Etaamb.openjustice.be
Decreet van 17 maart 1998
gepubliceerd op 17 april 1998

Decreet houdende regeling van het recht op vrije nieuwsgaring en de uitzending van korte berichtgeving door de omroepen

bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
numac
1998035401
pub.
17/04/1998
prom.
17/03/1998
ELI
eli/decreet/1998/03/17/1998035401/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

17 MAART 1998. Decreet houdende regeling van het recht op vrije nieuwsgaring en de uitzending van korte berichtgeving door de omroepen (1)


Het Vlaams Parlement heeft aangenomen en Wij, regering, bekrachtigen hetgeen volgt :

Artikel 1.Dit decreet regelt een gemeenschapsaangelegenheid.

Art. 2.In dit decreet wordt verstaan onder : 1° exclusiviteitshouder : elke omroep van of erkend door de Vlaamse Gemeenschap die voor evenementen exclusieve uitzendrechten heeft verworven voor de Vlaamse Gemeenschap;2° secundaire omroep : elke omroep van of erkend door de Vlaamse Gemeenschap die geen exclusieve uitzendrechten voor de Vlaamse Gemeenschap heeft verworven, in geval er exclusieve uitzendrechten op het evenement zijn verleend;3° actualiteitenprogramma : een informatief programma, gewijd aan actuele gebeurtenissen, waaronder evenementen : 4° evenement : een voor het publiek toegankelijke gebeurtenis.De gebeurtenis vormt een afgerond geheel met een natuurlijk begin en einde. Als een evenement zich uitstrekt over meerdere dagen, wordt elke dag als een afzonderlijk evenement beschouwd; 5° organisator : - de persoon of vereniging die het evenement organiseert; - de houder van de exploitatierechten op het evenement; 6° competitie : een reeks van wedstrijden van een groep van clubs waarbij elke club tegen alle andere moet spelen of waarbij telkens twee clubs tegen elkaar moeten spelen, waarbij de verliezer wordt uitgeschakeld.

Art. 3.Elke omroep van of erkend door de Vlaamse Gemeenschap heeft het recht op vrije informatiegaring.

Ten aanzien van evenementen waarop exclusieve uitzendrechten zijn verleend, houdt dit recht in : a) de vrije toegang tot het evenement, voorzover het plaatsvindt in het Nederlandse taalgebied of in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad, voorzover de instelling die het evenement organiseert in Brussel-Hoofdstad wegens haar organisatie beschouwd kan worden uitsluitend te behoren tot de Vlaamse Gemeenschap;b) het recht om opnamen te maken, voorzover het evenement plaatsvindt in het Nederlandse taalgebied of in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad, voorzover de instelling die het evenement organiseert in Brussel-Hoofdstad wegens haar organisatie beschouwd kan worden uitsluitend te behoren tot de Vlaamse Gemeenschap;c) het recht op korte berichtgeving.

Art. 4.Het recht van vrije toegang en opname kan door de organisator slechts in een uitzonderlijk geval, en uitsluitend om redenen van veiligheid en voorkoming van hinder voor het verloop van het evenement, beperkt worden. In dat geval moet de organisator voorrang geven aan de omroepen die exclusieve uitzendrechten hebben verworven.

Indien er geen omroepen zijn die exclusieve uitzendrechten hebben verworven, moet voorrang worden verleend aan de omroep van de Vlaamse Gemeenschap of aan de omroepen erkend door de Vlaamse Gemeenschap, in de zin van artikel 41, 1°, van de decreten betreffende de radio-omroep en de televisie, gecoördineerd op 25 januari 1995.

Art. 5.De korte berichtgeving is uitsluitend toegestaan in journaals en in regelmatig geprogrammeerde actualiteitenprogramma's.

De omroep van of erkend door de Vlaamse Gemeenschap bepaalt autonoom de inhoud van de korte berichtgeving.

Art. 6.De duur van de korte berichtgeving is beperkt tot de tijd die nodig is om de noodzakelijke informatie over het evenement uit te zenden en mag in totaal niet meer dan drie minuten klank- en/of beeldmateriaal van het evenement bevatten.

Specifiek voor competities, mag de korte berichtgeving van een competitiespeeldag per sporttak binnen een journaal nooit langer zijn dan zes minuten. Voor een actualiteitenprogramma mag de duur niet langer zijn dan vijftien minuten. Specifieke modaliteiten kunnen door de Vlaamse regering uitgewerkt worden.

Art. 7.§ 1. De secundaire omroep heeft in beginsel het recht om eigen opnamen te maken met respect voor de materiële voorrang van de omroepen die exclusieve uitzendrechten hebben verworven.

Voor sportevenementen is dit recht beperkt tot het maken van beelden in de marge van het evenement. Deze beperking is echter niet van toepassing in het geval de exclusiviteitshouders een inbreuk plegen op het recht vervat in § 2, eerste lid. Deze beperking is evenmin van toepassing indien de exclusieve uitzendrechten voor de Vlaamse Gemeenschap niet zijn verworven door een omroep van of erkend door de Vlaamse Gemeenschap. Indien de exclusiviteitshouders hun exclusief uitzendrecht op een evenement niet uitoefenen, kunnen de secundaire omroepen gratis beelden van het evenement maken. § 2. De secundaire omroep heeft het recht om tegen een billijke vergoeding de beschikking te krijgen van de opnamen en/of signalen van de exclusiviteitshouders, dit met het oog op een korte berichtgeving.

Voor een korte berichtgeving in journaals wordt de vergoeding bepaald op basis van de gemaakte technische kosten. Voor een korte berichtgeving in actualiteitenprogramma's kan tevens rekening worden gehouden met de uitzendrechten. § 3. In geval van overname van het signaal en/of de opnamen kiest de secundaire omroep vrij de klanken/of de beeldfragmenten waarmee hij zijn korte berichtgeving stoffeert. Wat de klank bij de beeldfragmenten betreft, wordt alleen omgevingsgeluid doorgegeven.

Art. 8.In geval van overname van het signaal en/of de opnamen moet de secundaire omroep het logo van de exclusiviteitshouders als bronvermelding zichtbaar presenteren tijdens de korte berichtgeving.

Art. 9.§ 1. In geval van overname van het signaal en/of van de opnamen van de exclusiviteitshouders mag de secundaire omroep de korte berichtgeving brengen zodra de exclusiviteitshouders het evenement geheel of gedeeltelijk, en al dan niet rechtstreeks, een eerste keer hebben uitgezonden.

Als de secundaire omroep zelf de opnamen heeft gemaakt, mag het tijdstip van uitzending vrij gekozen worden. § 2. De korte berichtgeving mag niet heruitgezonden worden los van de actualiteitsgebeurtenis, tenzij er een directe band bestaat tussen de inhoud ervan en een andere actualiteitsgebeurtenis.

De korte berichtgeving mag heruitgezonden worden in overzichtsprogramma's. § 3. De korte berichtgeving mag in het archief bewaard worden, maar mag alleen heruitgezonden worden onder de voorwaarden gesteld in § 2.

Art. 10.De betrokken partijen kunnen in onderling overleg afwijken van de bepalingen van de artikels 6 tot en met 9 van dit decreet.

Art. 11.Het Vlaams Commissariaat voor de Media is belast met het toezicht op de naleving en de sanctionering van de inbreuken door de omroepen op de bepalingen van dit decreet.

De artikelen 116quater, 116septies en 116octies van de decreten betreffende de radio-omroep en de televisie, gecoördineerd op 25 januari 1995, zijn van overeenkomstige toepassing.

Art. 12.De Vlaamse regering kan de bepalingen van dit decreet coördineren met de bepalingen van de decreten betreffende de radio-omroep en de televisie, gecoördineerd op 25 januari 1995, en met de bepalingen die deze op het tijdstip van de coördinatie uitdrukkelijk of impliciet zouden gewijzigd hebben.

Daartoe kan zij : 1° de volgorde, de nummering van de te coördineren bepalingen en in het algemeen de teksten naar de vorm wijzigen;2° de verwijzingen die voorkomen in de te coördineren bepalingen met de nieuwe nummering overeenbrengen;3° zonder afbreuk te doen aan de beginselen die in de te coördineren bepalingen vervat zijn, de redactie ervan wijzigen teneinde ze onderling te doen overeenstemmen en een eenheid in de terminologie te brengen.

Art. 13.De bepalingen van dit decreet zijn niet van toepassing op de vóór 1 januari 1998 gesloten exclusiviteitscontracten.

Art. 14.Dit decreet treedt in werking op 1 juli 1998.

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 17 maart 1998.

De minister-president van de Vlaamse regering, L. VAN DEN BRANDE De Vlaamse minister van Economie, K.M.O., Landbouw en Media, E. VAN ROMPUY

(1) Buitengewone zitting 1995 : Stuk.- Voorstel van decreet : 82, nr. 1.

Zitting 1996-1997 : Stuk. - Advies van de Raad van State : 82, nr. 2.

Zitting 1997-1998 : Stukken. - Amendementen : 82, nrs. 3 en 4. - In eerste lezing aangenomen artikelen : 82, nr. 5. - Amendementen : 82, nr. 6. - Verslag : 82, nr. 7 + Erratum. - Motie houdende verzoek tot raadpleging van de Raad van State : 82, nr. 8. - Advies van de Raad van State : 82, nr. 9. - Amendementen : 82, nrs. 10 tot 13. - In eerste lezing door de plenaire vergadering aangenomen artikelen : 82, nr. 14. - Amendement : 82, nr. 15.

Handelingen. - Bespreking en aanneming. Vergaderingen van 3 en 4 maart 1998.

^