Etaamb.openjustice.be
Decreet van 13 maart 2003
gepubliceerd op 01 april 2003

Decreet tot wijziging van het decreet van 6 mei 1999 betreffende de « Office wallon de la Formation professionnelle et de l'Emploi » (1)

bron
ministerie van het waalse gewest
numac
2003200614
pub.
01/04/2003
prom.
13/03/2003
ELI
eli/decreet/2003/03/13/2003200614/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

13 MAART 2003. - Decreet tot wijziging van het decreet van 6 mei 1999 betreffende de « Office wallon de la Formation professionnelle et de l'Emploi » (Waalse dienst voor beroepsopleiding en arbeidsbemiddeling) (1)


De Waalse Gewestraad heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt :

Artikel 1.Dit decreet regelt, overeenkomstig artikel 138 van de Grondwet, een gedeelte van een aangelegenheid bedoeld in artikel 127, § 1, van de Grondwet.

Art. 2.In artikel 1 van het decreet van 6 mei 1999 betreffende de « Office wallon de la formation professionnelle et de l'Emploi », worden de woorden « onverminderd de bepalingen van hoofdstuk IX » geschrapt.

Art. 3.In hetzelfde decreet wordt een artikel 1bis ingevoegd, luidend als volgt : « Art. 1bis . Voor de toepassing van dit decreet wordt verstaan onder : 1o gebruiker : elke natuurlijke of rechtspersoon die in aanmerking komt voor de diensten van de « Office »; 2o acteur : elke natuurlijke of rechtspersoon die op de gewestelijke arbeidsmarkt tussenkomt en op het grondgebied van het Franse taalgebied gevestigd is; 3o particulier : elke natuurlijke persoon die als gebruiker een beroeps- of inkomensverschaffende activiteit uitoefent of wenst uit te oefenen en die op het grondgebied van het Franse taalgebied verblijft of wenst te verblijven; 4o onderneming : elke natuurlijke of rechtspersoon die als gebruiker een al dan niet winstgevende activiteit zoekt, uitoefent of wenst uit te oefenen op het grondgebied van het Franse taalgebied; 5o operator : elke dienstverstrekker inzake arbeidsbemiddeling, inschakeling en vorming; 6o gemengd beheer van de gewestelijke arbeidsmarkt : structurering van de gewestelijke arbeidsmarkt die voortvloeit uit de bekrachtiging van het verdrag nr 181 van de Internationale Arbeidsorganisatie dat privé operators het recht verleent om diensten aan te bieden inzake arbeidsbemiddeling en dat de samenwerking bevordert tussen de openbare arbeidsbemiddelingsdienst en privé bureaus; 7o entiteit : functionele eenheid die instaat voor welbepaalde functies, zowel op de zetel van de « Office » als op subregionaal of plaatselijk niveau, en die beschikt over actiemiddelen en specifieke besluitvormingsstructuren naar aanleiding van uitgebreide overdrachten van bevoegdheden aan haar verantwoordelijke; 8o entiteit « regisseur-coördinator » : entiteit die instaat voor de analyse van de behoeften van de gewestelijke arbeidsmarkt en voor de coördinatie van de operatoren op die markt ten einde optimaal op de behoeften in te spelen; 9o entiteit « openbare vormingsoperator » : entiteit die instaat voor de uitvoering van de maatregelen ter bevordering van de aanpassing van de arbeidskrachten aan de behoeften van de arbeidsmarkt volgens een logica van levenslange vorming; 10o entiteit « gemeenschappelijke diensten » : entiteit die voor de gezamenlijke « Office » logistieke functies vervult, zoals de bevoorrading, het beheer van de menselijke hulpbronnen, van de begroting, van de boekhouding, de financiën en de infrastructuur; 11o geïntegreerd inschakelingsstelsel : geïntegreerd geheel van diensten ter bevordering van de maatschappelijke integratie van particulieren en van hun inschakeling in het arbeidsproces; 12o partner : elke acteur op de gewestelijke arbeidsmarkt die partnerschappen met de « Office » aangaat overeenkomstig de voorwaarden bedoeld in artikel 7; 13o dienst van algemeen belang : al dan niet commerciële dienstenactiviteit die de overheid van algemeen belang acht en die daarom aan specifieke openbare verplichtingen onderworpen worden. »

Art. 4.Artikel 2 van hetzelfde decreet wordt aangevuld met de volgende leden : « In het kader van het gemengde beheer van de gewestelijke arbeidsmarkt, worden de door de « Office » vervulde opdrachten alsook sommige van zijn diensten binnen drie entiteiten beheerd volgens specifieke regels inzake werking en besluitvorming, boekhouding en begroting.

Die specifieke regels, genomen bij of krachtens dit decreet, staan er garant voor dat de « Office » in zijn verschillende functies op onafhankelijke wijze handelt en beslist, waarborgen de doorzichtigheid van de kosten van zijn verschillende tussenkomsten op de gewestelijke arbeidsmarkt en organiseren de samenwerking met potentiële partners.

Om zijn verschillende activiteiten op de gewestelijke arbeidsmarkt uit te voeren, organiseert de « Office » zijn diensten in entiteiten, met name de entiteit « regisseur-coördinator », de entiteit « openbare vormingsoperator » en de entiteit « gemeenschappelijke diensten ».

De activiteiten bedoeld in de artikelen 3 en 4 worden verdeeld over de entiteiten « regisseur-coördinator » en « openbare vormingsoperator », overeenkomstig het specifieke luik van de in artikel 23 van dit decreet bedoelde overeenkomst inzake het dagelijks beheer, met inachtneming van de volgende voorwaarden : 1o de entiteit « regisseur-coördinator » staat in voor de coördinatie van de operatoren op de gewestelijke arbeidsmarkt in het kader van de inschakeling in het arbeidsproces, voor adviesverlening aan particulieren en ondernemingen op de gewestelijke arbeidsmarkt en voor hun begeleiding, voor de tenuitvoerlegging van openbare voorzieningen, voor het onderzoek naar de toekenning van tegemoetkomingen en toelagen en voor de administratieve controle daarop, voor de toekenning en het behoud van sociale rechten, alsook voor het beheer en de verspreiding van de informatie; 2o de entiteit « openbare vormingsoperator » vervult, afzonderlijk of in partnerschap, de functies van operator inzake ontwikkeling van de bevoegdheden van de particulier en van de onderneming, volgens een logica van levenslange vorming; 3o de entiteit « gemeenschappelijke diensten » vervult functies inzake logistieke steun voor de gezamenlijke « Dienst » en verricht als dusdanig alle handelingen i.v.m. de nakoming van de verbintenissen van de « Office », de uitvoerende bureaus en de verantwoordelijken van de entiteiten « regisseur-coördinator » en « openbare vormingsoperator. »

Art. 5.In hoofdstuk II van hetzelfde decreet wordt een eerste afdeling ingevoegd die artikel 3 bevat en als volgt luidt : « Afdeling 1 . - Activiteiten betreffende de door het Gewest uitgeoefende bevoegdheid inzake arbeidsbemiddeling ».

Art. 6.In artikel 3 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) De paragrafen 1 en 2 worden vervangen als volgt : « § 1.In het kader van het gemengde beheer van de gewestelijke arbeidsmarkt vervult de « Office » de volgende opdrachten van openbaar nut : 1o de tenuitvoerlegging van de door de Regering opgedragen beleidsvormen inzake arbeidsbemiddeling, met inbegrip van de opdrachten hem toegewezen in het kader van de programma's voor de wedertewerkstelling van uitkeringsgerechtigde volledig werklozen of met hen gelijkgestelde personen, en de tegemoetkoming in de bezoldiging van de bij de reconversie van de onderneming betrokken werknemers; 2o de administratieve organisatie van de toekenning en van het behoud van sociale rechten ter uitvoering van de wetsbepalingen inzake sociale zekerheid; 3o het beheer en de verspreiding van informatie en kennis op de gewestelijke arbeidsmarkt om bij te dragen tot de doorzichtigheid ervan, om de efficiënte tenlasteneming van de desbetreffende problemen en inzetten te bevorderen en om aan de statistische imperatieven te voldoen; 4o de mobilisatie van potentiële partners op de gewestelijke arbeidsmarkt om geïntegreerde denkpistes te organiseren voor de behoeften van particulieren en ondernemingen; 5o advies- en steunverlening aan particulieren, ondernemingen en operatoren op de gewestelijke arbeidsmarkt; 6o de bemiddeling tussen het aanbod en de aanvraag van beroepsactiviteiten die, naast de bekendmaking van werkaanbiedingen, instaat voor de gepaste methodes om in te spelen op de behoeften van particulieren en ondernemingen. » b) In de voormalige paragraaf 3, nu paragraaf 2, wordt het zinsdeel « , na advies van het beheerscomité, de modaliteiten bepalen voor de uitvoering van de diensten bedoeld in paragraaf 1 of » ingevoegd tussen de woorden « de Waalse Regering (mag) » en de woorden « elke andere taak opdragen aan de « Office ».» c) In de voormalige paragraaf 4, nu paragraaf 3, wordt het cijfer « 3 » vervangen door het cijfer « 2 ».

Art. 7.In hoofdstuk II van hetzelfde decreet wordt een tweede afdeling ingevoegd die artikel 4 bevat en als volgt luidt : « Afdeling 2 . - Activiteiten betreffende de door het Gewest uitgeoefende bevoegdheid inzake beroepsomscholing en -bijscholing ».

Art. 8.In artikel 4 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) De paragrafen 1 en 2 worden vervangen als volgt : « § 1.In het kader van het gemengde beheer van de gewestelijke arbeidsmarkt verleent de « Office » de volgende diensten van openbaar nut : 1o de tenuitvoerlegging van de door de Regering opgedragen beleidsvormen inzake arbeidsbemiddeling; 2o het beheer en de verspreiding van informatie en kennis op de gewestelijke arbeidsmarkt; 3o anticiperende en verbeterende maatregelen tot ontwikkeling van de bekwaamheden van particulieren t.a.v. de behoeften van de gewestelijke arbeidsmarkt en, meer bepaald, de kwalificerende beroepsopleiding; 4o de organisatie van kwalificatietrajecten die inspelen op de behoeften van de arbeidsmarkt; 5o de organisatie van acties, in eigen beheer, in partnerschap of d.m.v. overeenkomsten, voor kwalificerende beroepsopleidingen naar gelang van de noden van particulieren of ondernemingen en door laaggeschoolde bevolkingsgroepen en langdurige werklozen toegang te geven tot de door de operator gewaarborgde kwalificerende opleidingssystemen; 6o de organisatie van acties inzake prekwalificerende opleidingen op grond van overeenkomsten; 7o de aanpassing van kwalificerende beroepsopleidingen aan de behoeften van particulieren en ondernemingen; 8o de territoriale uitspreiding van het aanbod aan kwalificerende beroepsopleidingen; 9o de continue ontwikkeling en de sectorale uitspreiding van activiteiten inzake kwalificerende beroepsopleiding; 10o de labelisatie van de kenniscentra, de deelneming eraan en, eventueel, de oprichting ervan, alsook het beheer en de animatie van het netwerk van de kenniscentra. » b) In de voormalige paragraaf 3, nu paragraaf 2, wordt het zinsdeel « , na advies van het beheerscomité, de modaliteiten bepalen voor de uitvoering van de diensten bedoeld in paragraaf 1 of » ingevoegd tussen de woorden « de Waalse Regering (mag) » en de woorden « elke andere taak opdragen aan de « Office ».» c) In de voormalige paragraaf 4, nu paragraaf 3, wordt het cijfer « 3 » vervangen door het cijfer « 2 ».

Art. 9.In hoofdstuk II van hetzelfde decreet wordt een derde afdeling ingevoegd die artikel 5 bevat en als volgt luidt : « Afdeling 3 . - Principes betreffende de uitvoering van opdrachten t.a.v. de gebruikers. »

Art. 10.In artikel 5 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1o De woorden « werknemers, werkzoekenden inbegrepen », worden vervangen door het woord « gebruikers ». 2o De leden 2, 3 en 4 worden vervangen als volgt : « De « Office » valt voor het geheel van zijn activiteiten onder de wetgeving inzake openbare dienst. Als dusdanig ziet hij er vooral op toe de gebruikers een universele dienst te waarborgen.

De Regering legt op voorstel van de « Office » een Handvest van de gebruikers vast waarin alle in de vorige leden bedoelde principes geïmplementeerd worden. »

Art. 11.In hoofdstuk II van hetzelfde decreet wordt een vierde afdeling ingevoegd die artikel 6 bevat en als volgt luidt : « Afdeling 4 . - Beheerscontract »

Art. 12.In hoofdstuk II van hetzelfde decreet wordt een vijfde afdeling ingevoegd die artikel 7 bevat en als volgt luidt : « Afdeling 5 . - Principes betreffende de uitvoering van opdrachten met partners »

Art. 13.In artikel 7 van hetzelfde decreet wordt een paragraaf 6 ingevoegd, luidend als volgt : « § 6. De Regering bepaalt de andere modaliteiten en procedures voor het aangaan van partnerschapsovereenkomsten. Zij kan afwijken van artikel 5, eerste lid, als bovenbedoelde overeenkomsten betrekking hebben op opdrachten uitgevoerd door de entiteit « openbare vormingsoperator » om de terugbetaling van buitengewone kosten te dekken. »

Art. 14.In hoofdstuk II van hetzelfde decreet wordt een eerste afdeling ingevoegd die artikel 8 bevat en als volgt luidt : « Afdeling 1 . - Algemene bepalingen »

Art. 15.Artikel 8 van hetzelfde decreet wordt vervangen als volgt : «

Art. 8.De « Office » wordt bestuurd door een beheerscomité, in die functie voor elke entiteit bijgestaan door een uitvoerend bureau, zoals bedoeld in de afdelingen 5 en 6 van dit hoofdstuk. »

Art. 16.In hoofdstuk III, vóór artikel 9, wordt afdeling 1 afdeling 2.

Art. 17.In artikel 9 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) in punt 1o worden de woorden « en een ondervoorzitter » ingevoegd na de woorden « een voorzitter »;b) in punt 2o wordt het cijfer « zeven » vervangen door het cijfer « acht »;c) in punt 2o, in fine , wordt de volgende zin ingevoegd : « Hoogstens twee derden van die vertegenwoordigers zijn van hetzelfde geslacht.»

Art. 18.In artikel 10 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) in het inleidende deel worden de woorden « en de ondervoorzitter » ingevoegd na de woorden « de voorzitter », en worden de woorden « Hij moet » vervangen door de woorden « Ze moeten »;b) in punt 1o van het tweede lid worden de woorden « en van de ondervoorzitter » ingevoegd na de woorden « van de voorzitter »;c) in het derde lid worden de woorden « en van de ondervoorzitter » ingevoegd na de woorden « van de voorzitter »;d) in het vijfde en het zesde lid worden de woorden « of de ondervoorzitter » ingevoegd na de woorden « de voorzitter ».

Art. 19.In artikel 11, tweede lid, van hetzelfde decreet worden de woorden « of EU-onderdanen » ingevoegd tussen de woorden « moeten Belg zijn » en de woorden « en ten minste 21 jaar oud zijn ».

Art. 20.In hoofdstuk III van hetzelfde decreet, vóór artikel 12, wordt afdeling 2 afdeling 3.

Art. 21.In artikel 12, § 1, van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) in punt 2o, in fine , worden de woorden « met inbegrip van degene m.b.t. de integratie van de opdrachten en de coördinatie van de entiteiten »; b) in punt 4o worden de woorden « op gemeenschappelijke of exclusieve wijze » ingevoegd tussen de woorden « het kan » en de woorden « een deel van zijn bevoegdheden overdragen ».Bovendien worden de woorden « aan het uitvoerend bureau » vervangen door de woorden « aan de uitvoerende bureaus, op grond van hun bevoegdheid, »; c) in punt 5o worden de woorden « van het uitvoerend bureau » vervangen door de woorden « van een uitvoerend bureau »;d) in punt 6o worden de woorden « van het uitvoerend bureau » vervangen door de woorden « van de uitvoerende bureaus » zonder hun cohesie in gevaar te brengen »;e) er wordt een punt 7obis ingevoegd, luidend als volgt : « 7obis .Het bepaalt de budgettaire verdeelsleutel binnen eenzelfde basisallocatie; »; f) in punt 11o worden het bedrag « 30 miljoen frank » vervangen door het bedrag « 740.000 euro »; g) in punt 12o, in fine , worden de woorden « en het kan een compromis sluiten » toegevoegd;h) er wordt een punt 13o ingevoegd, luidend als volgt : « 13o het coördineert en controleert de werken van de drie uitvoerende bureaus.»

Art. 22.In hoofdstuk III van hetzelfde decreet, vóór artikel 14, wordt afdeling 3, afdeling 4.

Art. 23.In artikel 14 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) in punt 8o worden de woorden « aan het uitvoerend bureau » vervangen door de woorden « aan de uitvoerende bureaus »;b) in punt 10o worden de woorden « het uitvoerend bureau » vervangen door de woorden « een uitvoerend bureau »;c) er wordt een punt 13o ingevoegd, luidend als volgt : « 13o de regels en modaliteiten op grond waarvan het beheerscomité de werkzaamheden van de uitvoerende bureaus controleert en coördineert; »; d) er wordt een punt 14o ingevoegd, luidend als volgt : « 14o de regels ter voorkoming van bevoegdheids- en belangenconflicten tussen uitvoerende bureaus;»; e) er wordt een punt 15o ingevoegd, luidend als volgt : « 15o de deontologische regels om binnen het kader van de uitoefening van de mandaten belangenconflicten te voorkomen en om de naleving van het vertrouwelijkheidsbeginsel te waarborgen.»

Art. 24.In artikel 17, eerste lid, van hetzelfde decreet worden de woorden « Waalse Regering » vervangen door de woorden « Minister van Tewerkstelling en Vorming » en de woorden « van het uitvoerend bureau » door de woorden « van de uitvoerende bureaus ».

Art. 25.In artikel 18 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) in het eerste lid worden de woorden « het in de afdelingen 4 en 5 van dit hoofdstuk bedoelde uitvoerend bureau en het exploitatiecomité, zoals bedoeld in hoofdstuk VII » vervangen door de woorden « en een uitvoerend bureau zoals bedoeld in de afdelingen 5 en 6 van dit hoofdstuk »;b) in het tweede lid worden de woorden « het uitvoerend bureau of het exploitatiecomité » vervangen door de woorden « of een uitvoerend bureau ».In hetzelfde lid, in fine , worden de woorden « van het uitvoerend bureau of van het exploitatiecomité » vervangen door de woorden « of van een uitvoerend bureau »; c) in het derde lid worden de woorden « van het uitvoerend bureau of van het exploitatiecomité » vervangen door de woorden « of van een uitvoerend bureau ».

Art. 26.In hoofdstuk III van hetzelfde decreet, vóór artikel 19, wordt afdeling 4, afdeling 5, met « Uitvoerende bureaus » als opschrift.

Art. 27.In artikel 19 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) in het inleidende deel van paragraaf 1 worden de woorden « Het uitvoerend bureau bestaat uit » vervangen door de woorden « De uitvoerende bureaus bestaan uit »;b) in paragraaf 1, 1o, worden de woorden « en de ondervoorzitter » ingevoegd tussen de woorden « de voorzitter » en de woorden « van het beheerscomité »;c) in punt 2o van paragraaf 1 worden de woorden « uit zijn midden » geschrapt;d) punt 4o van paragraaf 1 wordt gewijzigd als volgt : « 4o de verantwoordelijke van de entiteit « regisseur-coördinator », de verantwoordelijke van de entiteit « openbare vormingsoperator », de verantwoordelijke van de entiteit « gemeenschappelijke diensten », ieder wat hem betreft.»; e) paragraaf 1 wordt aangevuld met de volgende leden : « Hoogstens twee derden van de in punt 2o bedoelde leden zijn van hetzelfde geslacht. Ze mogen niet aan een operator gebonden worden op grond van een arbeids- of bedrijfsovereenkomst. »; f) in paragraaf 2 worden de woorden « van het uitvoerend bureau » vervangen door de woorden « van de uitvoerende bureaus »;g) in paragraaf 2, in fine , worden de woorden « het uitvoerend bureau » vervangen door de woorden « het betrokken uitvoerend bureau »;h) in paragraaf 3 worden de woorden « wijst het uitvoerend bureau onder de personeelsleden van de « Office » vervangen door de woorden « wijst het uitvoerend bureau onder de personeelsleden van elke entiteit »;i) in paragraaf 4 worden de woorden « van het uitvoerend bureau » vervangen door de woorden « van de uitvoerende bureaus »;j) in de paragrafen 5 en 6 worden de woorden « van het uitvoerend bureau » vervangen door de woorden « van een uivoerend bureau »;k) er wordt een paragraaf 7 ingevoegd, luidend als volgt : « § 7.De voorzitter van het beheerscomité heeft het recht om zich te verzetten tegen de beslissing van een uitvoerend bureau als hij vaststelt dat bedoeld comité zijn bevoegdheden overschrijdt, dat er een bevoegdheids- of belangenconflict bestaat tussen verschillende uitvoerende bureaus of als hij acht dat de werkzaamheden van de uitvoerende bureaus punctueel moeten gecontroleerd worden door het comité.

De voorzitter heeft dan het recht om de zaak aanhangig te maken bij het beheerscomité nadat tijdens de zitting een met redenen omkleed advies is uitgebracht. In dat geval beslist het comité in de plaats van het betrokken uitvoerend bureau. »

Art. 28.In hoofdstuk III van hetzelfde decreet, vóór artikel 20, wordt afdeling 5, afdeling 6, met « Bevoegdheden van de uitvoerende bureaus » als opschrift.

Art. 29.In artikel 20 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) in het inleidende deel worden de woorden « beschikt het uitvoerend bureau » vervangen door de woorden « beschikken de uitvoerende bureaus, ieder wat hem betreft, »;b) in punt 1o worden de woorden « het bereidt » vervangen door de woorden « ze bereiden »;c) De punten 2o en 3o worden opgeheven;d) in het voormalige punt 4o, nu punt 2o, worden de woorden « het neemt » vervangen door de woorden « ze nemen »;e) in het voormalige punt 5o, nu punt 3o, worden de woorden « het vervult de andere taken die het beheerscomité hem speciaal opdraagt » vervangen door de woorden « ze vervullen de andere taken die het beheerscomité hem speciaal opdraagt »;f) het laatste lid wordt gewijzigd als volgt : « Binnen de perken en onder de voorwaarden die ze bepalen, mogen de uitvoerende bureaus een deel van hun eigen bevoegdheden aan de administrateur-generaal overdragen. »

Art. 30.In artikel 21 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) in het inleidende deel worden de woorden « Het uitvoerend bureau maakt zijn huishoudelijk reglement over aan het beheerscomité » vervangen door de woorden « De uitvoerende bureaus leggen hun huishoudelijk reglement voor aan het beheerscomité »;b) in de punten 1o, 2o en 4o worden de woorden « van het uitvoerend bureau » vervangen door de woorden « van de uitvoerende bureaus »;c) in punt 3o worden de woorden « het uitvoerend comité punctueel een beroep mag doen » vervangen door de woorden « de uitvoerende comités punctueel een beroep mogen doen »;d) in de punten 5o en 6o wordt het woord « zijn » vervangen door het woord « hun »;e) er wordt een punt 7o ingevoegd, luidend als volgt : « 7o de regels ter voorkoming van bevoegdheids- en belangenconflicten tussen uitvoerende bureaus.»

Art. 31.In hoofdstuk III van hetzelfde decreet, vóór artikel 22, wordt afdeling 6, afdeling 7.

Art. 32.In artikel 23 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) in paragraaf 1 worden de woorden « het uitvoerend bureau » vervangen door de woorden « een uitvoerend bureau »;b) in paragraaf 2 worden de woorden « het bestuurs- of handelsbeleid » vervangen door de woorden « het bestuursbeleid »;c) in paragraaf 2, 7o, worden de woorden « van het uitvoerend bureau » vervangen door de woorden « van een uitvoerend bureau »;d) in paragraaf 2 wordt een punt 8o ingevoegd, luidend als volgt : « 8o beslist over bevoegdheids- en belangenconflicten tussen entiteiten.»; e) paragraaf 3 wordt aangevuld met het volgende lid : « De overeenkomst voor het dagelijks beheer bevat een specifiek deel betreffende de precieze verdeling van de in de artikelen 3 en 4 bedoelde diensten onder de entiteiten.»; f) in paragraaf 4 worden de woorden « van het uitvoerend bureau » vervangen door de woorden « van de uitvoerende bureaus »;g) in paragraaf 5 worden de woorden « statutaire of contractuele » ingevoegd tussen het woord « verschillende » en het woord « personeelsleden ».

Art. 33.In hoofdstuk III van hetzelfde decreet, na artikel 24, wordt een afdeling 8 ingevoegd, met « Functionele entiteiten » als opschrift.

Art. 34.Er wordt een artikel 24 ingevoegd, luidend als volgt : « Art. 24bis . § 1. Twee verantwoordelijken, die minstens de graad van inspecteur-generaal hebben, worden speciaal en uitsluitend door het beheerscomité op de voordracht van de administrateur-generaal aangewezen, de ene om de entiteit « regisseur-coördinator te leiden, de andere de entiteit « Gemeenschappelijke diensten ».

Een verantwoordelijke, die de graad van intersectoraal technisch raadgever heeft, wordt speciaal en uitsluitend door het beheerscomité op de voordracht van de administrateur-generaal aangewezen om de entiteit « Openbare vormingsoperator » te leiden.

Binnen de interne organisatie van de diensten rechtvaardigen die verantwoordelijken hun beheer alleen vóór de administrateur-generaal. § 2. Onder voorbehoud van artikel 23, draagt de administrateur-generaal aan elke verantwoordelijke van een entiteit een deel van de bevoegdheden over die hem toegewezen worden bij of krachtens dit decreet, met inbegrip van de bevoegdheid om de « Office » te vertegenwoordigen vóór het administratief of gewoon gerecht.

De administrateur-generaal draagt bepaalde bevoegdheden over aan de verantwoordelijken in activiteitendomeinen i.v.m. hun specifieke functies, zoals bedoeld in artikel 2, binnen een termijn van zes maanden, te rekenen van de datum waarop de in artikel 23, § 3, bedoelde overeenkomst betreffende het dagelijks beheer is gesloten.

De administrateur-generaal heeft het recht om elke overgedragen opdracht aan zich te trekken. § 3. Elke verantwoordelijke wordt geacht ordonnateur te zijn van de uitgaven in rechtstreeks verband met de activiteiten van de door hem bestuurde entiteit. »

Art. 35.In artikel 25 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) het eerste lid wordt gewijzigd als volgt : « Op voorstel van het beheerscomité legt de Waalse Regering de personeelsformatie van de « Office » vast, alsook de regels van toepassing op het personeel dat onder een arbeidsovereenkomst valt.»; b) in het tweede lid worden de woorden « in artikel 2, tweede lid, van het koninklijk besluit van 26 september 1994 » vervangen door de woorden « in artikel 2, § 1, tweede lid, van het koninklijk besluit van 22 december 2000 »; c) in het derde lid worden de woorden « de taken passend in het kader van activiteiten die volgens de handelstechnieken worden uitgeoefend » vervangen door de woorden « de taken waarbij de « Office » d.m.v. zijn entiteit « regisseur-coördinator » kan optreden als acteur op de gemengde arbeidsmarkt »; d) in het vierde lid wordt de datum « 26 september 1994 » vervangen door de datum « 22 december 2000 » en worden de woorden « binnen zes maanden na de inwerkingtreding van dit decreet » geschrapt.

Art. 36.Het opschrift van hoofdstuk V wordt gewijzigd als volgt : « Territoriale afdelingen, gewestelijke directies en andere gedecentraliseerde entiteiten ».

Art. 37.In artikel 26 van hetzelfde decreet, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1o het eerste lid wordt gewijzigd als volgt : « De « Office » wordt onderverdeeld in territoriale afdelingen die rechtstreeks afhangen van de administrateur-generaal, in gewestelijke directies en in gedeconcentreerde entiteiten. »; 2o in het tweede lid, wordt het woord « entiteiten » vervangen door de woorden « afdelingen, directies en gedecentraliseerde entiteiten ».

Art. 38.In artikel 27 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1o paragraaf 1 wordt aangevuld met het volgende lid : « Telkens als de Regering een andere activiteit aan de « Office » toevertrouwt, worden budgettaire aanpassingen uitgevoerd, na overleg tussen de Regering en het beheerscomité over o.a. de doelgroepen en de te halen doelstellingen. »; 2o er wordt een paragraaf 1bis ingevoegd, luidend als volgt : « § 1bis . De jaarlijkse toelagen dekken afzonderlijk de lopende uitgaven en de kapitaaluitgaven, per activiteit, zoals bedoeld in de artikelen 3 en 4, alsook per entiteit.

Het Waalse Gewest voorziet in zijn begrotingen in werkingstoelagen en in patrimoniale toelagen, per activiteit, zoals bepaald in de artikelen 3 en 4, alsook per entiteit.

De werkingstoelagen betreffen : - de uitgaven i.v. m. de bezoldigingen van het personeel en de bijkomende lasten; - de uitgaven i.v.m. de financiering van niet-duurzame goederen en diensten; - de uitgaven i.v.m. de financiering van sociale dienstverstrekkingen aan werkzoekenden en werknemers; - de uitgaven i.v.m. de financiering van hypotheekleningen en verhuringen op lange termijn.

De patrimoniale toelagen betreffen de uitgaven i.v.m. de aankopen van duurzame materiële en immateriële investeringsgoederen. »; 3o in paragraaf 3 wordt het eerste lid gewijzigd als volgt : « Met de waarborg van het Waalse Gewest mag de « Office » leningen uitsluitend aangaan voor de financiering van kapitaalsuitgaven betreffende zijn opdrachten i.v.m. arbeidsbemiddeling en beroepsopleiding enerzijds en om de achterstand in de inning van zijn ontvangsten in te halen anderzijds. »; 4o in paragraaf 3 wordt het laatste lid gewijzigd als volgt : « In het laatste geval wordt de Regering vooraf in kennis gesteld van het project en wordt tijdens de hele duur van de lening om de drie maanden een stand van zaken overgelegd. »

Art. 39.In artikel 3 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) in het inleidende deel wordt het woord « drie » vervangen door het woord « vier »;b) in punt 3o worden de woorden « die noch in luik I noch in luik II opgenomen zijn, met name de gemeenschappelijke uitgaven » vervangen door de woorden « per opdracht, zoals bedoeld in de artikelen 3 en 4, alsook per entiteit »;c) er wordt een punt 4o ingevoegd, luidend als volgt : « 4o luik IV betreft meer bepaald de toelage die aan de « Office » wordt toegekend voor de werking van de adviesorganen bedoeld in hoofdstuk VII van dit decreet.»

Art. 40.Het opschrift van hoofdstuk VII van hetzelfde decreet wordt gewijzigd als volgt : « Hoofdstuk VII. - Adviesorganen ».

Art. 41.De artikelen 32 tot 43 van hetzelfde decreet worden gewijzigd als volgt : « Afdeling 1 . - Adviescommissie voor het geïntegreerde inschakelingsstelsel

Art. 32.Er wordt een adviescommissie voor het geïntegreerde inschakelingsstelsel opgericht binnen de entiteit « regisseur-coördinator » van de « Office ».

Art. 33.De adviescommissie wordt belast met het uitwerken van voorstellen tot organisatie van de coördinatie van het inschakelingsstelsel. Haar adviezen en voorstellen hebben betrekking op : 1o de opdrachten en het proces om een globaal en geïntegreerd aanbod aan inschakelings- en vormingsacties te waarborgen die inspelen op de noden van de gebruikers van het inschakelingstraject, meer bepaald de organisatie van partnerschappen; 2o de modaliteiten voor de uitvoering van de opdrachten waarmee de operators belast worden in het kader van het inschakelingstraject; 3o de evaluatiecriteria voor de opdrachten per categorie operators; 4o de initiatieven inzake onderzoek en ontwikkeling betreffende de inschakeling van de doelgroep; 5o de modaliteiten voor informatieuitwisseling; 6o de modaliteiten voor de deelneming van gebruikers.

Art. 34.De adviescommissie is samengesteld als volgt : 1o de Minister van Tewerkstelling en Vorming of diens vertegenwoordiger, die de commissie voorzit; 2o vier vertegenwoordigers van de representatieve werknemersorganisaties; 3o vier vertegenwoordigers van de representatieve werkgeversorganisaties; 4o één vertegenwoordigers van de « Association wallonne des régies de quartier » (Waalse vereniging van buurtregieën); 5o één vertegenwoordiger van het « Agence wallonne pour l'intégration des personnes handicapées » (Waals Agentschap voor de integratie van gehandicapte personen); 6o één vertegenwoordiger van de entiteit « Openbare vormingsoperator »; 7o één vertegenwoordiger van de entiteit « regisseur-coördinator » als coördinator van het inschakelingstraject; 8o één vertegenwoordiger van het « Institut de formation permanente pour les classes moyennes et les petites et moyennes entreprises » (Instituut voor permanente vorming van de middenstand en de kleine en middelgrote ondernemingen); 9o één vertegenwoordiger van de « Interfédération des organismes de formation et d'insertion »; 10o één vertegenwoordiger van de « Union des villes et communes de Wallonie » (Unie van de Waalse steden en gemeenten), Federatie van de O.C.M.W.'s; 11o één vertegenwoordiger van het onderwijs voor sociale promotie; 12o één vertegenwoordiger van de Gewestelijke zendingen voor arbeidsbemiddeling; 13o één vertegenwoordiger van de centra voor alternerende opleiding en onderwijs.

Maximum twee derde van de leden bedoeld onder 2o en 3o zijn van hetzelfde geslacht. Die leden zijn bovendien niet dezelfde als die van het beheerscomité.

Art. 35.De leden bedoeld onder de punten 2o tot 10o van artikel 34 worden door de Regering benoemd op de voordracht van de instellingen die ze vertegenwoordigen.

Art. 36.De leden worden door de Regering benoemd voor een verlengbare duur van vijf jaar. Elk lid dat uit de commissie treedt, wordt vervangen binnen de drie volgende maanden. In dat geval beëindigt het nieuwe lid het mandaat van zijn voorganger.

De adviescommissie komt maandelijks bijeen. Haar adviezen worden bij consensus uitgebracht. Ze maakt haar huishoudelijk reglement op en legt het ter goedkeuring voor aan de Regering. Afdeling 2 - Subregionale comités voor arbeidsbemiddeling en vorming

Art. 37.In elke subregio wordt een subregionaal comité opgericht waarvan het territoriale ambtsgebied overeenstemt met dat van een gewestelijke directie.

Art. 38.Elk subregionaal comité heeft als opdracht adviezen uit te brengen alsook aanbevelingen of voorstellen te doen over alle aangelegenheden inzake arbeidsbemiddeling en vorming, o.a. wat betreft : 1o de analyse van de behoeften van de arbeidsmarkt, met inbegrip van de behoeften aan door de entiteit « regisseur-coördinator » gegeven vorming; 2o de voorstellen en adviezen betreffende de regulatie van het vormingsaanbod; 3o het jaarlijkse actieplan; 4o de begeleiding en evaluatie van het geïntegreerde inschakelingsstelsel; 5o het inschakelingsaanbod.

Te dien einde pleegt het comité voortdurend overleg met de ondernemingen van zijn ambtsgebied en met alle partners betrokken bij arbeidsbemiddeling en vorming, door hun bijeenkomsten te bevorderen, hun acties te coördineren en hun synergieën aan te moedigen.

Art. 39.Elk subregionaal comité is samengesteld uit : 1o een voorzitter; 2o acht leden ter vertegenwoordiging van de representatieve werkgeversorganisaties; 3o acht leden ter vertegenwoordiging van de representatieve werknemersorganisaties; 4o de directeur van de gewestelijke directie van het territoriale ambtsgebied van het regionale comité; 5o een lid uit een instelling voor economische ontwikkeling van het territoriale ambtsgebied van het subregionale comité.

Maximum twee derden van de leden bedoeld onder 2o en 3o zijn van hetzelfde geslacht. Die leden zijn bovendien niet dezelfde als die van het beheerscomité.

Art. 40.De Regering benoemt de voorzitter van het subregionale comité, die bij meerderheid van stemmen wordt voorgedragen door de leden die de werkgevers- en werknemersorganisaties vertegenwoordigen.

Art. 41.De leden worden benoemd voor een verlengbare duur van vijf jaar. Elk lid dat uit de commissie treedt, wordt vervangen binnen de drie volgende maanden. In dat geval beëindigt het nieuwe lid het mandaat van zijn voorganger.

Art. 42.Er wordt binnen elk subregionaal comité een adviescommissie opgericht, met name de « Subregionale commissie van het geïntegreerde inschakelingsstelsel ».

Die commissie vervult de opdrachten bedoeld in artikel 38, 4o en 5o.

Ze is samengesteld uit de leden bedoeld in artikel 39 alsook uit de leden die de operators van het inschakelingsstelsel vertegenwoordigen.

De Regering bepaalt het aantal leden die genoemde operators vertegenwoordigen, alsook hun verdeling.

Art. 43.De werking van de subregionale comités, met inbegrip van o.a. de periodiciteit van de vergaderingen en van de modaliteiten voor het uitbrengen van de adviezen, wordt vastgelegd in een huishoudelijk reglement opgemaakt door het subregionale comité voor arbeidsbemiddeling en vorming van elke subregio en wordt goedgekeurd door de Regering. »

Art. 42.De artikelen 44 en 45 van hetzelfde decreet worden opgeheven.

Art. 43.In artikel 46 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1o de woorden « het uitvoerend bureau en het exploitatiecomité » worden vervangen door de woorden « de uitvoerende bureaus »; 2o de woorden « en de overdrachten bedoeld in artikel 40, § 5, alsook de tarieven die het beheerscomité overeenkomstig artikel 5 bepaald heeft, » worden geschrapt.

Art. 44.Hoofdstuk IX. - « Overgangsbepalingen betreffende de uitoefening van gemeenschappelijke bevoegdheden », dat de artikelen 47 tot 56 bevat, wordt opgeheven.

Art. 45.In artikel 58 van hetzelfde decreet wordt het tweede lid opgeheven.

Art. 46.Er wordt een artikel 58bis ingevoegd, luidend als volgt : « Art. 58bis . De goederen, rechten en verplichtingen, het personeel in dienst genomen door de subregionale comités voor arbeidsbemiddeling en vorming worden naar de « Office » overgeheveld op de datum van inwerkingtreding van het besluit van de Regering tot regeling van de overdrachtsmodaliteiten.

De overdracht kan zonder verdere formaliteiten aan derden worden tegengeworpen zodra dit decreet in werking treedt. »

Art. 46.Artikel 59 van hetzelfde decreet wordt gewijzigd als volgt : «

Art. 59.Opgezegd worden : 1o het samenwerkingsakkoord tot oprichting van de subregionale comités voor arbeidsbemiddeling en vorming, op 24 november 1989 te Brussel gesloten door de Franse Gemeenschapsexecutieve en de Waalse Gewestexecutieve; 2o het samenwerkingsakkoord tot vaststelling van de modaliteiten betreffende de toelagen, het personeel en de controle van de subregionale comités voor arbeidsbemiddeling en vorming, alsook hun territoriaal ambtsgebied, op 18 maart 1990 te Brussel gesloten door de Franse Gemeenschapsexecutieve en de Waalse Gewestexecutieve; 3o het samenwerkingsakkoord tot vaststelling van de modaliteiten voor de subsidiëring van de subregionale comités voor arbeidsbemiddeling en vorming, op 27 december 1993 te Brussel gesloten door de Franse Gemeenschapsexecutieve en de Waalse Gewestexecutieve. »

Art. 47.In hetzelfde decreet dient « Regering » te worden gelezen in plaats van « Waalse Regering ».

Art. 48.De Regering bepaalt de datum van inwerkingtreding van dit decreet.

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Namen, 13 maart 2003.

De Minister-President, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE De Minister van Economie, K.M.O.'s, Onderzoek en Nieuwe Technologieën, S. KUBLA De Minister van Vervoer, Mobiliteit en Energie, J. DARAS De Minister van Begroting, Huisvesting, Uitrusting en Openbare Werken, M. DAERDEN De Minister van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Leefmilieu, M. FORET De Minister van Landbouw en Landelijke Aangelegenheden, J. HAPPART De Minister van Binnenlandse Aangelegenheden en Ambtenarenzaken, Ch. MICHEL De Minister van Sociale Aangelegenheden en Gezondheid, T. DETIENNE Minister van Tewerkstelling en Vorming, Mevr. M. ARENA _______ Nota (1) Zitting 2002-2003. Stukken van de Raad , 444 (2002-2003) nrs. 1 tot 10.

Volledig verslag , openbare vergadering van 26 februari 2003.

Bespreking. - Stemming.

^