gepubliceerd op 01 april 2022
Decreet tot hervorming van het beheer van de havengebieden van Antwerpen en Brugge-Zeebrugge
11 MAART 2022. - Decreet tot hervorming van het beheer van de havengebieden van Antwerpen en Brugge-Zeebrugge (1)
Het VLAAMS PARLEMENT heeft aangenomen en Wij, REGERING, bekrachtigen hetgeen volgt: DECREET tot hervorming van het beheer van de havengebieden van Antwerpen en Brugge-Zeebrugge HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen
Artikel 1.Dit decreet regelt een gewestaangelegenheid.
Art. 2.In dit decreet wordt verstaan onder: 1° decreet houdende de havenkapiteinsdienst: het decreet van 3 mei 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 03/05/2019 pub. 01/07/2019 numac 2019013365 bron vlaamse overheid Decreet houdende de havenkapiteinsdienst sluiten houddende de havenkapiteinsdienst;2° Havendecreet: het decreet van 2 maart 1999Relevante gevonden documenten type decreet prom. 02/03/1999 pub. 08/04/1999 numac 1999035415 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende het beleid en het beheer van de zeehavens sluiten houdende het beleid en het beheer van de zeehavens;3° Havenbedrijf Antwerpen: de naamloze vennootschap van publiek recht Havenbedrijf Antwerpen;4° Maatschappij van de Brugse Zeehaven: de publiekrechtelijke naamloze vennootschap Maatschappij van de Brugse Zeehaven;5° partiële splitsing: een met splitsing gelijkgestelde verrichting in de zin van artikel 12:8, 1°, van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen. De definities, vermeld in het Havendecreet en het decreet houdende de havenkapiteinsdienst, zijn ook van toepassing in dit decreet. HOOFDSTUK 2. - Machtiging tot het samengaan van het Havenbedrijf Antwerpen en de Maatschappij van de Brugse Zeehaven in Haven van Antwerpen-Brugge
Art. 3.De stad Antwerpen en de stad Brugge worden ertoe gemachtigd om, overeenkomstig boek 12 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen, over te gaan tot een partiële splitsing. Daarbij gaat het gehele vermogen van de Maatschappij van de Brugse Zeehaven naar het Havenbedrijf Antwerpen tegen uitreiking aan de aandeelhouder van de Maatschappij van de Brugse Zeehaven van aandelen in het Havenbedrijf Antwerpen. Daarin zijn begrepen: 1° alle daaraan verbonden rechten en plichten, met uitzondering van het minimumkapitaal en de liquide middelen die nodig zijn om aan de minimum kapitaalvereisten te voldoen alsook de overeenkomstig artikel 213 WIB 92 aan de Maatschappij van de Brugse Zeehaven gealloceerde eigenvermogensbestanddelen;2° de door de Vlaamse Regering in concessie gegeven goederen;3° het personeel van de Maatschappij van de Brugse Zeehaven, met uitzondering van de vastbenoemde statutaire personeelsleden en de sociale schulden en handelsschulden die specifiek betrekking hebben op deze vastbenoemde statutaire personeelsleden. Het Havenbedrijf Antwerpen wordt ingevolge die partiële splitsing de rechtsopvolger van de Maatschappij van de Brugse Zeehaven voor de vermogensbestanddelen en het personeel dat overeenkomstig het eerste lid ernaar overgaat en treedt vanaf de overdracht in de rechten, verplichtingen en bevoegdheden van de Maatschappij van de Brugse Zeehaven met betrekking tot de overgedragen vermogensbestanddelen en de overgedragen personeelsleden, binnen de perken van de begroting en met behoud van de subsidies waartoe het Havenbedrijf Antwerpen en de Maatschappij van de Brugse Zeehaven gerechtigd zijn.
Art. 4.§ 1. Het Havenbedrijf Antwerpen zal vanaf de overdracht, vermeld in artikel 3, de benaming `Haven van Antwerpen-Brugge' dragen, zonder afbreuk te doen aan de continuïteit van de rechtspersoonlijkheid en de bestaande rechten, verplichtingen en bevoegdheden. § 2. Met behoud van de toepassing van artikel 5, § 1, van het Havendecreet worden de stad Antwerpen en de stad Brugge ertoe gemachtigd om deel te nemen in Haven van Antwerpen-Brugge. § 3. Haven van Antwerpen-Brugge is vanaf de overdracht, vermeld in artikel 3, het havenbedrijf dat overeenkomstig artikel 4 van het Havendecreet exclusief bevoegd is voor het beheer van zowel het havengebied van Antwerpen als van het havengebied van Brugge-Zeebrugge. § 4. Op het moment van de overdracht, vermeld in artikel 3, maken de havenkapiteins, havenluitenants, haveninspecteurs en havenagenten van de havenkapiteinsdiensten van het Havenbedrijf Antwerpen en de Maatschappij van de Brugse Zeehaven deel uit van de havenkapiteinsdienst van Haven van Antwerpen-Brugge, vermeld in het decreet houdende de havenkapiteinsdienst. De territoriale bevoegdheid van die personen, alsook toekomstige havenkapiteins, havenluitenants, haveninspecteurs en havenagenten van de havenkapiteinsdienst van Haven van Antwerpen-Brugge, omvat zowel het havengebied van Antwerpen als het havengebied van Brugge-Zeebrugge, zoals is bedoeld in het Havendecreet.
Dat laat het recht van Haven van Antwerpen-Brugge onverlet om op eender welk moment de bevoegdheden van de personen, vermeld in het eerste lid, territoriaal te beperken tot één havengebied.
In afwijking van artikel 9, tweede lid, van het decreet houdende de havenkapiteinsdienst zijn de havenkapiteins van de havenkapiteinsdiensten van het Havenbedrijf Antwerpen en de Maatschappij van de Brugse Zeehaven op het moment van de overdracht, vermeld in artikel 3, nevengeschikt in de havenkapiteinsdienst van Haven van Antwerpen-Brugge, onverminderd de mogelijkheid voor Haven van Antwerpen-Brugge om op eender welk moment een of meer havenkapiteins aan te wijzen, aan wie een of meer andere havenkapiteins ondergeschikt zijn.
Art. 5.§ 1. Vanaf de overdracht, vermeld in artikel 3, zal de Maatschappij van de Brugse Zeehaven een publiekrechtelijke rechtspersoon blijven in de vorm van een naamloze vennootschap, die voor alles wat niet uitdrukkelijk anders is geregeld door dit decreet of door enige andere decretale of wettelijke regeling, onderworpen is aan de bepalingen van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen die van toepassing zijn op de naamloze vennootschappen.
De stad Brugge is gemachtigd om te blijven participeren in de Maatschappij van de Brugse Zeehaven. De stad Brugge mag de aandelen in de Maatschappij van de Brugse Zeehaven alleen vervreemden op voorwaarde van naleving van een voorkooprecht ten aanzien van Haven van Antwerpen-Brugge. § 2. De Maatschappij van de Brugse Zeehaven zal, wat het syndicaal overleg betreft, blijven vallen onder de wet van 19 december 1974Relevante gevonden documenten type wet prom. 19/12/1974 pub. 05/10/2012 numac 2012000586 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel en zal in het bijzonder blijven ressorteren onder het comité voor de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten, onderafdeling Vlaamse Havenbedrijven, alsook het bijzonder onderhandelingscomité dat is opgericht in elk Vlaams Havenbedrijf overeenkomstig titel III, hoofdstuk I, van het koninklijk besluit van 28 september 1984 tot uitvoering van de wet van 19 december 1974Relevante gevonden documenten type wet prom. 19/12/1974 pub. 05/10/2012 numac 2012000586 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel. § 3. De Maatschappij van de Brugse Zeehaven wordt met het Vlaamse Gewest gelijkgesteld voor de toepassing van de wetten en decreten betreffende de onroerende voorheffing.
Art. 6.§ 1. De Maatschappij van de Brugse Zeehaven stelt haar statutaire personeelsleden voor onbeperkte duur ter beschikking van Haven van Antwerpen-Brugge. § 2. De voorwaarden en nadere bepalingen van de terbeschikkingstelling van de statutaire personeelsleden worden vastgesteld in een overeenkomst die wordt gesloten tussen Haven van Antwerpen-Brugge en de Maatschappij van de Brugse Zeehaven. De voorwaarden die in die overeenkomst worden vastgesteld, zijn ambtshalve van toepassing op de betrokken statutaire personeelsleden.
Haven van Antwerpen-Brugge en de Maatschappij van de Brugse Zeehaven kunnen in de overeenkomst, vermeld in het eerste lid, of in een afzonderlijke samenwerkingsovereenkomst een regeling treffen voor de gezamenlijke werving, selectie en bevordering van hun personeel. HOOFDSTUK 3. - Wijzigingen van het decreet van 17 juli 2015Relevante gevonden documenten type decreet prom. 17/07/2015 pub. 21/08/2015 numac 2015036053 bron vlaamse overheid Decreet houdende de omvorming van het Gemeentelijk Havenbedrijf Antwerpen tot een naamloze vennootschap van publiek recht sluiten houdende de omvorming van het Gemeentelijk Havenbedrijf Antwerpen tot een naamloze vennootschap van publiek recht
Art. 7.In artikel 3, tweede lid, artikel 4, § 5, en artikel 9 van het decreet van 17 juli 2015Relevante gevonden documenten type decreet prom. 17/07/2015 pub. 21/08/2015 numac 2015036053 bron vlaamse overheid Decreet houdende de omvorming van het Gemeentelijk Havenbedrijf Antwerpen tot een naamloze vennootschap van publiek recht sluiten houdende de omvorming van het Gemeentelijk Havenbedrijf Antwerpen tot een naamloze vennootschap van publiek recht worden de woorden "Havenbedrijf Antwerpen" telkens vervangen door de woorden "Haven van Antwerpen-Brugge".
Art. 8.In artikel 2, eerste lid, 2°, van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° de woorden "Gemeentelijk Havenbedrijf Antwerpen" worden vervangen door de woorden "Haven van Antwerpen-Brugge";2° de woorden "en het havengebied van Brugge-Zeebrugge" wordt toegevoegd na de woorden "binnen het havengebied van Antwerpen".
Art. 9.In artikel 3 en artikel 4, § 3, tweede lid, van hetzelfde decreet worden de woorden "Wetboek van Vennootschappen" vervangen door de woorden "Wetboek van vennootschappen en verenigingen".
Art. 10.In artikel 4, § 4, derde lid, van hetzelfde decreet worden de woorden "het Gemeentelijk Havenbedrijf Antwerpen" vervangen door de woorden "Haven van Antwerpen-Brugge".
Art. 11.Artikel 5 van hetzelfde decreet wordt opgeheven. HOOFDSTUK 4. - Wijzigingen van de wet van 19 juni 1978 betreffende het beheer van het linkerscheldeoevergebied ter hoogte van Antwerpen en houdende maatregelen voor het beheer en de exploitatie van de haven van Antwerpen
Art. 12.In artikel 3 en 7 van de wet van 19 juni 1978 betreffende het beheer van het linkerscheldeoevergebied ter hoogte van Antwerpen en houdende maatregelen voor het beheer en de exploitatie van de haven van Antwerpen worden de woorden "Het Havenbedrijf Antwerpen" vervangen door de woorden "Haven van Antwerpen-Brugge".
Art. 13.In artikel 5, 8, 11, 12, 14, 15bis en 30 van dezelfde wet worden de woorden "het Havenbedrijf Antwerpen" vervangen door de woorden "Haven van Antwerpen-Brugge". HOOFDSTUK 5. - Wijzigingen van het Havendecreet
Art. 14.In artikel 14bis van het Havendecreet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1 worden de woorden "per haven" vervangen door de woorden "per havengebied"; 2° aan paragraaf 1, eerste lid, wordt de volgende zin achteraan het lid toegevoegd: "De Vlaamse Regering kan de verordening ook van toepassing verklaren op gebieden die niet tot het havengebied behoren indien dat noodzakelijk zou blijken voor het beheer en de exploitatie van de havengebieden en voor de vrijwaring van het vlotte en veilige verkeer.".
Art. 15.In artikel 29 en 29ter van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° de woorden "het Antwerpse Havenbedrijf" worden vervangen door de woorden "Haven van Antwerpen-Brugge";2° tussen de woorden "de kanaaldokken en zwaaikommen" en de zinsnede ", met uitzondering van het verwerken van de specie" worden de woorden "in het havengebied van Antwerpen" ingevoegd. HOOFDSTUK 6. - Slot- en overgangsbepalingen
Art. 16.Alle verordeningen, beslissingen en reglementen die door de Maatschappij van de Brugse Haven werden vastgesteld voor de overdracht, vermeld in artikel 3, inzake het beheer van het havengebied Brugge-Zeebrugge, blijven onverminderd van kracht tot het moment waarop ze gewijzigd of afgeschaft worden door Haven van Antwerpen-Brugge, met behoud van de toepassing van artikel 4 van het decreet houdende de havenkapiteinsdienst.
Art. 17.De Vlaamse Regering kan de bestaande wets- en decreetsbepalingen wijzigen, aanvullen, vervangen of opheffen om ze in overeenstemming te brengen met de bepalingen van dit decreet.
De besluiten die krachtens dit artikel worden vastgesteld, houden op uitwerking te hebben als ze niet bij decreet zijn bekrachtigd vierentwintig maanden na de datum van de inwerkingtreding ervan. De bekrachtiging werkt terug tot die laatste datum.
De bevoegdheid, vermeld in het eerste lid, die aan de Vlaamse Regering wordt opgedragen, vervalt twaalf maanden na de inwerkingtreding van dit decreet. Na die datum kunnen de besluiten die krachtens dit artikel zijn vastgesteld en bekrachtigd, alleen bij een decreet worden gewijzigd, aangevuld, vervangen of opgeheven.
Art. 18.Dit decreet treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt en uiterlijk op 22 april 2022.
Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Brussel, 11 maart 2022.
De minister-president van de Vlaamse Regering, J. JAMBON De Vlaamse minister van Mobiliteit en Openbare Werken, L. PEETERS _______ Nota (1) Zitting 2021-2022 Documenten: - Voorstel van decreet: 1102 - Nr.1 - Amendementen: 1102 - Nr. 2 - Verslag: 1102 - Nr. 3 - Tekst aangenomen door de plenaire vergadering: 1102 - Nr. 4 Handelingen - Bespreking en aanneming: Vergadering van 9 maart 2022.