Etaamb.openjustice.be
Decreet van 17 februari 1998
gepubliceerd op 25 juli 1998

Decreet houdende de eindregeling van de begroting van de Vlaamse Gemeenschap en van instellingen van openbaar nut voor het begrotingsjaar 1994

bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
numac
1998035629
pub.
25/07/1998
prom.
17/02/1998
ELI
eli/decreet/1998/02/17/1998035629/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

17 FEBRUARI 1998. - Decreet houdende de eindregeling van de begroting van de Vlaamse Gemeenschap en van instellingen van openbaar nut voor het begrotingsjaar 1994 (1)


Het Vlaams Parlement heeft aangenomen en Wij, regering, bekrachtigen hetgeen volgt : TITEL I. - Verrichtingen gedaan ter uitvoering van de begroting van de Vlaamse Gemeenschap HOOFDSTUK I. - Vastleggingen gedaan in uitvoering van de begroting Afdeling 1. - Vaststelling van de vastleggingen

Artikel 1.De vastleggingen van uitgaven ten laste van de vastleggingskredieten van het begrotingsjaar 1994 bedragen, voor de gesplitste kredieten, overeenkomstig de bijgaande tabel A, kolom 6, de som van BEF 36 806 869 614.

Art. 2.De vastleggingen van uitgaven ten laste van de vastleggingskredieten van het begrotingsjaar 1994 bedragen, voor de variabele kredieten, overeenkomstig de bijgaande tabel A, kolom 6, de som van BEF 2 069 295 385. Afdeling 2. - Vaststelling van de vastleggingskredieten

Art. 3.De vastleggingskredieten - gesplitste kredieten - bedragen voor het begrotingsjaar 1994 in totaal BEF 39 632 866 235 (tabel A, kolom 5).

Dit bedrag werd omgedeeld bij de begrotingsdecreten en is als volgt samengesteld : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Die sommen zijn gelijk aan de ordonnanceringen aangerekend ten laste van de begroting 1994, overeenkomstig tabel G kolommen 7 en 17. HOOFDSTUK IV. - Vastleggingen gedaan in uitvoering van het begrotingsdecreet Afdeling 1. - Vaststelling van de vastleggingsmachtigingen

Art. 33.De in toepassing van de artikelen 23, 103, 112 tot 115, en 120 van het begrotingsdecreet en van de artikelen 34, 41 en 43 van het aanpassingsdecreet toegewezen vastleggingsmachtigingen voor het begrotingsjaar 1994 belopen, overeenkomstig de bijgaande tabel H (punt A1, kolom 2), de som van BEF 19 150 983 350.

Art. 34.De in toepassing van de artikelen 17 tot 22, 24, 30, 97, 107, 111, 116, 118 en 121 van het begrotingsdecreet en van de artikelen 11 tot 15,28,38,40,45,49 en 50 van het aanpassingsdecreet en van artikel 10 van het aanpassingsdecreet 1995 toegewezen machtigingen voor het begrotingsjaar 1994 belopen, overeenkomstig de bijgaande tabel H (punt A2, kolom 2), de som van BEF 67 110 356 473.

Art. 35.De in toepassing van de artikelen 16 en 30 van het begrotingsdecreet en van artikel 15 van het aanpassingsdecreet toegewezen machtigingen tot het aangaan van verbintenissen strekkende tot betaling van de intrest en de aflossing van leningen voor het begrotingsjaar 1994 belopen, overeenkomstig de bijgaande tabel H (punt B1, kolom 2), de som van BEF 7 225 000 000.

Art. 36.De in toepassing van artikel 15 van het begrotingsdecreet toegewezen machtiging tot het aangaan van verbintenissen strekkende tot betaling op de vervaldag van de intrest en de aflossing van toelagenvervangende leningen, voor het begrotingsjaar 1994 belopen, overeenkomstig de bijgaande tabel H (punt B2, kolom 2), de som van BEF 2 760 200 000. Afdeling 2. - Vaststelling van de aanwending

Art. 37.De aanwendingen van de door de artikelen 23, 103, 112 tot 115 en 120 van het begrotingsdecreet en van de artikelen 34, 41 en 43 van het aanpassingsdecreet toegewezen machtigingen voor het begrotingsjaar 1994 belopen, overeenkomstig de bijgaande tabel H (punt A1, kolom 3) de som van BEF 15 409 061 605.

De niet-aangewende en de naar het volgend begrotingsjaar over te dragen machtigingen belopen, overeenkomstig de bijgaande tabel H (punt A1, kolom 6), de som van BEF 1 789 493 422.

De niet-aangewende en te annuleren machtigingen toegewezen door deze artikelen voor het begrotingsjaar 1994 belopen, overeenkomstig de bijgaande tabel H (punt A1, kolom 7), de som van BEF 1 952 428 323.

Art. 38.De aanwendingen van de door de artikelen 17 tot 22, 24, 30, 97, 107, 111, 116, 118 en 121 van het begrotingsdecreet en van de artikelen 11 tot 15, 28, 38, 40, 45, 49 en 50 van het aanpassingsdecreet en van artikel 10 van het aanpassingsdecreet 1995 toegewezen machtigingen voor het begrotingsjaar 1994 belopen, overeenkomstig de bijgaande tabel H (punt A2, kolom 3), de som van BEF 52 563 123 829.

De niet-aangewende en de naar het volgend begrotingsjaar over te dragen machtigingen belopen, overeenkomstig de bijgaande tabel H (punt A2, kolom 6), de som van BEF 12 461 909 990.

De niet-aangewende en te annuleren machtigingen toegewezen door deze bepalingen voor het begrotingsjaar 1994 belopen, overeenkomstig de bijgaande tabel H (punt A2, kolom 7), de som van BEF 2 085 322 654.

Art. 39.De aanwendingen van de door de artikelen 16 en 30 van het begrotingsdecreet en door artikel 15 van het aanpassingsdecreet toegewezen machtigingen voor het begrotingsjaar 1994 belopen, overeenkomstig de bijgaande tabel H (punt B1, kolom 3), de som van BEF 7 203 330 000.

De niet-aangewende en te annuleren machtigingen toegewezen door deze bepalingen voor het begrotingsjaar 1994 belopen, overeenkomstig de bijgaande tabel H (punt B1, kolom 7), de som van BEF 21 670 000.

De niet-aangewende en de naar het volgend begrotingsjaar over te dragen machtigingen voor het begrotingsjaar 1994 belopen, overeenkomstig de bijgaande tabel H (punt B1, kolom 6), de som van BEF 0.

Art. 40.De aanwendingen van de door artikel 15 van het begrotingsdecreet toegewezen machtiging voor het begrotingsjaar 1994 belopen, overeenkomstig de bijgaande tabel H (punt B2, kolom 3), de som van BEF 2 760 200 000.

De niet-aangewende en te annuleren, en de naar het volgende begrotingsjaar over te dragen machtigingen toegewezen door deze bepaling voor het begrotingsjaar 1994 belopen, overeenkomstig de bijgaande tabel H (punt B2, kolommen 6 en 7), de som van BEF 0.

TITEL II. - Verrichtingen gedaan ter uitvoering van de begrotingen van de Instellingen van Openbaar Nut van categorie A, opgesomd in artikel 1 van de Wet van 16 maart 1954 HOOFDSTUK I. - Openbare Afvalstoffenmaatschappij voor het Vlaams Gewest (OVAM), ingesteld bij decreet van 2 juli 1981 (Belgisch Staatsblad van 25 juli 1981) Afdeling 1. - Lopend jaar

Art. 41.De eindregeling van de begroting van OVAM is, voor het begrotingsjaar 1994, als volgt vastgesteld : - de ontvangsten op een bedrag van BEF 1 633 367 188; - de uitgaven op een bedrag van BEF 1 172 522 897; zodat er voor het begrotingsjaar 1994 een overschot is van BEF 460 844 291 dat gevoegd bij het overschot op 31 december 1993 van BEF 2 477 132 het gecumuleerd overschot op 31 december 1994 verhoogt tot BEF 463 321 423. HOOFDSTUK II. - Vlaams Fonds voor de Bouw van Ziekenhuizen en Medisch- sociale Instellingen (VFBZ), ingesteld bij decreet van 1 juni 1983 (Belgisch Staatsblad van 2 7.07.1983), inwerking getreden op 1 januari 1987 bij Besluit van de Vlaamse Executieve van 23 december 1986 (Belgisch Staatsblad van 14.03.1987) Afdeling 1. - Lopend jaar

Art. 42.De eindregeling van de begroting van VFBZ is, voor het begrotingsjaar 1994 tot 30 juni 1994 als volgt vastgesteld : - de ontvangsten op een bedrag van BEF 3 360 165 769; - de uitgaven op een bedrag van BEF 2 460 407 176; zodat er op 30 juni 1994 een overschot is van BEF 899 758 593 dat, gevoegd bij het overschot op 31 december 1993 van BEF 140 112 926, het gecumuleerd overschot op 30 juni 1994 verhoogt tot BEF 1 039 871 519.

Dit saldo wordt overgedragen naar het VIPA. HOOFDSTUK III. - Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden (VIPA), ingesteld bij decreet van 23 februari 1994 (Belgisch Staatsblad van 0 1.06.1994) Afdeling 1. - Lopend jaar

Art. 43.De eindregeling van de begroting van het VIPA is, voor het begrotingsjaar 1994 vanaf 1 juli 1994, als volgt vastgesteld : - de ontvangsten op een bedrag van BEF 2 321 542 931; - de uitgaven op een bedrag van BEF 2 171 321 928; zodat er voor het begrotingsjaar 1994 een overschot is van BEF 150 221 003 dat, gevoegd bij het van het Vlaams Fonds voor de Bouw van Ziekenhuizen en Medisch-sociale Instellingen overgedragen overschot op 30 juni 1994 van BEF 1 039 871 519, het gecumuleerd overschot op 31 december 1994 verhoogt tot BEF 1 190 092 522. HOOFDSTUK IV. - Fonds voor de Economische Expansie en de Regionale Reconversie (FEERR) middelgrote en grote ondernemingen, ingesteld bij decreet van 21 december 1990 (Belgisch Staatsblad van 2 9.12.1990) Afdeling 1. - Lopend jaar

Art. 44.De eindregeling van de begroting van het FEERR - MGO is, voor het begrotingsjaar 1994, als volgt vastgesteld : - de ontvangsten op een bedrag van BEF 5 953 770 867; - de uitgaven op een bedrag van BEF 5 264 822 269; zodat er voor het begrotingsjaar 1994 een overschot is van BEF 688 948 598 dat, gevoegd bij het overschot op 31 december 1993 van BEF 69 242 002, het gecumuleerd overschot op 31 december 1994 verhoogt tot BEF 758 190 600. HOOFDSTUK V. - Fonds voor de Economische Expansie en de Regionale Reconversie - kleine ondernemingen (FEERR-KO), ingesteld bij decreet van 21 december 1990 (Belgisch Staatsblad van 2 9.12.1990) Afdeling 1. - Lopend jaar

Art. 45.De eindregeling van de begroting van het FEERR - KO is, voor het begrotingsjaar 1994, als volgt vastgesteld : - de ontvangsten op een bedrag van BEF 4 091 688 254; - de uitgaven op een bedrag van BEF 4 071 422 818; zodat er voor het begrotingsjaar 1994 een overschot is van BEF 20 265 436 dat, gevoegd bij het overschot op 31 december 1993 van BEF 14 110 913, het gecumuleerd overschot op 31 december 1994 verhoogt tot BEF 34 376 349. HOOFDSTUK VI. - Fonds voor het Industrieel onderzoek in Vlaanderen (FIOV), ingesteld bij decreet van 21 december 1990 (Belgisch Staatsblad van 2 9.12.1990) Afdeling 1. - Lopend jaar

Art. 46.De eindregeling van de begroting van het FIOV is, voor het begrotingsjaar 1994, als volgt vastgesteld : - de ontvangsten op een bedrag van BEF 893 600 452; - de uitgaven op een bedrag van BEF 1 386 138 223; zodat er voor het begrotingsjaar 1994 een tekort is van BEF 492 537 771 dat, gevoegd bij het overschot op 31 december 1993 van BEF 677 862 029, het gecumuleerd overschot op 31 december 1994 terugbrengt tot BEF 185 324 258. HOOFDSTUK VII. - Investeringsfonds voor grond- en woonbeleid voor Vlaams Brabant (VLABINVEST), ingesteld bij decreet van 25 juni 1992 (Belgisch Staatsblad van 1 1.07.1992) Afdeling 1. - Lopend jaar

Art. 47.De eindregeling van de begroting van het VLABINVEST is, voor het begrotingsjaar 1994, als volgt vastgesteld : - de ontvangsten op een bedrag van BEF 690 000 000; - de uitgaven op een bedrag van BEF 4 729 568; zodat er voor het begrotingsjaar 1994 een overschot is van BEF 685 270 432 dat, gevoegd bij het overschot op 31 december 1993 van BEF 221 999 650, het gecumuleerd overschot op 31 december 1994 verhoogt tot BEF 907 270 082. HOOFDSTUK VIII. - Fonds Bijzondere Jeugdbijstand, ingesteld bij decreet van 21 december 1990 (Belgisch Staatsblad van 2 9.12.1990) Afdeling 1. - Lopend jaar

Art. 48.De eindregeling van de begroting van het Fonds Bijzondere Jeugdbijstand is, voor het begrotingsjaar 1994, als volgt vastgesteld : - de ontvangsten op een bedrag van BEF 5 445 167 035; - de uitgaven op een bedrag van BEF 5 230 244 769; zodat er voor het begrotingsjaar 1994 een overschot is van BEF 214 922 266 dat, gevoegd bij het overschot op 31 december 1993 van BEF 2 470 589, het gecumuleerd overschot op 31 december 1994 verhoogt tot BEF 217 392 855. HOOFDSTUK IX. - Vlaams Financieringsfonds tot Herstel van de Gemeentefinanciën (VFF), ingesteld bij decreet van 20 december 1989 (Belgisch Staatsblad van 2 2.02.1990) Afdeling 1. - Lopend jaar

Art. 49.De eindregeling van de begroting van het VFF is, voor het begrotingsjaar 1994, als volgt vastgesteld : - de ontvangsten op een bedrag van BEF 7 990 244 518; - de uitgaven op een bedrag van BEF 7 994 208 663; zodat er op 31 december 1994 een tekort is van BEF 3 964 145, dat naar het volgend begrotingsjaar wordt overdragen. HOOFDSTUK X. - Vlaamse Milieumaatschappij (VMM), ingesteld bij decreet van 12 december 1990 (Belgisch Staatsblad van 2 1.12.1990) Afdeling 1. - Lopend jaar

Art. 50.De eindregeling van de begroting van de VMM is, voor het begrotingsjaar 1994, als volgt vastgesteld : - de ontvangsten op een bedrag van BEF 6 074 863 020; - de uitgaven op een bedrag van BEF 6 074 863 020; zodat het saldo op 31 december 1994 BEF 0 bedraagt. HOOFDSTUK XI. - Fonds Film in Vlaanderen (FIV), ingesteld bij decreet van 22 december 1993 (Belgisch Staatsblad van 2 9.12.1993) Afdeling 1. - Lopend jaar

Art. 51.De eindregeling van de begroting van het FIV is, voor het begrotingsjaar 1994, als volgt vastgesteld : - de ontvangsten op een bedrag van BEF 307 271 713; - de uitgaven op een bedrag van BEF 158 080 316; zodat er op 31 december 1994 een overschot is van BEF 149 191 397, dat naar het volgend begrotingsjaar wordt overgedragen. HOOFDSTUK XII. - Grindfonds, ingesteld bij decreet van 14 juli 1993 (Belgisch Staatsblad van 1 4.10.1993) Afdeling 1. - Lopend jaar

Art. 52.De eindregeling van de begroting van het Grindfonds is, voor het begrotingsjaar 1994, als volgt vastgesteld : - de ontvangsten op een bedrag van BEF 0; - de uitgaven op een bedrag van BEF 0; zodat het saldo voor het begrotingsjaar 1994 BEF 0 bedraagt. HOOFDSTUK XIII. - Vlaams Landbouwinvesteringsfonds (VLIF), ingesteld bij decreet van 22 december 1993 (Belgisch Staatsblad van 2 9.12.1993) Afdeling 1. - Lopend jaar

Art. 53.De eindregeling van de begroting van het VLIF is, voor het begrotingsjaar 1994, als volgt vastgesteld : - de ontvangsten op een bedrag van BEF 351 340 000; - de uitgaven op een bedrag van BEF 349 257 357; zodat er voor het begrotingsjaar 1994 een overschot is van BEF 2 082 643, dat naar het volgend begrotingsjaar wordt overgedragen. HOOFDSTUK XIV. - Vlaams Fonds voor de Promotie van de Producten van de Landbouw, Tuinbouw en Zeevisserij - Vlaamse Dienst voor Agro-Marketing (VLAM), ingesteld bij decreet van 22 december 1993 (Belgisch Staatsblad van 2 9.12.1993) Afdeling 1. - Lopend jaar

Art. 54.De eindregeling van de begroting van de VLAM is, voor het begrotingsjaar 1994, als volgt vastgesteld : - de ontvangsten op een bedrag van BEF 325 807 618; - de uitgaven op een bedrag van BEF 327 407 829; zodat er voor het begrotingsjaar 1994 een tekort is van BEF 1 600 211, dat naar het volgend begrotingsjaar wordt overgedragen.

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 17 februari 1998.

De minister-president van de Vlaamse regering, L. VAN DEN BRANDE De Vlaamse minister van Financiën, Begroting en Gezondheidsbeleid, Mevr. W. DEMEESTER-DE MEYER _______ Nota (1) Zitting 1996-1997 : Stuk.- Rapport van het Rekenhof : 24-C, nr. 1.

Zitting 1997-1998 : Stukken. - Ontwerpvan decreet : 230, nr. 1. Verslag : 23, nr. 2.

Handelingen. - Bespreking en aanneming. Vergaderingen van 28 januari 1998

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

^