Etaamb.openjustice.be
Decreet van 16 maart 1999
gepubliceerd op 27 april 1999

Decreet tot wijziging van het decreet van 23 februari 1994 inzake de infrastructuur voor persoonsgebonden aangelegenheden

bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
numac
1999035416
pub.
27/04/1999
prom.
16/03/1999
ELI
eli/decreet/1999/03/16/1999035416/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

16 MAART 1999. - Decreet tot wijziging van het decreet van 23 februari 1994 inzake de infrastructuur voor persoonsgebonden aangelegenheden (1)


Het Vlaams Parlement heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt :

Artikel 1.Dit decreet regelt een gemeenschapsaangelegenheid.

Art. 2.In artikel 2 van het decreet van 23 februari 1994 inzake de infrastructuur voor persoonsgebonden aangelegenheden, gewijzigd bij het decreet van 20 december 1996, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in 5° worden de woorden "van het Fonds" geschrapt; 2° 13° wordt vervangen door wat volgt : "13° uitbreiding : het bouwen van een nieuwe bouwconstructie aan of bij een bestaande constructie die een functionele bestemming in de persoonsgebonden aangelegenheden heeft of voor dergelijke bestemming in aanmerking komt en waarbij de nieuwe constructie functioneel aansluit;"; 3° 14° wordt vervangen door wat volgt : "14° aankoop : de verwerving van een gebouw dat in aanmerking komt voor een functionele bestemming in de persoonsgebonden aangelegenheden;"; 4° in 15° worden tussen de woorden "met uitzondering" en de woorden "van de onderhoudswerken" de woorden "van uitbreiding alsmede" ingevoegd en worden de woorden "aan een gebouw" vervangen door de woorden "van een gebouw"; 5° een 16° wordt toegevoegd, dat luidt als volgt : "16° leasing : een onopzegbare overeenkomst waarbij een financier, op specifieke aanwijzing van de initiatiefnemer en tegen een bepaalde prijs, zorgt voor de nieuwbouw, uitbreiding of verbouwing van een onroerend goed op een grond die eigendom is van de initiatiefnemer en waarop voor de duur van de overeenkomst een recht van opstal wordt gevestigd, met de verplichting om de nieuwbouw, uitbreiding of verbouwing aan de initiatiefnemer in gebruik te geven gedurende de duur van de overeenkomst, en waarbij het recht van opstal uitdooft op het einde van de overeenkomst zodat de initiatiefnemer zonder enige bijkomende vergoeding eigenaar wordt van het onroerend goed;"; 6° een 17° wordt toegevoegd, dat luidt als volgt : "17° financier : een bank, spaarbank, een openbare kredietinstelling of een leasingmaatschappij.".

Art. 3.Aan artikel 4 van hetzelfde decreet wordt een § 4 toegevoegd, die luidt als volgt : "§ 4. In afwijking van de bepalingen van het vigerende decreet houdende de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap en in afwijking van het bepaalde in § 2 : 1° mogen de onderscheiden uitgavenposten, met uitzondering van de werkingsuitgaven, niet limitatieve kredieten bevatten.Die kredieten zijn in hun totaliteit beperkt tot de jaarlijkse inkomsten met inbegrip van de overgedragen kassaldi; 2° kan de regering onderling overschrijvingen uitvoeren tussen de vastleggingsmachtigingen en vereffeningskredieten zoals voorgesteld in de begroting van het Fonds.".

Art. 4.In artikel 5 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de woorden "artikel 5, § 1, 1°" worden vervangen door de woorden "artikel 5, 1°";2° 3° wordt vervangen door wat volgt : "3° Het Fonds draagt bij wijze van investeringssubsidie bij in de kosten van leasing voor de nieuwbouw, uitbreiding en verbouwing van voorzieningen voor bejaarden en van voorzieningen in de preventieve en ambulante gezondheidszorg.Die subsidie kan niet gecumuleerd worden met de subsidies, bedoeld in 1°.".

Art. 5.In artikel 6 van hetzelfde decreet wordt § 3 vervangen door wat volgt : "§ 3. De regering bepaalt onder welke voorwaarden en hoe het Fonds bijdraagt in de kosten van leasing voor de nieuwbouw, uitbreiding en verbouwing van voorzieningen voor bejaarden en van voorzieningen in de preventieve en ambulante gezondheidszorg. De regering bepaalt eveneens het bedrag van deze tegemoetkoming.".

Art. 6.In artikel 7 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de woorden "artikel 5, § 1, 1" worden vervangen door de woorden "artikel 5, 1°";2° een tweede lid wordt toegevoegd, dat luidt als volgt : "De in vorig lid genoemde instellingen dragen bij wijze van investeringssubsidie bij in de kosten van leasing voor de nieuwbouw, uitbreiding en verbouwing van, respectievelijk, voorzieningen in de kinderdagopvangsector en voorzieningen voor de sociale integratie van personen met een handicap.Die subsidie kan niet gecumuleerd worden met de subsidies, bedoeld in het eerste lid. Artikel 6, § 3, is van overeenkomstige toepassing."; 3° een derde lid wordt toegevoegd, dat luidt als volgt : "in afwijking van artikel 5, § 1, van de decreten inzake voorzieningen voor bejaarden, gecoördineerd op 18 december 1991, kunnen aan het Nationaal Instituut voor oorlogsinvaliden, oud-strijders en oorlogsslachtoffers ten laste van het Fonds subsidies worden verleend voor het bouwen, het uitbreiden, het verbouwen en het inrichten van een rusthuis of voor de aankoop van gebouwen bestemd om als rusthuis te worden ingericht of als tegemoetkoming in de kosten van leasing voor de nieuwbouw, uitbreiding en verbouwing van een rusthuis.Beide subsidies kunnen niet gecumuleerd worden.".

Art. 7.In artikel 8, § 1, van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° 3° wordt vervangen door wat volgt : "3° huurgelden betreffende gronden of gebouwen waarvan het eigenaarsonderhoud werd toevertrouwd aan het Fonds, alsook opbrengsten uit verkoop van die gronden of gebouwen;"; 2° een 7° en 8° worden toegevoegd, die luiden als volgt : "7° alle inkomsten die voortvloeien uit publicaties en diensten die door het Fonds aan derden worden verstrekt tegen betaling; 8° toevallige ontvangsten.".

Art. 8.Aan artikel 10 van hetzelfde decreet wordt een tweede lid toegevoegd, dat luidt als volgt : "Bij een aankoop wordt enkel de venale waarde van het gebouw zonder de grond in aanmerking genomen. Een aankoop komt enkel in aanmerking voor een subsidiebelofte of een subsidietoelage als deze noodzakelijk gepaard gaat en gevolgd wordt door verbouwingswerkzaamheden.".

Art. 9.Aan artikel 11, § 2, van hetzelfde decreet wordt een tweede lid toegevoegd, dat luidt als volgt : "De regering kan per sector of voor een of meer sectoren die ze bepaalt, een adviescommissie oprichten met als opdracht advies te verstrekken over het ingediende masterplan of delen ervan. Voor de samenstelling van die adviescommissies kan de regering een beroep doen op personen die geen personeelsleden zijn van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap of van de in artikel 7, eerste lid, genoemde instellingen. De werkingskosten van de adviescommissies en de vergoedingen van de leden komen ten laste van het Fonds of van hiervoor bedoelde instellingen, naargelang van het geval. De regering bepaalt de regels omtrent de bevoegdheid, de samenstelling en de werking van de adviescommissies."

Art. 10.In artikel 12, § 1, derde lid, van hetzelfde decreet wordt de laatste zin vervangen door wat volgt : "Dat alles onverminderd de bijzondere bepalingen voor de tegemoetkoming in de kosten van leasing voor de nieuwbouw, uitbreiding en verbouwing van voorzieningen voor bejaarden, van voorzieningen in de preventieve en ambulante gezondheidszorg, van voorzieningen in de kinderdagopvangsector en van voorzieningen voor de sociale integratie van personen met een handicap.".

Art. 11.In artikel 13 van hetzelfde decreet worden de woorden "van de geplande investeringen" vervangen door de woorden "van de investeringssubsidies voor de geplande investeringen".

Art. 12.De aanvragen voor een tegemoetkoming in de kosten van huurkoop of leasing of prefinanciering voor de bouw, aankoop, inrichting en ingebruikneming van voorzieningen voor bejaarden, die op de datum van de inwerkingtreding van dit decreet nog niet zijn afgehandeld, worden verder behandeld overeenkomstig de regels die voor die datum van kracht waren.

Art. 13.Dit decreet treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad, met uitzondering van artikel 9, dat uitwerking heeft met ingang van 29 november 1997.

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 16 maart 1999.

De minister-president van de Vlaamse regering, L. VAN DEN BRANDE De Vlaamse minister van Financiën, Begroting en Gezondheidsbeleid, Mevr. W. DEMEESTER-DE MEYER _______ Nota (1) Zitting 1998-1999 Stukken.- Ontwerp van decreet : 1261, nr. 1. - Verslag : 1261, nr. 2. - Amendementen : 1261, nr. 3.

Handelingen. - Bespreking en aanneming. Vergadering van 2 en 3 maart 1999.

^