Etaamb.openjustice.be
Decreet van 13 maart 2009
gepubliceerd op 28 april 2009

Decreet houdende wijziging van het Cultureel-erfgoeddecreeet van 23 mei 2008, wat betreft de indeling van musea en culturele archiefinstellingen en de interbestuurlijke samenwerking

bron
vlaamse overheid
numac
2009201808
pub.
28/04/2009
prom.
13/03/2009
ELI
eli/decreet/2009/03/13/2009201808/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

13 MAART 2009. - Decreet houdende wijziging van het Cultureel-erfgoeddecreeet van 23 mei 2008, wat betreft de indeling van musea en culturele archiefinstellingen en de interbestuurlijke samenwerking


Het Vlaams Parlement heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt : Decreet houdende wijziging van het Cultureel-erfgoeddecreet van 23 mei 2008, wat betreft de indeling van musea en culturele archiefinstellingen en de interbestuurlijke samenwerking.

Artikel 1.Dit decreet regelt een gemeenschapsaangelegenheid.

Art. 2.Artikel 22 van het Cultureel-erfgoeddecreet van 23 mei 2008 wordt vervangen door wat volgt : « Artikel 22 De door de Vlaamse Regering aangewezen dienst en de bevoegde beoordelingscommissie, vermeld in artikel 82, toetsen, met het oog op het opstellen van een geïntegreerd advies aan de Vlaamse Regering over de indeling bij het Vlaamse niveau, de inhoud en de werking van de musea en de culturele archiefinstellingen die een kwaliteitslabel als vermeld in artikel 13, § 1, tweede lid, 1° of 2°, hebben gekregen en gerechtigd zijn om dat te dragen, aan de criteria, vermeld in artikel 19, § 2, eerste en tweede lid, en de nadere specificaties van de criteria, vermeld in artikel 19, § 2, derde lid, of de nadere specificaties van die criteria, vermeld in artikel 19, § 2, vierde lid.

Het toetsen gebeurt : 1° in het tweede jaar dat voorafgaat aan de beleidsperiode, vermeld in artikel 24, voor alle erkende musea en erkende culturele archiefinstellingen ingedeeld bij het Vlaamse niveau en voor alle erkende musea en culturele archiefinstellingen die uiterlijk op 15 juli van het tweede jaar dat voorafgaat aan de beleidsperiode, vermeld in artikel 24, een aanvraag voor een indeling bij het Vlaamse niveau indienen bij de door de Vlaamse Regering aangewezen dienst;2° in het tweede jaar van de beleidsperiode, vermeld in artikel 24, voor musea of culturele archiefinstellingen die uiterlijk op 15 juli van het tweede jaar van de beleidsperiode, vermeld in artikel 24, een aanvraag voor een indeling bij het Vlaamse niveau indienen bij de door de Vlaamse Regering aangewezen dienst. De door de Vlaamse Regering aangewezen dienst en de beoordelingscommissie kunnen daarvoor alle initiatieven nemen die ze nodig achten. ».

Art. 3.In artikel 23 van hetzelfde decreet worden de woorden "van het tweede jaar dat voorafgaat aan de beleidsperiode, vermeld in artikel 24" vervangen door de woorden "van het jaar waarin ze het geïntegreerd advies, vermeld in artikel 22, heeft ontvangen".

Art. 4.Aan artikel 33 van hetzelfde decreet wordt een vierde lid toegevoegd, dat luidt als volgt : « In het derde jaar van de beleidsperiode kan een collectiebeherende cultureel-erfgoedorganisatie als vermeld in artikel 32, § 1, 1° en 2°, een beleidsplan voor een verkorte beleidsperiode indienen, wanneer het museum of de culturele archiefinstelling ingedeeld wordt bij het Vlaamse niveau in het tweede jaar van de beleidsperiode. Deze verkorte beleidsperiode staat gelijk aan de laatste twee jaar van de beleidsperiode, vermeld in het tweede of derde lid. ».

Art. 5.Artikel 34 van hetzelfde decreet wordt vervangen door wat volgt : « Artikel 34 § 1. Een aanvraag voor een werkingssubsidie voor een collectiebeherende cultureel-erfgoedorganisatie als vermeld in artikel 32, § 1, wordt uiterlijk op 1 april van het jaar dat voorafgaat aan de beleidsperiode, vermeld in artikel 33, tweede of derde lid, of de verkorte beleidsperiode, vermeld in artikel 33, vierde lid, ingediend door de publiek- of privaatrechtelijke rechtspersoon die de collectiebeherende cultureel-erfgoedorganisatie beheert. § 2. De aanvraag voor een werkingssubsidie bestaat uit een beleidsplan voor de beleidsperiode, vermeld in artikel 33, tweede of derde lid, of de verkorte beleidsperiode, vermeld in artikel 33, vierde lid, dat is goedgekeurd door de publiek- of privaatrechtelijke rechtspersoon die de collectiebeherende cultureel-erfgoedorganisatie beheert.

Het beleidsplan bevat de missie en visie die een collectiebeherende cultureel-erfgoedorganisatie als vermeld in artikel 32, § 1, hanteert in haar werking, bevat een omgevingsanalyse en beschrijft beknopt alle doelstellingen, werkmethodes en middelen. Het beleidsplan bevat eveneens een meerjarenplanning en meerjarenbegroting. In haar doelstellingen neemt de collectiebeherende cultureel-erfgoedgemeenschap op hoe ze haar dienstverlening voor haar cultureel-erfgoedgemeenschap zal uitbouwen en hoe ze de expertise die ze bezit, ter beschikking zal stellen van de cultureel-erfgoedgemeenschap. De collectiebeherende cultureel-erfgoedorganisatie verankert die netwerkfunctie in de volledige werking. ».

Art. 6.In artikel 36 van hetzelfde decreet wordt § 1 vervangen door wat volgt : « § 1. De Vlaamse Regering beslist uiterlijk op 1 oktober van het jaar dat voorafgaat aan de beleidsperiode, vermeld in artikel 33, eerste of tweede lid, of uiterlijk op 1 oktober van het jaar dat voorafgaat aan de verkorte beleidsperiode, vermeld in artikel 33, vierde lid, op basis van de criteria, vermeld in artikel 35, eerste lid, over de toekenning en het bedrag van de jaarlijkse werkingssubsidie voor de collectiebeherende cultureel-erfgoedorganisaties, vermeld in artikel 32, § 1.

Voor culturele archiefinstellingen als vermeld in artikel 32, § 1, 2° en 3°, bedraagt de werkingssubsidie, vermeld in artikel 32, § 2, tweede lid, 2°, ten minste 90 % van de werkingssubsidie die werd toegekend op basis van het vorige beleidsplan, tenzij de door de Vlaamse Regering aangewezen dienst bij de voortgangscontrole en evaluatie van de voorbije beleidsperiode ernstige gebreken heeft vastgesteld bij de uitvoering van het beleidsplan.

De jaarlijkse werkingssubsidie wordt toegekend voor de beleidsperiode of de verkorte beleidsperiode waarop het beleidsplan betrekking heeft. ».

Art. 7.In hetzelfde decreet wordt een titel IV/1, die bestaat uit een artikel 94/1, ingevoegd, die luidt als volgt : « TITEL IV/1 Interbestuurlijke samenwerking met het oog op de zorg voor en de ontsluiting van het cultureel erfgoed Artikel 94/1 § 1. Een of meer gemeenten en een of meer provincies kunnen toetreden tot een rechtspersoon zoals bepaald in de wet van 27 juli 1921 betreffende de verenigingen zonder winstoogmerk, de internationale verenigingen zonder winstoogmerk en de stichtingen, of deelnemen aan de oprichting ervan, voor : 1° het beheer van een instelling van de Vlaamse Gemeenschap als vermeld in artikel 17;2° het beheer van een museum of een culturele archiefinstelling die een werkingssubsidie als vermeld in artikel 32, § 1, 1° of 2°, aanvraagt;3° het beheer van een samenwerkingsverband dat een werkingssubsidie als vermeld in de artikelen 38, 44 en 50 aanvraagt. § 2. De Vlaamse Regering wordt gemachtigd om met betrekking tot de instellingen van de Vlaamse Gemeenschap die ze zelf beheert, zoals vermeld in artikel 17, toe te treden tot of mee te werken aan de oprichting van een rechtspersoon als vermeld in § 1. § 3. Ook andere publiekrechtelijke of privaatrechtelijke rechtspersonen mogen deel uitmaken van de rechtspersonen, vermeld in § 1.

Gemeenten, provincies en de Vlaamse Gemeenschap mogen statutair personeel van de gemeente, de provincie of de Vlaamse Gemeenschap ter beschikking stellen en infrastructuur overdragen aan deze rechtspersoon. § 4. Als aan de rechtspersoon binnen drie jaar na de oprichting door de Vlaamse Regering geen werkingssubsidie als vermeld in de artikelen 32, 38, 44 of 50 is toegekend of als de Vlaamse Regering, ter uitvoering van artikel 17, de collectiebeherende cultureel-erfgoedorganisatie niet heeft aangewezen als instelling van de Vlaamse Gemeenschap, wordt de rechtspersoon van rechtswege ontbonden. ».

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 13 maart 2009.

De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Cultuur, Jeugd, Sport en Brussel, B. ANCIAUX _______ Nota Zitting 2008-2009 Stukken. - Ontwerp van decreet : 1982, nr. 1. - Verslag : 1982, nr. 2. - Amendementen : 1982, nr. 3. - Tekst aangenomen door de plenaire vergadering : 1982, nr. 4.

Handelingen. - Bespreking en aanneming : Middagvergadering van 4 maart 2009.

^