Etaamb.openjustice.be
Decreet van 16 mei 2024
gepubliceerd op 22 juli 2024

Decreet betreffende de financiering van schoolgebouwen

bron
ministerie van de franse gemeenschap
numac
2024006352
pub.
22/07/2024
prom.
16/05/2024
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

16 MEI 2024. - Decreet betreffende de financiering van schoolgebouwen (1)


Het Parlement van de Franse Gemeenschap heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt :

HOOFDSTUK I. - Schoolgebouwen van het gesubsidieerd vrij onderwijs

Artikel 1.In het decreet van 5 februari 1990 betreffende de schoolgebouwen van het niet-universitair onderwijs georganiseerd of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap, zoals laatst gewijzigd bij het decreet van 14 december 2022, wordt een hoofdstuk IIIbis ingevoegd, luidend als volgt : "HOOFDSTUK IIIbis - Schoolgebouwen van het gesubsidieerd vrij onderwijs".

Art. 2.In hetzelfde decreet, in hoofdstuk IIIbis, ingevoegd bij artikel 1, wordt een artikel 8/3 ingevoegd, luidend als volgt : «

Artikel 8/3.- § 1. Het Fonds voor schoolgebouwen van het gesubsidieerd vrij onderwijs vormt een administratieve dienst met boekhoudkundige autonomie in de zin van artikel 2, 5°, van het decreet van 20 december 2011Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/12/2011 pub. 17/01/2012 numac 2012029001 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende regeling van de begroting en de boekhouding van de Diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap sluiten houdende regeling van de begroting en de boekhouding van de Diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap.

Deze dienst staat onder het rechtsreekse gezag van de Minister bevoegd voor schoolgebouwen. § 2. Het Fonds voor schoolgebouwen van het gesubsidieerd vrij onderwijs wordt gefinancierd uit de volgende middelen : 1° een jaarlijkse dotatie van 47.207.483 euro uit de uitgavenbegroting van de Franse Gemeenschap; 2° inkomsten van welke aard dan ook met betrekking tot subsidieaanvragen voor schoolgebouwen van het gesubsidieerd vrij onderwijs;3° elke uitzonderlijke dotatie bepaald door de regering. § 3. Het bedrag bedoeld in § 2, 1°, wordt aangepast aan het algemene indexcijfer van de consumptieprijzen op 1 januari van het betrokken jaar, op basis van het algemene indexcijfer van de consumptieprijzen op 1 januari 2019.

Dit bedrag wordt om de 5 jaar herzien, vanaf de datum van inwerkingtreding van dit decreet, op basis van de evolutie in het schoolgewicht van de infrastructuur van elk van de nettenn in vergelijking met de andere netten in dezelfde periode. § 4. De middelen waarnaar in § 2 wordt verwezen, zijn voor 92,12% verdeeld tussen het confessioneek gesubsidieerd vrij net en voor 7,88% over het niet-confessionel vrij net.

Deze verdeling wordt om de 5 jaar herzien vanaf de datum van inwerkingtreding van dit decreet, op basis van wijzigingen in het schoolgewicht van de infrastructuur van elk van de netten in dezelfde periode. ».

Art. 3.In hetzelfde decreet, in hoofdstuk IIIbis, ingevoegd bij artikel 1, wordt een artikel 8/4 ingevoegd, luidend als volgt : «

Artikel 8/4.- § 1. Het doel van het Fonds voor schoolgebouwen van het gesubsidieerd vrij onderwijs is het subsidiëren van de inrichtende machten volgens de nadere regels bepaald in Hoofdstuk IIIter.

Op voorstel van de betrokken federatie van inrichtende machten kan het Fonds schoolgebouwen voor het gesubsidieerd vrij onderwijs ook de rentesubsidies in verband met gewaarborgde leningen dekken, in geval van een jaarlijkse verhoging van het maximumbedrag van de gewaarborgde leningen zoals bepaald in artikel 9, § 7. ».

HOOFDSTUK II. - Nadere regels voor de beschikbaarstelling van de middelen bedoeld in de hoofdstukken III en IIIbis van het decreet van 5 februari 1990 betreffende de schoolgebouwen van het niet-universitair onderwijs georganiseerd of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap

Art. 4.In hetzelfde decreet wordt een hoofdstuk III ter ingevoegd, met als titel "HOOFDSTUK IIIter - Procedures voor de beschikbaarstelling van de middelen bedoeld in hoofdstukkenIII en IIIbis".

Art. 5.In hetzelfde decreet, in hoofdstuk IIIter, ingevoegd bij artikel 4, wordt een afdeling I ingevoegd, luidend als volgt : « Afdeling I - Algemene bepalingen ».

Art. 6.In hetzelfde decreet, in de afdeling 1, ingevoegd bij artikel 5, wordt een artikel 8/5 ingevoegd, luidend als volgt : «

Artikel 8/5.Voor de toepassing van dit Hoofdstuk wordt verstaan onder : 1° elektronisch platform: het platform waarop dossiers door kandidaten worden ingediend;2° de Regering : De Regering van de Franse Gemeenschap;3° kandidaat : elke inrichtende macht van het gewoon en gespecialiseerd basisonderwijs, het gewoon secundair onderwijs, het gespecialiseerd onderwijs en het onderwijs voor sociale promotie, het kunstonderwijs met beperkt leerplan, het hoger onderwijs buiten de universiteiten, het hoger onderwijs voor sociale promotie, de psycho-medisch-sociale centra, de internaten of opvangtehuizen voor het gewoon en gespecialiseerd basis-, secundair en hoger onderwijs gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap en die een subsidieaanvraag in het kader van dit hoofdstuk indient;4° begunstigde: de inrichtende machten van het gewoon en gespecialiseerd basisonderwijs, het gewoon secundair onderwijs, het gespecialiseerd onderwijs en het onderwijs voor sociale promotie, het kunstonderwijs met beperkt leerplan, het hoger onderwijs buiten de universiteiten, het hoger onderwijs voor sociale promotie, de psycho-medisch-sociale centra, de internaten of opvangtehuizen van het gewoon en gespecialiseerd basis- secundair en hoger onderwijs gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap die een toestemming hebben ontvangen om in aanmerking te komen;5° infrastructurele samenwerking tussen netten of tussen inrichtende machten : het delen van schoollokalen van het (de) gebouw(en) dat (die) de subsidie ontvangt (ontvangen) en in de ruimtes waarop de werkzaamheden betrekking hebben, en dit : a) tijdens de schoolperiodes van het onderwijs (schooluren) en b) op regelmatige basis gedurende een schooljaar en c) door leden van het onderwijzend personeel en/of leerlingen, studenten en d) tussen inrichtende machten van een ander net of van eenzelfde net.6° zelfscore : score die een dossier heeft behaald bij het indienen van zijn kandidatuur op het daartoe bestemde elektronische platform. Deze score wordt verkregen door alle punten op te tellen die zijn verkregen door al dan niet te voldoen aan elk van de prioriteitscriteria. Deze score wordt automatisch bepaald door het elektronische platform op basis van de door de kandidaat ingevoerde gegevens; 7° Snelle hergebruiksaudit: een verslag waarin alle elementen van de sloop- of renovatiewerken worden opgesomd die in aanmerking komen voor hergebruik bij de geplande wederopbouw.De precieze elementen en nadere regels voor uitvoering worden door de regering bepaald; 8° samenstellende elementen van het gebouw: De verschillende samenstellende elementen van een gebouw zijn : a) grondwerken of funderingen of ruwbouwwerken ;b) dakwerken c) gevelwerk en externe afwerking, inclusief schrijnwerk, gevelbekleding en waterdicht maken, isolatie, brandtrappen aan de buitenkant, zonwering en schaduwelementen;d) de volgende binnenafwerking : scheidingswanden, wandafwerking, dekvloeren en vloerbedekkingen, valse plafonds, schrijnwerk, trappen ;e) de volgende toegangszones: binnenplaats, overdekte speelplaats, beplante zones, fietsenstallingen, berijdbare toegang voor de hulpdiensten, omheining en beveiliging van het terrein;f) sanitair/verwarming, ventilatie en airconditioning ;g) elektriciteit : installatie, productie- en opslagsysteem, inclusief alle bijbehorende apparatuur;h) brandveiligheidssysteem : brandbestrijding, -detectie en -preventie. Noodzakelijke bijkomende werken die verband houden met het onderwerp van de kandidatuur kunnen op gemotiveerd verzoek van de inrichtende macht door de Regering worden toegestaan; 9° niet-structurerende of eenmalige werken : renovatiewerken om een uit het oogpunt van veiligheid, gezondheid en/of hygiëne zorgwekkende situatie aan te pakken, die een snelle reactie vereisen vanwege de achteruitgang, veroudering of ongeschiktheid van de infrastructuur, met name voor personen met beperkte mobiliteit, en waarbij niet meer dan twee onderdelen van het betreffende gebouw betrokken zijn;10° structurerende werken : Alle werken die niet onder de definitie van "niet-structurerende of eenmalige werken" vallen, inclusief de aankoop van nieuwe gebouwen;11° schoolgewicht van scholen in termen van infrastructuur: verdeelsleutel gedefinieerd op basis van de schoolbevolking van elk net, binnen alle onderwijsniveaus en -types die onder dit mechanisme vallen.Voor het onderwijs voor sociale promotie en het kunstsecundair onderwijs met beperkt leerplan, per schoolbevolking in het kader van de financiering van infrastructuren, wordt verstaan onder het aantal regelmatig ingeschreven leerlingen, d.w.z. buiten de meervoudige inschrijvingen voor dezelfde leerling. ».

Art. 7.In hetzelfde decreet, in de afdeling 1, ingevoegd bij artikel 5, wordt een artikel 8/6 ingevoegd, luidend als volgt : «

Artikel 8/6.Dit hoofdstuk regelt de procedures voor de tegemoetkoming van de Franse Gemeenschap op het gebied van vastgoedinvesteringen in het niet-universitair onderwijs die zij subsidieert met de middelen voorzien in de hoofdstukken III en IIIbis, door middel van twee onderscheiden en complementaire mechanismen, namelijk niet-structurerende of eenmalige werken en structurerende werken zoals gedefinieerd in artikel 8/5, 9° en 10°. ».

Art. 8.In hetzelfde decreet, in de afdeling 1, ingevoegd bij artikel 5, wordt een artikel 8/7 ingevoegd, luidend als volgt : «

Artikel 8/7.De middelen voorzien voor het confessioneel vrij onderwijs, het niet-confessioneel vrij onderwijs, de Onderwijsraad voor de gemeenten en provincies en de Raad van de Inrichtende machten van het gesubsidieerd neutraal officieel onderwijs, in de hoofdstukken III en IIIbis, worden verdeeld over de twee mechanismen bepaald in artikel 8/5, 9° en 10°, in verhouding tot het totaal aantal dossiers op de wachtlijst in elk van deze mechanismen op 31 december van het jaar N-1.

In afwijking van het eerste lid worden de middelen in het eerste jaar elk voor 50% over deze twee mechanismen verdeeld. ».

Art. 9.In hetzelfde decreet, in hoofdstuk IIIter, ingevoegd bij artikel 4, wordt een afdeling II ingevoegd, luidend als volgt : "Afdeling II - Mechanismen voor niet-structurerende of eenmalige werken en structurerende werken.

Art. 10.In hetzelfde decreet, in afdeling II, ingevoegd bij artikel 9, wordt een onderafdeling I ingevoegd, luidend als volgt : "Onderafdeling I. Bepalingen gemeenschappelijk aan de mechanismen voor niet-structurerende of eenmalige werken en voor structurerende werken".

Art. 11.In hetzelfde decreet, in de onderafdeling 1, ingevoegd bij artikel 10, wordt een artikel 8/8 ingevoegd, luidend als volgt : «

Artikel 8/8.- § 1. De kandidaat dient zijn aanvraagdossier op elk gewenst moment via het elektronische platform in en geeft aan welk mechanisme hij wil gebruiken om zijn dossier in te dienen.

De federaties van inrichtende machten hebben raadgevende toegang tot de dossiers die ingediend worden door de inrichende machten die bij hen zijn aangesloten of waarmee zij een overeenkomst hebben gesloten, waardoor zij met name toegang hebben tot de lijsten van prioritaire en hangende dossiers. § 2. Deze aanvraag bevat een beschrijving van de geplande werken en de redenen voor de werken. Deze beschrijving moet de onderdelen van het gebouw identificeren waarop de geplande werken betrekking hebben.

De regering kan om aanvullende informatie vragen als de aanvraag niet voldoende gedetailleerd is om het te kunnen richten. ».

Art. 12.In hetzelfde decreet, in de onderafdeling 1, ingevoegd bij artikel 10, wordt een artikel 8/9 ingevoegd, luidend als volgt : «

Artikel 8/9.Op basis van de ingediende aanvraag valideert of wijzigt de regering het mechanisme voor het ingediende dossier en informeert de kandidaat binnen 30 werkdagen hierover na de volledige indiening van de aanvraag, met inbegrip van eventuele aanvullingen die door de regering worden gevraagd.

De aanvraag wordt pas als volledig beschouwd als alle door de regering gevraagde aanvullende informatie ontvangen is. »

Art. 13.In hetzelfde decreet, in de onderafdeling 1, ingevoegd bij artikel 10, wordt een artikel 8/10 ingevoegd, luidend als volgt : «

Artikel 8/10.Zodra de regering de oriëntatie van het dossier heeft gevalideerd of gewijzigd, dient de kandidaat de aanvullende stukken in die nodig zijn om het dossier te verwerken, afhankelijk van het mechanisme dat voor het dossier wordt gebruikt. ».

Art. 14.In hetzelfde decreet, in de onderafdeling 1, ingevoegd bij artikel 10, wordt een artikel 8/11 ingevoegd, luidend als volgt : «

Artikel 8/11.Komen in aanmerking de kandidaten die op het moment van indiening aan de volgende cumulatieve voorwaarden voldoen: 1° zich richten op schoolgebouwen op één schoolvestiging ;2° een beschrijving van de voorgestelde werken indienen;3° de uit te voeren werken, met inbegrip van uitbreidingen en nieuwbouw, voldoen aan de fysieke en financiële normen die zijn vastgelegd in artikel 2 van dit decreet;4° in voorkomend geval, zich ertoe verbinden om alle asbesttoepassingen die door of tijdens de gesubsidieerde werken worden aangetast, te verwijderen overeenkomstig het asbestinventarisatie- en beheersprogramma dat is opgesteld overeenkomstig boek VI - Titel 3 van het Wetboek voor welzijn op het werk.De Regering bepaalt in welk stadium dit bewijs moet worden geleverd en wat de nadere regels van deze voorwaarde zijn; 5° zich ertoe verbinden de impact op het milieu van het (de) gebouw(en) dat (die) gesubsidieerd wordt (worden) te beoordelen met behulp van het instrument dat door de regering wordt verstrekt op het moment van de subsidiabiliteitsovereenkomst (totem): i.in hun huidige staat en ii. in hun gesloopte staat, indien van toepassing, en iii. in hun geplande staat, inclusief het nieuwe project in het geval van wederopbouw.

De kandidaat moet een bewijs van deze volledige beoordeling overleggen. De Regering bepaalt in welk stadium dit bewijs moet worden geleverd en wat de nadere regels van deze voorwaarde zijn; 6° bij de installatie of vervanging van verwarmingssystemen zal de begunstigde de voorkeur geven aan koolstofarme systemen.Onder koolstofarme installatie wordt verstaan geen fossiele brandstoffen te gebruiken zoals olie, kolen of gas als brandstof. Als dit om technische en/of financiële redenen niet mogelijk is, kan een afwijking worden aangevraagd. De regering bepaalt de nadere regels en de voorwaarden voor deze afwijking; 7° indien van toepassing, in het geval van vervanging van een verwarmingssysteem, zich ertoe verbinden een gestandaardiseerde energieboekhouding bij te houden voor het gebouw waarop de subsidie betrekking heeft en het bewijs te leveren dat aan de eisen wordt voldaan.Onder gestandaardiseerde energieboekhouding wordt verstaan een beheersinstrument uitgedrukt in graaddagen op een 15/15-basis, dat gebruikt wordt om verbruiksgegevens van verwarmingsinstallaties voor een kalenderjaar dagelijks te registreren, verwerken en analyseren, om wijzigingen in het verbruik te controleren. De Regering bepaalt in welk stadium het bewijs van naleving van deze voorwaarde moet worden geleverd en op welke wijze aan deze voorwaarde moet worden voldaan; 8° indien van toepassing, aantonen dat bij het ontwerp van het project rekening is gehouden met de genderdimensie.De Regering bepaalt in welk stadium het bewijs van naleving van deze voorwaarde moet worden geleverd en op welke wijze aan deze voorwaarde moet worden voldaan; 9° indien van toepassing, voor het onderwijs waarop de gemeenschappelijke kern betrekking heeft, en op voorwaarde dat het ingediende dossier betrekking heeft op een globale renovatie of bouw of wederopbouw van, of veranderingen aan de lokalen waarop het technisch, technologisch en digitaal onderwijs, het cultureel en kunstonderwijs en/of de differentiatie- en gepersonaliseerde ondersteuningsprogramma's betrekking hebben: zich ertoe verbinden een infrastructureel kader (lokalen/uitrusting) te voorzien dat geschikt is voor het inzetten van manuele technische, technologische en digitale opleidingen, cultureel en artistiek onderwijs, en/of differentiatie- en gepersonaliseerde ondersteuningsprogramma's, noodzakelijk voor de implementatie van de gemeenschappelijke kern zoals bedoeld in het wetboek voor het Onderwijs op infrastructuurniveau. De Regering bepaalt het stadium waarin het bewijs van naleving van deze voorwaarde moet worden geleverd en de nadere regels van deze voorwaarde, afhankelijk van het soort werk; 10° indien van toepassing, zich ertoe verbinden werken uit te voeren om een gebouw op te leveren dat voldoet aan de connectiviteitseisen door in het project, afhankelijk van het soort werk, een bekabelde en/of draadloze verbinding op te nemen voor alle onderwijsruimten, die door de regering gecontroleerd zal worden.De Regering bepaalt in welk stadium het bewijs van naleving van deze voorwaarde moet worden geleverd en op welke wijze aan deze voorwaarde moet worden voldaan; 11° indien van toepassing, zich ertoe verbinden een toegankelijkheidsaudit te laten uitvoeren op basis van het voorontwerp en werken uit te voeren om een schoolgebouw te realiseren dat geschikt is voor mensen met beperkte mobiliteit en voor inclusief onderwijs.De werken om de infrastructuur aan te passen zullen de aanbevelingen van de audit volgen, voor zover het de delen van het gebouw betreft die door de werken beïnvloed worden, tenzij een technische of financiële afwijking naar behoren gerechtvaardigd is tegenover de Regering. De Regering bepaalt in welk stadium het bewijs van naleving van deze voorwaarde moet worden geleverd en op welke wijze aan deze voorwaarde moet worden voldaan; 12° zich ertoe verbinden een snelle hergebruiksaudit in te dienen. Onder snelle hergebruiksaudit wordt verstaan het opmaken van de inventaris van materialen die in het gebouw of de vestigingsplaats kunnen worden hergebruikt. Indien uit deze hergebruiksaudit een potentieel voor hergebruik blijkt, moet worden toegezegd dat ten minste 5% (in gewicht) van de materialen met dit potentieel zal worden hergebruikt. Deze voorwaarde is niet van toepassing als er geen deconstructie is. Onder deconstructie wordt verstaan de sloop van een gebouw of deconstructie van muren met warmteverlies, zodat alleen het structurele geraamte overblijft. De Regering bepaalt in welk stadium het bewijs van naleving van deze voorwaarde moet worden geleverd en op welke wijze aan deze voorwaarde moet worden voldaan; 13° zich ertoe verbinden de gemineraliseerde oppervlakte niet te vergroten, behalve in het geval van een toename van de bebouwde oppervlakte van scholen, en de vergroening en herbegroeiing van de ruimten aan te moedigen.De Regering bepaalt in welk stadium het bewijs van naleving van deze voorwaarde moet worden geleverd en op welke wijze aan deze voorwaarde moet worden voldaan; 14° In voorkomend geval, in geval van werken ter verbetering van de energieprestaties van het gebouw, behalve uitsluitend in het geval van dakwerken;zich ertoe verbinden een goedgekeurde energie-audit in te dienen en rekening te houden met de conclusies van deze audit betreffende het te renoveren gebouw, en met name de volgorde waarin de werken aan het gebouw moeten worden uitgevoerd.

De energie-audit moet voldoen aan de regionale vereisten en moet worden uitgevoerd door een erkende auditor in overeenstemming met de regionale wet- en regelgeving. De audit moet bijgehouden worden, d.w.z. het (de) gebouw(en) mag (mogen) geen werken hebben ondergaan die de energieprestatie beïnvloeden sinds de audit werd uitgevoerd.

Als het voor de begunstigde om technische of financiële redenen onmogelijk is om aan de auditaanbevelingen te voldoen, moet de begunstigde dit rechtvaardigen tegenover de regering, die zal beslissen of er een afwijking wordt verleend.

De Regering bepaalt in welk stadium het bewijs van naleving van deze voorwaarde moet worden geleverd en de nadere regels van deze voorwaarde en eventuele afwijkingen; 15° in voorkomend geval, voor de opbouw en wederopbouw van het gewoon verplicht onderwijs ;zich ertoe verbinden de inrichting of de oprichting mogelijk te maken van een autonome infrastructuur voor de organisatie van ofwel het kleuteronderwijs, het lager onderwijs, het basisonderwijs of het pedagogische continuüm van de gemeenschappelijke kern, waarin ten minste leerlingen van M3 (of P1) tot S3, of de lagere graad van het secundair onderwijs (S1 tot S3) worden samengebracht, of de hogere graad van het secundair onderwijs (S4 tot S6), in functioneel autonome gebouwen, zonder evenwel de mogelijkheid uit te sluiten om bepaalde specifieke lokalen samen te voegen die geen afbreuk doen aan de educatieve en functionele autonomie van de inrichtingen, tenzij een technische, financiële of organisatorische afwijking wordt toegestaan en naar behoren gemotiveerd aan de Regering. De regering bepaalt de nadere regels voor de toepassing van deze verplichting; 16° in voorkomend geval, voor de algemene renovaties van het gewoon verplicht onderwijs ;zich ertoe verbinden de mogelijkheid te overwegen om een autonome infrastructuur te ontwikkelen of op te richten voor de organisatie van ofwel het kleuter-, lager- of basisonderwijs, ofwel het pedagogisch continuüm van de gemeenschappelijke kern, waarin ten minste leerlingen van M3 (of P1) tot S3, of lagere graad van het secundair onderwijs (S1 tot S3), of hogere graad van het secundair onderwijs (S4 tot S6), in functioneel autonome gebouwen, zonder echter de mogelijkheid uit te sluiten om bepaalde specifieke lokalen die de educatieve en functionele autonomie van de scholen niet aantasten, samen te voegen. In het geval van niet-uitvoering moet de begunstigde een motiveringsnota indienen waarin de factoren worden vermeld die de uitvoering verhinderen. Deze rechtvaardigingen kunnen van technische, financiële of organisatorische aard zijn.

Als niet wordt voldaan aan de subsidiabiliteitsvoorwaarden die op het moment van de aanvraag of in een later stadium worden gecontroleerd, wordt de prioriteitsovereenkomst ingetrokken. ».

Art. 15.In hetzelfde decreet, in de onderafdeling 1, ingevoegd bij artikel 10, wordt een artikel 8/12 ingevoegd, luidend als volgt : «

Artikel 8/12.Onverminderd artikel 8/15 moet de begunstigde een zakelijk recht hebben op het gebouw dat het voorwerp is van de subsidie voor een periode van minstens 30 jaar vanaf de datum van het vaste akkoord over de gunning.

In afwijking van het eerste lid kan het zakelijk recht worden gehouden door of overgedragen aan een vereniging van gemeenten, een intercommunale, een openbare vennootschap voor het beheer van openbare gebouwen of een vastgoedvennootschap voor het beheer van schoolgebouwen, op voorwaarde dat de hoofdbegunstigde van de subsidie de inrichtende macht blijft. De hoofdbegunstigde kan deze subsidie overdragen aan de houder van het zakelijke recht, onverminderd de verplichtingen van deze regeling en zonder dat dit gevolgen heeft voor de financiële en administratieve betrekkingen met de Franse Gemeenschap. ».

Art. 16.In hetzelfde decreet, in de onderafdeling 1, ingevoegd bij artikel 10, wordt een artikel 8/13 ingevoegd, luidend als volgt : «

Artikel 8/13.De begunstigde van de subsidie moet aan de volgende verplichtingen voldoen: 1° gedurende een periode van 30 jaar vanaf de datum van het vaste akkoord over de gunning een schoolopdracht in het gebouw behouden dat krachtens dit decreet werd gesubsidieerd;2° de wettelijke en reglementaire bepalingen inzake overheidsopdrachten naleven en milieu-, sociale en ethische clausules in de overheidsopdrachten voor werken opnemen.De regering bepaalt de nadere regels voor deze voorwaarde; 3° voor de begunstigden van het mechanisme voor structurerende werken; in voorkomend geval, uiterlijk in het stadium van het principeakkoord over het project, het bewijs voor van de openbare aanbesteding van de dienstenverleningsopdracht met betrekking tot de aanstelling van de projectauteur bedoeld in artikel 8/36, zesde lid, en de gemotiveerde gunningsbeslissing, waarvan de nadere regels door de Regering worden bepaald; 4° aan de communicatie-, informatie- en publiciteitsverplichtingen voldoen, met betrekking tot de financiële steun van de Franse Gemeenschap.De regering bepaalt de nadere regels voor deze verplichtingen; 5° in het geval van een globale renovatie, nieuwbouw of reconstructie als onderdeel van het mechanisme voor structurerende werken, ervoor zorgen dat, in gevallen waarin de naam wordt gebruikt die naar personen verwijst en die niet verbonden is met de namen van de leerkrachten, er pariteit is tussen mannen en vrouwen bij de naamgeving van lokalen en klaslokalen binnen het gebouw dat de subsidie ontvangt.De namen die aan deze lokalen zijn toegewezen, worden zichtbaar en permanent bij de ingang van het lokaal weergegeven; 6° ingaan op elk verzoek van de Franse Gemeenschap om haar in staat te stellen het gebruik van de ontvangen financiële steun te controleren gedurende een periode van 30 jaar vanaf de datum van het vaste akkoord over de gunning.».

Art. 17.In hetzelfde decreet, in de onderafdeling 1, ingevoegd bij artikel 10, wordt een artikel 8/14 ingevoegd, luidend als volgt : «

Artikel 8/14.De begunstigde van de subsidie is verplicht, gedurende een periode van 30 jaar vanaf het vaste akkoord over de gunning, toestemming te vragen aan de regering wanneer : 1° het gebruik of de bestemming van de schoolgebouwen waarvoor de werken met behulp van de subsidie zijn uitgevoerd, geheel of gedeeltelijk wordt gewijzigd en/of ;2° de rechten van eigendom, genot, gebruik of bewoning van deze gebouwen kosteloos of tegen betaling worden overgedragen, onverminderd artikel 8/12. De toestemming van de Regering wordt verleend onverminderd de toepassing van artikel 8/16 van dit reglement. ».

Art. 18.In hetzelfde decreet, in de onderafdeling 1, ingevoegd bij artikel 10, wordt een artikel 8/15 ingevoegd, luidend als volgt : «

Artikel 8/15.Onverminderd de artikelen 8/14 en 8/16, en gedurende een periode van 30 jaar vanaf de datum van het vaste akkoord over de gunning, kan in geval van overdracht van het zakelijke recht of de eigendom van een gebouw waarvoor een subsidie wordt toegekend krachtens dit decreet, elke inrichtende macht, ongeacht het net waartoe het behoort, de betrokken publiekrechtelijke maatschappij voor het beheer van schoolgebouwen, of elke operator bedoeld in artikel 8/12 van deze regeling, het genoemde gebouw verwerven, hetzij tegen de door de partijen vastgestelde waarde, hetzij door voorkoop tegen de door een derde-koper geboden prijs, hetzij tegen de maximumwaarde vastgesteld door het Aankoopcomité of de ontvanger van de registratie.

Deze mogelijkheid mag alleen worden uitgeoefend om het gebruik van het vervreemde gebouw voor schooldoeleinden te behouden.

De regering bepaalt de nadere regels voor de uitvoering van dit recht van voorkoop. ».

Art. 19.In hetzelfde decreet, in de onderafdeling 1, ingevoegd bij artikel 10, wordt een artikel 8/16 ingevoegd, luidend als volgt : «

Artikel 8/16.§ 1. De subsidieontvangers waarvan de schoolgebouwen op grond van dit decreet een subsidie hebben ontvangen en waarvan de schoolbestemming niet meer wordt vervuld en/of de gebouwen worden vervreemd, betalen de subsidie terug.

Het bedrag van het deel van de subsidie dat moet worden terugbetaald voor lokalen die hun onderwijsfunctie hebben verloren of die zijn overgedragen zouden geweest zijn, wordt bepaald op basis van het aantal m2 dat buiten gebruik is gesteld, verminderd met het aantal jaren dat het pand in gebruik is geweest.

Elk bezettingsjaar zal een dertigste van het subsidiebedrag bedragen. § 2. De begunstigde betaalt de subsidie niet terug als : - de lokalen hun educatieve bestemming hebben verloren door omstandigheden waarop zij geen invloed hebben, of - de schoolopdracht door een door de Franse Gemeenschap erkende school wordt gehandhaafd..

De regering beslist over het bedrag van de terugvordering van de subsidie op basis van de door de begunstigde verstrekte informatie. § 3. Als de begunstigde niet terugbetaalt, wordt de Franse Gemeenschap terugbetaald door middel van de volgende verrichtingen in de volgorde waarin ze zijn aangegeven: 1° aftrek van de exploitatiesubsidies vanwege de school die het gebouw in gebruik heeft;2° aftrek van exploitatiesubsidies die verschuldigd zijn aan andere scholen die onder dezelfde inrichtende macht vallen ;3° inning door de bevoegde administratie van de FOD Financiën op het vermogen van de inrichtende macht met de hulp van een deskundige die daartoe door de Regering wordt aangesteld.».

Art. 20.In hetzelfde decreet, in de onderafdeling 1, ingevoegd bij artikel 10, wordt een artikel 8/17 ingevoegd, luidend als volgt : «

Artikel 8/17.In geval van niet-naleving van een van de verplichtingen die in deze afdeling worden uiteengezet, is de begunstigde verplicht om de subsidie geheel of gedeeltelijk terug te betalen.

Intussen zijn latere subsidieaanvragen van dezelfde inrichtende macht niet ontvankelijk zolang de aanvrager zijn verplichtingen niet nakomt. ».

Art. 21.In hetzelfde decreet, in de onderafdeling 1, ingevoegd bij artikel 10, wordt een artikel 8/18 ingevoegd, luidend als volgt : «

Artikel 8/18.De Regering bepaalt de voorwaarden voor de vereffening per schijven van de subsidie, die in 4 schijven wordt betaald: 1° 40 procent op de opdracht om met de werken te beginnen;2° 30 procent wanneer 40 procent van de werken voltooid zijn;3° 20 procent wanneer 70 procent van de werken voltooid zijn; 4° 10 procent, d.w.z. het saldo in de eindafrekening.

De Regering stelt de documenten vast van de vereffeningsaanvraag.

Indien de in het genoemde besluit bedoelde documenten niet worden overgelegd, wordt de subsidie niet uitbetaald. ».

Art. 22.In hetzelfde decreet, in de onderafdeling 1, ingevoegd bij artikel 10, wordt een artikel 8/19 ingevoegd, luidend als volgt : «

Artikel 8/19.In afwijking van artikel 8/18 wordt, in het kader van het mechanisme voor de structurerende werken, de subsidie van een inrichtende macht die haar project financiert door middel van alternatieve financiering, zoals een publiek-private samenwerking of een energieprestatiecontract, op jaarbasis uitbetaald, gespreid over de duur van het financieringscontract.

Het subsidiebedrag wordt uitsluitend berekend op basis van de kosten van de gedane investeringen, d.w.z. exclusief financierings-, onderhouds- en andere gerelateerde kosten die verband houden met het door de inrichtende macht gekozen financieringsmechanisme. ».

Art. 23.In hetzelfde decreet, in de onderafdeling 1, ingevoegd bij artikel 10, wordt een artikel 8/20 ingevoegd, luidend als volgt : «

Artikel 8/20.Om in aanmerking te komen voor een subsidie van meer dan 446.189 euro geïndexeerd aan het algemene indexcijfer van de consumptieprijzen op 1 januari van het betrokken jaar en aan het algemene indexcijfer van de consumptieprijzen op 1 januari 2023, moet een inrichtende macht van het gesubsidieerd vrij onderwijs, met uitzondering van de inrichtende machten die een instelling voor hoger onderwijs organiseren, de eigendom overdragen of laten overdragen door de eigenaar indien deze niet zelf de eigenaar is, zonder vergoeding, het zakelijk recht van de schoolgebouwen die van de huidige regeling zullen genieten, overdragen aan een maatschappij voor vermogensbeheer, opgericht in de vorm van een VZW, gemeenschappelijk voor alle eigenaars van scholen van dezelfde aard, hetzij uniek voor de Gemeenschap, hetzij opgericht in het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad en in elke provincie van het Waalse Gewest, en dit voor een periode van ten minste 30 jaar vanaf de datum van toekenning van het vaste akkoord over de gunning.

Elke maatschappij voor vermogensbeheer heeft als enig doel de overgedragen activa te gebruiken voor onderwijs en vestigt zijn maatschappelijke zetel binnen zijn ambtsgebied. De maatschappij voor vermogensbeheer mag alleen gebouwen vervreemden die door de inrichtende machten om onderwijsdoeleinden buiten gebruik zijn gesteld en gebruikt de opbrengst van de verkoop voor het onderhoud, de aankoop of de bouw van activa om onderwijsdoeleinden.

Elk van deze maatschappijen wordt gecontroleerd door een regeringscommissaris die door de regering is benoemd. De regeringscommissaris heeft als opdracht na te gaan of de door de maatschappij beheerde gebouwen om schooldoeleinden worden gebruikt.

Voor elke vervreemding van een gebouw dat in het kader van deze regeling subsidie heeft ontvangen, is zijn goedkeuring vereist.

In geval van ontbinding worden hun vermogen kosteloos overgedragen aan een andere vennootschap van dezelfde aard die voldoet aan de in dit artikel gedefinieerde voorwaarden. De regeringscommissaris heeft een vetorecht tegen de beslissingen die in strijd met de op deze VZW's toepasselijke wettelijke bepalingen worden genomen over de bestemming van de overgedragen gebouwen voor het onderwijs. ».

Art. 24.In hetzelfde decreet wordt in afdeling II, ingevoegd bij artikel 9, een onderafdeling II ingevoegd, luidend als volgt : "Onderafdeling II. Specifieke bepalingen voor het mechanisme met betrekking tot niet-structurerende of eenmalige werken".

Art. 25.In hetzelfde decreet, in de onderafdeling II, ingevoegd bij artikel 24, wordt een artikel 8/21 ingevoegd, luidend als volgt : «

Artikel 8/21.§ 1. De stappen in de procedure voor het indienen en controleren van dossiers volgen hierna : 1° a) indiening van de kandidatuur nadat de regering de richtlijnen heeft goedgekeurd of gewijzigd ;b) in voorkomend geval, het verlenen van een prioriteitsakkoord ;2° a) indiening van het dossier in het stadium van de gunning van de opdracht ;b) indien van toepassing, het verlenen van een vast akkoord over de gunning.Dit akkoord houdt de machtiging in om de overheidsopdracht voor werken aan de gekozen inschrijver(s) aan te melden; 3° indiening van aanvragen voor de vereffening van de subsidie en va de eindafrekening. § 2. In het kader van dit mechanisme kan geen kandidatuur worden ingediend voor een dossier dat reeds een toezegging of een subsidieovereenkomst geniet voor hetzelfde doel van werken, in welk stadium dan ook, in het kader van het mechanisme in verband met de structurende werken. § 3. De begunstigde verliest alle rechten op de subsidie indien hij de overheidsopdracht voor de uitvoering van werken aanmeldt voordat de regering haar vaste akkoord over de gunning heeft gegeven.

De regering kan evenwel afwijkingen toestaan op basis van een met redenen omkleed verzoek van de begunstigde. Dit verzoek om een afwijking kan alleen worden gedaan in het kader van werkend met een uiterst dringend karakter en op voorwaarde dat de regering schriftelijk toestemming heeft gegeven om met de werken te beginnen.

Deze afwijkingen zijn bedoeld om het recht op subsidies te behouden, maar vormen geen vaste verbintenis van de regering om in te grijpen.

De Regering stelt de procedures vast voor het indienen van aanvragen om afwijking en voor het verlenen van afwijkingen. ».

Art. 26.In hetzelfde decreet, in de onderafdeling II, ingevoegd bij artikel 24, wordt een artikel 8/22 ingevoegd, luidend als volgt : «

Artikel 8/22.De regering bepaalt : 1° de nadere regels voor de indiening en onderzoek van subsidieaanvragen voor elk van de in artikel 8/21, § 1, bedoelde fasen, met inbegrip van de in acht te nemen termijnen en de mogelijkheid om van deze termijnen af te wijken ;2° de documenten of gegevens die moeten worden verstrekt om de Franse Gemeenschap in staat te stellen de kandidaturen en dossiers te controleren, met dien verstande dat de bestuurshandelingen met individuele overeenkomsten aanvullende documenten kunnen nader bepalen.».

Art. 27.In hetzelfde decreet, in de onderafdeling II, ingevoegd bij artikel 24, wordt een artikel 8/23 ingevoegd, luidend als volgt : «

Artikel 8/23.§ 1. In geval van onvoldoende middelen binnen dit mechanisme, en dit afzonderlijk voor het confessioneel gesusidieerd vrij onderwijs, het niet-confessioneel vrij onderwijs, de Onderwijsraad van de gemeenten en provincies en de Raad van de inrichtende machten van het Gesubsidieerd neutraal officieel onderwijs, worden de dossiers geprioriteerd op basis van het prioriteringsinstrument dat door de regering is opgesteld.

Dit prioriteringsinstrument houdt rekening met de volgende prioriteiten: 1° werken om problemen met stabiliteit/brandveiligheid op te lossen;2° werken om een huisvestingsprobleem op te lossen dat in het gedrang kwam door de vervallen staat van de schoolgebouwen;3° werken om een gezondheids- en/of hygiëneprobleem op te lossen;4° werken om een probleem van ongeschiktheid of toegankelijkheid van de infrastructuur op te lossen (mensen met beperkte mobiliteit); Op basis van de hierboven vermelde prioriteiten en opgenomen in het betrokken dossier wordt voor elk ingediend dossier een prioriteitsindex vastgesteld.

Prioritering houdt rekening met de anciënnieteit van het ingediende dossier, met behulp van een anciënniteitsindex.

Met deze criteria kan het platform een zelfscore definiëren op basis van de codering die door de betrokken inrichtende macht is uitgevoerd en de anciënniteitsindex. De codering die door de inrichtende machten wordt uitgevoerd, wordt gecontroleerd door de regering, die deze naar beneden kan bijstellen als blijkt dat bepaalde gegevens niet correct zijn. De zelfscore mag niet naar boven worden bijgesteld door de Regering, behalve om deze aan te passen via de anciënniteitsindex of om het dossier bij te werken door de inrichtende macht naar aanleiding van gebeurtenissen buiten haar wil, zoals, in het bijzonder, de verslechtering van het gebouw tijdens de wachtperiode of een natuurlijke gebeurtenis, of de goedkeuring van nieuwe normen. De zelfscore kan worden herzien zolang het betrokken dossier geen prioriteitsgoedkeuring heeft gekregen.

De regering bepaalt de definitie en de inhoud van de prioriteiten en voorwaarden die hierboven worden opgesomd. § 2. In het geval van een gelijke stand, na toepassing van de criteria in § 1, worden de dossiers gerangschikt op basis van de volgende criteria: 1° degene die de meeste punten heeft behaald voor prioriteitscriterium 1° ;2° bij een gelijk aantal punten voor prioriteitscriterium 1, de persoon die de meeste punten voor prioriteitscriterium 2 heeft behaald;3° bij een gelijk aantal punten voor prioriteitscriterium 2, de persoon die de meeste punten voorde prioriteitscriterium 3 heeft behaald;4° bij een gelijk aantal punten voor prioriteitscriterium 3, de persoon die de meeste punten voor prioriteitscriterium 4 heeft behaald;5° bij een gelijk aantal punten voor prioriteitscriterium 4, het oudste gebouw. § 3. Als er niet genoeg krediet in de betrokken envelop is om het laatste dossier in volgorde te financieren, d.w.z. : - indien de beschikbare middelen meer dan 50% van het bedrag van de geraamde subsidie bedragen, wordt het tekort gepakt op de begroting voor de volgende periode van zes maanden; - als de beschikbare middelen minder dan 50% van het bedrag van de geraamde subsidie bedragen, worden de resterende middelen als subsidie aan de betrokken begunstigde aangeboden. Als de begunstigde aanvaardt, wordt dit bedrag het subsidiebedrag; als de begunstigde weigert, wordt het saldo van het beschikbare budget niet gebruikt en wordt het dossier niet geselecteerd en blijft deze op de wachtlijst staan. § 4. Als niet aan de prioriteringscriteria wordt voldaan, en met name als de oorspronkelijk aangegeven werken niet worden uitgevoerd, die in een later stadium dan de indiening van de kandidatuur worden gecontroleerd, wordt de prioriteringsindex die wordt gebruikt om de dosieers te rangschikken, opnieuw berekend.

Als de herberekende index resulteert in een index die lager is dan de index van het eerste dossier dat niet in de nuttige volgorde is gerangschikt, wanneer het genoemde dossier wordt geselecteerd, wordt de subsidie van de begunstigde ingetrokken. De middelen die op deze manier vrijkomen, worden beschikbaar gesteld aan het mechanisme. ».

Art. 28.In hetzelfde decreet, in de onderafdeling II, ingevoegd bij artikel 24, wordt een artikel 8/24 ingevoegd, luidend als volgt : «

Artikel 8/24.§ 1. Op basis van de prioriteringsindex bedoeld in artikel 8/23 stelt de Regering twee keer per jaar een lijst op van in aanmerking komende en geprioriteerde dossiers voor het confessioneel vrij onderwijs, het niet-confessioneel vrij onderwijs, de Onderwijsraad van de Gemeenten en Provincies en de Raad van Inrichtende machten van het Gesubsidieerd Neutraal Officieel Onderwijs, zoals bedoeld in de hoofdstukken III en IIIbis.

Deze rangschikkingen houden voor het eerste, van het betrokken jaar, rekening met alle dossiers die op 15 februari van elk jaar zijn ingediend en volledig zijn in het stadium bedoeld in artikel 8/21, § 1, 1°, a), en voor het tweede, op 15 augustus van elk jaar. § 2. De lijsten van in aanmerking komende en geprioriteerde dossiers worden voorgelegd aan de Regering, die de rangorde van de dossiers vaststelt en prioriteit toekent aan de dossiers die in de juiste volgorde zijn gerangschikt, en dit uiterlijk drie maanden na de datum waarop de in § 1, eerste lid, bedoelde lijsten van in aanmerking komende dossiers zijn opgesteld. § 3. Bij de eerste rangschikking van elk jaar wordt vijftig procent van de beschikbare middelen voor dit mechanisme vrijgemaakt.

Bij de tweede rangschikking van elk jaar wordt het saldo van de beschikbare middelen voor dit mechanisme vrijgemaakt. § 4. Bij de vaststelling van elke rangschikking wordt een bedrag gelijk aan 10% van het budget dat voor die rangschikking wordt gebruikt, niet toegekend om een eventuele verhoging van de subsidie, zoals bepaald in artikel 8/29, vierde lid, 2°, mogelijk te maken.

Zodra alle vaste akkoorden over gunning voor alle dossiers van dezelfde rangschikking zijn toegekend, worden eventuele overtollige middelen als gevolg van het afzien van aanvragen, een verlaging van het subsidiebedrag of een overschot op de begrotingsmarge, zoals bepaald in het vorige lid, teruggestort in de totale begroting voor dit mechanisme. ».

Art. 29.In hetzelfde decreet, in de onderafdeling II, ingevoegd bij artikel 24, wordt een artikel 8/25 ingevoegd, luidend als volgt : «

Artikel 8/25.- § 1. Elk jaar, en onverminderd artikel 8/24, § 4, wordt een bedrag gelijk aan 10 procent van de begrotingsenveloppe aan dit mechanisme tot 30 september beschikbaar gehouden om de verwerking van uiterst dringende gevallen mogelijk te maken.

De regering bepaalt het begrip van dringende noodzakelijkheid. § 2. Als de midellen bedoeld in § 1 niet voor uiterst dringende dossiers worden aangevraagd, worden ze op 1 oktober van elk jaar opnieuw toegewezen aan de algemene begroting. ».

Art. 30.In hetzelfde decreet, in de onderafdeling II, ingevoegd bij artikel 24, wordt een artikel 8/26 ingevoegd, luidend als volgt : «

Artikel 8/26.In afwijking van artikel 8/24 wordt voorrang gegeven aan aanvragen die worden ingediend in verband met de toewijzing van middelen aan scholen met een lage bezettingsgraad en aan scholen waarvan is vastgesteld dat zij een aanzienlijke prestatieachterstand hebben ten opzichte van het gemiddelde van de vergeleken scholen en een aanpassingsplan moeten opstellen overeenkomstig de artikelen 1.5.2-13 en 1.5.2-16 van het Wetboek voor het onderwijs.

De regering definieert het begrip "vestigingsplaats met een lage bezettingsgraad" en de procedures voor het doorgeven van gegevens over de in dit lid bedoelde vestigingsplaatsen aan de regering. De dossiers geselecteerd op basis van de prioriteiten bepaald in deze paragraaf komen ten laste van de begroting van het net of de federatie van inrichtende machten waartoe de begunstigde instelling behoort.

In afwijking van artikel 8/28 van dit decreet met betrekking tot het financieringspercentage, worden dossiers die op grond van deze bepaling zijn geselecteerd, gesubsidieerd voor 100% van het investeringsbedrag, tot een maximum van 750.000 euro per vestigingsplaats.

Jaarlijks vertegenwoordigen de dossiers die prioriteit krijgen onder dit artikel een maximum van 4.000.000 euro, inclusief dossiers voor alle netten. De middelen die nodig zijn voor de financiering van deze dossiers komen uit de financiële middelen waarin is voorzien in de artikelen 5, 7 en 8/3, afhankelijk van het net of de federatie van inrichtende machten waaruit de betreffende dossiers voortkomen.

Als er onvoldoende middelen worden toegewezen aan de inrichtingen die onder dit artikel vallen, worden de dossiers geprioriteerd op basis van het prioriteringsinstrument waarin artikel 8/23 voorziet.

Het bedrag bedoeld in het vierde lid wordt aangepast aan de algemene consumentenprijsindex op 1 januari van het desbetreffende jaar, op basis van de algemene consumentenprijsindex op 1 januari 2017."

Art. 31.In hetzelfde decreet, in de onderafdeling II, ingevoegd bij artikel 24, wordt een artikel 8/27 ingevoegd, luidend als volgt : «

Artikel 8/27.- § 1. Dezelfde vestigingsplaats kan alleen steun krijgen via het mechanisme voor niet-structurerende of eenmalige werken gedurende een periode van 5 jaar vanaf de datum van het vaste akkoord over gunning. § 2. In afwijking van § 1 kan een aanvraag die in het kader van een procedure voor uiterst dringende gevallen wordt ingediend, zelfs via dit mechanisme worden gefinancierd indien de vestiging in kwestie binnen de in § 1 bedoelde periode van 5 jaar reeds van dit mechanisme heeft genoten. ».

Art. 32.In hetzelfde decreet, in de onderafdeling II, ingevoegd bij artikel 24, wordt een artikel 8/28 ingevoegd, luidend als volgt : «

Artikel 8/28.De financiële bijdrage van de Franse Gemeenschap aan het mechanisme voor niet-structurerende of eenmalige werken is vastgesteld op 65% van het totale investeringsbedrag per subsidiabel project.

In afwijking van het eerste lid wordt de financiële bijdrage van de Franse Gemeenschap verhoogd met 10 procent voor de vestigingen die genieten van een gedifferentieerde begeleiding in klas 1, 2 of 3 overeenkomstig het decreet van 30 april 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 30/04/2009 pub. 09/07/2009 numac 2009029351 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende organisatie van een gedifferentieerde omkadering binnen de schoolinrichtingen van de Franse Gemeenschap om alle leerlingen gelijke kansen op sociale emancipatie te bieden in een kwaliteitsvolle pedagogische omgeving sluiten tot organisatie van een gedifferentieerd kader in de schoolinrichtingen van de Franse Gemeenschap om te garanderen dat elke leerling gelijke kansen heeft op maatschappelijke emancipatie in een kwaliteitsvolle onderwijsomgeving. ».

Art. 33.In hetzelfde decreet, in de onderafdeling II, ingevoegd bij artikel 24, wordt een artikel 8/29 ingevoegd, luidend als volgt : «

Artikel 8/29.De subsidie wordt berekend op het subsidiabele bedrag van de investering.

Het subsidiabele bedrag van de investering omvat de subsidiabele werken, de belasting op de toegevoegde waarde en de algemene kosten.

In het geval van een schadedossier zal het bedrag van de verzekeringsbijdrage en/of enig ander steunmechanisme van de kosten van de werken worden afgetrokken.

Het bedrag van de subsidie wordt berekend in het stadium bedoeld in artikel 8/21, § 1, 1°, a). Dit is het voorlopige bedrag van de subsidie.

Indien van toepassing zal het bedrag : 1° verminderd worden in het stadium bedoeld in artikel 8/21, § 1, 2°, b), naargelang het resultaat van de gunning van de opdracht voor werken, om overeen te stemmen met het bedrag van de gekozen offerte vermenigvuldigd met het subsidiepercentage;2° verhoogd worden met maximaal 10 procent in het stadium bedoeld in artikel unvicies 8/21, § 1, 2°, b), afhankelijk van het resultaat van de gunning van de opdracht voor werken in geval van verhoging van het bedrag van de bij de aanvraag ingediende raming. De algemene kosten bedragen 8 procent van het bedrag van de subsidieerbare werken, inclusief btw. Onder algemene kosten wordt verstaan de honoraria van architecten, ingenieurs-adviseurs, deskundigen van het ontwerpbureau, gezondheids- en veiligheidscoördinatoren en/of EPB-adviseurs. »

Art. 34.In hetzelfde decreet wordt in afdeling II, ingevoegd bij artikel 9, een onderafdeling III ingevoegd, luidend als volgt : "Onderafdeling III. Specifieke bepalingen voor het mechanisme "structurelrende werken".

Art. 35.In hetzelfde decreet, in de onderafdeling III, ingevoegd bij artikel 34, wordt een artikel 8/30 ingevoegd, luidend als volgt : «

Artikel 8/30.§ 1. De stappen in de procedure voor het indienen en controleren van dossiers volgen hierna : 1° a) indiening van de kandidatuur nadat de regering de richtlijnen heeft goedgekeurd of gewijzigd b) in voorkomend geval, het verlenen van een prioriteitsakkoord ;2° a) indiening van het dossier in de projectfase ;b) in voorkomend geval, het verlenen van een principeakkoord over het project;3° a) indiening van het dossier in het stadium van de gunning van de opdracht ;b) in voorkomend geval het verlenen van een vast akkoord over gunning. Dit akkoord houdt de machtiging in om de overheidsopdracht voor werken aan de gekozen inschrijver(s) aan te melden; 4° indiening van aanvragen voor uitbetaling van de subsidie en de eindafrekening. § 2. Dossiers die onder dit mechanisme worden ingediend, kunnen meerdere werkfasen omvatten, verspreid over één of meerdere jaren. In dit geval wordt het prioriteitsakkoord gegeven aan het totale project en worden de volgende fasen fase voor fase behandeld. § 3. Het indienen van een kandidatuur in het kader van dit mechanisme is niet toegestaan voor een dossier dat al een subsidietoezegging of -overeenkomst voor hetzelfde doel van werken geniet, in welk stadium dan ook, in het kader van het financieringsmechanisme geregeld door het decreet van 30 september 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 30/09/2021 pub. 21/10/2021 numac 2021022103 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende het investeringsplan voor schoolgebouwen in het kader van het Europees plan voor herstel en veerkracht sluiten betreffende het investeringsplan voor schoolgebouwen in het kader van het Europees plan voor herstel en veerkracht. § 4. De begunstigde verliest alle rechten op de subsidie indien hij de overheidsopdracht voor de uitvoering van werken aanmeldt voordat de regering haar vaste akkoord over de gunning heeft gegeven.

De regering kan evenwel afwijkingen toestaan op basis van een met redenen omkleed verzoek van de begunstigde. Dit verzoek om een afwijking kan alleen worden gedaan in het kader van werkend met een uiterst dringend karakter en op voorwaarde dat de regering schriftelijk toestemming heeft gegeven om met de werken te beginnen.

Deze afwijkingen zijn bedoeld om het recht op subsidies te behouden, maar vormen geen vaste verbintenis van de regering om in te grijpen.

De Regering stelt de procedures vast voor het indienen van aanvragen om afwijking en voor het verlenen van afwijkingen. § 5. Er worden opvolgingsvergaderingen gehouden met de begunstigde om het project te volgen vanaf het moment dat de prioriteit wordt toegekend totdat de subsidie wordt uitbetaald.

Met deze vergaderingen kan de regering : 1° controleren of de begunstigde van de subsidie voldoet aan de verplichtingen van dit mechanisme, de subsidiabiliteitsvoorwaarden en, indien van toepassing, de criteria voor projectprioritering;2° en alle nuttige expertise over schoolbouw aan de begunstigde van de subsidie verstrekken. Bij deze vergaderingen is ten minste één vertegenwoordiger van de regering, van de begunstigde en, indien van toepassing, van de initiatiefnemer van het project betrokken. Indien de betrokken inrichtende macht dit wenst, mag ook een vertegenwoordiger van haar federatie van inrichtende machten de vergaderingen bijwonen.

De regering waardeert de manier waarop deze vergadering is georganiseerd en gehouden. Als de regering van mening is dat deze vergadering niet nodig is op basis van de informatie in het dossier, zal dit geen afbreuk doen aan het dossier van de verzoeker. ».

Art. 36.In hetzelfde decreet, in de onderafdeling III, ingevoegd bij artikel 34, wordt een artikel 8/31 ingevoegd, luidend als volgt : «

Artikel 8/31.De regering bepaalt : 1° de nadere regels voor de indiening en onderzoek van subsidieaanvragen voor elk van de in artikel 8/30, § 1, bedoelde fasen, met inbegrip van de in acht te nemen termijnen en de mogelijkheid om van deze termijnen af te wijken ;2° de documenten of gegevens die moeten worden verstrekt om de Franse Gemeenschap in staat te stellen de kandidaturen en dossiers te controleren, met dien verstande dat de bestuurshandelingen met individuele overeenkomsten aanvullende documenten kunnen nader bepalen.».

Art. 37.In hetzelfde decreet, in de onderafdeling III, ingevoegd bij artikel 34, wordt een artikel 8/32 ingevoegd, luidend als volgt : «

Artikel 8/32.Onverminderd artikel 8/11 komen aanvragen in aanmerking indien zij bij de indiening van de aanvraag overeenkomstig artikel 8/30, § 1, 1°, a), voldoen aan alle volgende voorwaarden: 1° in geval van bouw of wederopbouw, zich ertoe verbinden de norm QZEN/NZEB min 20% te bereiken overeenkomstig de geldende gewestelijke reglementering, in een van de fasen bedoeld in artikel 8/30, § 1.De regering bepaalt de beoogde fase en de nadere regels voor deze voorwaarde; 2° zich ertoe verbinden om deel te nemen aan een proces, voor een van de fasen waarnaar verwezen wordt in artikel 8/30, § 1, van het delen van ruimte, en het bewijs leveren van dit proces (details van de lokalen van het project dat gedeeld kan worden, omliggende sociaal-culturele en sportieve context, ander type onderwijs, enz.of, in voorkomend geval, de redenen waarom dit niet uitgevoerd wordt. De regering bepaalt de beoogde fase en de nadere regels voor deze voorwaarde;

Onder ruimte delen wordt verstaan de bezetting van het gesubsidieerde schoolgebouw verhogen in de ruimten waar werken worden uitgevoerd: - in tijd en in mensen, - op regelmatige/herhaalde basis en - buiten de schoolperioden voor het betrokken onderwijs (schooluren).

De activiteiten gesubsidieerd overeenkomstig artikel 35 van het decreet van 3 juli 2003Relevante gevonden documenten type decreet prom. 03/07/2003 pub. 19/08/2003 numac 2003029415 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de coördinatie van de opvang van de kinderen tijdens hun vrije tijd en betreffende de ondersteuning van de buitenschoolse opvang sluiten betreffende de coördinatie van de opvang van de kinderen tijdens hun vrije tijd en betreffende de ondersteuning van de buitenschoolse opvang, komen niet in aanmerking. 3° zich ertoe verbinden deel te nemen aan een proces, in een fase bedoeld in artikel 8/30, § 1, van samenwerking op het gebied van infrastructuur tussen netwerken of inrichtende machten en het bewijs leveren van dit proces (details over de lokalen van het samenwerkingsproject, de omringende schoolcontext, enz.of, in voorkomend geval, de redenen waarom dit niet uitgevoerd wordt. De regering bepaalt de beoogde fase en de nadere regels voor deze voorwaarde.

De niet-naleving van de subsidiabiliteitsvoorwaarden die geverifieerd zijn bij de kandidatuur of in een later stadium zoals bedoeld in artikel 8/30, § 1, zal leiden tot de intrekking van de subsidiabiliteitsovereenkomst. ».

Art. 38.In hetzelfde decreet, in de onderafdeling III, ingevoegd bij artikel 34, wordt een artikel 8/33 ingevoegd, luidend als volgt : «

Artikel 8/33.§ 1. Als er onvoldoende middelen zijn toegewezen aan dit mechanisme, en afzonderlijk voor het confessioneel vrij onderwijs, het niet-confessioneel vrij onderwijs, de Onderwijsraad van de gemeenten en provincies en de Raad van de inrichtende machten van het Gesubsidieerd Neutraal Officieel Onderwijs, zoals bedoeld in hoofdstuk III en IIIbis, worden de dossiers geprioriteerd op basis van de beoordeling van de staat van het gebouw of de gebouwen waarop de kandidatuur betrekking heeft.

De regering beslist over het instrument om de staat van het (de) gebouw(en) te beoordelen.

Dit instrument houdt rekening met de volgende factoren: 1. de staat van het (de) gebouw(en) waarop het project betrekking heeft;2. de energiebalans van het (de) gebouw(en) waarop het project betrekking heeft;3. de beschikbare ruimte op de vestigingplaats waarop het project betrekking heeft; 4. de stedelijke context van het project (demografische verandering, stads- of plattelandsvernieuwing, enz.) Prioritering houdt rekening met de anciënnieteit van het ingediende dossier, met behulp van een anciënniteitsindex.

Met deze criteria kan het platform een zelfscore definiëren op basis van de codering die door de betrokken inrichtende macht is uitgevoerd en de anciënniteitsindex. De codering die door de inrichtende machten wordt uitgevoerd, wordt gecontroleerd door de regering, die deze naar beneden kan bijstellen als blijkt dat bepaalde gegevens niet correct zijn. De zelfscore mag niet naar boven worden bijgesteld door de Regering, behalve om deze aan te passen via de anciënniteitsindex of om het dossier bij te werken door de inrichtende macht naar aanleiding van gebeurtenissen buiten haar wil, zoals, in het bijzonder, de verslechtering van het gebouw tijdens de wachtperiode of een natuurlijke gebeurtenis, of de goedkeuring van nieuwe normen. § 2. In het geval van een gelijke stand na toepassing van het prioriteringscriterium bedoeld in § 1, worden de dossiers gerangschikt op basis van de volgende criteria: 1° degene die de meeste punten heeft behaald voor prioriteitscriterium 1° ;2° bij een gelijk aantal punten voor prioriteitscriterium 1, de persoon die de meeste punten voor prioriteitscriterium 2 heeft behaald;3° bij een gelijk aantal punten voor prioriteitscriterium 2, de persoon die de meeste punten voorde prioriteitscriterium 3 heeft behaald;4° bij een gelijk aantal punten voor prioriteitscriterium 3, de persoon die de meeste punten voor prioriteitscriterium 4 heeft behaald;5° bij een gelijk aantal punten voor prioriteitscriterium 4, het oudste gebouw. § 3. Als er niet genoeg krediet in de betrokken envelop is om het laatste dossier in volgorde te financieren, d.w.z. : o indien de beschikbare middelen meer dan 50% van het bedrag van de geraamde subsidie bedragen, wordt het tekort gepakt op de begroting voor de volgende periode van zes maanden; o als de beschikbare middelen minder dan 50% van het bedrag van de geraamde subsidie bedragen, worden de resterende middelen als subsidie aan de betrokken begunstigde aangeboden. Als de begunstigde aanvaardt, wordt dit bedrag het subsidiebedrag; als de begunstigde weigert, wordt het saldo van het beschikbare budget niet gebruikt en wordt het dossier niet geselecteerd en blijft deze op de wachtlijst staan. § 4. De niet-naleving van het prioriteringscriterium, in het bijzonder het niet-uitvoeren van de werken vermeld in het beoordelingsinstrument, geverifieerd in een stadium na de indiening van de kandidatuur, zal leiden tot de herberekening van de prioriteringsindex die wordt gebruikt om de dossiers te rangschikken.

Als de herberekende index resulteert in een index die lager is dan de index van het eerste dossier dat niet in de nuttige volgorde is gerangschikt, wanneer het genoemde dossier wordt geselecteerd, wordt de subsidie van de begunstigde ingetrokken. De middelen die op deze manier vrijkomen, worden beschikbaar gesteld aan het mechanisme. ».

Art. 39.In hetzelfde decreet, in de onderafdeling III, ingevoegd bij artikel 34, wordt een artikel 8/34 ingevoegd, luidend als volgt : «

Artikel 8/34.§ 1. Op basis van de prioriteringsindex bedoeld in artikel 8/33 stelt de Regering twee keer per jaar een lijst op van in aanmerking komende en geprioriteerde dossiers voor het confessioneel vrij onderwijs, het niet-confessioneel vrij onderwijs, de Onderwijsraad van de Gemeenten en Provincies en de Raad van Inrichtende machten van het Gesubsidieerd Neutraal Officieel Onderwijs, zoals bedoeld in de hoofdstukken III en IIIbis.

Deze rangschikkingen houden voor het eerste, van het betrokken jaar, rekening met alle dossiers die op 15 februari van elk jaar zijn ingediend en volledig zijn in het stadium bedoeld in artikel 8/30, § 1, 1°, a), en voor het tweede, op 15 augustus van elk jaar. § 2. De lijsten van in aanmerking komende en geprioriteerde dossiers worden voorgelegd aan de Regering, die de rangorde van de dossiers vaststelt en prioriteit toekent aan de dossiers die in de juiste volgorde zijn gerangschikt, op verzoek, uiterlijk drie maanden na de datum waarop de in § 1, eerste lid, bedoelde lijsten van in aanmerking komende dossiers zijn opgesteld. § 3. Bij de eerste rangschikking van elk jaar wordt vijftig procent van de beschikbare middelen voor dit mechanisme vrijgemaakt.

Bij de tweede rangschikking van elk jaar wordt het saldo van de beschikbare middelen voor dit mechanisme vrijgemaakt. § 4. Bij de vaststelling van elke rangschikking wordt een bedrag gelijk aan 10% van het budget dat voor die rangschikking wordt gebruikt, niet toegewezen om een eventuele verhoging van de subsidie, zoals bepaald in artikel 8/36, vijfde lid, 2°, mogelijk te maken.

Zodra alle vaste akkoorden over gunning voor alle dossiers van dezelfde rangschikking worden toegekend, worden eventuele overtollige middelen als gevolg van het afzien van dossiers, een verlaging van het subsidiebedrag of een overschot op de begrotingsmarge, zoals bepaald in de vorige lid, teruggestort in de totale begroting voor dit mechanisme. ».

Art. 40.In hetzelfde decreet, in de onderafdeling III, ingevoegd bij artikel 34, wordt een artikel 8/35 ingevoegd, luidend als volgt : «

Artikel 8/35.De financiële bijdrage van de Franse Gemeenschap aan het mechanisme voor structurerende werken is vastgesteld op 65% van het totale investeringsbedrag per subsidiabel project."

Art. 41.In hetzelfde decreet, in de onderafdeling III, ingevoegd bij artikel 34, wordt een artikel 8/36 ingevoegd, luidend als volgt : «

Artikel 8/36.De subsidie wordt berekend op het subsidiabele bedrag van de investering.

Het subsidiabele bedrag van de investering omvat de subsidiabele werken, de belasting op de toegevoegde waarde en de algemene kosten.

In het geval van een schadedossier zal het bedrag van de verzekeringsbijdrage en/of enig ander steunmechanisme van de kosten van de werken worden afgetrokken.

Het bedrag van de subsidie wordt berekend in het stadium bedoeld in artikel 8/30, § 1, 1°, a). Dit is het voorlopige bedrag van de subsidie.

Indien van toepassing zal het bedrag : 1° verminderd worden in de fase bedoeld in artikel 8/30, § 1, 3°, b), afhankelijk van het resultaat van de gunning van de opdracht voor werken, om overeen te stemmen met het bedrag van de geselecteerde offerte vermenigvuldigd met het subsidiepercentage;2° verhoogd worden met maximaal 10 procent in de fasebedoeld in artikel 8/30, § 1, 3°, b), afhankelijk van het resultaat van de gunning van de opdracht voor werken in geval van verhoging van het bedrag van de bij de aanvraag ingediende raming. De algemene kosten bedragen 10 procent van het bedrag van de te subsidiëren werken, inclusief de belasting op toegevoegde waarde, als de aanvrager bij de fase bedoeld in artikel 8/30, § 1, 1°, a), van plan is een projectauteur aan te stellen in het kader van een overheidsopdracht voor diensten. Ze worden verlaagd naar 8% als er geen aangewezen projectauteur is in het kader van een overheidsopdracht voor diensten. Onder algemene kosten wordt verstaan de honoraria van architecten, ingenieurs-adviseurs, deskundigen van het ontwerpbureau, gezondheids- en veiligheidscoördinatoren en/of EPB-adviseurs. ».

HOOFDSTUK III. - Wijzigings-, overgangs- en opheffingsbepalingen Afdeling I. - Algemene bepalingen

Art. 42.Artikel 2bis van het decreet van 5 februari 1990 betreffende de schoolgebouwen van het niet-universitair onderwijs georganiseerd of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap wordt vervangen als volgt: «

Artikel 2bis.Voorafgaand aan de toekenning van de garantie en de rentesubsidie in het geval van gesubsidieerd onderwijs raadpleegt het bevoegde orgaan de representatieve organisaties van de inrichtende machten, elk voor zover het haar betreft.

Deze organisaties hebben vanaf de datum van het verzoek een maand de tijd om hun mening te geven. ».

Art. 43.In artikel 2ter van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° In § 2 worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) de woorden "die onder de in hoofdstuk III bedoelde mechanismen vallen" worden ingevoegd tussen de woorden "steunaanvragen" en de woorden "die aan een van de voorwaarden voldoen";b) 6° en 7° worden toegevoegd, luidend als volgt : "6° gericht op de instellingen voor hoger onderwijs ;7° gericht op de inrichting voor kunstsecundair onderwijs met beperkt leerplan.» ; 2° in dezelfde paragraaf wordt het volgende lid toegevoegd : "Vanaf 1 januari 2025 zal de Commissie voor dossiers die betrekking hebben op het onderwijs dat door de Franse Gemeenschap wordt georganiseerd en dat niet in aanmerking komt voor eerdere subsidieprogramma's, alleen een advies uitbrengen wanneer de externe controle-instantie van Wallonie-Bruxelles Enseignement daarom vraagt en voor dossiers die vanaf 1 januari 2025 worden opgestart.» ; 3° in § 3, eerste lid, 2°, worden de woorden "enkel bijeengeroepen wanneer dossiers betreffende het door de Franse Gemeenschap georganiseerde onderwijs aan de commissie worden voorgelegd" toegevoegd. Afdeling II. - Het Fonds voor Schoolgebouwen van de Franse Gemeenschap


Art. 44.In artikel 5 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° In § 2 worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) 3° wordt vervangen als volgt : "3° een jaarlijkse dotatie van 49.996.988 euro ten laste van de uitgavenbegroting van de Franse Gemeenschap. » ; b) 4°, 6°, 7°, 8°, 9°, 10°, 11°, 12°, 15°, 16°, 18°, 19° en 21° worden opgeheven.2° in § 4, 1°, worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) een punt m wordt toegevoegd, luidend als volgt : "m) zorgen voor de vaste uitgaven voor de aankoop van niet-duurzame goederen en diensten, in verband met de tenalsteneming door de Algemene Directie Infrastructuur van het Ministerie, van de uitgaven van de in § 2, 14°, bedoelde inrichtingen van het WBE-net.» ; b) een punt n wordt toegevoegd, luidend als volgt : "instaan voor het dagelijks onderhoud in de inrichtingen, internaten en psycho-medico-sociale centra van de Franse Gemeenschap;"; c) in § 4, 4°, worden de woorden "in § 2, eerste lid, 16° " vervangen door de woorden "in b) van dit lid" en worden de woorden "tot het bedrag vermeld in § 2, eerste lid, 16° " vervangen door de woorden "wordt toegekend";3° een § 6 wordt toegevoegd, luidend als volgt : « § 6.De opdrachten bedoeld in § 4, 1°, zijn onderworpen aan de te behalen minimumnormen vastgelegd in het beheerscontract van Wallonie-Bruxelles Enseignement. ».

Art. 45.In artikel 6bis van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de paragrafen 1 tot 5 worden opgeheven;2° in paragraaf 6 worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) de woorden « De bedragen bedoeld » worden vervangen door de woorden « Het bedrag bedoeld » ;b) de woorden "en artikel 6 bis, § 1" worden opgeheven;c) het woord "2019" wordt aan het einde van de paragraaf toegevoegd;d) twee leden worden toegevoegd, luidend als volgt : "15,61% van dit bedrag wordt om de 5 jaar herzien vanaf de datum van inwerkingtreding van dit decreet, op basis van wijzigingen in het schoolgewicht van de infrastructuur van elk van de netten in vergelijking met de andere netten in dezelfde periode. Het schoolgewicht in termen van infrastructuur is de verdeelsleutel gedefinieerd op basis van de schoolbevolking van elk net, binnen alle onderwijsniveaus en -types die onder dit mechanisme vallen. Voor het onderwijs voor sociale promotie en het kunstsecundair onderwijs met beperkt leerplan, per schoolbevolking in het kader van de financiering van infrastructuren,wordt verstaan onder het aantal regelmatig ingeschreven leerlingen, d.w.z. buiten de meervoudige inschrijvingen voor dezelfde leerling. ». Afdeling III. - Het Fonds voor Schoolgebouwen van het gesubsidieerd

officieel onderwijs

Art. 46.In artikel 7 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° In § 2 worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) 3° wordt vervangen als volgt : "3° een jaarlijkse dotatie van 41.477.829 euro ten laste van de uitgavenbegroting van de Franse Gemeenschap. » ; b) 4° tot 9° worden opgeheven;2° er wordt een punt § 2/1 ingevoegd, luidend als volgt : § 2/1.De middelen bedoeld in § 2, 3°, worden verdeeld tussen de inrichtende machten die ressorteren onder de Onderwijsraad van de gemeenten en provincies (69,71%) en de inrichtende machten die ressorteren onder de Raad van inrichtende machten voor het gesubsidieerd neutraal officieel onderwijs (30,29%).

Deze verdeling wordt om de 5 jaar herzien, vanaf de datum van inwerkingtreding van dit decreet, op basis van de evolutie in het schoolgewicht van de infrastructuur van elk van de federaties van inrichtende machten over dezelfde periode.

De verdeling bedoeld in het eerste lid kan jaarlijks worden herzien op basis van een gezamenlijk voorstel van de betrokken federaties van inrichtende machten. » ; 3° In § 4 worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) de woorden "volgens de nadere regels bedoeld in hoofdstukken III ter of," worden toegevoegd tussen de woorden "is bedoeld om te subsidiëren" en het woord "tot" ;b) de woorden "Voor deze subsidiëring moet vóór 31 december 2024 een prioriteitsakkoord voor subsidiëring gesloten zijn." worden toegevoegd aan het einde van punt 1° ; c) er wordt een 6° toegevoegd, luidend als volgt : "6° op voorstel van de federatie van de betrokken inrichtende machten kan het fonds ook de rentesubsidies in verband met gewaarborgde leningen dekken, in geval van een jaarlijkse verhoging van het maximumbedrag van de gewaarborgde leningen zoals bepaald in artikel 9, § 7".

Art. 47.In artikel 8bis van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de paragrafen 1 tot 4 worden opgeheven;2° in paragraaf 5 worden de woorden « De bedragen bedoeld » vervangen door de woorden « Het bedrag bedoeld » ;3° in paragraaf 5 worden de woorden "en artikel 8 bis, § 1, §§ 2, 3 en 4" opgeheven;4° in paragraaf 5 wordt het woord « 2022 » vervangen door het woord « 2019 » ;5° in paragraaf 5 worden tweede leden toegevoegd, luidend als volgt : "Dit bedrag wordt om de 5 jaar herzien vanaf de datum van inwerkingtreding van dit decreet, op basis van wijzigingen in het schoolgewicht van de infrastructuur van elk van de nettenn in vergelijking met de andere netten in dezelfde periode. Het schoolgewicht in termen van infrastructuur is de verdeelsleutel gedefinieerd op basis van de schoolbevolking van elk net, binnen alle onderwijsniveaus en -types die onder dit mechanisme vallen. Voor het onderwijs voor sociale promotie en het kunstsecundair onderwijs met beperkt leerplan, per schoolbevolking in het kader van de financiering van infrastructuren,wordt verstaan onder het aantal regelmatig ingeschreven leerlingen, d.w.z. buiten de meervoudige inschrijvingen voor dezelfde leerling. ».

Art. 48.Artikel 8bis van hetzelfde decreet wordt "8/ 2" hernummerd. Afdeling IV. - Het garantiefonds voor schoolgebouwen in het

gesubsidieerd officieel en vrij onderwijs

Art. 49.In artikel 9 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° In § 7 worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) de woorden « 24.790.000 euro » worden vervangen door de woorden « 21.772.528 euro » ; b) de woorden « 7.932.000 euro » worden vervangen door de woorden « 19.129.958 euro » ; c) vier leden worden toegevoegd, luidend als volgt : "De bedragen bedoeld in het eerste lid kunnen elk jaar met ten hoogste 50% worden verhoogd, op verzoek van de federaties van inrichtende machten en na goedkeuring door de Regering.De Regering kan deze verhoging weigeren indien ze een bijkomende directe of ondirecte lasten voor de Franse Gemeenschap met zich meebrengt.

De lasten van de rentesubsidies komen, voor de verhoging, ten laste van de fondsen bedoeld in de artikelen 7 en 8/3, elk voor de betrokken netten.

De bedragen bedoeld in het eerste lid worden verdeeld onder de betrokken federaties van inrichtende machten met inachtneming van de verdelingen bedoeld in de artikelen 7 en 8/3.

De bedragen bedoeld in het eerste lid worden aangepast aan het algemene indexcijfer van de consumentenprijzen op 1 januari van het berokken jaar, op basis van het algemene indexcijfer van de consumentenprijzen op 1 januari 2019. » ; 2° in § 9 wordt het volgende lid toegevoegd, luidend als volgt : "In afwijking van het eerste lid kan het zakelijk recht worden gehouden door of overgedragen aan een vereniging van gemeenten, een intercommunale, een openbare vennootschap voor het beheer van openbare gebouwen of een vastgoedvennootschap voor het beheer van schoolgebouwen, op voorwaarde dat de hoofdbegunstigde van de subsidie de inrichtende macht blijft.De hoofdbegunstigde kan deze subsidie overdragen aan de houder van het zakelijke recht, onverminderd de verplichtingen van deze regeling en zonder dat dit gevolgen heeft voor de financiële en administratieve betrekkingen met het Waarborgfonds. ».

Art. 50.De artikelen 12 en 13 van hetzelfde decreet worden opgeheven. Afdeling V. - Piroritair programma voor werken


Art. 51.De artikelen 7, 7/1 en 7/2 van het decreet van 16 november 2007Relevante gevonden documenten type decreet prom. 16/11/2007 pub. 24/01/2008 numac 2008029008 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende het prioritaire programma voor werken aan de schoolgebouwen van het gewoon en gespecialiseerd basisonderwijs, van het gewoon en gespecialiseerd secundair onderwijs en van het secundair onderwijs voor sociale promotie, van het kunstonderwijs met beperkt leerplan, van de psycho-medisch-sociale centra alsook van de internaten van het gewoon en gespecialiseerd basis- en secundair onderwijs, georganiseerd of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap sluiten betreffende het prioritaire programma voor werken aan de schoolgebouwen van het gewoon en gespecialiseerd basisonderwijs, van het gewoon en gespecialiseerd secundair onderwijs en van het secundair onderwijs voor sociale promotie, van het kunstonderwijs met beperkt leerplan, van de psycho-medisch-sociale centra alsook van de internaten van het gewoon en gespecialiseerd basis- en secundair onderwijs, georganiseerd of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap, worden opgeheven. Afdeling VI. - Overgangsfinanciering van vorige programma's


Art. 52.De middelen die nodig zijn voor de financiering van dossiers die reeds een principeakkoord en/of een in aanmerking komend akkoord hebben in het kader van reeds bestaande subsidieprogramma's, zoals voorzien door het decreet van 16 november 2007Relevante gevonden documenten type decreet prom. 16/11/2007 pub. 24/01/2008 numac 2008029008 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende het prioritaire programma voor werken aan de schoolgebouwen van het gewoon en gespecialiseerd basisonderwijs, van het gewoon en gespecialiseerd secundair onderwijs en van het secundair onderwijs voor sociale promotie, van het kunstonderwijs met beperkt leerplan, van de psycho-medisch-sociale centra alsook van de internaten van het gewoon en gespecialiseerd basis- en secundair onderwijs, georganiseerd of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap sluiten betreffende het programma van prioritaire werken voor schoolgebouwen in het gewoon en gespecialiseerd basisonderwijs, het gewoon, gespecialiseerd en sociaal bevorderend secundair onderwijs, het kunstonderwijs met verminderde uurregeling, de psycho-medico-sociale centra en de internaten van het gewoon en gespecialiseerd basis- en secundair onderwijs georganiseerd of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap en artikel 7, § 4, van dit decreet, worden afgetrokken van de middelen voorzien in de artikelen 5, 7 en 8/3 van het decreet van 5 februari 1990, en ten aanzien van het net of van de federatie van inrichtende machten waarvan de betrokken dossiers afhangen, voor zover het betrokken dossier een vaste akkoord over subsidiëring verkrijgt. Afdeling VII. - - Wijzigingen van het decreet van 27 april 2023Relevante gevonden documenten type decreet prom. 27/04/2023 pub. 30/05/2023 numac 2023042296 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende het uitzonderlijke investeringsplan voor schoolgebouwen sluiten

betreffende het uitzonderlijke investeringsplan voor schoolgebouwen

Art. 53.In artikel 3, § 1, van het decreet van 27 april 2023Relevante gevonden documenten type decreet prom. 27/04/2023 pub. 30/05/2023 numac 2023042296 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende het uitzonderlijke investeringsplan voor schoolgebouwen sluiten betreffende het uitzonderlijke investeringsplan voor schoolgebouwen, worden de volgende wijzigingen aangebracht : a. In het eerste lid, 4°, worden de woorden « 4de kwartaal 2024 » vervangen door de woorden « 1ste kwartaal 2025 » ;b. In het derde lid worden de woorden ", met uitzondering van de oproep tot projecten bedoeld in 3°, waarvoor de termijn voor indiening op vier maanden wordt vastgesteld" toegevoegd na de woorden "de voormelde oproepen tot projecten".c. Het wordt aangevuld met twee leden, luidend als volgt : "De inrichtende machten van eenzelfde onderwijsnet mogen samen niet een deel van de middelen voorzien voor de oproepen tot projecten bedoeld in 2° tot 4°, en in het tweede lid, verwerven dat proportioneel hoger is dan het equivalent van tweemaal het schoolgewicht van de infrastructuur, zoals bepaald in artikel 8/5, 11°, van het decreet van 5 februari 1990 betreffende de schoolgebouwen in het niet-universitair onderwijs georganiseerd of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap, en gebaseerd op de schoolbevolking van het school- of academiejaar 2019.Het schoolgewicht van de infrastructuur wordt vastgesteld als volgt : a. Voor het gesubsidieerd officieel onderwijs 39,29%;b. Voor het georganiseerd onderwijs : 15,99 %;c. Voor het gesubsidieerd vrij onderwijs : 44,72 %. De percentages bedoeld in het vorige lid worden na vermenigvuldiging met twee naar boven afgerond om het maximumbedrag vast te stellen dat van toepassing is op elke groep van inrichtende machten.

Als het bedrag van een dossier niet volledig binnen de plafonds kan worden voldaan, mogen de plafonds worden overschreden tot het bedrag dat nodig is om het dossier in kwestie volledig te voldoen. »

Art. 54.In artikel 8, § 1, eerste lid, van hetzelfde decreet worden de woorden "rekening houdend met de maxima per onderwijsnet," ingevoegd tussen de woorden "de dossiers krijgen voorrang," en de woorden "in voorkomend geval,". »

HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen

Art. 55.§ 1. Een evaluatiecommissie, samengesteld uit de Regering, de Inspectie van Financiën en de federaties van de inrichtende machten en Wallonie-Bruxelles Enseignement, wordt opgericht om de mechanismen die door dit decreet worden ingevoerd te evalueren, na drie jaar tenuitvoerlegging en vervolgens om de vijf jaar.

De commissie dient vervolgens een evaluatieverslag in bij de regering.

Zodra de regering er kennis van heeft genomen, stuurt ze het door naar het Parlement. § 2. Elk jaar wordt er een verslag over het gebruik van de middelen uit elk fonds naar de betreffende federaties van inrichtende machten gestuurd.

Art. 56.Dit decreet treedt in werking op 1 januari 2025.

Met uitzondering van de artikelen 6, eerste lid, 11°, 53 en 54, die uitwerking hebben met ingang van 1 mei 2023.

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 16 mei 2024.

De Minister-President, belast met Internationale Betrekkingen, Sport en Onderwijs voor sociale promotie, P.-Y. JEHOLET De Vicepresident en Minister van Begroting, Ambtenarenzaken, Gelijke kansen en het toezicht op Wallonie-Bruxelles Enseignement, F. DAERDEN De Vicepresidente en Minister van Kind, Gezondheid, Cultuur, Media en Vrouwenrechten, B. LINARD De Minister van Hoger Onderwijs, Wetenschappelijk Onderzoek, Universitaire ziekenhuizen, Hulpverlening aan de Jeugd, Justitiehuizen, Jeugd en Promotie van Brussel, F. BERTIEAUX De Minister van Onderwijs, C. DESIR _______ Nota (1) Zitting 2023-2024 Stukken van het Parlement.- Voorstel tot decreet, nr. 712-1 - Commissieamendement(en), nr. 712-2 - Tekst aangenomen tijdens de commissie, nr. 712-3 - Tekst aangenomen tijdens de plenaire vergadering, nr. 712-4 Integraal verslag. - Bespreking en aanneming. - Vergadering van 25 april 2024.


^