 initiatief van beschut wonen: een initiatief van beschut wonen als vermeld in artikel 2, 9°, van het decreet van 6 juli 2018;"; 6° er wordt een punt 20° /1 ingevoegd, dat luidt als volgt: "20° /1 multidisciplinair overleg: een overleg waarbij zorgaanbieders van verschillende disciplines aanwezig zijn, naast een overlegorganisator, en waarbij de zorg en ondersteuning in de thuissituatie voor een gebruiker wordt afgestemd, het zorgproces wordt gestroomlijnd en het zorgteam rond die gebruiker wordt afgebakend;"; 7° er wordt een punt 20° /2 ingevoegd, dat luidt als volgt: "20° /2 multidisciplinaire begeleidingsequipe voor palliatieve verzorging: een multidisciplinaire begeleidingsequipe als vermeld in artikel 2, 11°, van het decreet van 6 juli 2018;"; 8° er wordt een punt 21° /1 ingevoegd, dat luidt als volgt: "21° /1 overlegorganisator: een zorgaanbieder die, op verzoek van een gebruiker, de mantelzorger van de gebruiker of een zorgaanbieder van het zorgteam, het multidisciplinair overleg voorbereidt, vastlegt en zorgt voor de vastlegging van de gemaakte afspraken in een zorgen ondersteuningsplan, vanuit een neutrale en onafhankelijke positie ten aanzien van het zorgteam;"; 9° in punt 23° worden de woorden "of een" vervangen door de zinsnede ", een";10° aan punt 23° wordt de zinsnede ", een tegemoetkoming voor de organisatie van en de deelname aan multidisciplinair overleg of een tegemoetkoming voor reiskosten" toegevoegd; 11° er wordt een punt 24° /1 ingevoegd, dat luidt als volgt: "24° /1 psychiatrisch verzorgingstehuis: een psychiatrisch verzorgingstehuis als vermeld in artikel 2, 12°, van het decreet van 6 juli 2018;"; 12° er wordt een punt 25° /1 ingevoegd, dat luidt als volgt: "25° /1 revalidatieovereenkomst: de overeenkomst als vermeld in artikel 75 van het decreet van 6 juli 2018;"; 13° er wordt een punt 25° /2 ingevoegd, dat luidt als volgt: "25° /2 revalidatieverstrekking: de volledige therapeutische activiteit per tijdsdeel, in contact met de gebruiker of zijn context, en de ondersteunende werking om die activiteit mogelijk te maken;"; 14° punt 26° wordt vervangen door wat volgt: "26° revalidatievoorziening: een revalidatievoorziening als vermeld in artikel 2, 16°, van het decreet van 6 juli 2018;"; 15° punt 30° wordt vervangen door wat volgt: "30° tegemoetkoming: een zorgbudget, een zorgticket, een tegemoetkoming voor mobiliteitshulpmiddelen, een tegemoetkoming voor de organisatie van en de deelname aan multidisciplinair overleg of een tegemoetkoming voor reiskosten;"; 16° er wordt een punt 37° /1 ingevoegd, dat luidt als volgt: "37° /1 vervoerder: een professionele vervoerder die een gebruiker vervoert in een voertuig dat aangepast is voor het vervoer in een rolstoel, en dat vervoer naar en van een revalidatievoorziening of indicatiesteller doet;"; 17° er worden een punt 40° /1 en een punt 40° /2 ingevoegd, die luiden als volgt: "40° /1 woonzorgcentrum: een zorgvoorziening als vermeld in artikel 33 van het Woonzorgdecreet van 15 februari 2019; 40° /2 woonzorgcentrum met een bijkomende erkenning: een zorgvoorziening als vermeld in artikel 44, § 1, van het Woonzorgdecreet van 15 februari 2019;"; 18° punt 43° wordt opgeheven; 19° er wordt een punt 44° /1 ingevoegd, dat luidt als volgt: "44° /1 zorgaanbieder: een zorgaanbieder als vermeld in artikel 2, 14°, van het decreet van 26 april 2019 betreffende de organisatie van de eerstelijnszorg, de regionale zorgplatformen en de ondersteuning van de eerstelijnszorgaanbieders;"; 20° er wordt een punt 48° /1 ingevoegd, dat luidt als volgt: "48° /1 zorgteam: een zorgteam als vermeld in artikel 2, 19°, van het decreet van 26 april 2019 betreffende de organisatie van de eerstelijnszorg, de regionale zorgplatformen en de ondersteuning van de eerstelijnszorgaanbieders;".
Art. 10.In artikel 4, eerste lid, van hetzelfde decreet wordt een punt 10° toegevoegd, dat luidt als volgt: "10° het multidisciplinair overleg.".
Art. 11.In artikel 15, § 3, tweede lid, 2°, van hetzelfde decreet wordt de zinsnede "in de ziekteverzekering, vermeld in artikel 37, § 19, van de Ziekteverzekeringswet" vervangen door de zinsnede "als vermeld in artikel 37, § 19, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, voor wie sociale correcties worden toegepast conform artikel 45, § 1, vierde en vijfde lid, van dit decreet".
Art. 12.In artikel 18, eerste lid, 2°, van hetzelfde decreet wordt het woord "Ziekteverzekeringswet" vervangen door de zinsnede "wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994".
Art. 13.In artikel 28/1, § 2, tweede lid, van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 3 mei 2019, wordt tussen het woord "gebruiker" en het woord "die" de zinsnede "of, wat tegemoetkomingen voor reiskosten betreft, per vervoerder" ingevoegd.
Art. 14.In artikel 34, eerste lid, van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° punt 3° wordt vervangen door wat volgt: "3° de controle op de aangevraagde tegemoetkomingen voor zorg, in de gevallen bepaald door de Vlaamse Regering;"; 2° er worden een punt 4° en een punt 5° toegevoegd, die luiden als volgt: "4° de adviesverlening over de ontvankelijkheid van de aanvraag van een tegemoetkoming op basis van bijzondere noden, vermeld in artikel 129; 5° de controle van de toepassing van het evaluatie-instrument, vermeld in artikel 145, 148, 150 en 152.".
Art. 15.In artikel 37, § 1, van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° tussen het woord "gebruikers" en het woord "die" wordt de zinsnede ", met inbegrip van de gegevens over de gezondheid," ingevoegd, en tussen het woord "indicatiestellingen" en het woord "en" wordt de zinsnede ", de aanvragen" ingevoegd;2° de zinsnede ", 1° " wordt opgeheven.
Art. 16.In artikel 39, § 2, van hetzelfde decreet wordt tussen het woord "gebruikers" en het woord "die" de zinsnede ", met inbegrip van de gegevens over de gezondheid," ingevoegd.
Art. 17.In artikel 40, eerste lid, van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in punt 1°, 2° en 3° wordt het woord "eensluidend" opgeheven; 2° punt 4° wordt vervangen door wat volgt: "4° advies verlenen over het sluiten, wijzigen en beëindigen van de revalidatieovereenkomsten;"; 3° er worden een punt 5° en een punt 6° toegevoegd, die luiden als volgt: "5° advies verlenen over het sluiten van in de tijd beperkte overeenkomsten met een experimenteel karakter als vermeld in artikel 83 van het decreet van 6 juli 2018; 6° advies verlenen over het sluiten, wijzigen en beëindigen van overeenkomsten met multidisciplinaire begeleidingsequipes voor palliatieve verzorging als vermeld in artikel 91 van het decreet van 6 juli 2018.".
Art. 18.In artikel 41 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1, eerste lid, wordt punt 4° vervangen door wat volgt: "4° wat het recht op een zorgbudget betreft, gedurende ten minste tien jaar waarvan gedurende ten minste vijf opeenvolgende jaren, die voorafgaan aan de opening van het recht op tegemoetkoming conform dit decreet, in het Nederlandse taalgebied of het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad wonen of sociaal verzekerd zijn in de lidstaten van de Europese Unie, in de andere staten die partij zijn bij de Europese Economische Ruimte of in Zwitserland.Voor kinderen tot de leeftijd van achttien jaar geldt die voorwaarde niet, voor de hele duur van de uitvoering van de tegemoetkomingen en voor de duur van de eventuele verlenging ervan;"; 2° aan paragraaf 1, eerste lid, wordt een punt 5° toegevoegd, dat luidt als volgt: "5° wat het recht op een zorgbudget betreft, voldoen aan de inburgeringsplicht, vermeld in artikel 2, eerste lid, 11°, van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratieen inburgeringsbeleid of in artikel 4 van de ordonnantie van 11 mei 2017 betreffende het inburgeringstraject voor de nieuwkomers."; 3° in paragraaf 1 wordt tussen het derde en het vierde lid een lid ingevoegd, dat luidt als volgt: "Wat de tegemoetkoming in het kader van het multidisciplinair overleg betreft, is de termijn van ononderbroken aansluiting, vermeld in het tweede lid, niet van toepassing."; 4° aan paragraaf 2 wordt een tweede lid toegevoegd, dat luidt als volgt: "De Vlaamse Regering bepaalt hoe aangetoond wordt dat voldaan is aan de voorwaarden, vermeld in paragraaf 1, eerste lid, 4° en 5°.".
Art. 19.In artikel 43 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste, het tweede en het derde lid wordt het getal "9" vervangen door het getal "10";2° in het vierde lid wordt tussen de woorden "erkende zorgvoorziening" en de zinsnede ", en die niet aangesloten is bij een zorgkas" de zinsnede "of in het kader van de pijler van de Vlaamse sociale bescherming, vermeld in artikel 4, eerste lid, 10° " ingevoegd.
Art. 20.In artikel 44 van hetzelfde decreet wordt in paragraaf 1, eerste lid, paragraaf 2, eerste lid, en paragraaf 3, eerste lid, het getal "9" vervangen door het getal "10".
Art. 21.In artikel 45, § 1, van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° het vierde lid wordt vervangen door wat volgt: "De Vlaamse Regering kan sociale correcties toepassen voor de leden met recht op een verhoogde tegemoetkoming in de ziekteverzekering als vermeld in artikel 37, § 19, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994."; 2° tussen het vierde en het vijfde lid worden twee leden ingevoegd, die luiden als volgt: "Voor de toepassing van de sociale correcties, vermeld in het vierde lid, moet het lid in voorkomend geval voldoen aan elk van de volgende voorwaarden: 1° gedurende ten minste vijf opeenvolgende jaren in het Nederlandse taalgebied of het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad wonen of sociaal verzekerd zijn in een lidstaat van de Europese Unie, in een andere staat die partij is bij de Europese Economische Ruimte of in Zwitserland;2° voldoen aan de inburgeringsplicht, vermeld in artikel 2, eerste lid, 11°, van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratieen inburgeringsbeleid of in artikel 4 van de ordonnantie van 11 mei 2017 betreffende het inburgeringstraject voor de nieuwkomers. De Vlaamse Regering bepaalt hoe aangetoond wordt dat voldaan is aan de voorwaarden, vermeld in het vijfde lid.".
Art. 22.In artikel 46 van hetzelfde decreet wordt in paragraaf 1 en in paragraaf 2, eerste lid, het getal "9" vervangen door het getal "10".
Art. 23.In artikel 47, § 1, tweede lid, van hetzelfde decreet wordt het woord "Ziekteverzekeringswet" vervangen door de zinsnede "wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994".
Art. 24.In artikel 49 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 2, eerste lid, wordt de zinsnede "eerste lid, 1)," vervangen door de zinsnede "lid 1," en wordt de zinsnede "tweede lid, 2)," vervangen door de zinsnede "lid 2,";2° in paragraaf 2 wordt het tweede lid opgeheven;3° in paragraaf 3, eerste lid, wordt de zinsnede "als vermeld in artikel 4, 15), van de algemene verordening gegevensbescherming" vervangen door de woorden "over de gezondheid";4° in paragraaf 3, eerste lid, 6°, wordt tussen het woord "zorgvoorzieningen" en het woord "en" de zinsnede ", de deelnemers aan het multidisciplinair overleg" ingevoegd; 5° aan paragraaf 3, eerste lid, wordt een punt 13° toegevoegd, dat luidt als volgt: "13° de vervoerder."; 6° in paragraaf 3 worden tussen het eerste en het tweede lid drie leden ingevoegd, die luiden als volgt: "De instanties, vermeld in het eerste lid, verwerken de volgende persoonsgegevens van de gebruiker: 1° de persoonsgegevens die noodzakelijk zijn voor de identificatie van de gebruiker in kwestie en in voorkomend geval de vertegenwoordiger of mantelzorger van de gebruiker;2° de persoonsgegevens, met inbegrip van de gegevens over de gezondheid, die noodzakelijk zijn voor de organisatie en de financiering van de zorg, met inbegrip van de berekening van de bijdragen ten laste van de gebruiker, en voor de vervulling van de opdrachten van de betrokken instantie. De Vlaamse Regering specificeert de persoonsgegevens, vermeld in het tweede lid.
De Vlaamse Regering specificeert in elk geval de gegevens waarop artikel 22, tweede lid, artikel 23, § 1, eerste lid, artikel 37, § 1, artikel 39, § 2, artikel 50, artikel 65, tweede lid, en artikel 133, § 5, betrekking hebben."; 7° in de bestaande paragraaf 3, tweede lid, die paragraaf 3, vijfde lid, wordt, wordt tussen het woord "persoonsgegevens" en het woord "worden" de zinsnede ", met inbegrip van de gegevens over de gezondheid," ingevoegd;8° er wordt een paragraaf 3/1 ingevoegd, die luidt als volgt: " § 3/1.Om de bevoegdheden en taken die bij of krachtens dit decreet worden bepaald, uit te voeren, worden persoonsgegevens van leden van de Zorgkassencommissie, de Expertencommissie, de sectorale adviescommissies, vermeld in artikel 38, de Adviescommissie Mobiliteitshulpmiddelen, vermeld in artikel 132, en de Bijzondere Technische Commissie, vermeld in artikel 133, verwerkt door het agentschap.
Het agentschap verwerkt persoonsgegevens ter identificatie van de leden van de commissies, vermeld in het eerste lid. De Vlaamse Regering kan die persoonsgegevens specificeren."; 9° er wordt een paragraaf 3/2 ingevoegd, die luidt als volgt: " § 3/2.Het agentschap kan persoonsgegevens verwerken over de medewerkers die ingezet worden in de zorgvoorzieningen en de zelfstandigen die zorg verlenen in de zorgvoorzieningen. Die gegevens zijn noodzakelijk om de sociale akkoorden uit te voeren en om de financiering die toekomt aan de zorgvoorzieningen te berekenen. De Vlaamse Regering bepaalt welke gegevens worden verwerkt.
Als dat noodzakelijk is, vraagt het agentschap de gegevens, vermeld in het eerste lid, aan de zorgvoorzieningen in kwestie."; 10° in paragraaf 4, 1°, worden tussen het woord "persoonsgegevens" en de woorden "in het kader" de woorden "van gebruikers" ingevoegd;11° aan paragraaf 4, 1°, wordt de zinsnede ", voor de verwerking van persoonsgegevens van leden van de Zorgkassencommissie, de Expertencommissie, de sectorale adviescommissies, de Adviescommissie Mobiliteitshulpmiddelen en de Bijzondere Technische Commissie en voor de verwerking van persoonsgegevens van medewerkers die ingezet worden in de zorgvoorzieningen en de zelfstandigen die zorg verlenen in de zorgvoorzieningen" toegevoegd;12° in paragraaf 4, 2°, wordt de zinsnede "en voor de verwerking van persoonsgegevens in het kader van hun opdrachten, vermeld in artikel 22" vervangen door de zinsnede ", voor de verwerking van persoonsgegevens van gebruikers in het kader van hun opdrachten, vermeld in artikel 22, en voor de doorgifte van persoonsgegevens conform artikel 46/1";13° in paragraaf 4, 3°, worden tussen het woord "persoonsgegevens" en de woorden "in het kader" de woorden "van gebruikers" ingevoegd;14° in paragraaf 4, 4°, wordt tussen de woorden "de zorgvoorzieningen" en de woorden "en de verstrekkers van mobiliteitshulpmiddelen" de zinsnede ", de deelnemers aan het multidisciplinair overleg" ingevoegd;15° in paragraaf 4, 4°, worden tussen het woord "persoonsgegevens" en de woorden "in het kader" de woorden "van gebruikers" ingevoegd;16° in paragraaf 5 wordt tussen het woord "persoonsgegevens" en het woord "maximaal" de zinsnede ", met inbegrip van de gegevens over de gezondheid," ingevoegd;17° in paragraaf 6, eerste lid, wordt tussen het woord "persoonsgegevens" en het woord "vindt" de zinsnede ", met inbegrip van de gegevens over de gezondheid," ingevoegd;18° in paragraaf 8, eerste lid, wordt het woord "geanonimiseerd" vervangen door het woord "gepseudonimiseerd".
Art. 25.In artikel 50 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 15 februari 2019, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste en het derde lid wordt het woord "Ziekteverzekeringswet" vervangen door de zinsnede "wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994";2° in het eerste lid wordt tussen het woord "gegevens" en het woord "uit" de zinsnede ", met inbegrip van de gegevens over gezondheid," ingevoegd;3° in het derde tot en met het zesde lid wordt tussen het woord "gebruikers" en het woord "die" telkens de zinsnede ", met inbegrip van de gegevens over gezondheid," ingevoegd.
Art. 26.In artikel 51 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in de inleidende zin worden de woorden "de opname van" vervangen door de woorden "de opstart van zorg aan";2° in de inleidende zin wordt de zinsnede "in een zorgvoorziening of met het oog op de verstrekking van een mobiliteitshulpmiddel aan een gebruiker," opgeheven;3° in de inleidende zin wordt tussen het woord "zorgvoorziening" en het woord "of" de zinsnede ", de betrokken deelnemers aan het multidisciplinair overleg" ingevoegd;4° aan punt 2° worden de woorden "en in voorkomend geval de reden waarom iemand niet is aangesloten bij een zorgkas" toegevoegd.
Art. 27.In artikel 52 van hetzelfde decreet wordt paragraaf 2 opgeheven.
Art. 28.In artikel 53 van hetzelfde decreet wordt paragraaf 2 opgeheven.
Art. 29.In hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 15 februari 2019, 29 maart 2019 en 3 mei 2019, wordt een artikel 53/1 ingevoegd, dat luidt als volgt: "
Art. 53/1.In de gevallen bepaald door de Vlaamse Regering gebruiken het agentschap, de zorgkassen, de zorgvoorzieningen, de deelnemers aan het multidisciplinair overleg en de verstrekkers van mobiliteitshulpmiddelen het rijksregisternummer van gebruikers.
In de gevallen bepaald door de Vlaamse Regering gebruikt het agentschap het rijksregisternummer van de medewerkers die ingezet worden in de zorgvoorzieningen en de zelfstandigen die zorg verlenen in de zorgvoorzieningen en van de leden van de Zorgkassencommissie, de Expertencommissie en de Bijzondere Technische Commissie, vermeld in artikel 133.".
Art. 30.In hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 15 februari 2019, 29 maart 2019 en 3 mei 2019, wordt een artikel 53/2 ingevoegd, dat luidt als volgt: "
Art. 53/2.De zorgkassen geven, in de gevallen en onder de voorwaarden bepaald door de Vlaamse Regering, contactgegevens en gegevens over de niet-betaalde premies van leden die hun premie niet betaald hebben, door aan alle actoren die deel uitmaken van het samenwerkingsverband geïntegreerd breed onthaal, vermeld in artikel 9, tweede lid, van het decreet van 9 februari 2018 betreffende het lokaal sociaal beleid. Die gegevens worden in voorkomend geval verwerkt conform artikel 9 tot en met 11 van het voormelde decreet, in het kader van de uitoefening van de taken van de actoren van het samenwerkingsverband geïntegreerd breed onthaal, in de strijd tegen de onderbescherming van kwetsbare doelgroepen.
De Vlaamse Regering specificeert in voorkomend geval de gegevens, vermeld in het eerste lid, en bepaalt de periodiciteit van de doorgifte van de gegevens. De Vlaamse Regering bepaalt in voorkomend geval ook de functie van het digitaal platform Vlaamse sociale bescherming bij de doorgifte van de gegevens.".
Art. 31.In artikel 56 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste lid wordt de zin "Met het beroep tegen de beslissing van de zorgkas wordt tegelijkertijd beroep aangetekend tegen het eensluidend advies van de Expertencommissie." opgeheven; 2° het tweede lid wordt vervangen door wat volgt: "Als de gebruiker of vertegenwoordiger van de gebruiker beroep instelt tegen de beslissing van de zorgkas, vermeld in artikel 55, derde lid, brengt de zorgkas het agentschap daarvan op de hoogte.De zorgkas deelt het agentschap de beroepsakte mee. Het agentschap kan vrijwillig tussenkomen in de procedure voor de arbeidsrechtbank conform artikel 813 van het Gerechtelijk Wetboek.".
Art. 32.In artikel 58, eerste lid, van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° de woorden "of in" worden vervangen door de zinsnede ", in";2° de zinsnede ", in de toekenning van een tegemoetkoming voor de organisatie van of deelname aan multidisciplinair overleg of in de toekenning van een tegemoetkoming voor reiskosten" wordt toegevoegd.
Art. 33.In artikel 60 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° tussen het eerste en het tweede lid worden twee leden ingevoegd, die luiden als volgt: "Als de tegemoetkomingen op aanvraag worden toegekend, bepaalt de Vlaamse Regering de voorwaarden en de procedures voor de aanvraag van tegemoetkomingen bij de zorgkassen. De zorgkassen behandelen de aanvragen en nemen een beslissing over de toekenning van tegemoetkomingen conform de voorwaarden en de procedures, vermeld in het tweede lid."; 2° er wordt een vijfde lid toegevoegd, dat luidt als volgt: "De Vlaamse Regering bepaalt de voorwaarden en de procedures voor de financiële en administratieve betrekkingen tussen de gebruikers, de zorgkassen en de zorgvoorzieningen in het kader van de aanvraag, de toekenning en de uitbetaling van de tegemoetkomingen die worden toegekend op basis van dit decreet.".
Art. 34.In hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 15 februari 2019, 29 maart 2019 en 3 mei 2019, wordt een artikel 70/1 ingevoegd, dat luidt als volgt: "
Art. 70/1.De Vlaamse Regering kan subsidies toekennen aan organisaties voor de ontwikkeling, het onderhoud, de ondersteuning bij de implementatie en het operationeel houden van een BelRAI-applicatie, met het oog op de indicatiestelling en de zorgplanning en -evaluatie van gebruikers.
De Vlaamse Regering bepaalt in voorkomend geval de nadere regels voor de subsidies, vermeld in het eerste lid, met inbegrip van het subsidiebedrag en de wijze waarop het toezicht op de besteding van de subsidies gebeurt.".
Art. 35.In artikel 71 van hetzelfde decreet wordt het tweede lid opgeheven.
Art. 36.In artikel 73 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° de woorden "nadere regels en" worden telkens opgeheven;2° tussen het woord "voorwaarden" en de woorden "bepalen voor" worden de woorden "en procedures" ingevoegd;3° de woorden "voor verschillende pijlers" worden opgeheven;4° tussen het woord "voorwaarden" en de woorden "bepalen die" worden de woorden "en procedures" ingevoegd.
Art. 37.In artikel 74 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° het eerste lid wordt vervangen door wat volgt: "De Vlaamse Regering kan voorwaarden en procedures bepalen over de eventuele cumulatie van tegemoetkomingen die voortvloeien uit dit decreet enerzijds en tegemoetkomingen krachtens andere wetten, decreten, ordonnanties of reglementaire bepalingen of krachtens vreemde wetten anderzijds."; 2° in het tweede lid worden tussen het woord "moet" en het woord "zijn" de woorden "in voorkomend geval" ingevoegd;3° in het tweede lid wordt tussen het woord "tegemoetkoming" en de zinsnede ", vermeld in het eerste lid" de zinsnede "krachtens andere wetten, decreten, ordonnanties of reglementaire bepalingen of krachtens vreemde wetten" ingevoegd.
Art. 38.In artikel 75 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1, eerste lid, en paragraaf 2, eerste lid, worden de woorden "een overeenkomst" vervangen door de woorden "het interne stelsel van een internationale of supranationale organisatie";2° in paragraaf 2, tweede lid, wordt het woord "Ziekteverzekeringswet" vervangen door de zinsnede "wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994";3° in paragraaf 2 worden tussen het vierde en het vijfde lid vier leden ingevoegd, die luiden als volgt: "Als degene die schadeloosstelling verschuldigd is, nalaat de verzekeringsinstelling of de zorgkas in te lichten conform het tweede of het derde lid, kan hij de betalingen die hij verrichtte ten gunste van de gebruiker niet aanvoeren tegen de zorgkas.In geval van dubbele betaling blijven die betalingen definitief verworven voor de gebruiker.
De zorgkas heeft een eigen recht van terugvordering van de verleende tegemoetkomingen tegenover het Belgisch Gemeenschappelijk Waarborgfonds, vermeld in artikel 15, 85°, van de wet van 13 maart 2016 op het statuut van en het toezicht op de verzekeringsof herverzekeringsondernemingen, in de gevallen, vermeld in artikel 19bis-11 van de wet van 21 november 1989 betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen.
De schade, vermeld in dit artikel, wordt niet geacht volledig vergoed te zijn als de tegemoetkomingen in het kader van de Vlaamse sociale bescherming het bedrag van de toegekende schadeloosstelling overtreffen.
De tegemoetkomingen die worden toegekend op grond van dit decreet, zijn in dit geval terugvorderbaar van degene die schadeloosstelling verschuldigd is, ongeacht of er een dading is geweest of niet."; 4° er wordt een paragraaf 3 toegevoegd, die luidt als volgt: " § 3.Dit artikel is niet van toepassing op de vergoedingen die toegekend zijn met toepassing van de wet van 31 maart 2010 betreffende de vergoeding van schade als gevolg van gezondheidszorg, met uitzondering van de gevallen, vermeld in artikel 3, § 2, van de voormelde wet.".
Art. 39.In artikel 76 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 3, tweede lid, en paragraaf 5, tweede lid, worden de woorden "de gebruiker of zijn vertegenwoordiger" vervangen door de zinsnede "de zorgvoorziening, de verstrekker van mobiliteitshulpmiddelen, de deelnemer aan het multidisciplinair overleg, de vervoerder, de gebruiker of de vertegenwoordiger van de gebruiker";2° in paragraaf 5, eerste lid, worden de woorden "De gebruiker of zijn vertegenwoordiger" vervangen door de zinsnede "De zorgvoorziening, de verstrekker van mobiliteitshulpmiddelen, de deelnemer aan het multidisciplinair overleg, de vervoerder, de gebruiker of de vertegenwoordiger van de gebruiker".
Art. 40.Aan deel 2, titel 1, van hetzelfde decreet wordt een hoofdstuk 6, toegevoegd, dat luidt als volgt: "Hoofdstuk 6. Sancties ten laste van de zorgvoorzieningen".
Art. 41.In deel 2, titel 1, van hetzelfde decreet wordt in hoofdstuk 6, ingevoegd bij artikel 40, een artikel 76/1 ingevoegd, dat luidt als volgt: "
Art. 76/1.§ 1. Het is de zorgvoorzieningen, de verstrekkers van mobiliteitshulpmiddelen en de deelnemers aan het multidisciplinair overleg verboden: 1° de documenten die de betaling van de tegemoetkomingen toestaan, op te stellen of te laten opstellen, af te leveren of te laten afleveren als de zorg niet werd verleend of als de zorg werd verleend tijdens een periode waarvoor de zorgvoorziening, de verstrekker van mobiliteitshulpmiddelen of de deelnemer aan het multidisciplinair overleg geen goedkeuring heeft ontvangen;2° de documenten die de betaling van de tegemoetkomingen toestaan, op te stellen of te laten opstellen, af te leveren of te laten afleveren als die niet conform dit decreet en de uitvoeringsbesluiten ervan zijn;3° de documenten die de betaling van de tegemoetkomingen toestaan, niet af te leveren als de aflevering ervan verplicht is;4° de documenten die de betaling van de tegemoetkomingen toestaan, op te stellen of te laten opstellen als die onregelmatig zijn doordat ze de administratieve formaliteiten met betrekking tot de vergoedingsvoorwaarden van de zorg niet respecteren. De Vlaamse Regering bepaalt wat wordt verstaan onder documenten die de betaling van de tegemoetkomingen toestaan als vermeld in het eerste lid. Die documenten betreffen de papieren documenten en de documenten in elektronische versie conform artikel 48. § 2. In de gevallen van paragraaf 1, eerste lid, 1° en 2°, is de zorgvoorziening, de verstrekker van mobiliteitshulpmiddelen of de deelnemer aan het multidisciplinair overleg ertoe gehouden de volledige waarde van de tegemoetkomingen die ten onrechte ten laste werden gelegd van de Vlaamse Gemeenschap terug te betalen. § 3. Bij een inbreuk op paragraaf 1, eerste lid, 1°, slaat de terugbetaling op de volledige waarde van de zorg die ten onrechte ten laste van de Vlaamse Gemeenschap werd gelegd.
Bij een inbreuk op paragraaf 1, eerste lid, 2°, komt de terugbetaling overeen met de door de Vlaamse Gemeenschap geleden financiële schade als de schade nog niet werd vergoed op basis van een andere bepaling van dit decreet. § 4. De inbreuken op paragraaf 1, eerste lid, kunnen aanleiding geven tot een administratieve geldboete, opgelegd door het agentschap.
De inbreuken op paragraaf 1, eerste lid, 1°, kunnen aanleiding geven tot een administratieve geldboete van 50% tot 200% van de waarde van de terugbetaling.
De inbreuken op paragraaf 1, eerste lid, 2°, kunnen aanleiding geven tot een administratieve geldboete van 5% tot 150% van de waarde van de terugbetaling.
De inbreuken op paragraaf 1, eerste lid, 3° en 4°, kunnen aanleiding geven tot een administratieve geldboete van 50 euro tot 500 euro.
Het bedrag van de administratieve geldboete, vermeld in het tweede en derde lid, bedraagt maximaal 5000 euro.
Artikel 68, § 2 tot en met § 5, is van overeenkomstige toepassing.
De administratieve geldboete kan enkel worden opgelegd, voor zover het Openbaar Ministerie oordeelt dat er geen strafvervolging moet worden ingesteld of geen toepassing maakt van de artikelen 216bis en 216ter van het Wetboek van Strafvordering.
Het openbaar ministerie bezorgt aan de bevoegde administratie een kennisgeving van zijn beslissing om al dan niet strafvervolging in te stellen, een minnelijke schikking bedoeld in artikel 216bis van het Wetboek van Strafvordering of een bemiddeling in strafzaken bedoeld in artikel 216ter van hetzelfde wetboek voor te stellen. § 5. De zorg waarvan is vastgesteld dat ze in strijd is met de regels, vermeld in paragraaf 1, eerste lid, 1° en 2°, kan niet nogmaals ter uitbetaling worden ingediend bij de zorgkas.".
Art. 42.In hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 15 februari 2019, 29 maart 2019 en 3 mei 2019, wordt in hetzelfde hoofdstuk een artikel 76/2 ingevoegd, dat luidt als volgt: "
Art. 76/2.Als er bij de zorgvoorziening, de verstrekker van mobiliteitshulpmiddelen of de deelnemer aan het multidisciplinair overleg sprake is van ernstige, nauwkeurige en met elkaar overeenstemmende aanwijzingen van bedrog, kunnen de uitbetalingen door de zorgkassen volledig of gedeeltelijk worden geschorst voor een periode van maximaal twaalf maanden.
Elke zorgkas of elke gebruiker kan de aanwijzingen, vermeld in het eerste lid, melden aan het agentschap, dat ook op eigen initiatief kan handelen. Als een zorgkas aanwijzingen meldt aan het agentschap, deelt ze die gelijktijdig mee aan de andere zorgkassen.
De Vlaamse Regering bepaalt de procedure om de schorsing, vermeld in het eerste lid, op te leggen.
De zorgvoorziening, de verstrekker van mobiliteitshulpmiddelen of de deelnemer aan het multidisciplinair overleg kan binnen drie maanden na de kennisgeving van de beslissing tot schorsing een niet-schorsend beroep instellen bij de arbeidsrechtbank.".
Art. 43.Aan artikel 80 van hetzelfde decreet wordt een paragraaf 6 toegevoegd, die luidt als volgt: " § 6. Elke gebruiker die een administratief beroep indient, is een dossiertaks verschuldigd aan het agentschap op straffe van onontvankelijkheid van het beroep.
De dossiertaks, vermeld in het eerste lid, bedraagt 75 euro.
In afwijking van het tweede lid bedraagt de dossiertaks slechts 37,50 euro voor de gebruiker die op 1 januari van het kalenderjaar dat voorafgaat aan het kalenderjaar waarin de dossiertaks moet betaald worden, recht heeft op de verhoogde verzekeringstegemoetkoming, vermeld in artikel 37, § 19, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994.
In afwijking van het eerste lid zijn de volgende gebruikers vrijgesteld van de betaling van een dossiertaks: 1° de gebruiker die het voorwerp is van een collectieve schuldenregeling, die in staat van faillissement is verklaard of die door een gerechtsdeurwaarder insolvabel is verklaard;2° de gebruiker die het voorwerp is van budgetbegeleiding of budgetbeheer door een Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn of door een door de Vlaamse Gemeenschap erkende instelling voor schuldbemiddeling of van een minnelijke schuldbemiddeling, vermeld in artikel 519, § 2, 10°, van het Gerechtelijk Wetboek;3° de gebruiker die of een lid van zijn gezin dat recht heeft op een leefloon als vermeld in de wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie;4° de gebruiker die of een lid van zijn gezin dat recht heeft op een inkomensvervangende tegemoetkoming als vermeld in de wet van 27 februari 1987 betreffende de tegemoetkomingen aan personen met een handicap;5° de gebruiker die of een lid van zijn gezin dat recht heeft op het minimumdagbedrag van de werkloosheidsuitkering als vermeld in het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering en waarbij het gezinsinkomen van de gebruiker alleen bestaat uit deze uitkering;6° de gebruiker die of een lid van zijn gezin dat recht heeft op de inkomensgarantie voor ouderen als vermeld in de wet van 22 maart 2001 tot instelling van een inkomensgarantie voor ouderen. In de gevallen waarin het administratief beroep gegrond wordt verklaard, wordt de dossiertaks integraal teruggestort.
De Vlaamse Regering kan nadere regels inzake de dossiertaks bepalen.".
Art. 44.Artikel 81 van hetzelfde decreet wordt opgeheven.
Art. 45.In artikel 86 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° het eerste lid wordt vervangen door wat volgt: "Het bedrag van het zorgbudget voor ouderen met een zorgnood varieert op de volgende wijze volgens de categorie waartoe de gebruiker behoort: 1° de gebruiker die tot de categorie 1 behoort, ontvangt een zorgbudget voor ouderen met een zorgnood dat gelijk is aan een jaarbedrag van 1.062,60 euro; 2° de gebruiker die tot de categorie 2 behoort, ontvangt een zorgbudget voor ouderen met een zorgnood dat gelijk is aan een jaarbedrag van 4.056,21 euro; 3° de gebruiker die tot de categorie 3 behoort, ontvangt een zorgbudget voor ouderen met een zorgnood dat gelijk is aan een jaarbedrag van 4.931,67 euro; 4° de gebruiker die tot de categorie 4 behoort, ontvangt een zorgbudget voor ouderen met een zorgnood dat gelijk is aan een jaarbedrag van 5.806,91 euro; 5° de gebruiker die tot de categorie 5 behoort, ontvangt een zorgbudget voor ouderen met een zorgnood dat gelijk is aan een jaarbedrag van 7.132,97 euro."; 2° tussen het eerste en het tweede lid wordt een lid ingevoegd, dat luidt als volgt: "De Vlaamse Regering bepaalt tot welke categorie de gebruiker behoort en houdt daarbij rekening met de vermindering van de zelfredzaamheid van de gebruiker.".
Art. 46.Aan artikel 88 van hetzelfde decreet wordt een paragraaf 4 toegevoegd, die luidt als volgt: " § 4. Elke gebruiker die een administratief beroep indient, is een dossiertaks verschuldigd aan het agentschap op straffe van onontvankelijkheid van het beroep.
De dossiertaks, vermeld in het eerste lid, bedraagt 75 euro.
In afwijking van het tweede lid bedraagt de dossiertaks slechts 37,50 euro voor de gebruiker die op 1 januari van het kalenderjaar dat voorafgaat aan het kalenderjaar waarin de dossiertaks moet betaald worden, recht heeft op de verhoogde verzekeringstegemoetkoming, vermeld in artikel 37, § 19, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994.
In afwijking van het eerste lid zijn de volgende gebruikers vrijgesteld van de betaling van een dossiertaks: 1° de gebruiker die het voorwerp is van een collectieve schuldenregeling, die in staat van faillissement is verklaard of die door een gerechtsdeurwaarder insolvabel is verklaard;2° de gebruiker die het voorwerp is van budgetbegeleiding of budgetbeheer door een Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn of door een door de Vlaamse Gemeenschap erkende instelling voor schuldbemiddeling of van een minnelijke schuldbemiddeling, vermeld in artikel 519, § 2, 10°, van het Gerechtelijk Wetboek;3° de gebruiker die of een lid van zijn gezin dat recht heeft op een leefloon als vermeld in de wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie;4° de gebruiker die of een lid van zijn gezin dat recht heeft op een inkomensvervangende tegemoetkoming als vermeld in de wet van 27 februari 1987 betreffende de tegemoetkomingen aan personen met een handicap;5° de gebruiker die of een lid van zijn gezin dat recht heeft op het minimumdagbedrag van de werkloosheidsuitkering als vermeld in het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering en waarbij het gezinsinkomen van de gebruiker alleen bestaat uit deze uitkering;6° de gebruiker die of een lid van zijn gezin dat recht heeft op de inkomensgarantie voor ouderen als vermeld in de wet van 22 maart 2001 tot instelling van een inkomensgarantie voor ouderen. In de gevallen waarin het administratief beroep gegrond wordt verklaard, wordt de dossiertaks integraal teruggestort.
De Vlaamse Regering kan nadere regels inzake de dossiertaks bepalen.".
Art. 47.Artikel 89 van hetzelfde decreet wordt opgeheven.
Art. 48.Aan artikel 92 van hetzelfde decreet wordt een paragraaf 6 toegevoegd, die luidt als volgt: " § 6. Elke gebruiker die een administratief beroep indient, is een dossiertaks verschuldigd aan het agentschap op straffe van onontvankelijkheid van het beroep.
De dossiertaks, vermeld in het eerste lid, bedraagt 75 euro.
In afwijking van het tweede lid bedraagt de dossiertaks slechts 37,50 euro voor de gebruiker die op 1 januari van het kalenderjaar dat voorafgaat aan het kalenderjaar waarin de dossiertaks moet betaald worden, recht heeft op de verhoogde verzekeringstegemoetkoming, vermeld in artikel 37, § 19, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994.
In afwijking van het eerste lid zijn de volgende gebruikers vrijgesteld van de betaling van een dossiertaks: 1° de gebruiker die het voorwerp is van een collectieve schuldenregeling, die in staat van faillissement is verklaard of die door een gerechtsdeurwaarder insolvabel is verklaard;2° de gebruiker die het voorwerp is van budgetbegeleiding of budgetbeheer door een Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn of door een door de Vlaamse Gemeenschap erkende instelling voor schuldbemiddeling of van een minnelijke schuldbemiddeling, vermeld in artikel 519, § 2, 10°, van het Gerechtelijk Wetboek;3° de gebruiker die of een lid van zijn gezin dat recht heeft op een leefloon als vermeld in de wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie;4° de gebruiker die of een lid van zijn gezin dat recht heeft op een inkomensvervangende tegemoetkoming als vermeld in de wet van 27 februari 1987 betreffende de tegemoetkomingen aan personen met een handicap;5° de gebruiker die of een lid van zijn gezin dat recht heeft op het minimumdagbedrag van de werkloosheidsuitkering als vermeld in het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering en waarbij het gezinsinkomen van de gebruiker alleen bestaat uit deze uitkering;6° de gebruiker die of een lid van zijn gezin dat recht heeft op de inkomensgarantie voor ouderen als vermeld in de wet van 22 maart 2001 tot instelling van een inkomensgarantie voor ouderen. In de gevallen waarin het administratief beroep gegrond wordt verklaard, wordt de dossiertaks integraal teruggestort.
De Vlaamse Regering kan nadere regels inzake de dossiertaks bepalen.".
Art. 49.Artikel 93 van hetzelfde decreet wordt opgeheven.
Art. 50.In artikel 103, § 2, van hetzelfde decreet wordt het tweede lid vervangen door wat volgt: "De Vlaamse Regering kan de voorwaarden en de procedure bepalen voor de toekenning van de tegemoetkomingen, vermeld in het eerste lid. De zorgkas neemt de beslissing tot toekenning van de tegemoetkomingen, in voorkomend geval na eensluidend advies van de Expertencommissie.".
Art. 51.In artikel 104 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° het eerste lid wordt opgeheven;2° het tweede lid wordt vervangen door wat volgt: "Als de gebruiker of de vertegenwoordiger van de gebruiker beroep instelt tegen de beslissing van de zorgkas die na een eensluidend advies van de Expertencommissie is genomen, vermeld in artikel 103, § 2, tweede lid, brengt de zorgkas het agentschap daarvan op de hoogte. De zorgkas deelt het agentschap de beroepsakte mee. Het agentschap kan vrijwillig tussenkomen in de procedure voor de arbeidsrechtbank conform artikel 813 van het Gerechtelijk Wetboek.".
Art. 52.In artikel 108 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 2 wordt het tweede lid vervangen door wat volgt: "De Vlaamse Regering erkent indicatiestellers en bepaalt de voorwaarden en de procedures voor de toekenning, de weigering, de schorsing en de intrekking van de erkenning."; 2° in paragraaf 2 worden tussen het tweede en derde lid twee leden ingevoegd, die luiden als volgt: "De Vlaamse Regering bepaalt de duur van de erkenning van de indicatiestellers en bepaalt in voorkomend geval de voorwaarden en de procedures voor de verlenging van de erkenning. De Vlaamse Regering kan de opdrachten van de indicatiestellers nader specificeren en voorwaarden en procedures bepalen voor de toepassing door de indicatiestellers van indicatiestellingen."; 3° er wordt een paragraaf 2/1 ingevoegd, die luidt als volgt: " § 2/1.Verstrekkers van mobiliteitshulpmiddelen of andere personen die betrokken zijn bij de verstrekking van mobiliteitshulpmiddelen zijn niet aanwezig bij de toepassing van de indicatiestelling door de indicatiesteller.".
Art. 53.In artikel 114, § 1, eerste lid, van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° de woorden "de tarieven die" worden vervangen door de woorden "de wijze waarop de tarieven worden bepaald die"; 2° de zin "De Vlaamse Regering bepaalt de wijze waarop de tarieven worden geindexeerd." wordt opgeheven.
Art. 54.In artikel 122 van hetzelfde decreet wordt tussen het tweede en het derde lid een lid ingevoegd, dat luidt als volgt: "De verstrekkers van mobiliteitshulpmiddelen mogen hun praktijkvoering aan het publiek alleen bekendmaken onder de volgende voorwaarden: 1° de praktijkinformatie is waarheidsgetrouw, objectief, relevant en verifieerbaar en ze is wetenschappelijk onderbouwd;2° de praktijkinformatie zet niet aan tot overconsumptie;3° de praktijkinformatie vermeldt de bijzondere beroepstitels waarover de verstrekker van mobiliteitshulpmiddelen beschikt.De voormelde voorwaarde sluit niet uit dat de verstrekker van mobiliteitshulpmiddelen ook kan informeren over bepaalde opleidingen waarvoor geen bijzondere beroepstitel bestaat.".
Art. 55.In artikel 124, eerste lid, van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° de woorden "van de procedures" worden vervangen door de zinsnede "van de naleving van de voorwaarde, vermeld in artikel 108, § 2/1, van de voorwaarden, vermeld in artikel 122, derde lid, of van de procedures";2° het woord "mobilteitshulpmiddelen" wordt vervangen door het woord "mobiliteitshulpmiddelen".
Art. 56.In artikel 125, § 1, eerste lid, van hetzelfde decreet wordt tussen het woord "van" en het woord "de" de zinsnede "de naleving van de voorwaarde, vermeld in artikel 108, § 2/1, van de voorwaarden, vermeld in artikel 122, derde lid, of van" ingevoegd.
Art. 57.In artikel 127 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° het eerste lid wordt opgeheven;2° het tweede lid wordt vervangen door wat volgt: "Als de gebruiker of de vertegenwoordiger van de gebruiker beroep instelt tegen de beslissing van de zorgkas die na een eensluidend advies van de Zorgkassencommissie als vermeld in artikel 126, § 3, is genomen, brengt de zorgkas het agentschap daarvan op de hoogte.De zorgkas deelt het agentschap de beroepsakte mee. Het agentschap kan vrijwillig tussenkomen in de procedure voor de arbeidsrechtbank conform artikel 813 van het Gerechtelijk Wetboek.".
Art. 58.In artikel 129 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° het vierde lid wordt opgeheven;2° het vijfde lid wordt vervangen door wat volgt: "Als de gebruiker of de vertegenwoordiger van de gebruiker beroep instelt tegen de beslissing van de zorgkas die na een eensluidend advies van de Bijzondere Technische Commissie, vermeld in artikel 133, of de Zorgkassencommissie is genomen, brengt de zorgkas het agentschap daarvan op de hoogte.De zorgkas deelt het agentschap de beroepsakte mee. Het agentschap kan vrijwillig tussenkomen in de procedure voor de arbeidsrechtbank conform artikel 813 van het Gerechtelijk Wetboek.".
Art. 59.In artikel 133, § 5, van hetzelfde decreet worden tussen het woord "gebruikers" en het woord "die" de woorden ", met inbegrip van de gegevens over de gezondheid," ingevoegd.
Art. 60.In deel 4 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 15 februari 2019 en 3 mei 2019, wordt voor titel 1, die titel 1/1 wordt, een nieuwe titel 1 ingevoegd, die luidt als volgt: "Titel 1. Uitvoering van sociale akkoorden".
Art. 61.In hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 15 februari 2019, 29 maart 2019 en 3 mei 2019, wordt in titel 1, ingevoegd bij artikel 60, een artikel 139/1 ingevoegd, dat luidt als volgt: "
Art. 139/1.In het kader van de uitvoering van de sociale akkoorden die betrekking hebben op de gezondheidssector en als die sociale akkoorden betrekking hebben op de woonzorgcentra, de centra voor dagverzorging, de centra voor kortverblijf, de psychiatrische verzorgingstehuizen, de initiatieven van beschut wonen, de revalidatievoorzieningen, de revalidatieziekenhuizen en de multidisciplinaire begeleidingsequipes voor palliatieve verzorging, bepaalt de Vlaamse Regering de maatregelen waarvan de Vlaamse Gemeenschap de financiële weerslag ten laste neemt en legt de Vlaamse Regering de voorwaarden en de procedure vast met het oog op de vaststelling van de financiële weerslag, het bedrag en de betaling van de financiële tegemoetkoming.".
Art. 62.In hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 15 februari 2019, 29 maart 2019 en 3 mei 2019, wordt in dezelfde titel een artikel 139/2 ingevoegd, dat luidt als volgt: "
Art. 139/2.De Vlaamse Regering kan initiatieven nemen ter bevordering van de aantrekkelijkheid van de gezondheidszorgberoepen in zorgvoorzieningen waarvan de Vlaamse Gemeenschap de financiële weerslag ten laste neemt. Die initiatieven kunnen onder meer betrekking hebben op de werkomstandigheden, de vergoedingsvoorwaarden, arbeidsduurvermindering en vermindering van werklast, opleiding, kwalificatie en vorming en betrokkenheid in het besluitvormingsproces.
De Vlaamse Regering bepaalt de voorwaarden en de procedure met het oog op de vaststelling van de financiële weerslag, het bedrag en de betaling van de financiële tegemoetkoming.".
Art. 63.In artikel 141, tweede lid, 6°, van hetzelfde decreet wordt het woord "bewonersfactuur" vervangen door het woord "gebruikersfactuur".
Art. 64.In deel 4, titel 1, hoofdstuk 2, van hetzelfde decreet wordt afdeling 3, die bestaat uit artikel 143 en artikel 144, opgeheven.
Art. 65.In artikel 150/1, eerste lid, van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 3 mei 2019, wordt het woord "dagverzorgingscentrum" telkens vervangen door de woorden "centrum voor dagverzorging".
Art. 66.Aan deel 4 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 15 februari 2019 en 3 mei 2019, wordt een titel 3 toegevoegd, die luidt als volgt: "Titel 3. Tijdelijke bepalingen voor de psychiatrische verzorgingstehuizen en initiatieven van beschut wonen".
Art. 67.In hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 15 februari 2019, 29 maart 2019 en 3 mei 2019, wordt in titel 3, ingevoegd bij artikel 66, een artikel 154/1 ingevoegd, dat luidt als volgt: "
Art. 154/1.De Vlaamse Regering bepaalt de criteria om de opnemingsprijs in psychiatrische verzorgingstehuizen te berekenen en om de prijs per verblijfdag in initiatieven van beschut wonen te berekenen.".
Art. 68.In hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 15 februari 2019, 29 maart 2019 en 3 mei 2019, wordt in dezelfde titel een artikel 154/2 ingevoegd, dat luidt als volgt: "
Art. 154/2.De Vlaamse Regering legt de opnemingsprijs per psychiatrisch verzorgingstehuis en de prijs per verblijfdag per initiatief van beschut wonen vast.
De Vlaamse Regering kan categorieën van gebruikers in psychiatrische verzorgingstehuizen bepalen voor wie de opnemingsprijs verschillend is, afhankelijk van de met de categorie gerelateerde kosten voor herstelondersteunende zorg. Die categorieën kunnen verschillen van de categorieën, vermeld in artikel 154/7, tweede lid.
In dit artikel wordt verstaan onder herstelondersteunende zorg: de herstelondersteunende zorg, vermeld in artikel 2, 6°, van het decreet van 6 juli 2018.".
Art. 69.In hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 15 februari 2019, 29 maart 2019 en 3 mei 2019, wordt in dezelfde titel een artikel 154/3 ingevoegd, dat luidt als volgt: "
Art. 154/3.De Vlaamse Regering kan de financiering en de financieringsvoorwaarden vastleggen voor de zorgvernieuwende initiatieven, vermeld in artikel 59 van het decreet van 6 juli 2018.".
Art. 70.In hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 15 februari 2019, 29 maart 2019 en 3 mei 2019, wordt in dezelfde titel een artikel 154/4 ingevoegd, dat luidt als volgt: "
Art. 154/4.De Vlaamse Regering bepaalt de omvang van de tegemoetkoming voor zorg in de opnemingsprijs in psychiatrische verzorgingstehuizen en in de prijs per verblijfdag in initiatieven van beschut wonen.
De tegemoetkomingen worden verleend aan de psychiatrische verzorgingstehuizen en de initiatieven van beschut wonen.".
Art. 71.In hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 15 februari 2019, 29 maart 2019 en 3 mei 2019, wordt in dezelfde titel een artikel 154/5 ingevoegd, dat luidt als volgt: "
Art. 154/5.De Vlaamse Regering bepaalt de inhoud van het aanbod aan zorg dat wordt gedekt door de tegemoetkoming, vermeld in artikel 154/4.".
Art. 72.In hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 15 februari 2019, 29 maart 2019 en 3 mei 2019, wordt in dezelfde titel een artikel 154/6 ingevoegd, dat luidt als volgt: "
Art. 154/6.De Vlaamse Regering kan aanvullende financiering voor opname in psychiatrische verzorgingstehuizen en verblijf in initiatieven van beschut wonen vastleggen, naast de tegemoetkoming, vermeld in artikel 154/4.".
Art. 73.In hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 15 februari 2019, 29 maart 2019 en 3 mei 2019, wordt in dezelfde titel een artikel 154/7 ingevoegd, dat luidt als volgt: "
Art. 154/7.Een gebruiker betaalt aan het psychiatrische verzorgingstehuis een persoonlijke bijdrage in de opnemingsprijs. Die persoonlijke bijdrage is de opnemingsprijs verminderd met de tegemoetkoming, vermeld in artikel 154/4.
De Vlaamse Regering kan categorieën van gebruikers in psychiatrische verzorgingstehuizen bepalen voor wie de persoonlijke bijdrage, vermeld in het eerste lid, wordt verminderd met een bijkomende forfaitaire tegemoetkoming, die een andere is dan de tegemoetkoming, vermeld in artikel 154/4. De Vlaamse Regering kan het bedrag van de bijkomende forfaitaire tegemoetkoming per categorie bepalen.".
Art. 74.In hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 15 februari 2019, 29 maart 2019 en 3 mei 2019, wordt in dezelfde titel een artikel 154/8 ingevoegd, dat luidt als volgt: "
Art. 154/8.Als dat van toepassing is, betaalt de gebruiker de kosten voor het verblijf in beschut wonen zoals die vastgelegd zijn in een overeenkomst tussen de gebruiker en het initiatief van beschut wonen.
De initiatieven van beschut wonen kunnen geen andere bedragen aanrekenen dan de bedragen die vastgelegd zijn in de overeenkomst, vermeld in het eerste lid.".
Art. 75.Aan deel 4 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 15 februari 2019 en 3 mei 2019, wordt een titel 4 toegevoegd, die luidt als volgt: "Titel 4. Tijdelijke bepalingen voor de revalidatievoorzieningen".
Art. 76.In hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 15 februari 2019, 29 maart 2019 en 3 mei 2019, wordt in titel 4, ingevoegd bij artikel 75, een artikel 154/9 ingevoegd, dat luidt als volgt: "
Art. 154/9.De voorwaarden en de procedures, vermeld in artikel 60, vijfde lid, voor de aanvragen van tegemoetkomingen voor revalidatieverstrekkingen worden geconcretiseerd in de revalidatieovereenkomsten.".
Art. 77.In hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 15 februari 2019, 29 maart 2019 en 3 mei 2019, wordt in dezelfde titel een artikel 154/10 ingevoegd, dat luidt als volgt: "
Art. 154/10.De revalidatieverstrekkingen worden vergoed in de vorm van een tegemoetkoming als ze in een revalidatieovereenkomst zijn opgenomen en worden toegekend onder de voorwaarden die daarin worden vermeld. De tegemoetkoming wordt uitbetaald aan de revalidatievoorziening.
De Vlaamse Regering bepaalt de regels en voorwaarden voor de samenstelling, berekening, wijziging en uitbetaling van de tegemoetkomingen voor revalidatieverstrekkingen. De voormelde regels en voorwaarden worden verder geconcretiseerd en uitgewerkt in de revalidatieovereenkomst die gesloten wordt met elke revalidatievoorziening.
De Vlaamse Regering kan via de revalidatieovereenkomsten het bedrag van de tegemoetkoming per revalidatieverstrekking en het maximum aantal revalidatieverstrekkingen per kalenderjaar dat in aanmerking komt voor een tegemoetkoming bepalen voor elke revalidatievoorziening.".
Art. 78.In hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 15 februari 2019, 29 maart 2019 en 3 mei 2019, wordt in dezelfde titel een artikel 154/11 ingevoegd, dat luidt als volgt: "
Art. 154/11.§ 1. Aan de gebruiker aan wie zorg wordt verleend in een revalidatievoorziening kan een eigen bijdrage worden aangerekend.
De eigen bijdrage ten laste van de gebruiker kan bestaan uit een persoonlijk aandeel en extra vergoedingen.
De Vlaamse Regering bepaalt de samenstelling en de omvang van de eigen bijdrage ten laste van de gebruiker. § 2. De Vlaamse Regering kan sociale correcties toepassen op de eigen bijdrage, vermeld in paragraaf 1. Ze kan daarbij rekening houden met de financiële draagkracht van de gebruiker en de gezinssituatie.".
Art. 79.In hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 15 februari 2019, 29 maart 2019 en 3 mei 2019, wordt in dezelfde titel een artikel 154/12 ingevoegd, dat luidt als volgt: "
Art. 154/12.De Vlaamse Regering kan in specifieke financieringswijzen voorzien voor de overeenkomsten, vermeld in 83 van het decreet van 6 juli 2018.".
Art. 80.In hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 15 februari 2019, 29 maart 2019 en 3 mei 2019, wordt in dezelfde titel een artikel 154/13 ingevoegd, dat luidt als volgt: "
Art. 154/13.§ 1. Elke aanvraag van een tegemoetkoming voor revalidatieverstrekkingen wordt ingediend bij de zorgkas waarbij de gebruiker is aangesloten conform artikel 42, conform de door de Vlaamse Regering bepaalde voorwaarden en procedures.
De Vlaamse Regering kan modeldocumenten ter beschikking stellen die worden gebruikt door de gebruiker en de andere actoren die bij de aanvraag betrokken zijn. § 2. De zorgkassen behandelen elke aanvraag en nemen een beslissing conform de door de Vlaamse Regering bepaalde voorwaarden, termijnen en procedures. § 3. In de gevallen waarin de Zorgkassencommissie conform artikel 34 wordt belast met voorafgaande controles, brengt ze, binnen de door de Vlaamse Regering bepaalde termijn, een eensluidend advies uit aan de zorgkas over de aanvraag. § 4. De door de Vlaamse Regering bepaalde voorwaarden, termijnen en de procedures voor de aanvraag van een tegemoetkoming en om de ingediende aanvragen te behandelen kunnen verschillen, onder meer naargelang de complexiteit van de aanvraag.".
Art. 81.In hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 15 februari 2019, 29 maart 2019 en 3 mei 2019, wordt in dezelfde titel een artikel 154/14 ingevoegd, dat luidt als volgt: "
Art. 154/14.Als de gebruiker of de vertegenwoordiger van de gebruiker beroep instelt tegen de beslissing van de zorgkas die na een eensluidend advies van de Zorgkassencommissie als vermeld in artikel 154/13, § 3, is genomen, brengt de zorgkas het agentschap daarvan op de hoogte. De zorgkas deelt het agentschap de beroepsakte mee. Het agentschap kan vrijwillig tussenkomen in de procedure voor de arbeidsrechtbank conform artikel 813 van het Gerechtelijk Wetboek.".
Art. 82.Aan deel 4 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 15 februari 2019 en 3 mei 2019, wordt een titel 5 toegevoegd, die luidt als volgt: "Titel 5. Tijdelijke bepalingen voor de multidisciplinaire begeleidingsequipes voor palliatieve verzorging".
Art. 83.In hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 15 februari 2019, 29 maart 2019 en 3 mei 2019, wordt in titel 5, ingevoegd bij artikel 82, een artikel 154/15 ingevoegd, dat luidt als volgt: "
Art. 154/15.De begeleiding die multidisciplinaire begeleidingsequipes voor palliatieve verzorging aanbieden, wordt vergoed in de vorm van een tegemoetkoming als ze in de overeenkomst met de multidisciplinaire begeleidingsequipe voor palliatieve verzorging is opgenomen en als de begeleiding voldoet aan de voorwaarden die zijn vermeld in die overeenkomst. De vergoeding wordt rechtstreeks uitbetaald aan de multidisciplinaire begeleidingsequipe voor palliatieve verzorging.
De Vlaamse Regering bepaalt de regels en voorwaarden voor de samenstelling, de berekening, de wijziging en de uitbetaling van de tegemoetkoming, vermeld in het eerste lid, en de regels om het maximum aantal begeleidingen te berekenen waarvoor de tegemoetkoming, vermeld in het eerste lid, per kalenderjaar mag worden aangerekend. De voormelde regels en voorwaarden worden door de Vlaamse Regering verder geconcretiseerd en uitgewerkt in de overeenkomst die met de multidisciplinaire begeleidingsequipe voor palliatieve verzorging wordt gesloten.
In afwijking van het tweede lid kan de Vlaamse Regering in de overeenkomst met de multidisciplinaire begeleidingsequipe voor palliatieve verzorging het bedrag van de tegemoetkoming per begeleiding bepalen.".
Art. 84.In hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 15 februari 2019, 29 maart 2019 en 3 mei 2019, wordt in dezelfde titel een artikel 154/16 ingevoegd, dat luidt als volgt: "
Art. 154/16.De regels en de voorwaarden, vermeld in artikel 60, vijfde lid, voor de aanvragen van tegemoetkomingen voor de begeleiding door multidisciplinaire begeleidingsequipes voor palliatieve verzorging worden geconcretiseerd in de overeenkomsten met de multidisciplinaire begeleidingsequipes voor palliatieve verzorging.".
Art. 85.Aan deel 4 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 15 februari 2019 en 3 mei 2019, wordt een titel 6 toegevoegd, die luidt als volgt: "Titel 6. Tijdelijke bepalingen voor het multidisciplinair overleg".
Art. 86.In hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 15 februari 2019, 29 maart 2019 en 3 mei 2019, wordt in titel 6, ingevoegd bij artikel 85, een artikel 154/17 ingevoegd, dat luidt als volgt: "
Art. 154/17.De organisatie van en de deelname aan een multidisciplinair overleg rond een gebruiker kan vergoed worden in de vorm van een tegemoetkoming. De Vlaamse Regering bepaalt de regels en de voorwaarden waaraan het multidisciplinair overleg rond een gebruiker moet voldoen om voor vergoeding in aanmerking te komen.
De tegemoetkoming wordt rechtstreeks uitbetaald aan de deelnemers aan het multidisciplinair overleg. De Vlaamse Regering bepaalt welke deelnemers aan het multidisciplinair overleg een tegemoetkoming kunnen krijgen, welke taken die deelnemers moeten uitoefenen en aan welke voorwaarden die deelnemers moeten voldoen om voor een tegemoetkoming in aanmerking te komen.".
Art. 87.In hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 15 februari 2019, 29 maart 2019 en 3 mei 2019, wordt in dezelfde titel een artikel 154/18 ingevoegd, dat luidt als volgt: "
Art. 154/18.De Vlaamse Regering bepaalt de regels om de tegemoetkoming aan te vragen en om het bedrag van de tegemoetkoming te berekenen en ze bepaalt de wijze van uitbetaling van de tegemoetkoming voor de organisatie van en de deelname aan een multidisciplinair overleg.
De Vlaamse Regering bepaalt de voorwaarden en de procedures voor de financiële en administratieve betrekkingen tussen de gebruikers, de deelnemers aan het multidisciplinaire overleg en de zorgkassen.".
Art. 88.In hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 15 februari 2019, 29 maart 2019 en 3 mei 2019, wordt in dezelfde titel een artikel 154/19 ingevoegd, dat luidt als volgt: "
Art. 154/19.Artikel 103 en 104 zijn van overeenkomstige toepassing op de toekenning van tegemoetkomingen voor de organisatie van en de deelname aan een multidisciplinair overleg.".
Art. 89.Aan deel 4 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 15 februari 2019 en 3 mei 2019, wordt een titel 7 toegevoegd, die luidt als volgt: "Titel 7. Tijdelijke bepalingen voor de toekenning van tegemoetkomingen voor reiskosten".
Art. 90.In hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 15 februari 2019, 29 maart 2019 en 3 mei 2019, wordt in titel 7, ingevoegd bij artikel 89, een artikel 154/20 ingevoegd, dat luidt als volgt: "
Art. 154/20.Reiskosten die verband houden met revalidatieverstrekkingen en met indicatiestellingen als vermeld in artikel 108, § 2, eerste lid, worden vergoed in de vorm van een tegemoetkoming in de gevallen en onder de voorwaarden die de Vlaamse Regering bepaalt.
De Vlaamse Regering bepaalt in voorkomend geval het bedrag van de tegemoetkoming, vermeld in het eerste lid, en kan voorwaarden en procedures bepalen voor de samenstelling, de berekening en de uitbetaling van de tegemoetkoming. De tegemoetkoming wordt uitbetaald aan de gebruiker, behalve in de gevallen bepaald door de Vlaamse Regering, waarin de tegemoetkoming wordt uitbetaald aan de vervoerder, de revalidatievoorziening of de indicatiesteller.".
Art. 91.In hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 15 februari 2019, 29 maart 2019 en 3 mei 2019, wordt in dezelfde titel een artikel 154/21 ingevoegd, dat luidt als volgt: "
Art. 154/21.Gebruikers die op basis van een valse verklaring die ze hebben afgelegd of op basis van een vals document dat ze hebben opgemaakt ten onrechte rechtstreeks een tegemoetkoming voor reiskosten hebben gekregen, betalen de waarde ervan terug. Die verplichting geldt ook als de tegemoetkoming wordt uitbetaald aan de vervoerder, de revalidatievoorziening of de indicatiesteller.
Vervoerders, revalidatievoorzieningen of indicatiestellers die een tegemoetkoming voor reiskosten hebben gekregen op basis van een vals document die ze hebben opgemaakt of op basis van een valse verklaring die de gebruiker heeft afgelegd, betalen de waarde ervan terug.
Naast de terugbetaling, vermeld in het eerste en het tweede lid, en op voorwaarde dat het Openbaar Ministerie oordeelt dat er geen strafvervolging moet worden ingesteld of ze geen toepassing maakt van de mogelijkheden, vermeld in artikel 216bis en 216ter van het Wetboek van Strafvordering, kan de ambtenaar die de Vlaamse Regering daarvoor aanwijst bijkomend de gebruiker, de vervoerder, de revalidatievoorziening of de indicatiesteller, vermeld in het eerste en het tweede lid, een administratieve geldboete opleggen, die niet meer kan bedragen dan 100% van het terug te betalen bedrag. Die administratieve geldboete kan ook volledig of gedeeltelijk met uitstel van de uitvoering ervan worden opgelegd. Het uitstel kan toegestaan worden gedurende een termijn van twee jaar vanaf de datum van de beslissing als bij het uitspreken van een administratieve geldboete is vastgesteld dat aan de gebruiker, de vervoerder, de revalidatievoorziening of de indicatiesteller in kwestie geen administratieve geldboete is opgelegd in het voorgaande jaar. Als de gebruiker, de vervoerder, de revalidatievoorziening of de indicatiesteller gedurende de voormelde termijn van twee jaar een nieuwe inbreuk pleegt, worden de uitgestelde en de nieuwe sanctie samengevoegd. In geval van herhaling van dezelfde inbreuk binnen een tijdspanne van drie jaar na de beslissing, kan het bedrag van de boete worden verdubbeld.
Artikel 68, § 2 tot en met § 5, is van overeenkomstige toepassing.
Het bedrag van de administratieve geldboete bedraagt maximaal 500 euro. Het Openbaar Ministerie bezorgt aan de bevoegde administratie een kennisgeving van zijn beslissing om al dan niet strafvervolging in te stellen, een minnelijke schikking bedoeld in artikel 216bis van het Wetboek van Strafvordering of een bemiddeling in strafzaken bedoeld in artikel 216ter van hetzelfde wetboek voor te stellen.".
Art. 92.In artikel 181 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 15 februari 2019, worden de woorden "of een centrum voor kortverblijf" vervangen door de zinsnede "een centrum voor kortverblijf, een psychiatrisch verzorgingstehuis, een initiatief van beschut wonen, een revalidatievoorziening of een revalidatieziekenhuis of een tegemoetkoming voor begeleiding door een multidisciplinaire begeleidingsequipe voor palliatieve verzorging".
Art. 93.In artikel 183 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° het woord "vierde" wordt vervangen door het woord "vijfde";2° de woorden "in het raam van de nomenclatuur van de mobiliteitshulpmiddelen" worden opgeheven.
Art. 94.In artikel 184, 185, tweede lid, en artikel 186 van hetzelfde decreet wordt het woord "Ziekteverzekeringswet" vervangen door de zinsnede "wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994".
Art. 95.In artikel 187, eerste lid, van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° de datum "13 maart 2009" wordt vervangen door de datum "15 februari 2019";2° tussen de woorden "het welzijnsen gezondheidsbeleid" en de zinsnede "en, wat het basisondersteuningsbudget betreft" wordt de zinsnede ", het decreet van 6 juli 2018, het decreet van 5 april 2019 betreffende de organisatie en ondersteuning van het geestelijke gezondheidsaanbod, het decreet van 26 april 2019 betreffende de organisatie van de eerstelijnszorg, de regionale zorgplatformen en de ondersteuning van de eerstelijnszorgaanbieders" ingevoegd.
Art. 96.In artikel 188, tweede lid, van hetzelfde decreet wordt de zinsnede "140 tot en met 154" vervangen door de zinsnede "139/1 tot en met 154/21". Afdeling 4. Wijzigingen van het decreet van 6 juli 2018 betreffende de
overname van de sectoren psychiatrische verzorgingstehuizen, initiatieven van beschut wonen, revalidatieovereenkomsten, revalidatieziekenhuizen en multidisciplinaire begeleidingsequipes voor palliatieve verzorging
Art. 97.In artikel 2 van het decreet van 6 juli 2018 betreffende de overname van de sectoren psychiatrische verzorgingstehuizen, initiatieven van beschut wonen, revalidatieovereenkomsten, revalidatieziekenhuizen en multidisciplinaire begeleidingsequipes voor palliatieve verzorging worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° punt 3°, 13°, 14° en 15° worden opgeheven;2° in punt 16° wordt de zinsnede "die uitsluitend de uitbating van een of meer zorgvoorzieningen als statutair doel heeft, en" opgeheven;3° punt 20° wordt opgeheven.
Art. 98.In artikel 3 van hetzelfde decreet worden het tweede, derde en vierde lid opgeheven.
Art. 99.Artikel 4 en 5 van hetzelfde decreet worden opgeheven.
Art. 100.In titel 2 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 15 februari 2019 en 3 mei 2019, wordt hoofdstuk 2, dat bestaat uit artikel 6 tot en met 12, opgeheven.
Art. 101.Artikel 13 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 15 februari 2019, wordt vervangen door wat volgt: "
Art. 13.§ 1. De verwerking van persoonsgegevens in het kader van dit decreet is op elk moment in overeenstemming met de regelgeving over privacy en gegevensbescherming.
De persoonsgegevens over gezondheid worden verwerkt, door of onder de verantwoordelijkheid van een beroepsbeoefenaar die aan het beroepsgeheim is gebonden, of door een andere persoon die tot geheimhouding is gehouden. § 2. De zorgvoorzieningen verwerken de persoonsgegevens van de zorggebruikers, met als doel over de noodzakelijke informatie te beschikken die nodig is voor het verlenen van de zorg en ondersteuning aan de gebruiker, en om de zorg en ondersteuning af te stemmen op de evoluerende behoeften van de gebruiker.
De Vlaamse Regering kan nadere regels bepalen voor de vorm waarin en de wijze waarop de persoonsgegevens, inclusief de gegevens over de gezondheid, worden uitgewisseld.
De Vlaamse Regering bepaalt de persoonsgegevens, vermeld in deze paragraaf, die door de zorgvoorzieningen worden verwerkt. § 3. De verwerkingsverantwoordelijken, vermeld in artikel 4.7 van de algemene verordening gegevensbescherming, zijn: 1° de voorzieningen voor de verwerking van persoonsgegevens in het kader van hun opdrachten en hun zorgrelatie met de gebruiker;2° het agentschap dat de Vlaamse Regering aanwijst voor de analyse van die persoonsgegevens in het kader van de evidencebased beleidsvoering en in het kader van de monitoring en handhaving van een kwaliteitsvol zorgaanbod. § 4. De Vlaamse Regering bepaalt de termijn waarvoor de verwerkte persoonsgegevens maximaal worden bewaard. § 5. De zorgvoorzieningen bezorgen aan het agentschap dat de Vlaamse Regering aanwijst de noodzakelijke gegevens met het oog op analyse van die gegevens, evidencebased beleidsvoering voor het Vlaamse welzijnsen gezondheidsbeleid en de informatieverstrekking daarover. De Vlaamse Regering bepaalt welke gegevens bezorgd worden, en de wijze waarop en de periodiciteit waarmee de gegevens bezorgd worden.
De zorgvoorzieningen bezorgen aan het agentschap dat de Vlaamse Regering aanwijst persoonsgegevens over het personeel dat er werkt en de zelfstandigen die zorg verlenen in de voorziening. Die gegevens zijn noodzakelijk om een kwaliteitsvol zorgaanbod te kunnen monitoren en handhaven. De Vlaamse Regering bepaalt, na advies van de bevoegde toezichthoudende autoriteit, welke gegevens bezorgd worden, alsook de wijze waarop en de periodiciteit waarmee de gegevens bezorgd worden.".
Art. 102.Artikel 14 tot en met 17 van hetzelfde decreet worden opgeheven.
Art. 103.In titel 2 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 15 februari 2019 en 3 mei 2019, worden hoofdstuk 4, dat bestaat uit artikel 18 tot en met 51, en hoofdstuk 5, dat bestaat uit artikel 52 en 53, opgeheven.
Art. 104.Aan titel 2 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 15 februari 2019 en 3 mei 2019, wordt een hoofdstuk 6 toegevoegd, dat luidt als volgt: "Hoofdstuk 6. Subsidiëring".
Art. 105.In hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 15 februari 2019, 29 maart 2019 en 3 mei 2019, wordt in hoofdstuk 6, ingevoegd bij artikel 104, een artikel 53/1 ingevoegd, dat luidt als volgt: "
Art. 53/1.Met behoud van de toepassing van de financiering in het kader van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 en in het kader van het decreet van 23 februari 1994 inzake de infrastructuur voor persoonsgebonden aangelegenheden, kan de Vlaamse Regering, binnen de begrotingskredieten, subsidies verlenen aan de zorgvoorzieningen, vermeld in artikel 3 van dit decreet.
De subsidies, vermeld in het eerste lid, mogen niet hetzelfde voorwerp hebben als financieringen in het kader van het decreet van 18 mei 2018 houdende de Vlaamse sociale bescherming.
De Vlaamse Regering bepaalt de regels voor de aanvraag, de vaststelling, de toekenning en de vereffening van de subsidies.
Bij het bepalen van de subsidie aan een zorgvoorziening legt de Vlaamse Regering de opdrachten van die zorgvoorziening vast, en desgevallend ook de personeelsformatie die ze moet inzetten, de subsidievoorwaarden waaraan ze moet voldoen, de resultaten die ze moet bereiken en de wijze waarop de subsidie verantwoord moet worden.
Als ter uitvoering van dit decreet staatssteun in de zin van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie wordt verleend aan een onderneming, wordt die staatssteun toegekend met inachtneming van het besluit 2012/21/EU van de Commissie van 20 december 2011 betreffende de toepassing van artikel 106, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op staatssteun in de vorm van compensatie voor de openbare dienst, verleend aan bepaalde met het beheer van diensten van algemeen economisch belang belaste ondernemingen.".
Art. 106.Artikel 63 en 64 van hetzelfde decreet worden opgeheven.
Art. 107.In artikel 65 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° het woord "legt" wordt vervangen door het woord "kan";2° het woord "vast" wordt vervangen door het woord "vastleggen".
Art. 108.Artikel 66, 67 en 68 van hetzelfde decreet worden opgeheven.
Art. 109.In titel 3, hoofdstuk 1, van hetzelfde decreet worden afdeling 7, die bestaat uit artikel 69 tot en met 71, en afdeling 8, die bestaat uit artikel 72, opgeheven.
Art. 110.In artikel 74, eerste lid, van hetzelfde decreet worden punt 3° en 4° opgeheven.
Art. 111.In artikel 75, § 1, van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° het tweede lid wordt vervangen door wat volgt: "De Vlaamse Regering kan bij het sluiten, wijzigen of beëindigen van revalidatieovereenkomsten, vermeld in het eerste lid, het advies van de Expertencommissie inwinnen."; 2° het derde en het vierde lid worden opgeheven.
Art. 112.Artikel 76 van hetzelfde decreet wordt opgeheven.
Art. 113.In titel 3, hoofdstuk 2, van hetzelfde decreet wordt afdeling 3, die bestaat uit artikel 78 tot en met 82, opgeheven.
Art. 114.In artikel 83, eerste lid, van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° de woorden "wint daarvoor het advies van de Expertencommissie in" worden vervangen door de woorden "kan daarvoor het advies van de Expertencommissie inwinnen"; 2° de zin "Het advies van de Expertencommissie wordt in dialoog met de betrokken sectorale adviescommissie opgesteld." wordt opgeheven.
Art. 115.In artikel 91, § 1, van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° het tweede lid wordt vervangen door wat volgt: "Bij het sluiten, wijzigen of beëindigen, vermeld in het eerste lid, kan de Vlaamse Regering het advies inwinnen van de Expertencommissie."; 2° het derde en het vierde lid worden opgeheven.
Art. 116.Artikel 93 en 95 van hetzelfde decreet worden opgeheven.
Hoofdstuk 3. Slotbepalingen
Art. 117.De Vlaamse Regering bepaalt voor iedere bepaling van dit decreet de datum van inwerkingtreding, met uitzondering van artikel 43, 46 en 48, die in werking treden op 1 juni 2021.
Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Brussel, 18 juni 2021.
De minister-president van de Vlaamse Regering, J. JAMBON De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding, W. BEKE _______ Nota (1) Zitting 2020-2021 Stukken: - Ontwerp van decreet : 710 - Nr.1 - Verslag van de hoorzitting : 710 - Nr. 2 - In eerste lezing door de commissie aangenomen artikelen : 710 - Nr. 3 - Amendementen : 710 - Nr. 4 - Verslag : 710 - Nr. 5 - Amendementen na indiening van het verslag : 710 - Nr. 6 - Tekst aangenomen door de plenaire vergadering : 710 - Nr. 7 Handelingen - Bespreking en aanneming: Vergadering van 16 juni 2021.