gepubliceerd op 23 juli 1997
Decreet houdende de begroting van de ontvangsten van de Duitstalige Gemeenschap voor het begrotingsjaar 1997
18 DECEMBER 1996. - Decreet houdende de begroting van de ontvangsten van de Duitstalige Gemeenschap voor het begrotingsjaar 1997 (1)
De Raad van de Duitstalige Gemeenschap heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt :
Artikel 1.Voor het begrotingsjaar 1997 worden de lopende ontvangsten van de Duitstalige Gemeenschap op 3.793,35 miljoen frank geraamd.
De lopende ontvangsten zijn samengesteld uit : - 3.478,10 miljoen frank algemene ontvangsten; - 315,25 miljoen frank toegewezen ontvangsten.
Art. 2.De Regering van de Duitstalige Gemeenschap is ertoe gemachtigd om namens de Duitstalige Gemeenschap een kijk- en luistergeld te innen.
Art. 3.In toepassing van artikel 14 van het decreet van 21 januari 1991 betreffende de afschaffing en de reorganisatie van de Begrotingsfondsen, gewijzigd bij het decreet van 23 november 1992, van artikel 3 van het decreet van 14 december 1992 houdende inrichting van een Fonds voor afbetaling van schulden in de Duitstalige Gemeenschap, van artikel 3 van het decreet van 17 januari 1994 houdende oprichting van bijkomende Begrotingsfondsen van de Duitstalige Gemeenschap en van artikel 3 van het decreet van 21 december 1995 houdende oprichting van een afschrijvingsfonds in de Duitstalige Gemeenschap worden 269,0 miljoen frank van de dotatie als toegewezen ontvangsten ter beschikking gesteld aan de volgende Begrotingsfondsen : a) 24,0 miljoen voor het Fonds voor het leerlingenvervoer (30.11); b) 14,0 miljoen voor het Fonds voor Kind en Gezin van de Duitstalige Gemeenschap (50.11); c) 1,0 miljoen voor het Fonds tot bescherming van het ongeboren leven (50.12); d) 20,0 miljoen voor het Fonds voor de participatie van de Duitstalige Gemeenschap aan de bouw van sociale woningen (50.15); e) 90,0 miljoen voor het Fonds voor de bouw van ziekenhuizen en medisch-sociale inrichtingen van de Duitstalige Gemeenschap (50.16); f) 120 miljoen voor het afschrijvingsfonds van de Duitstalige Gemeenschap (60.00).
Art. 4.De Regering van de Duitstalige Gemeenschap is ertoe gemachtigd namens de Duitstalige Gemeenschap, bij het Gemeentekrediet van België of bij andere door de Duitstalige Gemeenschap erkende financiële instellingen, in Belgische franken of in deviezen, leningen aan te gaan die ten hoogste 374,0 miljoen frank mogen bereiken..
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld (1) Zitting 1996-1997. Bescheiden van de Raad. 4-071 (1996-1997), nr. 1. Ontwerp van decreet. 4-071 (1996-1997), nr. 2. Voorstel tot wijziging. 4-071 (1996-1997), nr. 3. Verslag. Voorstel(len) tot wijziging betreffende de tekst, goedgekeurd door de commissie.
Integraal verslag. Bespreking en aanneming. Vergadering van 18 december 1996.
Art. 5.De Minister bevoegd inzake Begroting wordt ertoe gemachtigd om 1° de financiële operaties door te voeren die ten algemene nut van het beheer van de Thesaurie van de Duitstalige Gemeenschap noodzakelijk zijn;2° de voorwaarden voor de terugbetaling van de door de Duitstalige Gemeenschap in België of in het buitenland aangegane leningen in onderlinge overeenstemming met de geldgever aan te passen of beheersverdragen op dit gebied te sluiten;3° de reserves van de Duitstalige Gemeenschap, de eventuele dagelijkse ontvangsten van de Thesaurie die de uitgaven overschrijden alsmede de opbrengst van de leningen in het belang van de Thesaurie te beheren door de op de kapitaalmarkt aangeboden mogelijkheden van kapitaalbeleggingen uit te putten.
Art. 6.Dit decreet treedt in werking op 1 januari 1997.
BEGROTING VAN DE ONTVANGSTEN VAN 1997 Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Artikel 3 van het decreet BIJLAGE BIJ DE ALGEMENE BEGROTING VAN DE ONTVANGSTEN VAN DE DUITSTALIGE GEMEENSCHAP VOOR HET BEGROTINGSJAAR 1997 De Regering van de Duitstalige Gemeenschap, Gelet op de wet van 31 december 1983 tot hervorming der instellingen voor de Duitstalige Gemeenschap, gewijzigd bij de wetten van 6 en 18 juli 1990, 5 mei 1993, 16 juli 1993 en 30 december 1993;
Gelet op de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten, inzonderheid op artikel 49, 8, deelt hetgeen volgt mee aan de Raad van de Duitstalige Gemeenschap : Artikel 49, 8, eerste lid van de wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten verplicht de Gemeenschappen en de Gewesten ertoe bij de begroting van de ontvangsten een staat toe te voegen over hun totale uitstaande schuld op 31 december van de laatste drie jaren.
Situatie op 31 december voor de jaren 1993, 1994 en 1995: Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Wij kondigen dit decreet af en bevelen dat het door het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt wordt.
Eupen, 18 december 1996.
Minister-President van de Regering van de Duitstalige Gemeenschap, Minister van Financiën, Internationale Betrekkingen, Gezondheid, Gezin en Bejaarden, Sport en Toerisme, J. MARAITE Minister van Jeugd, Vorming, Media en Sociale Aangelegenheden, K.-H. LAMBERTZ Minister van Onderwijs, Cultuur, Wetenschappelijk Onderzoek, Monumenten en Landschappen, W. SCHRÖDER.