gepubliceerd op 12 oktober 2001
Besluit van de Regering tot wijziging van het besluit van 5 december 1986 tot uitvoering van bepaalde artikelen van het decreet van 26 juni 1986 betreffende de toekenning van studietoelagen
12 JULI 2001. - Besluit van de Regering tot wijziging van het besluit van 5 december 1986 tot uitvoering van bepaalde artikelen van het decreet van 26 juni 1986 betreffende de toekenning van studietoelagen
De Regering van de Duitstalige Gemeenschap, Gelet op de wet van 31 december 1983 tot hervorming der instellingen voor de Duitstalige Gemeenschap, gewijzigd bij de wetten van 6 juli 1990, 18 juli 1990, 5 mei 1993, 16 juli 1993, 30 december 1993, 16 december 1996 en 6 mei 1999;
Gelet op het decreet van 26 juni 1986 betreffende de toekenning van studietoelagen, inzonderheid op artikel 11, § 2;
Gelet op het besluit van de Executieve van 5 december 1986 tot uitvoering van bepaalde artikelen van het decreet van 26 juni 1986 betreffende de toekenning van studietoelagen;
Gelet op het advies van de Raad voor studietoelagen, gegeven op 23 oktober 2000;
Gelet op het gunstig advies van de Inspecteur van Financiën;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat het dringend noodzakelijk is, zo snel mogelijk voor de rechtszekerheid te zorgen wat de financiële uitvoeringsmodaliteiten voor de toekenning van de studietoelagen ten gunste van de leerlingen en studenten betreft;
Op de voordracht van de Minister van Onderwijs en Vorming, Cultuur en Toerisme, en na beraadslaging van de Regering op 12 juli 2001, Besluit :
Artikel 1.Artikel 1, lid 1, van het besluit van 5 december 1986 tot uitvoering van bepaalde artikelen van het decreet van 26 juni 1986 betreffende de toekenning van studietoelagen wordt aangevuld als volgt : « 3° als de student krachtens de sociale wetgeving een handicap van ten minste 66% erkend is.
In voormeld geval kan de student een studietoelage verkrijgen a) tijdens 5 opeenvolgende academische jaren, als de nominale duur van de studies gevolgd in het hoger onderwijs 3 jaar bedraagt;b) tijdens 6 opeenvolgende academische jaren, als de nominale duur van de studies gevolgd in het hoger onderwijs 4 jaar bedraagt;c) tijdens 7 opeenvolgende academische jaren, als de nominale duur van de studies gevolgd in het hoger onderwijs 5 jaar bedraagt;d) tijdens de opeenvolgende academische jaren overeenstemmend met de nominale duur van de gevolgde studies, alsmede tijdens 3 bijkomende jaren voor alle studies van het hoger onderwijs waarvan de nominale duur 5 jaar overschrijdt.»
Art. 2.De Minister van Onderwijs en Vorming, Cultuur en Toerisme is belast met de uitvoering van dit besluit.
Art. 3.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 september 2000.
Eupen, 12 juli 2001.
Voor de Regering van de Duitstalige Gemeenschap : De Minister-President, K.-H. LAMBERTZ De Minister van Onderwijs en Vorming, Cultuur en Toerisme, B. GENTGES