gepubliceerd op 13 augustus 1999
Decreet houdende goedkeuring van het samenwerkingsakkoord betreffende de organisatie van een afwisselende kwalificerende opleidingsfilière, op 18 juni 1998 te Namen gesloten door de Regering van de Franse Gemeenschap en de Waalse Regering
15 MAART 1999. - Decreet houdende goedkeuring van het samenwerkingsakkoord betreffende de organisatie van een afwisselende kwalificerende opleidingsfilière, op 18 juni 1998 te Namen gesloten door de Regering van de Franse Gemeenschap en de Waalse Regering (1)
De Raad van de Franse Gemeenschap heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt :
Artikel 1.Het bij dit decreet gevoegde samenwerkingsakkoord betreffende de organisatie van een kwalificerende afwisselende opleidingsfilière, op 18 juni 1998 te Namen gesloten door de Regering van de Franse Gemeenschap en de Waalse Regering, wordt goedgekeurd.
Art. 2.Dit decreet treedt in werking op de datum die in onderlinge overeenstemming vast te leggen is door de Regering van de Franse Gemeenschap en door de Waalse Regering.
Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Brussel, 15 maart 1999.
De Minister-Voorzitster van de Regering van de Franse Gemeenschap, belast met het onderwijs, de audiovisuele sector, de hulpverlening aan de jeugd, het kinderwelzijn en de gezondheidspromotie, Mevr. L. ONKELINX De Minister van Hoger Onderwijs, Wetenschappelijk Onderzoek, Sport en Internationale Betrekkingen, W. ANCION De Minister van Cultuur en Permanente Opvoeding, Ch. PICQUE De Minister van Begroting, Financiën en Ambtenarenzaken, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE _______ Nota (1) Zitting 1998-1999. Stukken van de Raad. - Ontwerp van decreet, nr. 292-1. - Verslag, nr. 292-2.
Integraal verslag. - Bespreking en aanneming. Vergadering van 9 maart 1999.
Samenwerkingsakkoord betreffende de organisatie van een afwisselende kwalificerende opleidingsfilière, op 18 juni 1998 te Namen gesloten door de Regering van de Franse Gemeenschap en de Waalse Regering HOOFDSTUK I. - Erkenning van een afwisselende opleidingsactie
Artikel 1.Voor de toepassing van dit samenwerkingsakkoord wordt verstaan onder : 1° Regeringen : de Regering van de Franse Gemeenschap en de Waalse Regering;2° afwisselende opleidingsactie : elke actie waarbij één of meer opleidingsoperateur(s) en één of meer werkgever(s) betrokken zijn om een programma voor kwalificerende opleiding tot stand te brengen dat voorziet in een opleiding op de werkvloer en in een theoretische, algemene en/of beroepsopleiding;3° opleidingsoperateur : a) elke inrichting van het onderwijs dat georganiseerd, erkend of gesubsidieerd wordt door de Franse Gemeenschap;b) elke instelling voor beroepsopleiding die door de sociale partners wordt beheerd en hoofdzakelijk op grond van deelakkoorden wordt gefinancierd;c) de "Office communautaire et régional de la Formation professionnelle et de l'Emploi" (Gemeenschaps- en Gewestdienst voor beroepsopleiding en arbeidsbemiddeling);d) de centra voor permanente vorming van de middenstand en de kleine en middelgrote ondernemingen, erkend overeenkomstig het decreet van 3 juli 1991 betreffende de permanente vorming van de middenstand en de kleine en middelgrote ondernemingen;e) de centra voor permanente vorming die erkend zijn door het "Agence wallonne pour l'Intégration des Personnes handicapées" (Waals Agentschap voor de Integratie van Gehandicapte Personen);4° werkgever : a) de werkgever die onderworpen is aan de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de sociale zekerheid der arbeiders en die zijn bijdragen aan de Rijksdienst voor sociale zekerheid heeft betaald;b) de gemeenten, de verenigingen, agglomeraties, federaties van gemeenten en openbare instellingen die ervan afhangen, de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, de provincies, de verenigingen van provincies en de openbare instellingen die ervan afhangen;c) de besturen en diensten van het Waalse Gewest en van de Franse Gemeenschap en de instellingen van openbaar nut die ervan afhangen;d) de erkende bedrijven voor aangepast werk.
Art. 2.Om erkend te kunnen worden, moet een afwisselende opleidingsactie voldoen aan de volgende voorwaarden : 1° bestemd zijn voor personen die aan de deeltijdse leerplicht voldoen, door het secundair onderwijs met volledig leerplan voort te zetten of een onderwijs met beperkt leerplan te volgen of een opleiding die geacht wordt aan de leerplichtvereiste te voldoen, of voor meerderjarigen van minder dan 25 jaar;2° een opleidingsprogramma voorleggen dat opgemaakt is op grond van een kwalificatieprofiel, zoals bepaald door de Gemeenschapscommissie voor Beroepen en Kwalificaties, of, zo niet, waarvoor de in artikel 6 bedoelde Raad van advies een gunstig advies heeft uitgebracht;3° werkgevers samen doen werken die met de op te leiden persoon een contract of een overeenkomst sluiten, zoals bedoeld in onderstaande lijst : a) hetzij een industriële leerovereenkomst, georganiseerd overeenkomstig de wet van 19 juli 1983 op het leerlingwezen voor beroepen uitgeoefend door arbeiders in loondienst;b) hetzij een overeenkomst werk-opleiding, georganiseerd overeenkomstig het koninklijk besluit nr.495 van 31 december 1986 tot invoering van een stelsel van alternerende tewerkstelling en opleiding voor jongeren tussen 18 en 25 jaar en tot tijdelijke vermindering van de sociale zekerheidsbijdragen van de werkgever verschuldigd in hoofde van die jongeren; c) hetzij een arbeidsovereenkomst in de zin van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten;d) hetzij een stageovereenkomst, georganiseerd overeenkomstig het koninklijk besluit nr.230 van 21 december 1983 betreffende de stage en de inschakeling van jongeren in het arbeidsproces; e) hetzij een contract of een overeenkomst in de zin van artikel 3, § 2, 3°, van het decreet van de Raad van de Franse Gemeenschap van 3 juli 1991 tot regeling van het secundair onderwijs met beperkt leerplan, zoals gewijzigd bij de decreten van de Franse Gemeenschap van 18 maart 1996 en 24 juli 1997;f) hetzij elk(e) ander(e) contract of overeenkomst gezamenlijk bepaald door de Regeringen en georganiseerd met inachtneming van de vigerende wetsbepalingen;g) hetzij een omscholingsovereenkomst in de zin van de artikelen 56, § 2, 62 à 67, 75 en 77 van het koninklijk besluit van 5 juli 1963 betreffende de sociale reclassering van de minder-validen;4° minimum 180 volle dagen duren;5° in geval van geslaagde opleiding, recht geven op één van de volgende getuigschriften voor beroepskwalificatie : a) een getuigschrift of een diploma afgegeven door een onderwijsinrichting met volledig of beperkt leerplan die georganiseerd, erkend of gesubsidieerd wordt door de Franse Gemeenschap;b) het attest van een geslaagde opleidingseenheid of een getuigschrift of een diploma afgegeven door een onderwijsinrichting voor sociale promotie die georganiseerd, erkend of gesubsidieerd wordt door de Franse Gemeenschap;c) een leergetuigschrift afgegeven door een paritaire leercommissie, ingesteld overeenkomstig de wet van 19 juli 1983 op het leerlingwezen voor beroepen uitgeoefend door werknemers in loondienst;d) een diploma van bedrijfshoofd, afgegeven door een centrum voor permanente vorming van de middenstand en de kleine en middelgrote ondernemingen, dat erkend is krachtens het decreet van 3 juli 1991 betreffende de permanente vorming van de middenstand en de kleine en middelgrote ondernemingen;e) een kwalificatiegetuigschrift afgegeven door een opleidingscentrum dat door het "Agence wallonne pour l'Intégration des Personnes handicapées" erkend is;f) een kwalificatiegetuigschrift afgegeven door de "Office communautaire et régional de la Formation professionnelle et de l'Emploi";6° voor personen die voldoen aan de deeltijdse leerplicht, minimum 600 onderwijsperiodes tellen die verdeeld zijn over het schooljaar in de zin van artikel 2 van het decreet van de Raad van de Franse Gemeenschap van 3 juli 1991 tot regeling van het secundair onderwijs met beperkt leerplan, zoals gewijzigd bij de decreten van de Franse Gemeenschap van 18 maart 1996 en 24 juli 1997.Dat onderwijs voorziet tegelijkertijd in de algemene opleiding, met inbegrip van de sociale en persoonlijke opleiding, en in de voorbereiding op de uitoefening van een beroep.
Art. 3.De Waalse Regering bepaalt : 1° de termijnen en de nadere regels voor de invoering en de behandeling van de aanvragen om erkenning;2° de wijze waarop de Subregionale Comités voor Arbeidsbemiddeling en Vorming geraadpleegd moeten worden in het kader van de erkenningsprocedure.
Art. 4.De Minister van de Waalse Regering die voor beroepsopleiding bevoegd is, erkent de afwisselende opleidingsacties na voorafgaand advies van de in artikel 6 bedoelde Raad van advies voor de afwisselende opleiding.
Art. 5.De opleidingsoperateur en de werkgever, die samen een erkende afwisselende opleidingsactie uitvoeren, kunnen ieder een aanmoedigingspremie ontvangen waarvan het bedrag en de wijze van uitbetaling door de Waalse Regering bepaald worden. Deze premie wordt uitgetrokken op de begroting van het Waalse Gewest. HOOFDSTUK II. - Raad van advies voor afwisselende opleiding Afdeling 1. - Oprichting - Opdrachten
Art. 6.Binnen de "Conseil économique et social de la Région wallonne" (Sociaal-economische Raad van het Waalse Gewest) wordt een Raad van Advies voor afwisselende opleiding opgericht, hierna "Raad van advies" genoemd.
Art. 7.De Raad van advies is belast met de volgende opdrachten : 1° de Regeringen, op eigen initiatief of op verzoek, elke maatregel voorleggen en aanbevelen die nuttig is voor de ontwikkeling van de afwisselende opleidingsfilière;2° de erkenningsaanvragen onderzoeken met inachtneming van de bij dit samenwerkingsakkoord vastgelegde erkenningsnormen;3° de Minister van de Waalse Regering die voor beroepsopleiding bevoegd is, advies geven inzake de erkenning van afwisselende opleidingsacties. Afdeling 2. - Samenstelling
Art. 8.De Raad van advies is samengesteld uit : {alI4}1° een voorzitter; 2° drie vertegenwoordigers van de representatieve werkgeversorganisaties die zitting hebben in de "Conseil économique et social de la Région wallonne";3° drie vertegenwoordigers van de representatieve werknemersorganisaties die zitting hebben in de "Conseil économique et social de la Région wallonne";4° een vertegenwoordiger van het Directoraat-Generaal Economie en Tewerkstelling van het Ministerie van het Waalse Gewest;5° drie vertegenwoordigers van de Waalse Regering;6° drie vertegenwoordigers van de Regering van de Franse Gemeenschap;7° een vertegenwoordiger van de Gemeenschapscommissie voor Beroepen en Kwalificaties;8° een vertegenwoordiger van de door de Regeringen erkende vereniging zonder winstoogmerk, zoals bedoeld in artikel 13.
Art. 9.De leden bedoeld in artikel 8, 2° à 5°, worden aangewezen door de Waalse Regering.
De leden bedoeld in artikel 8, 6° à 8°, worden aangewezen door de Regering van de Franse Gemeenschap.
De leden worden aangewezen voor een hernieuwbare periode van drie jaar.
De Regeringen wijzen samen de voorzitter aan voor een hernieuwbare periode van drie jaar. Afdeling 3. - Werking
Art. 10.De Raad van advies wordt ten minste zes keer per jaar door zijn voorzitter bijeengeroepen.
Art. 11.De Raad van advies maakt zijn huishoudelijk reglement op en onderwerpt het aan de goedkeuring van de Regeringen.
De Raad van advies neemt zijn beslissingen bij consensus of, zo niet, met een meerderheid van tweederde van de aanwezige leden. Alleen de in artikel 8, 2° en 3°, bedoelde leden zijn stemgerechtigd.
Art. 12.Het secretariaat van de Raad van advies wordt waargenomen door het secretariaat-generaal van de "Conseil économique et social de la Région wallonne". HOOFDSTUK III. - Bevordering van de afwisselende opleiding
Art. 13.De Regeringen kunnen een door hen erkende vereniging zonder winstoogmerk belasten met de volgende opdrachten : 1° de evolutie van de afwisselende opleiding permanent volgen op het grondgebied van het Franse taalgebied;2° gegevens verstrekken over de voorwaarden voor het tot stand brengen van afwisselende opleidingsacties en over de procedures voor de erkenning van die acties; 3° de ontwikkeling van partnerschappen tussen opleidingsoperateurs bevorderen i.v.m. de bepaling van referentiesystemen inzake beroepen en kwalificatieprofielen en de onderlinge erkenning van de opleidingsinhouden; 4° de opleiding ontwerpen en organiseren aan de hand van technieken en methodes voor de voorbereiding, de opvolging en de evaluatie van afwisselende opleidingsacties;5° jaarlijks een activiteitenverslag opmaken en aan de Regeringen overleggen, met een evaluatie van de uitvoering van dit samenwerkingsakkoord. De erkende vereniging zonder winstoogmerk kan gesubsidieerd worden binnen de perken van de kredieten die daarvoor uitgetrokken worden op de begroting van het Waalse Gewest en op de begroting van de Franse Gemeenschap.
Art. 14.Om erkend te worden, moet de vereniging zonder winstoogmerk beschikken over statuten die voorzien in : 1. een maatschappelijk doel overeenkomstig artikel 13;2. een raad van bestuur, samengesteld uit bestuurders die in gelijk aantal aangewezen worden door de representatieve werkgeversorganisaties en de representatieve werknemersorganisaties die zitting hebben in de "Conseil économique et social de la Région wallonne", alsook uit twee bestuurders die de Algemene Adviesraad voor het secundair onderwijs vertegenwoordigen, een bestuurder die de "Office communautaire et régional de la Formation professionnelle et de l'Emploi" vertegenwoordigt, een bestuurder die de Hoge Raad voor het onderwijs voor sociale promotie vertegenwoordigt en een bestuurder die het Directoraat-generaal Economie en Tewerkstelling van het Ministerie van het Waalse Gewest vertegenwoordigt;3. de aanwijzing door de Waalse Regering en de Regering van de Franse Gemeenschap van hun respectievelijke afgevaardigden die van rechtswege de vergaderingen van de algemene vergadering en van de raad van bestuur met raadgevende stem bijwonen;4. de jaarlijkse overlegging van een begroting en van rekeningen, met de herkomst en de bestemming van alle geldmiddele n die ter beschikking zijn gesteld van de vereniging;5. de controle op haar begroting en op haar rekeningen door de afgevaardigden van de Regeringen.
Art. 15.De Regeringen kunnen, bij een op grond van een verslag van hun afgevaardigden gemotiveerd besluit, elk ogenblik de erkenning intrekken als de vereniging zonder winstoogmerk haar verplichtingen niet nakomt of de wetten, decreten, reglementen of de bepalingen van dit akkoord niet in acht neemt. HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen
Art. 16.De akkoordsluitende partijen kunnen de uitvoering van het samenwerkingsakkoord jaarlijks evalueren op grond van het activiteitenverslag bedoeld in artikel 13, 5°.
Art. 17.De geschillen tussen de akkoordsluitende partijen worden gezamenlijk beslecht door de Regeringen.
Art. 18.In geval van opzegging van dit akkoord door één van de akkoordsluitende partijen, moet de datum van inwerkingtreding ervan opgegeven worden.
Art. 19.In geval van opzegging van dit akkoord door één van de akkoordsluitende partijen, wordt de Raad van advies ontbonden en wordt de erkenning van de in artikel 13 bedoelde vereniging zonder winstoogmerk ingetrokken.
Art. 20.De Regeringen bepalen samen de datum van inwerkingtreding van dit akkoord.