gepubliceerd op 15 februari 2013
Decreet houdende de wijziging van diverse bepalingen van het decreet van 6 juli 2001 houdende de intergemeentelijke samenwerking
18 JANUARI 2013. - Decreet houdende de wijziging van diverse bepalingen van het decreet van 6 juli 2001Relevante gevonden documenten type decreet prom. 06/07/2001 pub. 31/10/2001 numac 2001035984 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende de intergemeentelijke samenwerking sluiten houdende de intergemeentelijke samenwerking (1)
Het VLAAMS PARLEMENT heeft aangenomen en Wij, REGERING, bekrachtigen hetgeen volgt : DECREET houdende de wijziging van diverse bepalingen van het
decreet van 6 juli 2001Relevante gevonden documenten
type
decreet
prom.
06/07/2001
pub.
31/10/2001
numac
2001035984
bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
Decreet houdende de intergemeentelijke samenwerking
sluiten houdende de intergemeentelijke samenwerking. HOOFDSTUK 1. - Algemene bepaling
Artikel 1.Dit decreet regelt een gewestaangelegenheid. HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen aan het decreet van 6 juli 2001Relevante gevonden documenten type decreet prom. 06/07/2001 pub. 31/10/2001 numac 2001035984 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende de intergemeentelijke samenwerking sluiten houdende de intergemeentelijke samenwerking
Art. 2.In artikel 2 van het decreet van 6 juli 2001Relevante gevonden documenten type decreet prom. 06/07/2001 pub. 31/10/2001 numac 2001035984 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende de intergemeentelijke samenwerking sluiten houdende de intergemeentelijke samenwerking wordt paragraaf 2 opgeheven.
Art. 3.Aan artikel 5 van hetzelfde decreet wordt de zinsnede ", behoudens andersluidende bepalingen" toegevoegd.
Art. 4.In artikel 9 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid wordt de zin "Een beheerscomité dat samengesteld is uit minstens één afgevaardigde van elke deelnemer, voor de gemeenten aangewezen onder de gemeenteraadsleden, de burgemeester of de schepenen, overlegt over de wijze waarop de overeenkomst wordt uitgevoerd." vervangen door de zinnen "Een beheerscomité dat samengesteld is uit minstens één afgevaardigde van elke deelnemer, overlegt over de wijze waarop de overeenkomst wordt uitgevoerd. Alleen natuurlijke personen kunnen afgevaardigde zijn van een deelnemer. De afgevaardigden voor de deelnemende gemeenten worden aangewezen onder de gemeenteraadsleden, de burgemeester en de schepenen."; 2° in het derde lid worden de woorden "ontvangen de leden van het beheerscomité per bijgewoonde vergadering een presentiegeld" vervangen door de woorden "kunnen de leden van het beheerscomité per bijgewoonde vergadering presentiegeld ontvangen".
Art. 5.In artikel 16 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° aan het eerste lid wordt de volgende zin toegevoegd : « Alleen natuurlijke personen kunnen lid zijn van de raad van bestuur. »; 2° er wordt een negende lid toegevoegd, dat luidt als volgt : « Elke projectvereniging rapporteert aan de Vlaamse Regering over haar werking.De Vlaamse Regering bepaalt de inhoud, de periodiciteit en de wijze van rapportering. De rapportering heeft niet tot gevolg dat een termijn om toezicht uit te oefenen als vermeld in hoofdstuk IV een aanvang neemt. ».
Art. 6.In artikel 18 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° er wordt een tweede lid toegevoegd, dat luidt als volgt : « Op verzoek van een raadslid vraagt het deelnemend bestuur aan de vereniging om de notulen en alle stukken waarnaar in de notulen wordt verwezen, elektronisch ter beschikking te stellen.De vereniging stelt de gevraagde stukken elektronisch ter beschikking aan het deelnemende bestuur en het deelnemende bestuur bezorgt ze aan het raadslid. »; 2° er wordt een derde lid toegevoegd, dat luidt als volgt : « Dit artikel doet geen afbreuk aan de mogelijkheid van strafrechtelijke vervolging van de raadsleden wegens schending van het beroepsgeheim, overeenkomstig artikel 458 van het Strafwetboek.».
Art. 7.Aan artikel 43 van hetzelfde decreet wordt een tweede lid toegevoegd dat luidt als volgt : « Met uitzondering van de algemene vergadering kunnen alleen natuurlijke personen lid zijn van de organen van de dienstverlenende en opdrachthoudende verenigingen. Deze bepaling geldt niet voor de aangesloten privaatrechtelijke rechtspersonen zolang zij overeenkomstig artikel 80 van dit decreet deel kunnen blijven uitmaken van de vereniging. ».
Art. 8.In artikel 44 van hetzelfde decreet wordt het derde lid vervangen door wat volgt : « De vaststelling van het mandaat van de vertegenwoordiger wordt herhaald voor elke algemene vergadering. ».
Art. 9.In artikel 52 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° er wordt een tweede lid toegevoegd, dat luidt als volgt : « Op verzoek van een raadslid vraagt het deelnemende bestuur om de notulen en alle stukken waarnaar in de notulen wordt verwezen, elektronisch ter beschikking te stellen.De vereniging stelt de gevraagde stukken elektronisch ter beschikking aan het deelnemende bestuur en het deelnemende bestuur bezorgt ze aan het raadslid. »; 2° er wordt een derde lid toegevoegd, dat luidt als volgt : « Dit artikel doet geen afbreuk aan de mogelijkheid van strafrechtelijke vervolging van de raadsleden wegens schending van het beroepsgeheim, overeenkomstig artikel 458 van het Strafwetboek.».
Art. 10.In artikel 56, laatste zin, van hetzelfde decreet worden de woorden "tweede lid" vervangen door de woorden "vierde lid".
Art. 11.In artikel 66 van hetzelfde decreet wordt de zinsnede "het tweede lid van artikel 65" vervangen door de zinsnede "artikel 65, eerste lid" en wordt de zinsnede "artikel 75" vervangen door de zinsnede "artikel 75octies".
Art. 12.In artikel 68, derde lid, van hetzelfde decreet wordt de zinsnede "artikel 75" vervangen door de zinsnede "artikel 75octies".
Art. 13.In hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 18 juli 2003, 22 december 2006, 30 april 2009 en 1 juni 2012, wordt een artikel 70bis ingevoegd, dat luidt als volgt : «
Art. 70bis.De dienstverlenende of opdrachthoudende vereniging rapporteert aan de Vlaamse Regering over haar werking. De Vlaamse Regering bepaalt de inhoud, de periodiciteit en de wijze van rapportering. Deze rapportering heeft niet tot gevolg dat een termijn om toezicht uit te oefenen als vermeld in hoofdstuk IV een aanvang neemt. ».
Art. 14.In hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 18 juli 2003, 22 december 2006, 30 april 2009 en 1 juni 2012, wordt het opschrift van hoofdstuk IV vervangen door wat volgt : « HOOFDSTUK IV. - Bestuurlijk toezicht ».
Art. 15.In hoofdstuk IV van hetzelfde decreet wordt een afdeling 1 ingevoegd, die luidt als volgt : « Afdeling 1. - Algemene bepalingen ».
Art. 16.Artikel 71 van hetzelfde decreet wordt vervangen door wat volgt : «
Art. 71.In dit hoofdstuk wordt verstaan onder : 1° intergemeentelijke overheid : de bestuursorganen van de projectvereniging of dienstverlenende of opdrachthoudende vereniging die een beslissing nemen;2° toezichthoudende overheid : de Vlaamse Regering.».
Art. 17.Artikel 72 van hetzelfde decreet wordt vervangen door wat volgt : «
Art. 72.Behoudens andersluidende bepalingen beperkt de toezichthoudende overheid zich bij de uitoefening van het toezicht, vermeld in dit decreet, tot een toetsing aan het recht en aan het algemeen belang, namelijk aan elk belang dat ruimer is dan het gemeentelijk belang, vermeld in artikel 3. ».
Art. 18.Artikel 73 van hetzelfde decreet wordt vervangen door wat volgt : «
Art. 73.De toezichthoudende overheid kan bij de intergemeentelijke overheid alle documenten en inlichtingen opvragen of die ter plaatse raadplegen. Ze bepaalt de informatiedrager en de vorm waarin de gegevens worden verstrekt. ».
Art. 19.Artikel 74 van hetzelfde decreet wordt vervangen door wat volgt : «
Art. 74.Alle kennisgevingen of verzendingen tussen de intergemeentelijke overheid en de toezichthoudende overheid gebeuren op de wijze, bepaald door de Vlaamse Regering.
Buiten de gevallen waarin een intergemeentelijke overheid krachtens dit decreet de toezichthoudende overheid van besluiten op de hoogte moet brengen, heeft het verzenden van een beslissing aan de toezichthoudende overheid niet tot gevolg dat de termijn om het toezicht uit te oefenen een aanvang neemt.
Voor de berekening van de toezichtstermijn wordt de vervaldag in de termijn gerekend. Als die dag een zaterdag, een zondag, een wettelijke of decretale feestdag is, wordt de vervaldag verplaatst naar de eerstvolgende werkdag.
Op straffe van nietigheid wordt het besluit dat in het kader van het toezicht wordt genomen, uiterlijk de laatste dag van de voorgeschreven termijn verzonden. ».
Art. 20.In hoofdstuk IV van hetzelfde decreet wordt na artikel 74 een afdeling 2 ingevoegd, die luidt als volgt : « Afdeling 2. - Algemeen bestuurlijk toezicht op de intergemeentelijke overheid ».
Art. 21.Artikel 75 van hetzelfde decreet wordt vervangen door wat volgt : «
Art. 75.Onder voorbehoud van de toepassing van artikel 75bis en artikel 75ter kan de toezichthoudende overheid besluiten van de intergemeentelijke overheid ambtshalve opvragen.
Bij ontvangst van een klacht vraagt de toezichthoudende overheid het besluit en het bijbehorende dossier op. »
Art. 22.Aan hoofdstuk IV van hetzelfde decreet wordt een artikel 75bis toegevoegd, dat luidt als volgt : «
Art. 75bis.Van de besluiten van alle bestuursorganen van de dienstverlenende en opdrachthoudende verenigingen wordt binnen twintig dagen na het nemen van het besluit een lijst met een beknopte omschrijving van de daarin geregelde aangelegenheden verzonden aan de Vlaamse Regering.
Vanaf de dag van de verzending aan de Vlaamse Regering wordt de lijst, vermeld in het eerste lid, gedurende minstens twintig dagen ter inzage gelegd van het publiek. Dezelfde lijst wordt gepubliceerd op de website van de dienstverlenende of opdrachthoudende vereniging. ».
Art. 23.Aan hoofdstuk IV van hetzelfde decreet wordt een artikel 75ter toegevoegd, dat luidt als volgt : «
Art. 75ter.Binnen twintig dagen na het nemen van het besluit wordt naar de Vlaamse Regering een afschrift verzonden van : 1° de besluiten van de dienstverlenende en opdrachthoudende verenigingen betreffende de rechtspositieregeling van het personeel, vermeld in artikel 69;2° de voorstellen van de raad van bestuur van de dienstverlenende en opdrachthoudende verenigingen in verband met het saneringsplan overeenkomstig artikel 68.».
Art. 24.Aan hoofdstuk IV van hetzelfde decreet wordt een artikel 75quater toegevoegd, dat luidt als volgt : «
Art. 75quater.§ 1. De Vlaamse Regering beschikt over dertig dagen om de uitvoering van de besluiten van de intergemeentelijke overheid te schorsen en om de intergemeentelijke overheid daarvan op de hoogte te brengen. Als het om een besluit gaat waarvan overeenkomstig artikel 75ter een afschrift aan de Vlaamse Regering moet worden gezonden, wordt de termijn op vijftig dagen gebracht.
De Vlaamse Regering kan de besluiten van de intergemeentelijke overheid rechtstreeks vernietigen binnen de termijn, vermeld in het eerste lid. § 2. De termijn, vermeld in paragraaf 1, gaat in op de derde dag die volgt op de verzending van de besluiten, vermeld in artikel 75ter, of van de lijst van de aangelegenheden, vermeld in artikel 75bis, of op de derde dag na het nemen van het besluit als de intergemeentelijke overheid een projectvereniging is. § 3. De termijn, vermeld in paragraaf 1, wordt gestuit door de opvraging, op de wijze bepaald door de Vlaamse Regering, door de toezichthoudende overheid van een bepaald besluit, het dossier, bepaalde documenten of inlichtingen betreffende een bepaald besluit bij de intergemeentelijke overheid.
De termijn, vermeld in paragraaf 1, gaat opnieuw in op de derde dag die volgt op de dag van de verzending van alle gevraagde gegevens. § 4. De termijn, vermeld in paragraaf 1, wordt gestuit door de aangetekende verzending van een klacht aan de toezichthoudende overheid, op voorwaarde dat die klacht verstuurd wordt binnen de termijn, vermeld in paragraaf 1.
Bij het binnenkomen van een klacht als vermeld in het eerste lid vangt een nieuwe termijn aan als vermeld in paragraaf 1. ».
Art. 25.Aan hoofdstuk IV van hetzelfde decreet wordt een artikel 75quinquies toegevoegd, dat luidt als volgt : «
Art. 75quinquies.In geval van schorsing door de Vlaamse Regering beschikt de intergemeentelijke overheid over zestig dagen, die ingaan op de derde dag die volgt op de verzending van het schorsingsbesluit aan de intergemeentelijke overheid, om een van de volgende beslissingen te nemen en de Vlaamse Regering daarvan op de hoogte te brengen.
De intergemeentelijke overheid kan het geschorste besluit intrekken en brengt de Vlaamse Regering daarvan op de hoogte.
Als de intergemeentelijke overheid het besluit waarvan de uitvoering is geschorst, gemotiveerd rechtvaardigt of aanpast, beschikt de Vlaamse Regering over dertig dagen om tot vernietiging over te gaan.
Die termijn gaat in op de derde dag die volgt op de dag van de verzending van de rechtvaardigingsbeslissing. Bij gebrek aan vernietiging binnen die termijn is de schorsing opgeheven.
Als binnen de termijn, vermeld in het eerste lid, geen besluit aan de Vlaamse Regering wordt verzonden, wordt het besluit waarvan de uitvoering is geschorst, geacht nooit te hebben bestaan. ».
Art. 26.Aan hoofdstuk IV van hetzelfde decreet wordt een artikel 75sexies toegevoegd, dat luidt als volgt : «
Art. 75sexies.Als een klacht wordt ingediend tegen een besluit van de intergemeentelijke overheid, brengt de toezichthoudende overheid de indiener van de klacht regelmatig op de hoogte van de behandeling van de klacht. De toezichthoudende overheid brengt de indiener van de klacht met een gewone brief op de hoogte van : 1° de ontvangst van de klacht, binnen tien dagen nadat de klacht toegekomen is;2° het verzoek van de toezichthoudende overheid aan de intergemeentelijke overheid om het besluit en het bijbehorende dossier te bezorgen, binnen tien dagen na dat verzoek;3° de motieven van de toezichthoudende overheid om het besluit van de intergemeentelijke overheid waartegen de klacht was ingediend, niet te schorsen of te vernietigen, binnen tien dagen na het nemen van dat besluit of na het verstrijken van de termijn;4° het gemotiveerde besluit van de toezichthoudende overheid waarbij het bestreden besluit van de intergemeentelijke overheid wordt geschorst of vernietigd, binnen tien dagen na het nemen van dat besluit;5° de stand van het dossier als de behandeling van de klacht verschillende weken of maanden in beslag neemt.In dat geval informeert de toezichthoudende overheid de indiener van een klacht minstens om de drie maanden over de stand van zaken.
Zodra de toezichthoudende overheid het onderzoek heeft afgerond, stuurt ze haar definitieve antwoord aan de indiener van de klacht en brengt ze de intergemeentelijke overheid in kwestie ook op de hoogte van haar antwoord.
In geval van stuiting van de termijn om beroep in te stellen bij de Raad van State als vermeld in artikel 75septies, brengt de toezichthoudende overheid de indiener van de klacht met een aangetekende brief op de hoogte van de motieven van de toezichthoudende overheid om het besluit van de intergemeentelijke overheid waartegen de klacht was ingediend, niet te schorsen of te vernietigen, binnen tien dagen na het nemen van dat besluit of na het verstrijken van de termijn.
De bepalingen van dit artikel zijn zowel van toepassing op de besluiten van de intergemeentelijke overheid, waarvan met toepassing van artikel 75ter een afschrift naar de Vlaamse Regering gestuurd moet worden, als op de besluiten waarvan geen afschrift naar de Vlaamse Regering gestuurd moet worden. ».
Art. 27.Aan hoofdstuk IV van hetzelfde decreet wordt een artikel 75septies toegevoegd, dat luidt als volgt : «
Art. 75septies.De termijn om een beroep in te stellen bij de Raad van State tegen een beslissing van de intergemeentelijke overheid wordt gestuit ten voordele van degene die een klacht indient bij de toezichthoudende overheid, op voorwaarde dat die klacht aangetekend wordt verzonden voor het verstrijken van de beroepstermijn en voor het verstrijken van de termijn voor het uitoefenen van het toezicht.
De stuiting duurt tot de indiener van de klacht de aangetekende verzending heeft ontvangen over het gevolg dat aan zijn klacht wordt gegeven, voor zover die aangetekende verzending melding maakt van de beroepsmogelijkheden bij de Raad van State. Die aangetekende verzending wordt geacht ontvangen te zijn bij de eerste aanbieding.
Als de beroepsmogelijkheid bij de Raad van State niet wordt vermeld, neemt de verjaringstermijn een aanvang vier maanden nadat de betrokkene op de hoogte werd gebracht van de akte of van de beslissing met individuele strekking. ».
Art. 28.Aan hoofdstuk IV van hetzelfde decreet wordt een afdeling 3 toegevoegd, die luidt als volgt : « Afdeling 3. - Dwangtoezicht ».
Art. 29.Aan hoofdstuk IV van hetzelfde decreet wordt aan afdeling 3, toegevoegd bij artikel 28, een artikel 75octies toegevoegd, dat luidt als volgt : «
Art. 75octies.§ 1. De toezichthoudende overheid kan, na een schriftelijke ingebrekestelling, een of meer commissarissen gelasten ter plaatse te gaan om de gevraagde inlichtingen of opmerkingen in te zamelen van de dienstverlenende of opdrachthoudende vereniging of om de maatregelen ten uitvoer te brengen die in rechte zijn voorgeschreven.
De toezichthoudende overheid kan pas optreden na het verstrijken van de termijn, vermeld in de ingebrekestelling. § 2. Het optreden van een of meer commissarissen gebeurt op de persoonlijke kosten van de personen die verzuimd hebben aan de ingebrekestelling gevolg te geven. ». HOOFDSTUK 3. - Inwerkingtreding
Art. 30.Dit decreet treedt in werking op de eerste dag van de derde maand na bekendmaking in het Belgisch Staatsblad, met uitzondering van artikel 6 en 9 die in werking treden op 1 januari 2014.
Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Brussel, 18 januari 2013.
De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Bestuurszaken, Binnenlands Bestuur, Inburgering, Toerisme en Vlaamse Rand, G. BOURGEOIS _______ Nota
(1) Zitting 2012-2013. Stukken:
-
Ontwerp van decreet
:
1797 - Nr. 1
-
Amendementen
:
1797 - Nrs. 2 t.e.m. 4
-
Verslag
:
1797 - Nr. 5
-
Amendementen voorgesteld na indiening van het verslag
:
1797 - Nr. 6
-
Tekst aangenomen door de plenaire vergadering
:
1797 - Nr. 7
Handelingen - Bespreking en aanneming : vergadering van 9 januari 2013.