Etaamb.openjustice.be
Decreet van 11 april 2024
gepubliceerd op 22 juli 2024

Decreet betreffende de erkenning van partners en de subsidiëring van acties inzake duurzame mobiliteit, bewustmaking en voorlichting inzake verkeersveiligheid

bron
waalse overheidsdienst
numac
2024006420
pub.
22/07/2024
prom.
11/04/2024
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

11 APRIL 2024. - Decreet betreffende de erkenning van partners en de subsidiëring van acties inzake duurzame mobiliteit, bewustmaking en voorlichting inzake verkeersveiligheid (1)


Het Waalse Parlement heeft aangenomen en Wij, Waalse Regering, bekrachtigen hetgeen volgt:

HOOFDSTUK 1. - Aanhef

Artikel 1.Voor de toepassing van dit decreet dient te worden verstaan onder : 1° de partner: de gemeente, de vereniging van gemeenten, de provincie, de politiezone, de vereniging zonder winstoogmerk en de school erkend door de gemeenschappen en gelegen op het grondgebied van het Waals Gewest;2° de erkende partner: de partner die door de Regering krachtens hoofdstuk 2 is erkend om de terugkerende acties uit te voeren;3° de actie: elk project of initiatief in verband met duurzame mobiliteit, bewustmaking en voorlichting inzake verkeersveiligheid in het Waals Gewest dat geen commerciële activiteit inhoudt die concurreert met activiteiten uitgevoerd door niet-gesubsidieerde bedrijven;4° de administratie : de dienst(en) aangewezen door de Regering

HOOFDSTUK 2.- Erkenning Afdeling 1 - Algemene bepalingen.


Art. 2.Binnen de perken van de beschikbare begrotingskredieten kan de regering elke partner erkennen om een of meer terugkerende acties uit te voeren in overeenstemming met het Regeringsbeleid met betrekking tot de langetermijnvisie op duurzame mobiliteit en de regionale mobiliteitsstrategie, alsook op het gebied van bewustmaking en voorlichting inzake verkeersveiligheid.

Om de betrokken actoren te sensibiliseren, organiseert de Regering een openbare oproep tot het indienen van kandidaturen die het volgende bepaalt: 1° de betrokken terugkerende actie(s);2° het bestreken grondgebied; 3° de bedoelde doelstellingen;4° de duur van de erkenning ; De Regering kan andere elementen toevoegen en de voorwaarden van de oproep tot het indienen van kandidaturen bepalen.

Art. 3.De erkenning wordt voor de duur van vijf jaar verleend.

In afwijking van lid 1 kan de Regering, indien daartoe aanleiding bestaat, een andere termijn vaststellen die niet langer mag zijn dan tien jaar.

Art. 4.De erkenning specificeert elke actie waarvoor de partner is erkend, het gebied dat wordt bestreken, de doelstellingen en de duur van de erkenning.

Voor elke actie die het bedoelt, dekt de erkenning alle diensten die deel uitmaken van de actie.

Art. 5.De Regering bepaalt de procedure voor het indienen en behandelen van de erkenningsaanvraag, de inhoud van de erkenningsaanvraag en de vorm van de erkenning.

Art. 6.Binnen de perken van de beschikbare begrotingskredieten geeft de erkenning het recht om terugkerende acties te subsidiëren, overeenkomstig hoofdstuk 3.

De erkenning is niet overdraagbaar.

Art. 7.Behoudens een gemotiveerde weigering van de Regering kan de erkende partner samenwerken met een of meer andere erkende partners om elke terugkerende actie uit te voeren die in de oproep tot het indienen van kandidaturen is opgenomen.

Naast de in artikel 4 bedoelde elementen wordt in de erkenning vermeld welke erkende partner(s) bij de samenwerking betrokken is (zijn).

De Regering bepaalt de onderzoekprocedure van het verzoek tot samenwerking.

Art. 8.Op verzoek van de erkende partner kan de Regering, op basis van een voorstel van de met de erkende partner overeengekomen administratie, de erkenning wijzigen en elke onder de erkenning vallende actie alsook het gebied waarop de erkenning betrekking heeft, voor de resterende duur uitbreiden of beperken.

Onverminderd artikel 16, §§ 1 en 2, kan de Regering, indien uit de evaluatie bedoeld in artikel 15 blijkt dat de erkende partner niet op bevredigende wijze beantwoordt aan de doelstellingen verbonden aan zijn erkenning, op voorstel van de administratie beslissen over een wijziging van de erkenning. Deze wijziging heeft betrekking op de elementen bedoeld in paragraaf 1.

De Regering bepaalt de procedure voor het wijzigen van de erkenning. Afdeling 2. - Erkenningsvoorwaarden


Art. 9.Om erkend te worden, moet de partner cumulatief : 1° de rechtspersoonlijkheid hebben en een doelstelling zonder winstoogmerk nastreven;2° een programma indienen voor de uitvoering van elke terugkerende actie waarvoor hij om goedkeuring verzoekt, dat in overeenstemming is met de in artikel 2 bedoelde oproep tot het indienen van kandidaturen;3° zijn maatschappelijke zetel of een vestigingseenheid hebben in het Waals Gewest en beschikken over lokalen die voldoen aan de geldende gezondheids- en veiligheidsnormen, toegankelijk zijn en geschikt zijn om elke actie uit te voeren;4° zijn burgerlijke aansprakelijkheid en die van zijn personeel, alsook zijn gebouwen verzekeren;5° de diensttijden aan de doelstellingen van elke actie aanpassen;6° de persoonsgegevens beheren overeenkomstig Verordening 2016/679 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens, en de wet van 30 juli 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/07/2018 pub. 05/09/2018 numac 2018040581 bron federale overheidsdienst justitie, federale overheidsdienst binnenlandse zaken en ministerie van landsverdediging 30 JULI 2018 - Wet betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens sluiten betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens;7° een stabiel en evenwichtig financieel beheer hebben;8° over eigen personeel beschikken of indien nodig gebruik maken van externe vakmensen: a) wier basiskwalificatie of beroepservaring verband houdt met de terugkerende activiteit waarvoor ze erkenning aanvragen;b) die voldoen aan de voorwaarden van goed gedrag vastgelegd door de Regering;9° permanente opleiding voorstellen die aangepast is aan de uitvoering van elke terugkerende actie;10° voldoen aan alle andere voorwaarden die de Regering bepaalt met betrekking tot de specifieke doelstellingen die zij heeft bepaald. De Regering kan de verschillende hierboven vermelde voorwaarden en hun toepassingsmodaliteiten specificeren en aanvullen. Afdeling 3. - Verplichtingen gebonden aan de erkenning


Art. 10.Op verzoek van de administratie verstrekt de erkende partner alle informatie over de uitvoering van elke terugkerende actie, overeenkomstig de door de Regering vastgestelde procedures.

Art. 11.Elk jaar stelt de erkende partner, volgens de door de Regering vastgestelde procedures, een activiteitenverslag op voor elke terugkerende actie die wordt uitgevoerd in het kader van zijn erkenning en stuurt dit naar de administratie.

De Regering bepaalt de vorm en de inhoud van het activiteitenverslag voor de financiering bedoeld in het eerste lid.

Elke vertraging in het indienen van het activiteitenrapport zal resulteren in een formele aanmaning van de Regering om het genoemde rapport in te dienen, in overeenstemming met de voorwaarden en bepalingen die door de Regering zijn vastgesteld. Als de ingebrekestelling niet wordt nageleefd, kan de Regering de erkenning opschorten of intrekken.

De erkende partner stelt de administratie zo spoedig mogelijk in kennis van elke wijziging in de in artikel 9 vermelde voorwaarden.

HOOFDSTUK 3. - Subsidiëring van erkende partners en eenmalige acties

Art. 12.Binnen de perken van de beschikbare begrotingskredieten verleent de Regering subsidies aan de erkende partners voor de uitvoering van de terugkerende acties waarin de in hoofdstuk 2 bedoelde erkenning voorziet.

De subsidie dekt de personeels-, exploitatie- en investeringskosten die nodig zijn om elke terugkerende actie uit te voeren en om te voldoen aan de verplichtingen in verband met erkenning.

De Regering bepaalt het mechanisme voor de indexering.

Art. 13.Binnen de perken van de beschikbare begrotingskredieten kan de Regering na een oproep tot het indienen van projecten subsidies verlenen aan partners voor de uitvoering van specifieke acties die in overeenstemming zijn met het in artikel 2, lid 1, bedoelde regeringsbeleid.

De oproep tot het indienen van projecten vermeldt: 1° de procedure tot de indiening en het onderzoek van de kandidaturen 2° de forfaitaire subsidie toegekend voor elk type van specifieke actie;3° de toekenningsvoorwaarden van de subsidies; 4° de voorwaarden voor het ondernemen van de acties; Onder 2° dekt de subsidie de personeels-, werkings- en investeringskosten die nodig zijn om de specifieke actie uit te voeren.

De Regering kan de elementen van de oproep tot het indienen van projecten aanvullen.

De Regering bepaalt de procedure voor de oproep tot indienen van projecten en geeft aan welke vermeldingen bij de kandidatuur moeten worden gevoegd

Art. 14.Voor de toepassing van de artikelen 12 en 13 bepaalt de Regering het volgende : 1° de soorten in aanmerking komende uitgaven; 2° de tarieven en modaliteiten voor de berekening en betaling van de subsidies. HOOFDSTUK 4. - Beoordeling en sancties

Art. 15.De Regering evalueert : 1° het op permanente basis naleven door de erkende partner van de erkenningsvoorwaarden bepaald in artikel 9;2° ten minste jaarlijks, de naleving door de erkende partner van de voorwaarden voor de uitvoering van elke terugkerende actie, met name via het activiteitenverslag bedoeld in artikel 11, en door de partner van de voorwaarden voor de uitvoering van de eenmalige actie. Elke partner verstrekt alle documenten die nuttig zijn voor de in lid 1 bedoelde beoordeling en verleent de ambtenaren van de administratie toegang tot zijn gebouwen, mits voorafgaande waarschuwing door de administratie.

De Regering stelt de modaliteiten voor de beoordeling bedoeld in lid 1 vast.

Art. 16.§ 1. Indien uit de beoordeling bedoeld in artikel 15 blijkt dat de erkende partner de bepalingen van dit decreet of zijn uitvoeringsbesluiten niet naleeft of dat er ernstige tekortkomingen zijn in zijn financieel beheer, maant de Regering de erkende partner formeel aan om de nodige maatregelen te nemen om de situatie te verhelpen.

Binnen twee maanden na de ingebrekestelling moet de erkende partner bewijzen dat hij opnieuw aan de voorwaarden en verplichtingen voldoet.

Als dit niet lukt, legt hij binnen dezelfde termijn een plan om de situatie te verhelpen ter goedkeuring voor aan de Regering.

Als de Regering het door de erkende partner voorgestelde plan weigert, nodigt ze deze partner uit om een nieuw herstelplan in te dienen binnen een maand na de weigeringsbeslissing.

In geval van een tweede weigering of indien de erkende partner nalaat een plan in te dienen binnen de in lid 3 bedoelde termijnen, legt de Regering één of meer van de in paragraaf 2 bedoelde sancties op.

Uiterlijk zes maanden na de goedkeuring van dit herstelplan zal de Regering de behaalde resultaten evalueren.

Indien de beoordeling van de verkregen resultaten negatief of onbevredigend is, kan de Regering één of meer van de in paragraaf 2 bedoelde sancties opleggen. § 2. Afhankelijk van de resultaten van de in artikel 15 bedoelde beoordeling kan de Regering een of meer van de volgende sancties opleggen: 1° de vereffening van de schijven opschorten;2° de gedeeltelijke of volledige terugbetaling van reeds betaalde subsidies eisen;3° de erkenning opschorten; 4° de erkenning geheel of gedeeltelijk intrekken. § 3. De Regering bepaalt de procedures tot toekenning of intrekking van de erkenning.

De erkenning kan op elk moment tijdens de procedure worden opgeschort in afwachting van regularisatie van de situatie door de erkende partner.

De intrekking van de erkenning wordt zodanig uitgevoerd dat de werkgever zijn verplichtingen op grond van de arbeidswetgeving kan nakomen en de nodige voorzorgsmaatregelen kan treffen.

Art. 17.Als uit de evaluatie, vermeld in artikel 15, 2°, blijkt dat de subsidie niet is gebruikt overeenkomstig de voorwaarden, vermeld in de artikelen 12 en 13, of als de subsidie is gebruikt voor andere uitgaven dan die welke door de Regering overeenkomstig artikel 14 zijn vastgesteld, kan de Regering de gedeeltelijke of volledige terugbetaling van de toegekende subsidie vragen.

HOOFDSTUK 5. - Openbare opdrachten op het gebied van verkeersveiligheid

Art. 18.Er vereniging zonder winstoogmerk wordt opgericht onder de naam "Agence wallonne pour la sécurité routière" (Waals Agentschap voor de Verkeersveiligheid), hierna AWSR genoemd, overeenkomstig het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen, dat belast is met de opdrachten van openbare dienst zoals omschreven in artikel 19.

Art. 19.Het "AWSR" is belast met: 1° de oprichting van een kenniscentrum dat belast is met het verzamelen en analyseren van gegevens over verkeersveiligheid;2° de communicatie en bewustmaking van het publiek;3° de steun voor een doeltreffend controle- en sanctiebeleid;4° het begeleiden van verkeersslachtoffers of hun familie;5° het beoordelen van de rijgeschiktheid; 6° de opleiding en voorlichting inzake verkeersveiligheid ;7° het voorzitterschap, de operationele coördinatie en het secretariaat van de "Conseil supérieur wallon de la Sécurité routière" (Waalse hoge raad voor verkeersveiligheid). De Regering kan de in het eerste lid bedoelde opdrachten opnieuw evalueren en aanvullen op basis van de verkeersveiligheidsdoelstellingen die zij zichzelf oplegt.

Art. 20.§ 1. De Regering keurt de statuten van het "AWSR" en alle latere wijzigingen goed. § 2. De bedrijfszetel van het "AWSR" is in Wallonië gelegen. § 3. Het bestuursorgaan van het AWSR bestaat uit ten minste één vertegenwoordiger: 1° van de Regering, aangewezen door de Minister bevoegd voor verkeersveiligheid;2° van de Regering, aangewezen door de Minister bevoegd voor mobiliteit of infrastructuur;3° van de Politie;4° van een organisatie die actief is inzake verkeersveiligheid;5° van een vereniging die als maatschappelijk doel heeft de belangen van de actieve vervoersmodi te verdedigen;6° van de sector van de rijopleiding; Het bestuursorgaan wordt voorgezeten door de Minister die verantwoordelijk is voor verkeersveiligheid of zijn vertegenwoordiger.

De Waalse administratie die verantwoordelijk is voor verkeersveiligheid, mobiliteit en infrastructuur woont de vergaderingen van het bestuursorgaan bij met raadgevende stem.

Het mandaat van bestuurder wordt gratis uitgeoefend. § 4. De gedelegeerd bestuurder van het "AWSR" oefent zijn dagelijkse beheersopdrachten uit in het kader van een arbeidsbetrekking onder een loontrekkend statuut.

De functie van gedelegeerd bestuurder is onverenigbaar met het mandaat: 1° van lid van een gemeentecollege of een provinciecollege; 2° van voorzitter van een gemeentecollege of een provinciecollege;3° van lid van het Europees Parlement, van de Federale wetgevende kamers of van een Gewest- of Gemeenschapsparlement; § 5. De bezoldiging van het "AWSR"-personeel wordt vastgesteld in overeenstemming met de weddeschalen van de Waalse ambtenarencode. De salarisschaal van de gedelegeerd bestuurder is gelijk aan die van de ambtenaren van rang A3/Expert-inspecteur-generaal.

De selectieprocedure verloopt volgens de door het bestuursorgaan van het "AWSR" vastgestelde procedures, waaronder voorafgaande bekendmaking van de vacature en selectie door een jury.

Art. 21.De Regering en het "AWSR" sluiten een doelstellingenovereenkomst voor vijf jaar waarin de operationele details van de in artikel 19 bedoelde opdrachten worden vastgelegd.

Als er aan het einde van het contract geen nieuw doelstellingencontract wordt getekend, wordt het stilzwijgend verlengd voor een hernieuwbare periode van één jaar.

Het doelstellingencontract bepaalt : 1° de doelstellingen van elke opdracht;2° de verplichtingen van de partijen bij de overeenkomst; 3° de financiering van het "AWSR" en de voorwaarden ervan;4° de opvolging- en resultaatindicatoren met betrekking tot de uitoefening en ontwikkeling van de opdrachten bedoeld in artikel 19. Met de indicatoren bedoeld in 4° kunnen de doelstellingen in de tijd worden opgevolgd en kan de operationele uitvoering ervan worden gevolgd.

Art. 22.§ 1. Op basis van de in artikel 21 bedoelde doelstellingenovereenkomst legt het "AWSR" jaarlijks het volgende vast: 1° een operationeel actieplan met de middelen en de hulpmiddelen die nodig zijn om de opdrachten uit te voeren en de vastgelegde doelstellingen te bereiken;2° een activiteitenverslag met een update van de verwezenlijkingen en resultaten van het voorbije jaar op basis van de indicatoren bedoeld in artikel 21, 4° ;3° een informatieverslag met : a) de jaarrekeningen van het laatste boekjaar, gecertificeerd door ten minste één bedrijfsrevisor;b) een sociale balans over de toepassing van de regels met betrekking tot het personeelsbeheer en het overleg. Met betrekking tot het in 3° bedoelde informatieverslag is hoofdstuk V van het decreet van 12 februari 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 12/02/2004 pub. 23/03/2004 numac 2004200760 bron ministerie van het waalse gewest Decreet betreffende het beheerscontract en de verplichtingen tot informatieverstrekking voor de aangelegenheden geregeld krachtens artikel 138 van de Grondwet type decreet prom. 12/02/2004 pub. 22/03/2004 numac 2004200761 bron ministerie van het waalse gewest Decreet betreffende het beheerscontract en de verplichtingen tot informatieverstrekking sluiten betreffende het beheerscontract en de verplichtingen tot informatieverstrekking niet van toepassing op het "AWSR".

De termijn voor het versturen van de documenten waarnaar wordt verwezen in lid 1 worden bepaald in het doelstellingencontract.

Elk jaar beoordeelt de regering in het licht van het activiteitenverslag of de doelstellingen zijn bereikt. § 2. Uiterlijk drie maanden voor het einde van de doelstellingenovereenkomst stelt het "AWSR" een eindverslag op met een gedetailleerd overzicht van de acties en resultaten op basis van de indicatoren bedoeld in artikel 21, 4°.

Elk jaar beoordeelt de Regering in het licht van het eindverslag of de doelstellingen zijn bereikt.

Art. 23.Elk jaar stuurt de Regering het parlement het operationele actieplan, het activiteitenverslag en het informatieverslag van het "AWSR".

Art. 24.§ 1. Binnen de perken van de beschikbare begrotingskredieten kent de Regering financiering toe aan het "AWSR" met het oog op de uitvoering van de in artikel 19 genoemde opdrachten.

In het doelstellingencontract als bedoeld in artikel 21 wordt het oorspronkelijke bedrag van de subsidie vastgesteld. Het bedrag wordt jaarlijks geïndexeerd met de basisgezondheidsindex van 2013.

De subsidie is bedoeld om de kosten van de organisatie op het gebied van personeel, werking, communicatie, investeringen en apparatuur geheel of gedeeltelijk te dekken. § 2. Binnen de perken van de beschikbare kredieten kan de Regering aan het "AWSR" een aanvullende subsidie toekennen voor specifieke acties waarin het doelstellingencontract niet voorziet, om de verkeersveiligheidsdoelstellingen te halen die zij zichzelf heeft gesteld. § 3. De voorwaarden voor het betalen van de subsidie en de in aanmerking komende uitgaven worden vastgesteld door de Regering.

Art. 25.§ 1. Het "AWSR" is onderworpen aan de financiële controle door de administratie volgens de procedures die zijn vastgesteld in het in artikel 21 bedoelde doelstellingencontract.

Wanneer niet wordt voldaan aan de in dit besluit vastgestelde verplichtingen, stelt de Regering het "AWSR" op de hoogte van haar voornemen, door elk middel dat een vaste datum aan de zending verleent, om een of meer van de volgende sancties toe te passen: 1° de vereffening van de schijven opschorten;2° de eerder betaalde subsidies geheel of gedeeltelijk terugbetalen. § 2. Het "AWSR" beschikt over dertig dagen, te rekenen van de datum van ontvangst van het voorstel tot vermindering of opschorting, om zijn schriftelijke opmerkingen bij elk middel waarbij een vaste datum aan de zending wordt verleend aan de Regering over te maken.

De Minister beslist binnen dertig dagen na ontvangst van die opmerkingen.

Art. 26.In het in artikel 21 bedoelde doelstellingencontract zijn de modaliteiten voor de aanpassing van de subsidie en de modaliteiten voor de verrekening van het saldo van de subsidie in jaar N met het bedrag voor jaar N+1 vastgelegd.

HOOFDSTUK 6. - Verwerking van persoonsgegevens

Art. 27.§ 1. De administratie is verplicht om persoonsgegevens te verwerken in het kader van de verschillende opdrachten waarvoor zij krachtens dit decreet verantwoordelijk is.

De administratie is verantwoordelijk voor de verwerking zoals bedoeld in artikel 4, 7), van Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG; § 2. De categorieën gegevens die worden verwerkt en verzameld door de verantwoordelijke voor de verwerking krachtens dit besluit zijn : 1° de persoonlijke identificatiegegevens : 2° kwalificaties, opleiding en beroepservaring;3° lidmaatschap van en deelname aan organisaties; 4° de details van de diensten die aan de betrokken persoon worden verleend;5° de uittreksels uit het strafregister van door de Regering geïdentificeerde personen. Voor de categorie van gegevens bedoeld in 1° heeft de administratie toegang tot de gegevens bedoeld in artikel 3, eerste lid, 1°, 2° en 5°, van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen en kan zij gebruik maken van het identificatienummer van het Rijksregister van de betrokken personen De Regering specificeert, voor elke terugkerende en eenmalige actie, de gegevens die nodig zijn van dienstverleners om haar opdrachten uit te voeren en de gegevens van de administratie te verwerken. § 3. Deze gegevens mogen alleen voor de volgende doeleinden worden gebruikt: 1° de verificatie van de erkenningsvoorwaarden voor het verlenen of weigeren van die erkenning;2° de analyse van de activiteitenverslagen bedoeld in de artikelen 11, eerste lid, en 13, tweede lid;3° de beoordelingen bedoeld in artikel 15, eerste lid, 1° en 2° 4° indien van toepassing, het opstellen van algemene en anonieme statistieken door de administratie met het oog op de analyse en beoordeling van de beleidsmaatregel. § 4. De in paragraaf 2 bedoelde gegevens zijn uitsluitend toegankelijk voor de door de Regering en de verantwoordelijke voor de verwerking aangewezen statutaire personeelsleden of contractuele personeelsleden en mogen uitsluitend worden gebruikt voor de doeleinden die noodzakelijk zijn om te voldoen aan de bepalingen van dit decreet en de uitvoeringsbesluiten daarvan.

Het raadplegen van gegevens wordt geregeld door de persoonlijke toegangsrechten die aan elk personeelslid worden toegekend op basis van hun rol in de gegevensverwerking. § 5. De gegevens worden bewaard voor een periode van tien jaar, die nodig is voor de doeleinden waarvoor ze zijn verzameld. De gegevens worden vervolgens vijf jaar bewaard voor administratieve doeleinden, zoals het eventuele beheer van een geschil of om te voldoen aan een wettelijke verplichting. Tijdens deze periode kunnen gegevens op ad-hoc basis worden geraadpleegd door specifiek gemachtigde personen. § 6. In alle gevallen stelt de verantwoordelijke voor de verwerking de personen op wie de in dit artikel bedoelde gegevensverwerking betrekking heeft, onverwijld in kennis van het volgende: 1° de identiteit en het adres van de verantwoordelijke voor de verwerking en zijn vertegenwoordiger in het Waals Gewest;2° de wettelijke of reglementaire grondslag van de gegevensverzameling;3° de bestemde persoon en de doeleinden waarvoor de verzamelde gegevens worden gebruikt;4° de persoonsgegevens van de betrokken persoon;5° de mogelijkheden om een zaak aanhangig te maken bij de Gegevensbeschermingsautoriteit en haar adres;6° het bestaan van het recht op toegang tot de gegevens, op verbetering van die gegevens, alsmede de nadere regelen voor de uitoefening van deze rechten;7° de duur van de verwerking en de opslag van de gegevens § 7.De verantwoordelijke voor de verwerking neemt alle maatregelen die nodig zijn om ervoor te zorgen dat persoonsgegevens volledig worden bewaard.

De personen die uit hoofde van de bepalingen van dit decreet persoonsgegevens ontvangen, nemen maatregelen om de vertrouwelijkheid van deze gegevens en het gebruik ervan uitsluitend voor de bij of krachtens dit decreet vastgestelde doeleinden of ter nakoming van hun wettelijke verplichtingen te waarborgen.

HOOFDSTUK 7. - Overgangs- en slotbepalingen

Art. 28.Artikel 9bis van het decreet van 19 maart 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 19/03/2009 pub. 08/05/2009 numac 2009202017 bron waalse overheidsdienst Decreet betreffende de instandhouding van het gewestelijke openbaar wegen- en waterwegendomein type decreet prom. 19/03/2009 pub. 08/04/2009 numac 2009201494 bron waalse overheidsdienst Decreet houdende wijziging van het decreet van 11 maart 2004 betreffende de erkenning en de subsidiëring van de gewestelijke zendingen voor arbeidsbemiddeling sluiten betreffende de instandhouding van het gewestelijke openbaar wegen- en waterwegendomein, ingevoegd bij het decreet van 22 juli 2010 en gewijzigd bij het decreet van 11 december 2014, wordt opgeheven.

Elke subsidieaanvraag voor bewustmaking en voorlichting inzake verkeersveiligheid die wordt ingediend vóór de datum van inwerkingtreding van dit decreet, blijft onderworpen aan artikel 9 bis van het decreet van 19 maart 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 19/03/2009 pub. 08/05/2009 numac 2009202017 bron waalse overheidsdienst Decreet betreffende de instandhouding van het gewestelijke openbaar wegen- en waterwegendomein type decreet prom. 19/03/2009 pub. 08/04/2009 numac 2009201494 bron waalse overheidsdienst Decreet houdende wijziging van het decreet van 11 maart 2004 betreffende de erkenning en de subsidiëring van de gewestelijke zendingen voor arbeidsbemiddeling sluiten betreffende de instandhouding van het gewestelijke openbaar wegen- en waterwegendomein, zoals gewijzigd bij het decreet van 11 december 2014.

Art. 29.Artikel 46 van het decreet van 4 april 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 04/04/2019 pub. 13/08/2019 numac 2019203621 bron waalse overheidsdienst Decreet betreffende de administratieve geldboetes inzake verkeersveiligheid sluiten betreffende de administratieve geldboetes inzake verkeersveiligheid wordt opgeheven.

Art. 30.De Regering stelt de datum vast waarop dit decreet in werking treedt, met uitzondering van hoofdstuk 5, dat in werking treedt op 1 januari 2025.

Namen, 11 april 2024.

De Minister-President, E. DI RUPO De Vice-Minister-President en Minister van Economie, Buitenlandse Handel, Onderzoek, Innovatie, Digitale Technologieën, Ruimtelijke Ordening, Landbouw, het "IFAPME", en de Vaardigheidscentra, W. BORSUS De Vice-Minister-President en Minister van Klimaat, Energie, Mobiliteit en Infrastructuren, Ph. HENRY De Vice-Minister-President en Minister van Werk, Gezondheid, Sociale Actie en Sociale Economie, Gelijke Kansen en Vrouwenrechten, Ch. MORREALE De Minister van Ambtenarenzaken, Informatica, Administratieve Vereenvoudiging, belast met Kinderbijslag, Toerisme, Erfgoed en Verkeersveiligheid, V. DE BUE De Minister van Huisvesting, Plaatselijke Besturen en Stedenbeleid, Ch. COLLIGNON De Minister van Begroting en Financiën, Luchthavens en Sportinfrastructuren, A. DOLIMONT De Minister van Leefmilieu, Natuur, Bossen, Landelijke Aangelegenheden en Dierenwelzijn, C. TELLIER _______ Nota (1) Zitting 2023-2024. Stukken van het Waals Parlement, 1655 (2023-2024) Nrs. 1 tot 5 Volledig verslag, plenaire zitting van 10 april 2024 Bespreking.

Stemming.


^