gepubliceerd op 28 juli 2020
Decreet tot invoeging van een artikel 2/1 in het decreet van 3 april 2020 tot afwijking van diverse bepalingen van het Energiedecreet van 8 mei 2009, het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018, en de uitvoeringsbesluiten ervan, en tot dekking van de kosten voor elektriciteitsverbruik, verwarming of waterverbruik voor de eerste maand van tijdelijke werkloosheid ten gevolge van de coronacrisis en tot wijziging van artikel 7 van hetzelfde decreet, wat de zeevarenden en de toepassing van de federale vrijstelling betreft
17 JULI 2020. - Decreet tot invoeging van een artikel 2/1 in het decreet van 3 april 2020Relevante gevonden documenten type decreet prom. 03/04/2020 pub. 08/04/2020 numac 2020020684 bron vlaamse overheid Decreet tot afwijking van diverse bepalingen van het Energiedecreet van 8 mei 2009, het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018, en de uitvoeringsbesluiten ervan, en tot dekking van de kosten voor elektriciteitsverbruik, verwarming of waterverbruik voor de eerste maand van tijdelijke werkloosheid ten gevolge van de coronacrisis sluiten tot afwijking van diverse bepalingen van het Energiedecreet van 8 mei 2009, het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018, en de uitvoeringsbesluiten ervan, en tot dekking van de kosten voor elektriciteitsverbruik, verwarming of waterverbruik voor de eerste maand van tijdelijke werkloosheid ten gevolge van de coronacrisis en tot wijziging van artikel 7 van hetzelfde decreet, wat de zeevarenden en de toepassing van de federale vrijstelling betreft (1)
Het VLAAMS PARLEMENT heeft aangenomen en Wij, REGERING, bekrachtigen hetgeen volgt: Decreet tot invoeging van een artikel 2/1 in het
decreet van 3 april 2020Relevante gevonden documenten
type
decreet
prom.
03/04/2020
pub.
08/04/2020
numac
2020020684
bron
vlaamse overheid
Decreet tot afwijking van diverse bepalingen van het Energiedecreet van 8 mei 2009, het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018, en de uitvoeringsbesluiten ervan, en tot dekking van de kosten voor elektriciteitsverbruik, verwarming of waterverbruik voor de eerste maand van tijdelijke werkloosheid ten gevolge van de coronacrisis
sluiten tot afwijking van diverse bepalingen van het Energiedecreet van 8 mei 2009, het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018, en de uitvoeringsbesluiten ervan, en tot dekking van de kosten voor elektriciteitsverbruik, verwarming of waterverbruik voor de eerste maand van tijdelijke werkloosheid ten gevolge van de coronacrisis en tot wijziging van artikel 7 van hetzelfde decreet, wat de zeevarenden en de toepassing van de federale vrijstelling betreft
Artikel 1.Dit decreet regelt een gewestaangelegenheid.
Art. 2.In hoofdstuk 1 van het decreet van 3 april 2020Relevante gevonden documenten type decreet prom. 03/04/2020 pub. 08/04/2020 numac 2020020684 bron vlaamse overheid Decreet tot afwijking van diverse bepalingen van het Energiedecreet van 8 mei 2009, het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018, en de uitvoeringsbesluiten ervan, en tot dekking van de kosten voor elektriciteitsverbruik, verwarming of waterverbruik voor de eerste maand van tijdelijke werkloosheid ten gevolge van de coronacrisis sluiten tot afwijking van diverse bepalingen van het Energiedecreet van 8 mei 2009, het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018, en de uitvoeringsbesluiten ervan, en tot dekking van de kosten voor elektriciteitsverbruik, verwarming of waterverbruik voor de eerste maand van tijdelijke werkloosheid ten gevolge van de coronacrisis wordt een artikel 2/1 ingevoegd, dat luidt als volgt: "
Art. 2/1.De vergoedingen die ter uitvoering van dit decreet worden uitgekeerd, worden verleend om aan de rechtstreekse of onrechtstreekse economische of sociale gevolgen van de COVID-19-pandemie het hoofd te bieden.".
Art. 3.In artikel 7 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° aan het eerste lid worden een punt 3° en een punt 4° toegevoegd, die luiden als volgt: "3° de zeevarenden die zijn ingeschreven op de lijst, vermeld in artikel 1bis, 1°, van de besluitwet van 7 februari 1945 betreffende de maatschappelijke veiligheid van de zeelieden ter koopvaardij, die hun hoofdverblijfplaats hebben in het Vlaamse Gewest en die ten gevolge van de COVID-19-maatregelen wachtgeld ontvangen overeenkomstig titel III van het koninklijk besluit van 9 april 1965 betreffende de Pool van de zeelieden ter koopvaardij; 4° de zeevarenden die zijn ingeschreven op de lijst, vermeld in artikel 1bis, 1°, van dezelfde besluitwet, die worden tewerkgesteld door een rederij met exploitatiezetel in het Vlaamse Gewest maar hun hoofdverblijfplaats buiten België hebben, hetzij in een andere lidstaat van de Europese Unie, hetzij in een andere staat van de Europese Economische Ruimte, hetzij in Zwitserland, en die ten gevolge van de COVID-19-maatregelen wachtgeld ontvangen overeenkomstig titel III van het koninklijk besluit van 9 april 1965 betreffende de Pool van de zeelieden ter koopvaardij."; 2° in het tweede lid wordt de zinsnede "in de toestand, vermeld in het eerste lid, 1° of 2°, " vervangen door de zinsnede "in een toestand als vermeld in het eerste lid";3° in het tweede lid wordt de zinsnede "vermeld in het eerste lid, 1° " vervangen door de zinsnede "vermeld in het eerste lid"; 4° aan het tweede lid wordt de volgende zin toegevoegd: "De elektronische aanvraag wordt ingediend uiterlijk vier maanden na het verstrijken van de civiele noodsituatie."; 5° tussen het tweede lid en het derde lid worden vier leden ingevoegd, die luiden als volgt: "De Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, afgekort RSZ, bezorgt tijdens de periode, vermeld in artikel 6, § 1, eerste lid, aan het Departement Financiën en Begroting een bestand met de gegevens van de natuurlijke personen die zich in een toestand als vermeld in het eerste lid, 3° en 4°, bevinden.Dat bestand wordt ter beschikking gesteld via de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid, vermeld in de wet van 15 januari 1990Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/01/1990 pub. 08/07/2010 numac 2010000396 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid.
Om na te gaan of de aanvragers zich in een toestand als vermeld in het eerste lid, 3°, bevinden of om de juistheid van de verstrekte gegevens na te gaan, doet het Departement Financiën en Begroting een beroep op het Rijksregister van de natuurlijke personen om toegang te krijgen tot de gegevens die noodzakelijk zijn om die controle mogelijk te maken. De toegang tot die gegevens kan ook worden gebruikt in het kader van de verdere afhandeling van de aanvraag.
Om na te gaan of de aanvragers zich in een toestand als vermeld in het eerste lid, 4°, bevinden of om de juistheid van de verstrekte gegevens na te gaan, doet het Departement Financiën en Begroting een beroep op de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid om toegang te krijgen tot de gegevens die noodzakelijk zijn om die controle mogelijk te maken. De toegang tot die gegevens kan ook worden gebruikt in het kader van de nazorg van de aanvraag.
Het opvragen van de gegevens, het nagaan van de juistheid van die gegevens en het gebruik ervan in kader van de verdere afhandeling van de aanvraag gebeuren in overeenstemming met de regelgeving met betrekking tot de bescherming van natuurlijke personen bij de verwerking van persoonsgegevens die van toepassing is bij de mededeling van persoonsgegevens, zoals ze in voorkomend geval op federaal of Vlaams niveau verder is gespecificeerd.".
Art. 4.Dit decreet heeft uitwerking met ingang van 8 april 2020.
Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Brussel, 17 juli 2020.
De minister-president van de Vlaamse Regering, J. JAMBON De Vlaamse minister van Justitie en Handhaving, Omgeving, Energie en Toerisme, Z. DEMIR _______ Nota (1) Zitting 2019-2020 Documenten: - Voorstel van decreet : 417 - Nr.1 - Tekst aangenomen door de plenaire vergadering : 417 - Nr. 2 Handelingen - Bespreking en aanneming: Vergadering van 15 juli 2020.