Etaamb.openjustice.be
Decreet van 14 juni 2007
gepubliceerd op 12 juli 2007

Decreet houdende instemming met het samenwerkingsakkoord van 19 oktober 2006 tussen de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest m.b.t. de tenuitvoerlegging en het beheer van een geïntegreerd communautair actieprogramma voor leven lang leren en m.b.t. de oprichting van het "Agence francophone pour l'éducation et la formation tout au long de la vie" (1)

bron
ministerie van het waalse gewest
numac
2007202255
pub.
12/07/2007
prom.
14/06/2007
ELI
eli/decreet/2007/06/14/2007202255/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

14 JUNI 2007. - Decreet houdende instemming met het samenwerkingsakkoord van 19 oktober 2006 tussen de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest m.b.t. de tenuitvoerlegging en het beheer van een geïntegreerd communautair actieprogramma voor leven lang leren en m.b.t. de oprichting van het "Agence francophone pour l'éducation et la formation tout au long de la vie" (Franstalig agentschap voor leven lang leren) (1)


Het Waals Parlement heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt :

Artikel 1.Het samenwerkingsakkoord van 19 oktober 2006 tussen de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest m.b.t. de tenuitvoerlegging en het beheer van een geïntegreerd communautair actieprogramma voor leven lang leren en m.b.t. de oprichting van het "Agence francophone pour l'éducation et la formation tout au long de la vie" is goedgekeurd.

Art. 2.Dat samenwerkingsakkoord gaat bij dit decreet.

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Namen, 14 juni 2007.

De Minister-President, E. DI RUPO De Minister van Huisvesting, Vervoer en Ruimtelijke Ontwikkeling, A. ANTOINE De Minister van Begroting en Financiën, Uitrusting en Patrimonium, M. DAERDEN De Minister van Vorming, Mevr. M. ARENA De Minister van Binnenlandse Aangelegenheden en Ambtenarenzaken, Ph. COURARD De Minister van Onderzoek, Nieuwe Technologieën en Buitenlandse Betrekkingen, Mevr. M.-D. SIMONET De Minister van Economie, Tewerkstelling en Buitenlandse Handel, J.-C. MARCOURT De Minister van Gezondheid, Sociale Actie en Gelijke Kansen, Mevr. Ch. VIENNE De Minister van Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Leefmilieu en Toerisme, B. LUTGEN _______ Nota (1) Zitting 2006-2007. Stukken van het Waals Parlement 598 (2006-2007), nrs. 1 en 2.

Volledig verslag, openbare vergadering van 13 juni 2007.

Bespreking - Stemmingen.

Samenwerkingsakkoord betreffende de tenuitvoerlegging en het beheer van een geïntegreerd communautair actieprogramma voor leven lang leren en de oprichting van het "Agence francophone pour l'éducation et la formation tout au long de la vie", gesloten tussen de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest Gelet op de artikelen l, 39, 127, 128, 134 en 138 van de Grondwet;

Gelet op de bijzondere wet tot hervorming der instellingen van 8 augustus 1980, inzonderheid op artikel 92bis, § 1, ingevoegd bij de bijzondere wet van 8 augustus 1988 en gewijzigd bij de bijzondere wet van 16 juli 1993;

Gelet op het decreet II van de Raad van de Franse Gemeenschap van 19 juli 1993 betreffende de overheveling van de uitoefening van sommige bevoegdheden van de Franse Gemeenschap naar het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie;

Gelet op het decreet II van de Waalse Gewestraad van 22 juli 1993 betreffende de overheveling van de uitoefening van sommige bevoegdheden van de Franse Gemeenschap naar het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie;

Gelet op het decreet III van de Vergadering van de Franse Gemeenschapscommissie van 22 juli 1993 betreffende de overheveling van de uitoefening van sommige bevoegdheden van de Franse Gemeenschap naar het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie;

Gelet op de beslissing van het Parlement en van de Raad tot invoering van een geïntegreerd actieprogramma voor leven lang leren;

Gelet op Verordening (EG, EURATOM) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen;

Gelet op Verordening (EG, EURATOM) nr. 2342/2002 tot vaststelling van de uitvoeringsvoorschriften van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen;

Gelet op de beraadslaging van de Waalse Regering van 22 maart 2007;

Gelet op de beraadslaging van de Regering van de Franse Gemeenschap van 23 maart 2007;

Gelet op de beraadslaging van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 22 maart 2007;

Overwegende dat de overheid een geschikte structuur, met name het Nationaal agentschap, moet aanwijzen voor de tenuitvoerlegging van het actieprogramma voor leven lang leren, met inbegrip van het financiële beheer;

Overwegende dat de materies waarop dit programma betrekking heeft, namelijk leven lang leren, op het vlak van de mobiliteit, financiering van projecten, partnerschappen of netwerken tussen acteurs van verschillende Staten van de Unie, eventueel uitgebreid tot derde landen, in België onder de bevoegdheid van de Gemeenschappen en Gewesten valt;

Overwegende dat de Commissie van de Europese Unie in het raam van de programma's die onder het "Direction générale de l'Education et de la Culture" (Directoraat-generaal Opvoeding en Cultuur) vallen, het bestaan erkent van drie Agentschappen in België die onder de Franse, de Vlaamse en de Duitstalige Gemeenschap ressorteren;

Overwegende dat bijgevolg een Franstalig agentschap opgericht moet worden;

Overwegende dat de beslissing van het Europese Parlement en van de Raad tot invoering van een geïntegreerd actieprogramma voor leven lang leren de lidstaten belast met het nemen van de nodige maatregelen om op hun niveau de efficiënte werking van het geïntegreerd programma te waarborgen, waarbij alle partijen betrokken worden die deelnemen in de vraagstukken i.v.m. leven lang leren, overeenkomstig de nationale praktijken;

Overwegende dat de nationale praktijken aangepast worden aan elk subprogramma van het Programma voor leven lang leren;

Overwegende dat die beslissing de lidstaten belast met de oprichting of de aanwijzing alsook met de opvolging van een geschikte structuur om op hun niveau te zorgen voor het gecoördineerde beheer van de tenuitvoerlegging van de acties van het Programma voor leven lang leren (Nationale agentschappen), m.i.v. het begrotingsbeheer, overeenkomstig de Europese reglementaire bepalingen;

Overwegende dat het essentieel is dat een samenwerkingsovereenkomst tussen de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie gesloten wordt om een wettelijk kader in te stellen voor de tenuitvoerlegging en het beheer van een geïntegreerd communautair actieprogramma voor leven lang leren;

De Franse Gemeenschap, vertegenwoordigd door haar Regering in de persoon van haar Minister-Presidente, Mevr. M. Arena, en in de persoon van haar Minister Vice-Presidente en Minister van Hoger Onderwijs, Wetenschappelijk Onderzoek en Internationale Betrekkingen, Mevr. M.-D. Simonet;

Het Waalse Gewest, vertegenwoordigd door haar Regering in de persoon van haar Minister-President, de heer E. Di Rupo, en in de persoon van haar Minister van Vorming, Mevr. Marie Arena;

De Franse Gemeenschapscommissie, vertegenwoordigd door haar college in de persoon van haar President, de heer B. Cerexhe, en in de persoon van de Minister belast met Beroepsopleiding, Mevr. F. Dupuis;

Hierna de "partijen" genoemd, Zijn overeengekomen wat volgt : HOOFDSTUK I. - Doel, toepassingsgebied en rechthebbenden

Artikel 1.In de zin van deze samenwerkingsovereenkomst wordt verstaan onder : 1° Programma voor leven lang leren : geïntegreerd communautair actieprogramma voor leven lang leren, waarvan het algemeen doel erin bestaat via leven lang leren bij te dragen tot de ontwikkeling van de Gemeenschap van de Europese Unie als maatschappij van de gevorderde kennis, gekenmerkt door een duurzame economische ontwikkeling, meer en betere banen en een toegenomen sociale cohesie, waarbij gezorgd wordt voor een goede bescherming van het leefmilieu voor de volgende generaties.Het beoogt in het bijzonder de bevordering van uitwisselingen, samenwerking en mobiliteit tussen de opvoedings- en vormingssystemen binnen de Gemeenschap van de Europese Unie, opdat ze een referentie van wereldkwaliteit kunnen worden. 2° sectorale subprogramma's van het Programma voor leven lang leren : de volgende sectorale subprogramma's : a) het subprogramma Comenius, dat gericht is op de behoeften inzake onderwijs en scholing van alle deelnemers aan het voorschools en schoolonderwijs tot aan het einde van de tweede cyclus van het middelbaar onderwijs, alsook op de inrichtingen en organisaties die in dat onderwijs voorzien;a) het subprogramma Erasmus, dat gericht is op de behoeften inzake onderwijs en scholing van alle deelnemers aan het formele hoger onderwijs en aan het onderwijs en de beroepsopleiding van het hogere niveau, ongeacht de duur van hun cyclus of diploma en met inbegrip van de doctoraatstudies, alsook op de inrichtingen en organisaties die dat onderwijs en die opleiding vergemakkelijken of erin voorzien;a) het subprogramma Leonardo da Vinci, dat gericht is op de behoeften inzake onderwijs en scholing van alle deelnemers aan het onderwijs en de beroepsopleiding die niet onder het hogere niveau ressorteren, alsook op de inrichtingen en organisaties die dat onderwijs en die opleiding vergemakkelijken of erin voorzien;a) het subprogramma Grundtvig, dat gericht is op de behoeften inzake onderwijs en scholing van alle deelnemers aan alle vormen van volwasseneducatie, alsook op de inrichtingen en organisaties die dat onderwijs en die opleiding vergemakkelijken of erin voorzien;e) de actie Jean Monnet : het zesde programma van het Programma voor leven lang leren met het oog op de ondersteuning van een reeks inrichtingen en activiteiten die Europese integratie beogen;3° transversaal subprogramma van het Programma voor leven lang leren : het transversaal subprogramma dat betrekking heeft op de volgende vier sleutelactiviteiten;a) politieke samenwerking voor leven lang leren in de Gemeenschap;b) de bevordering van het aanleren van talen;c) de ontwikkeling, inzake leven lang leren, van een inhoud, diensten, pedagogieën en vernieuwende pratijken die op de ICT steunen; d) de bekendmaking en de exploitatie van de resultaten van acties gesteund overeenkomstig het programma en vroegere verwante programma's, alsook de uitwisseling van goede pratijken;. 4° overige acties : andere subprogramma's of acties voor leven lang leren;5° Agentschap : "Agence francophone pour l'éducation et la formation tout au long de la vie" (Franstalig agentschap voor leven lang leren) ingesteld door de ondertekenende partijen.

Art. 2.Het toepassingsgebied van het Programma voor leven lang leren bestaat erin een tegemoetkoming te verlenen voor de volgende acties : a) de mobiliteit van de personen die in Europa aan leven lang leren deelnemen;b) de bi- en multilaterale partnerschappen;c) de multilaterale projecten die speciaal bestemd zijn om de nationale educatie- en vormingssystemen te verbeteren;d) de unilaterale en nationale projecten;e) de multilaterale projecten en netwerken;f) de waarneming en de analyse van de beleidsvormen en systemen voor leven lang leren, het uitwerken van referentiemateriaal, met inbegrip van de onderzoeken, statistieken, analyses en indicators, de acties tot ondersteuning van de doorzichtigheid en de erkenning van de kwalificaties en de vroegere scholing, alsook de acties tot bevordering van samenwerking om kwaliteit te waarborgen;g) de toekenning van werkingssubsidies om bij te dragen in bepaalde operationele en administratieve kosten van de organisaties die actief zijn in het domein waarop het Programma voor leven lang leren betrekking heeft;2° andere initiatieven conform de doelstellingen van het Programma voor leven lang leren ("begeleidingsmaatregelen").

Art. 3.Het programma voor leven lang leren is bestemd voor : a) leerlingen, studenten, personen in opleiding en volwassenenonderwijs;b) het personeel betrokken bij elk aspect van het leven lang leren;c) personen op de arbeidsmarkt;d) verstrekkers van educatieve diensten;e) personen en instellingen die verantwoordelijk zijn voor de systemen en beleidsvormen betreffende elk aspect van het leven lang leren op lokaal, regionaal en nationaal vlak;f) ondernemingen, sociale partners en hun organisaties op alle niveau's, met inbegrip van de vakorganisaties en de handels- en nijverheidskamers; g) instellingen die diensten inzake oriëntatie, adviesverlening en informatie verstrekken i.v.m. elk aspect van het leven lang leren; h) verenigingen die op het vlak van het leven lang leren werken, met inbegrip van de studentenverenigingen, verenigingen van personen in opleiding, leerlingen, onderwijzers, ouders en volwassenenonderwijs;i) de onderzoekscentra en de instellingen die betrokken zijn bij vraagstukken betreffende leven lang leren;j) verenigingen zonder winstoogmerk, belangeloze instellingen, niet-gouvernementele organisaties (NGO's). HOOFDSTUK II. - Oprichting en beheer van het Agentschap Afdeling 1. - Oprichting

Art. 4.De Franse Gemeenschap verbindt zich ertoe binnen haar diensten een dienst met apart beheer op te richten in de zin van artikel 140 van de gecoördineerde wetten op de Rijkscomptabiliteit, met name het "Agence francophone pour l'éducation et la formation tout au long de la vie", hierna Agentschap genoemd.

Art. 5.Het Agentschap is verantwoordelijk voor de organisatie en het beheer van het Programma voor leven lang leren, alsook van elk ander Europees of internationaal mobiliteits-, uitwisselings- en dialoogprogramma dat de ondertekenende partijen hem zouden toevertrouwen.

Het vervult de volgende opdrachten : 1. de relaties met de Europese autoriteiten verzorgen voor het beheer van het Programma voor leven lang leren;2. zorgen voor de bevordering van en de informatie over het programma voor leven lang leren;: 3. zorgen voor de tenuitvoerlegging van de gemeenschappelijke acties waarin het programma voor leven lang leren voorziet;4. adviezen over gecentraliseerde projecten uitbrengen;5. zorgen voor het goede financiële beheer van de kredieten gestort door de Europese Unie als steun voor de projecten betrokken bij het Programma voor leven lang leren;6. de eventuele budgettaire overdrachten tussen de subprogramma's uitvoeren;7. onrechtmatig gestorte fondsen invorderen;8. de kandidatenoproepen organiseren;9. de procedures inzake steunverlening voor projecten organiseren volgens de beginselen van doorzichtigheid en gelijkheid van behandeling. Afdeling 2. - Beheer

Art. 6.Het Agentschap beschikt over de volgende organen : een beheerscomité, kamers en een uitvoerende cel.

Art. 7.§ 1. Het Agentschap staat onder de operationele leiding van het beheerscomité bedoeld in artikel 6. § 2. Het beheerscomité is samengesteld uit twee vertegenwoordigers van de Regering van de Franse Gemeenschap, twee vertegenwoordigers van de Regering van het Waalse Gewest en één vertegenwoordiger van de Franse Gemeenschapscommissie, die stemrecht hebben.

Voor elk gewoon lid wordt een plaatsvervangend lid aangewezen.

Het beheerscomité bestaat ook nog uit de volgende personen die raadgevende stem hebben : 1. de voorzitters van de kamers;2. de leider van de uitvoerende cel;3. een vertegenwoordiger van het CGRI-DRI;4. een vertegenwoordiger van het Ministerie van de Franse Gemeenschap;5. een vertegenwoordiger van het Ministerie van het Waalse Gewest;6. een vertegenwoordiger van de diensten van de Franse Gemeenschapscommissie;7. elke deskundige of waarnemer die het beheerscomité nuttig acht uit te nodigen;8. de Inspectie van Financiën. De vertegenwoordiger van de Franse Gemeenschap binnen het programmacomité van de EU neemt als waarnemer deel aan het beheerscomité. § 3. Binnen de maand van zijn installatie wijst het beheerscomité in zijn midden zijn voorzitter en twee ondervoorzitters aan en legt die aanwijzingen ter goedkeuring voor aan de ondertekenende partijen. De voorzitter wordt onder de vertegenwoordigers van de Regering van de Franse Gemeenschap gekozen. § 4. Het beheerscomité stelt zijn huishoudelijk reglement op en onderwerpt het uiterlijk binnen drie maanden na de inwerkingtreding van deze samenwerkingsovereenkomst aan de gezamenlijke goedkeuring van de ondertekenende partijen. Het reglement bevat o.a. : 1° de regels voor de oproeping van het beheerscomité;2° de regels voor het opnemen van de agendapunten;3° de regels betreffende de voorrechten van de voorzitter en de ondervoorzitters;4° de regels betreffende het voorzitterschap van het beheerscomité in geval van afwezigheid van de voorzitter of de ondervoorzitters;5° de regels betreffende het quorum opdat het beheerscomité rechtsgeldig kan beraadslagen, alsook de stemmingsmodaliteiten;6° de periodiciteit van de vergaderingen van het beheerscomité;7° de vorm van de actieplannen;8° de regels op grond waarvan het beheerscomité bepaalde taken aan de uitvoerende cel of de kamers kan delegeren; 9° de modaliteiten inzake de informatieverstrekking aan het beheerscomité m.b.t. de beslissingen genomen door de kamers; 10° de modaliteiten betreffende de behandeling van de beroepen.

Art. 8.§ 1. Er wordt een kamer ingesteld per sectoraal subprogramma, transversaal subprogramma of andere secties waarvan de samenstelling en de essentiële werkingsregels door het beheerscomité vastgelegd worden met de goedkeuring van betrokken Regering of College.

In afwijking van het eerste lid wordt de kamer voor het subprogramma Erasmus en het subprogramma Jean Monnet ingesteld door de Hoge raad voor de studentenmobiliteit opgericht bij het decreet van 19 mei 2004. § 2. De kamers worden voor elk van de subprogramma's, mits goedkeuring van het beheerscomité, met de volgende opdrachten belast : - de door het beheerscomité toegewezen taken vervullen; - elk voorstel inzake het financiële beheer van de kredieten en de eventuele overdracht ervan naar een ander subprogramma aan het beheerscomité overleggen; - advies uitbrengen over de opdrachten van het Agentschap m.b.t. het programmagedeelte dat hen betreft om te zorgen voor de inachtneming van de beginselen van doorzichtigheid en gelijke behandeling.

Elke kamer wordt bovendien belast met : - het uitbrengen, op eigen initiatief of op verzoek van één van de ondertekenende partijen, van adviezen of aanbevelingen betreffende het geïntegreerd programma, per subprogramma of actie; - het overmaken, op door het beheerscomité bepaalde tijdstippen, van een strategische oriëntatienota, met name inzake algemene en operationele doelstellingen, aan de ondertekenende partijen door wie ze goedkeurd wordt; - het overmaken aan de ondertekenende partijen van een jaarlijkse evaluatie per subprogramma of actie op basis van het activiteitenverslag en andere gegevens verstrekt door het Agentschap.

In afwijking van artikel 7, § 1, kunnen de opdrachten bedoeld in artikel 5, tweede lid, punten 8 en 9, aan de bevoegde kamer in plaats van aan het beheerscomité toegewezen worden voor zover ze betrekking hebben op een subprogramma dat onder de bevoegdheden van één enkele ondertekenende partij valt.

Elke kamer kan bovendien door de bevoegde Regering belast worden met het beheer van elk ander mobiliteitsprogramma of elke andere mobiliteitsactie. § 3. Binnen de maand van haar installatie wijst elke kamer binnen haar midden haar voorzitter en ondervoorzitters aan. § 4. Elke kamer maakt haar huishoudelijk reglement op en legt het ter goedkeuring voor aan het beheerscomité.

Het reglement voorziet in de modaliteiten voor de uitvoering van de door het beheerscomité gedelegeerde taken.

Art. 9.§ 1. De uitvoerende cel wordt belast met de uitvoering van de beslissingen van het beheerscomité of, in voorkomend geval, krachtens artikel 8, § 2, derde lid, van de kamers, en is verantwoordelijk voor het dagelijks beheer.

Ze neemt het secretariaat van het beheerscomité, onder wiens toezicht het staat, alsook dat van de kamers waar. § 2. De uitvoerende cel staat onder het functionele gezag van een directeur die door de Regering van de Franse Gemeenschap aangewezen wordt na eensluidend advies van de Waalse Regering en het College van de Franse Gemeenschapscommissie.

De directeur van de uitvoerende cel wordt aangewezen onder de vastbenoemde ambtenaren die houder zijn van een bevorderingsgraad van niveau 1 binnen de Diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap en onder de vastbenoemde ambtenaren die houder zijn van een bevorderingsgraad van niveau 1 binnen de Diensten van de Waalse Regering en het College van de Franse Gemeenschapscommissie. Ze zijn opdrachtgelastigd binnen het Agentschap. § 3. De uitvoerende cel wordt in secties opgedeeld. Elke sectie staat onder het gezag van een verantwoordelijke. Het personeel van het Agentschap wordt verdeeld na beslissing van het beheerscomité en op voorstel van de directeur van de uitvoerende cel. Bij de vastlegging van de personeelsformatie van elke sectie wordt o.a. het gedeelte van de Europese subsidie dat per subprogramma toegekend wordt in aanmerking genomen.

Ze omvat minstens vier secties die belast worden met het beheer van de subprogramma's Comenius, Erasmus, Jean Monnet, Leonardo da Vinci en Grundtvig. Onverminderd § 2, eerste lid, voeren deze secties desgevallend de beslissingen uit die door de kamers zijn genomen krachtens artikel 8, § 2, derde en vierde lid.

Ze omvat bovendien een sectie die belast wordt met de coördinatie van het transversale subprogramma bedoeld in artikel 1, 3°, van deze samenwerkingsovereenkomst. § 4. De Regering van de Franse Gemeenschap wijst de verantwoordelijken voor elk van bovenbedoelde secties aan onder de ambtenaren bedoeld in artikel 12 van deze samenwerkingsovereenkomst, na eensluidend advies van de Waalse Regering en het College van de Franse Gemeenschapscommissie, voor zover ze voor bedoeld subprogramma in aanmerking komen.

Voor de sectie die belast wordt met de coördinatie van het transversale subprogramma is de verantwoordelijke evenwel de directeur van de uitvoerende cel. § 5. De directeur van de uitvoerende cel voert de beslissingen uit van het beheerscomité, onder het gezag waarvan hij staat. Hij verstrekt het comité alle informatie en legt alle voorstellen over die nuttig zijn voor de vlotte werking van het Agentschap.

Hij neemt, onder het toezicht van het beheerscomité, het dagelijkse beheer van het Agentschap waar.

Hij woont de vergaderingen van het beheerscomité waaronder hij ressorteert met raadgevende stem bij. HOOFDSTUK III. - Beroepscommissie

Art. 10.Elke verzoeker die een beslissing tot steunweigering, -schorsing of -intrekking betwist, kan een administratief beroep indienen bij een beroepscommissie, die daarvan binnen tien werkdagen ontvangst bericht.

De Beroepscommissie is samengesteld uit twee vertegenwoordigers van de Franse Gemeenschap, twee vertegenwoordigers van het Waalse Gewest en één vertegenwoordiger van de Franse Gemeenschapscommissie.

Het beroep wordt door de eiser ingediend binnen de maand van de kennisgeving van de beslissing die hij betwist of, bij gebrek aan kennisgeving, binnen zes maanden vanaf de indiening van het verzoek.

Als het beroep niet binnen die termijn ingesteld wordt, is de beslissing definitief.

De Beroepscommissie brengt haar gemotiveerde beslissing uit binnen drie maanden na de aanhangigmaking van de zaak. HOOFDSTUK IV. - Personeel, toegewezen goederen, financiering, rekeningen en begroting van het Agentschap

Art. 11.De Regeringen en het College zorgen ervoor dat de nodige middelen voor de werking van het Agentschap ter beschikking gesteld worden volgens modaliteiten die in onderlinge overeenstemming vastgelegd worden. Afdeling 1. - Personeel

Art.12. Het Agentschap beschikt over het nodige personeel voor zijn goede werking.

Het personeel van het Agentschap is samengesteld uit : - ambtenaren en personeelsleden van de diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap; - ambtenaren en personeelsleden van de door de Franse Gemeenschap georganiseerde of gesubsidieerde onderwijsinrichtingen; - contractuele personeelsleden in dienst genomen in het kader van de uitvoering van de Europese programma's, overeenkomstig het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 16 september 1998 tot vaststelling van de lijst van de bijkomende en specifieke opdrachten van het Ministerie van de Franse Gemeenschap; - ambtenaren van de Diensten van de Waalse Regering en van het College van de Franse Gemeenschapscommissie belast met opdrachten binnen het Agentschap.

Behalve de leider, bestaat de uitvoerende cel uit minstens 14 personen, van wie minstens 7 het universitaire niveau gehaald hebben. Afdeling 2. - Goederen toegewezen aan het Agentschap

Art. 13.Een inventaris met de lijst van de goederen die voor de uitoefening van de opdrachten van het Agentschap bestemd zijn, wordt binnen de maand na de inwerkingtreding van deze overeenkomst door de ondertekenende partijen opgemaakt.

Na afloop van deze samenwerkingsovereenkomst worden de ondertekenende partijen het eens over de eigendom van de geïnventariseerde goederen en van die welke het Agentschap verworven heeft tijdens de looptijd van de overeenkomst. Afdeling 3. - Financiering, rekeningen en begroting

Art. 14.Het Agentschap beschikt over de volgende middelen : 1° de subsidies toegekend voor de verschillende programma's bedoeld in artikel 5, o.a. de subsidies toegekend door de Europese Commissie in het raam van het Programma voor leven lang leren; 2° de middelen opgenomen in de begrotingen van de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;3° de fondsen van derden ter beschikking gesteld in het raam van het Programma voor leven lang leren;4° de hulpmiddelen in natura, met name de detachering van personeel en de toewijzing van middelen door de ondertekenende partijen. De middelen bedoeld in het eerste lid, 2°, worden voor elk subprogramma berekend naar rato van het deel van de Europese cofinanciering waarvoor elke entiteit in aanmerking komt.

Art. 15.Het Agentschap maakt zijn begroting op onder de gezamenlijke leiding van het beheerscomité. De begroting van het Agentschap wordt bij de algemene uitgavenbegroting van de Franse Gemeenschap gevoegd.

Het wordt bij de administratieve begrotingen van het Waalse Gewest en van de Franse Gemeenschapscommissie gevoegd.

Art. 16.De uitvoeringsrekening van de begroting en de Schatkistrekening worden uiterlijk 31 maart van het volgende boekjaar vastgelegd door het beheerscomité. Ze worden uiterlijk 30 april door de Minister van Begroting van de Franse Gemeenschap aan het Rekenhof overgemaakt. De rekeningen worden bij de algemene rekening van de Franse Gemeenschap gevoegd.

Art. 17.§ 1. De begroting van het Agentschap onderscheidt de ontvangsten : 1° betreffende de over te dragen eventuele saldi 2° betreffende de programma's bedoeld in artikel 5;3° betreffende de werking van het Agentschap;4° betreffende de financiële producten van de specifieke rekeningen geopend om de subsidies van derden, namelijk van de Europese Commissie, in ontvangst te nemen. De begroting onderscheidt de ontvangsten betreffende de werking van het Agentschap op grond van hun herkomst, namelijk de ontvangsten betreffende de verschillende subprogramma's van het Programma voor leven lang leren. § 2. De begroting van het Agentschap verdeelt de uitgaven per sector in : 1° personeelskosten;2° werkingskosten;3° aankoopkosten;4° ramingskosten;5° diverse kosten.

Art. 18.De begroting van het Agentschap wordt in drie delen opgedeeld : 1° de lopende verrichtingen;2° de kapitaalverrichtingen;3° de verrichtingen voor order. Het onderscheid ontvangsten-uitgaven wordt binnen elk deel gemaakt.

Art. 19.De rekeningen worden overgelegd volgens de modaliteiten die het beheerscomité bepaalt.

Ze omvatten hoe dan ook : 1° een uitvoeringsrekening van de begroting;2° een overzicht van de activa en passiva van het Agentschap;3° een variatierekening van het erfgoed, vergezeld van een inventaris van het erfgoed;4° een schatkistrekening die de concordantie tussen het begrotingsresultaat en het schatkistresultaat vastlegt.

Art. 20.De financiële middelen die beschikbaar zijn aan het einde van een boekjaar mogen vanaf het begin van het volgende boekjaar gebruikt worden.

Art. 21.De Regering van de Franse Gemeenschap wijst op de voordracht van het beheerscomité twee boekhouders van het Agentschap aan die onder het Rekenhof vallen. Eén boekhouder wordt belast met het boekhoudkundig beheer van de ontvangsten en uitgaven betreffende de Europese programma's en de desbetreffende financiële producten. De andere wordt belast met het boekhoudkundig beheer van de overige begrotingsontvangsten en -uitgaven.

Ze worden belast : 1° met de hantering en de bewaking van de waarden;2° met de opmaking en de bewaring van de documenten bedoeld in artikel 19, tweede lid.

Art. 22.§ 1. De Regering van de Franse Gemeenschap neemt de nodige maatregelen voor het beheer van de specifieke rekeningen geopend door het Agentschap om de door derden gestorte fondsen te beheren, alsook de financiële producten die uit dat beheer voortkomen. § 2. In het raam van de Europese programma's wordt het Agentschap belast met het beheer van de specifieke bankrekeningen geopend bij de Kashouder van de Franse Gemeenschap, overeenkomstig de Europese regelgeving, onder de operationele leiding van het beheerscomité. De creditinteresten van deze rekeningen worden eveneens door het Agentschap beheerd via een specifieke bankrekening onder toezicht van het beheerscomité.

De financiële opbrengsten uit het beheer van de specifieke rekeningen die zijn geopend door het Agentschap om de door de Europese Unie gestorte fondsen te beheren worden verhoudingsgewijs bestemd voor de uitgaven van elk subprogramma dat hen voortgebracht heeft, behalve andersluidende beslissing van het beheerscomité op voorstel van de betrokken kamers.

Art. 23.De verrichtingen van het Agentschap worden gecontroleerd overeenkomstig de geldende bepalingen binnen de Franse Gemeenschap inzake het administratief en budgettair toezicht..

Ze worden tevens gecontroleerd door de auditcel van de Inspectie van Financiën ingesteld via bestuurscontract tussen de Waalse Regering en de Franse Gemeenschapsregering, enerzijds, en het Korps van de Inspectie van Financiën, anderzijds, voor de uitvoering van een audit van de beheers- en controlesystemen van de programma's die gecofinancierd worden door de Europese structuurfondsen van 7 september 1998 en zijn aanhangsel van 21 december 2000.

Art. 24.De uitgaven worden zonder de tussenkomst van het Rekenhof vereffend en betaald.

Het Rekenhof kan de boekhouding ter plaatse controleren. Het kan elk ogenblik verzoeken om alle bewijsstukken, staten, gegevens en uitleg met betrekking tot de inkomsten en uitgaven, alsook met betrekking tot het vermogen en de schulden van het Agentschap.

Art. 25.De Regering van de Franse Gemeenschap legt een auditregeling voor het Agentschap vast, na eensluidend advies van de Waalse Regering en het College van de Franse Gemeenschapscommissie. HOOFDSTUK V. - Algemene en slotbepalingen Afdeling 1. - Uitvoering

Art. 26.De modaliteiten voor de uitvoering van deze samenwerkingsovereenkomst, o.a. wat betreft de werking, het personeel, de financiering, de begroting en de rekeningen van het Agentschap, worden na eensluidend advies van de Waalse Regering en het College van de Franse Gemeenschapscommissie door de Regering van de Franse Gemeenschap vastgelegd binnen de maand na de bekrachtiging van het decreet houdende goedkeuring van deze overeenkomst. Afdeling 2. - Overgangsbepalingen

Art. 27.Het Agentschap zal bij de inwerkingtreding van deze overeenkomst toezien op de overgang tussen deze acties, die gevoerd worden in het raam van de vorige Europese programma's betreffende educatie en vorming waarvan het beheer door de ondertekenende partijen waargenomen wordt, en de acties te voeren in het raam van het Programma voor leven lang leren, onverminderd andere bepalingen die terzake door elke ondertekenende partij zijn genomen. De ondertekenende partijen nemen desgevallend de nodige maatregelen om het betrokken personeel over te plaatsen. Afdeling 3. - Duur

Art. 28.Deze overeenkomst treedt in werking op 1 januari 2007.

Ze wordt gesloten voor de duur van één jaar.

Ze wordt van rechtswege stilzwijgend hernieuwd als ze niet zes volle maanden vóór de vervaldatum ervan opgezegd wordt.

Voor de Regering van de Franse Gemeenschap : De Minister-Presidente, Mevr. M. ARENA De Vice-Presidente en Minister van Hoger Onderwijs, Wetenschappelijk Onderzoek en Internationale Betrekkingen, Mevr. M.-D. SIMONET Voor het College van de Franse Gemeenschapscommissie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest : De President, B. CEREXHE De Minister van Vorming, Mevr. F. DUPUIS Voor de Regering van het Waalse Gewest : De Minister-President, E. DI RUPO De Minister van Vorming, Mevr. M. ARENA

^