gepubliceerd op 21 januari 2008
Decreet tot regeling van het handhavingsbeleid in de toeristische logiessector
13 JULI 2007. - Decreet tot regeling van het handhavingsbeleid in de toeristische logiessector (1)
Het Vlaams Parlement heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt : decreet tot regeling van het handhavingsbeleid in de toeristische logiessector. HOOFDSTUK I. - Inleidende bepaling
Artikel 1.Dit decreet regelt een gemeenschapsaangelegenheid. HOOFDSTUK II. - Wijzigingen van het decreet van 20 maart 1984 houdende het statuut van de logiesverstrekkende bedrijven
Art. 2.Artikel 7 van het decreet van 20 maart 1984 houdende het statuut van de logiesverstrekkende bedrijven, gewijzigd bij het decreet van 21 december 1994, wordt vervangen door wat volgt : « Artikel 7 § 1. Een administratieve geldboete van 250 euro tot 25.000 euro kan worden opgelegd aan degene die zonder vergunning een logiesverstrekkend bedrijf als vermeld in artikel 3, § 1, exploiteert of die wederrechtelijk houder is van het herkenningsteken, vermeld in artikel 5. § 2. Toerisme Vlaanderen beschikt over een termijn van zes maanden om een administratieve geldboete op te leggen, te rekenen vanaf de dag van ontvangst van het proces-verbaal, vermeld in artikel 8. § 3. De beslissing van Toerisme Vlaanderen wordt genomen nadat de betrokkene werd gehoord. Als een administratieve geldboete wordt opgelegd, vermeldt de beslissing het bedrag, de wijze waarop en de termijn waarbinnen die moet worden betaald. § 4. De betrokkene wordt van de beslissing, vermeld in § 3, op de hoogte gebracht met een ter post aangetekende brief, per fax of elektronisch, als dat een ontvangstbewijs van de geadresseerde oplevert. De kennisgeving vermeldt de wijze waarop en de termijn waarbinnen beroep ingesteld kan worden. § 5. In geval van betwisting van de beslissing, vermeld in § 3, moet op straffe van verval binnen een termijn van twee maanden vanaf de ontvangst van de kennisgeving, vermeld in § 4, door middel van indiening van een verzoekschrift, beroep aangetekend worden bij de rechtbank van eerste aanleg in wiens rechtsgebied de exploitatie gelegen is. Titel Vbis van boek II van het vierde deel van het Gerechtelijk Wetboek is van overeenkomstige toepassing. Dat beroep schorst de uitvoering van de beslissing. § 6. Toerisme Vlaanderen, of in geval van beroep, de rechtbank van eerste aanleg, kan bij verzachtende omstandigheden het bedrag van de opgelegde administratieve boete verminderen, zelfs tot onder het toepasselijke minimumbedrag. § 7. Als verscheidene overtredingen, die de opeenvolgende en voortgezette uitvoering zijn van eenzelfde bijzonder opzet, gelijktijdig worden voorgelegd aan Toerisme Vlaanderen of aan de rechtbanken van eerste aanleg, worden de bedragen van de administratieve geldboeten samengevoegd, zonder dat ze evenwel meer mogen bedragen dan 250.000 euro.
Als Toerisme Vlaanderen of de rechtbank van eerste aanleg vaststelt dat overtredingen die al het voorwerp waren van een in kracht van gewijsde getreden beslissing en andere feiten die erbij aanhangig zijn en die, in de veronderstelling dat ze bewezen zouden zijn, aan die beslissing voorafgaan en samen met de eerste overtredingen de opeenvolgende en voortgezette uitvoering zijn van eenzelfde bijzonder opzet, wordt bij de straftoemeting rekening gehouden met de al opgelegde sancties. Als die voor een juiste bestraffing van al die overtredingen voldoende lijken, spreekt Toerisme Vlaanderen of de rechtbank van eerste aanleg zich over de schuldvraag uit en verwijst in de beslissing naar de al opgelegde sancties. § 8. Als binnen vijf jaar, te rekenen vanaf de datum van het proces-verbaal, een nieuwe overtreding wordt vastgesteld, worden de bedragen, vermeld in § 1 en § 7, verdubbeld. § 9. De Vlaamse Regering bepaalt de termijn en de andere regels voor de betaling van de administratieve geldboete nader. § 10. Met behoud van de toepassing van het decreet van 22 februari 1995 tot regeling van de invordering van niet-fiscale schuldvorderingen voor de Vlaamse Gemeenschap en de instellingen die eronder ressorteren, zal de Vlaamse Regering bij besluit de personeelsleden binnen haar diensten machtigen om de onbetwiste en opeisbare administratieve geldboeten, vermeld in dit artikel, en eventuele invorderingskosten te verhalen. »
Art. 3.In hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 21 december 1994, 7 juli 1998, 18 mei 1999, 18 juli 2003 en 19 maart 2004, wordt een artikel 7bis ingevoegd, dat luidt als volgt : « Artikel 7bis De agenten van de federale en de lokale politie, en de personen die door de Vlaamse Regering zijn gemachtigd om toezicht en controle uit te oefenen op de naleving van de bepalingen van dit decreet, kunnen, na voorafgaande ingebrekestelling, ter plaatse de onmiddellijke stopzetting bevelen van de exploitatie, vermeld in artikel 3, § 1, die plaatsvindt zonder vergunning. Ze zijn ertoe gemachtigd om alle maatregelen te nemen, met inbegrip van verzegeling, en inbeslagname van materiaal en materieel, om het bevel tot stopzetting te kunnen toepassen.
De stopzetting wordt opgelegd door middel van een schriftelijk bevel tot onmiddellijke stopzetting van de exploitatie.
Als zij niemand ter plaatse aantreffen, brengen ze het voornoemde bevel op een zichtbare plaats aan.
De vaststellingen tot stopzetting van de exploitatie worden vastgelegd in een proces-verbaal dat conform artikel 8 wordt opgesteld. Een afschrift van dat proces-verbaal wordt bezorgd aan de Vlaamse minister bevoegd voor het toerisme met een ter post aangetekende brief, per fax of elektronisch, als dat een ontvangstbewijs van de geadresseerde oplevert.
Op straffe van verval moet het bevel tot stopzetting van de exploitatie binnen een termijn van vijftien kalenderdagen, na ontvangst van het proces-verbaal door de minister en nadat de betrokkene werd gehoord, door de Vlaamse minister bevoegd voor het toerisme worden bekrachtigd. Die bekrachtiging wordt binnen vijf werkdagen verzonden naar de personen, vermeld in artikel 8, met een ter post aangetekende brief, per fax of elektronisch, als dat een ontvangstbewijs van de geadresseerde oplevert.
De betrokkene kan met een procedure zoals in kort geding de opheffing van de maatregel vorderen. De vordering wordt gebracht voor de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg in wiens rechtsgebied de exploitatie gelegen is. Deel IV, boek II, titel VI, van het Gerechtelijk Wetboek is van toepassing op de inleiding en de behandeling van de vordering. »
Art. 4.Artikel 8 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 18 mei 1999, wordt vervangen door wat volgt : « Artikel 8 Onverminderd de bevoegdheden van de agenten van de federale en de lokale politie oefenen de personen die door de Vlaamse Regering daartoe zijn gemachtigd, toezicht en controle uit op de naleving van de bepalingen van dit decreet en zijn uitvoeringsbesluiten. Ze worden ermee belast de overtredingen van dit decreet op te sporen en door middel van processen-verbaal vast te stellen. Ze kunnen in de uitoefening van hun ambt de bijstand van de lokale en federale politie vorderen.
Het opgestelde en betekende proces-verbaal heeft bewijskracht tot het tegendeel is bewezen.
Een afschrift van het proces-verbaal wordt, op straffe van het verlies van de aan de akte toekomende bijzondere bewijskracht, met een ter post aangetekende brief, per fax of elektronisch, als dat een ontvangstbewijs van de geadresseerde oplevert, aan de overtreder bezorgd en in voorkomend geval aan de eigenaar van het logiesverstrekkende bedrijf, binnen een termijn van vijftien kalenderdagen die aanvangt de eerste kalenderdag nadat het proces-verbaal is opgesteld.
Een afschrift van het proces-verbaal wordt binnen dezelfde termijn met een ter post aangetekende brief, per fax of elektronisch, als dat een ontvangstbewijs van de geadresseerde oplevert, bezorgd aan Toerisme Vlaanderen en aan de burgemeester van de gemeente waar de exploitatie ligt.
De Vlaamse Regering kan de regels voor de inhoud van het proces-verbaal nader bepalen. » HOOFDSTUK III. - Wijzigingen van het decreet van 3 maart 1993 houdende het statuut van de terreinen voor openluchtrecreatieve verblijven
Art. 5.Artikel 8 van het decreet van 3 maart 1993 houdende het statuut van de terreinen voor openluchtrecreatieve verblijven wordt vervangen door wat volgt : « Artikel 8 § 1. Een administratieve geldboete van 250 euro tot 25.000 euro kan worden opgelegd aan degene die zonder vergunning een terrein voor openluchtrecreatieve verblijven als vermeld in artikel 2, § 2, exploiteert, laat exploiteren, gebruikt of laat gebruiken, of die wederrechtelijk houder is van het herkenningsteken, vermeld in artikel 6. § 2. Toerisme Vlaanderen beschikt over een termijn van zes maanden om een administratieve geldboete op te leggen, te rekenen vanaf de dag van ontvangst van het proces-verbaal, vermeld in artikel 9. § 3. De beslissing van Toerisme Vlaanderen wordt genomen nadat de betrokkene werd gehoord. Als een administratieve geldboete wordt opgelegd, vermeldt de beslissing het bedrag, de wijze waarop en de termijn waarbinnen die moet worden betaald. § 4. De betrokkene wordt van de beslissing, vermeld in § 3, op de hoogte gebracht met een ter post aangetekende brief, per fax of elektronisch, als dat een ontvangstbewijs van de geadresseerde oplevert. De kennisgeving vermeldt de wijze waarop en de termijn waarbinnen beroep ingesteld kan worden. § 5. In geval van betwisting van de beslissing, vermeld in § 3, moet op straffe van verval binnen een termijn van twee maanden vanaf de ontvangst van de kennisgeving, vermeld in § 4, door middel van indiening van een verzoekschrift, beroep aangetekend worden bij de rechtbank van eerste aanleg in wiens rechtsgebied de exploitatie gelegen is. Titel Vbis van boek II van het vierde deel van het Gerechtelijk Wetboek is van overeenkomstige toepassing. Dat beroep schorst de uitvoering van de beslissing. § 6. Toerisme Vlaanderen, of in geval van beroep, de rechtbank van eerste aanleg, kan bij verzachtende omstandigheden het bedrag van de opgelegde administratieve boete verminderen, zelfs tot onder het toepasselijke minimumbedrag. § 7. Als verscheidene overtredingen, die de opeenvolgende en voortgezette uitvoering zijn van eenzelfde bijzonder opzet, gelijktijdig worden voorgelegd aan Toerisme Vlaanderen of aan de rechtbanken van eerste aanleg, worden de bedragen van de administratieve geldboeten samengevoegd, zonder dat ze evenwel meer mogen bedragen dan 250.000 euro.
Als Toerisme Vlaanderen of de rechtbank van eerste aanleg vaststelt dat overtredingen die al het voorwerp waren van een in kracht van gewijsde getreden beslissing en andere feiten die erbij aanhangig zijn en die, in de veronderstelling dat ze bewezen zouden zijn, aan die beslissing voorafgaan en samen met de eerste overtredingen de opeenvolgende en voortgezette uitvoering zijn van eenzelfde bijzonder opzet, wordt bij de straftoemeting rekening gehouden met de al opgelegde sancties. Als die voor een juiste bestraffing van al die overtredingen voldoende lijken, spreekt Toerisme Vlaanderen of de rechtbank van eerste aanleg zich over de schuldvraag uit en verwijst in de beslissing naar de al opgelegde sancties. § 8. Als binnen vijf jaar, te rekenen vanaf de datum van het proces-verbaal, een nieuwe overtreding wordt vastgesteld, worden de bedragen, vermeld in § 1 en § 7, verdubbeld. § 9. De Vlaamse Regering bepaalt de termijn en de andere regels voor de betaling van de administratieve geldboete nader. § 10. Met behoud van de toepassing van het decreet van 22 februari 1995 tot regeling van de invordering van niet-fiscale schuldvorderingen voor de Vlaamse Gemeenschap en de instellingen die eronder ressorteren, zal de Vlaamse Regering bij besluit de personeelsleden binnen haar diensten machtigen om de onbetwiste en opeisbare administratieve geldboeten, vermeld in dit artikel, en eventuele invorderingskosten te verhalen. »
Art. 6.In hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 21 december 1994, 7 juli 1998, 13 april 1999, 19 maart 2004 en 7 mei 2004, wordt een artikel 8bis ingevoegd, dat luidt als volgt : « Artikel 8bis De agenten van de federale en de lokale politie, en de personen die door de Vlaamse Regering zijn gemachtigd om toezicht en controle uit te oefenen op de naleving van de bepalingen van dit decreet, kunnen, na voorafgaande ingebrekestelling, ter plaatse de onmiddellijke stopzetting bevelen van de exploitatie, vermeld in artikel 2, § 2, die plaatsvindt zonder vergunning. Ze zijn ertoe gemachtigd om alle maatregelen te nemen, met inbegrip van verzegeling, en inbeslagname van materiaal en materieel, om het bevel tot stopzetting te kunnen toepassen.
De stopzetting wordt opgelegd door middel van een schriftelijk bevel tot onmiddellijke stopzetting van de exploitatie.
Als zij niemand ter plaatse aantreffen, brengen ze het voornoemde bevel op een zichtbare plaats aan.
De vaststellingen tot stopzetting van de exploitatie worden vastgelegd in een proces-verbaal dat conform artikel 9 wordt opgesteld. Een afschrift van dat proces-verbaal wordt bezorgd aan de Vlaamse minister bevoegd voor het toerisme met een ter post aangetekende brief, per fax of elektronisch, als dat een ontvangstbewijs van de geadresseerde oplevert.
Op straffe van verval moet het bevel tot stopzetting van de exploitatie binnen een termijn van vijftien kalenderdagen, na ontvangst van het proces-verbaal door de minister en nadat de betrokkene werd gehoord, door de Vlaamse minister bevoegd voor het toerisme worden bekrachtigd. Die bekrachtiging wordt binnen vijf werkdagen verzonden naar de personen, vermeld in artikel 9, met een ter post aangetekende brief, per fax of elektronisch, als dat een ontvangstbewijs van de geadresseerde oplevert.
De betrokkene kan met een procedure zoals in kort geding de opheffing van de maatregel vorderen. De vordering wordt gebracht voor de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg in wiens rechtsgebied de exploitatie gelegen is. Deel IV, boek II, titel VI, van het Gerechtelijk Wetboek is van toepassing op de inleiding en de behandeling van de vordering. »
Art. 7.Artikel 9 van hetzelfde decreet wordt vervangen door wat volgt : « Artikel 9 Onverminderd de bevoegdheden van de agenten van de federale en de lokale politie oefenen de personen die door de Vlaamse Regering daartoe zijn gemachtigd, toezicht en controle uit op de naleving van de bepalingen van dit decreet en zijn uitvoeringsbesluiten. Ze worden ermee belast de overtredingen van dit decreet op te sporen en door middel van processen-verbaal vast te stellen. Ze kunnen in de uitoefening van hun ambt de bijstand van de lokale en federale politie vorderen.
Het opgestelde en betekende proces-verbaal heeft bewijskracht tot het tegendeel is bewezen.
Een afschrift van het proces-verbaal wordt, op straffe van het verlies van de aan de akte toekomende bijzondere bewijskracht, met een ter post aangetekende brief, per fax of elektronisch, als dat een ontvangstbewijs van de geadresseerde oplevert, aan de overtreder bezorgd en in voorkomend geval aan de eigenaar van het terrein voor openluchtrecreatieve verblijven, binnen een termijn van vijftien kalenderdagen die aanvangt de eerste kalenderdag nadat het proces-verbaal is opgesteld.
Een afschrift van het proces-verbaal wordt binnen dezelfde termijn met een ter post aangetekende brief, per fax of elektronisch, als dat een ontvangstbewijs van de geadresseerde oplevert, bezorgd aan Toerisme Vlaanderen en aan de burgemeester van de gemeente waar de exploitatie ligt.
De Vlaamse Regering kan de regels voor de inhoud van het proces-verbaal nader bepalen. » HOOFDSTUK IV. - Wijzigingen van het decreet van 18 juli 2003 betreffende de verblijven en verenigingen die een werking uitoefenen in het kader van 'Toerisme voor Allen'
Art. 8.Artikel 15 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende de verblijven en verenigingen die een werking uitoefenen in het kader van 'Toerisme voor Allen' wordt vervangen door wat volgt : « Artikel 15 § 1. Een administratieve geldboete van 250 euro tot 25.000 euro kan worden opgelegd aan degene die er zich wederrechtelijk op beroept houder te zijn van een erkenning, label of beschermde benaming als vermeld in dit decreet. § 2. Toerisme Vlaanderen beschikt over een termijn van zes maanden om een administratieve geldboete op te leggen, te rekenen vanaf de dag van ontvangst van het proces-verbaal, vermeld in artikel 16. § 3. De beslissing van Toerisme Vlaanderen wordt genomen nadat de betrokkene werd gehoord. Als een administratieve geldboete wordt opgelegd, vermeldt de beslissing het bedrag, de wijze waarop en de termijn waarbinnen die moet worden betaald. § 4. De betrokkene wordt van de beslissing, vermeld in § 3, op de hoogte gebracht met een ter post aangetekende brief, per fax of elektronisch, als dat een ontvangstbewijs van de geadresseerde oplevert. De kennisgeving vermeldt de wijze waarop en de termijn waarbinnen beroep ingesteld kan worden. § 5. In geval van betwisting van de beslissing, vermeld in § 3, moet op straffe van verval binnen een termijn van twee maanden vanaf de ontvangst van de kennisgeving, vermeld in § 4, door middel van indiening van een verzoekschrift, beroep aangetekend worden bij de rechtbank van eerste aanleg in wiens rechtsgebied de exploitatie gelegen is. Titel Vbis van boek II van het vierde deel van het Gerechtelijk Wetboek is van overeenkomstige toepassing. Dat beroep schorst de uitvoering van de beslissing. § 6. Toerisme Vlaanderen, of in geval van beroep, de rechtbank van eerste aanleg, kan bij verzachtende omstandigheden het bedrag van de opgelegde administratieve boete verminderen, zelfs tot onder het toepasselijke minimumbedrag. § 7. Als verscheidene overtredingen, die de opeenvolgende en voortgezette uitvoering zijn van eenzelfde bijzonder opzet, gelijktijdig worden voorgelegd aan Toerisme Vlaanderen of aan de rechtbanken van eerste aanleg, worden de bedragen van de administratieve geldboeten samengevoegd, zonder dat ze evenwel meer mogen bedragen dan 250.000 euro.
Als Toerisme Vlaanderen of de rechtbank van eerste aanleg vaststelt dat overtredingen die al het voorwerp waren van een in kracht van gewijsde getreden beslissing en andere feiten die erbij aanhangig zijn en die, in de veronderstelling dat ze bewezen zouden zijn, aan die beslissing voorafgaan en samen met de eerste overtredingen de opeenvolgende en voortgezette uitvoering zijn van eenzelfde bijzonder opzet, wordt bij de straftoemeting rekening gehouden met de al opgelegde sancties. Als die voor een juiste bestraffing van al die overtredingen voldoende lijken, spreekt Toerisme Vlaanderen of de rechtbank van eerste aanleg zich over de schuldvraag uit en verwijst in de beslissing naar de al opgelegde sancties. § 8. Als binnen vijfjaar, te rekenen vanaf de datum van het proces-verbaal, een nieuwe overtreding wordt vastgesteld, worden de bedragen, vermeld in § 1 en § 7, verdubbeld. § 9. De Vlaamse Regering bepaalt de termijn en de andere regels voor de betaling van de administratieve geldboete nader. § 10. Met behoud van de toepassing van het decreet van 22 februari 1995 tot regeling van de invordering van niet-fiscale schuldvorderingen voor de Vlaamse Gemeenschap en de instellingen die eronder ressorteren, zal de Vlaamse Regering bij besluit de personeelsleden binnen haar diensten machtigen om de onbetwiste en opeisbare administratieve geldboeten, vermeld in dit artikel, en eventuele invorderingskosten te verhalen. »
Art. 9.Artikel 16 van hetzelfde decreet wordt vervangen door wat volgt : « Artikel 16 Onverminderd de bevoegdheden van de agenten van de federale en de lokale politie oefenen de personen die door de Vlaamse Regering daartoe zijn gemachtigd, toezicht en controle uit op de naleving van de bepalingen van dit decreet en zijn uitvoeringsbesluiten. Ze worden ermee belast de overtredingen van dit decreet op te sporen en door middel van processen-verbaal vast te stellen. Ze kunnen in de uitoefening van hun ambt de bijstand van de lokale en federale politie vorderen.
Het opgestelde en betekende proces-verbaal heeft bewijskracht tot het tegendeel is bewezen.
Een afschrift van het proces-verbaal wordt, op straffe van het verlies van de aan de akte toekomende bijzondere bewijskracht, met een ter post aangetekende brief, per fax of elektronisch, als dat een ontvangstbewijs van de geadresseerde oplevert, aan de overtreder bezorgd en in voorkomend geval aan de eigenaar van het verblijf, binnen een termijn van vijftien kalenderdagen die aanvangt de eerste kalenderdag nadat het proces-verbaal is opgesteld.
Een afschrift van het proces-verbaal wordt binnen dezelfde termijn met een ter post aangetekende brief, per fax of elektronisch, als dat een ontvangstbewijs van de geadresseerde oplevert, bezorgd aan Toerisme Vlaanderen en, in voorkomend geval, aan de burgemeester van de gemeente waar de exploitatie ligt.
De Vlaamse Regering kan de regels voor de inhoud van het proces-verbaal nader bepalen. » Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Brussel, 13 juli 2007.
De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Bestuurszaken, Buitenlands Beleid, Media en Toerisme, G. BOURGEOIS _______ Nota's (1) Zitting 2006-2007. Stukken. - Ontwerp van decreet : 1208, nr. 1. - Verslag : 1208, nr. 2. - Tekst aangenomen door de plenaire vergadering : 1208, nr. 3.
Handelingen. - Bespreking en aanneming : Vergadering van 4 juli 2007.