10 JULI 2003. - Decreet houdende wijziging van het Elektriciteitsdecreet van 17 juli 2000, wat de invoering van een systeem van warmtekrachtcertificaten betreft

Het Vlaams Parlement heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt : decreet houdende wijziging van het Electriciteitsdecreet van 17 juli 2000, wat de invoering van een systeem van warmtekrachtcertificaten betreft.

HOOFDSTUK. - Algemene bepalingen

Artikel 1.Dit decreet regelt een gewestaangelegenheid.

Art. 2.In artikel 2 van het Elektriciteitsdecreet van 17 juli 2000, gewijzigd bij de decreten van 22 december 2000 en 6 juli 2001, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de bepaling onder 4° wordt vervangen door wat volgt : « 4° warmtekrachtinstallatie :installatie voor de opwekking in één proces van thermische energie en elektrische en/of mechanische energie;»; 2° een 26° en 27° worden toegevoegd, die luiden als volgt : « 26° warmtekrachtbesparing : de primaire energiebesparing die gerealiseerd wordt door gebruik te maken van een warmtekrachtinstallatie;27° warmtekrachtcertificaat : een overdraagbaar immaterieel goed dat aantoont dat een daarin genoemde warmtekrachtinstallatie, in een daarin aangegeven jaar, een warmtekrachtbesparing van 1 000 kWh heeft gerealiseerd.» HOOFDSTUK II. - Warmtekrachtcertificaten

Art. 3.Aan hoofdstuk VII van hetzelfde decreet wordt een artikel 25bis toegevoegd, dat luidt als volgt : « Artikel 25bis . § 1. Een systeem van warmtekrachtcertificaten wordt ingevoerd. De Vlaamse regering bepaalt de datum van inwerkingtreding van het systeem.

De warmtekrachtcertificaten worden door de reguleringsinstantie toegekend op basis van de voorwaarden die door de Vlaamse regering worden bepaald. § 2. De Vlaamse regering kan leveranciers aan eindafnemers, aangesloten op het distributienet of het transmissienet, de verplichting opleggen om jaarlijks voor 31 maart een aantal warmtekrachtcertificaten voor te leggen aan de reguleringsinstantie.

De Vlaamse regering stelt de nadere toepassingsregels vast.

De Vlaamse regering legt het aantal voor te leggen warmtekrachtcertificaten vast, rekening houdend met de beleidsdoelstellingen inzake de uitbouw van kwalitatieve warmtekrachtkoppeling in het Vlaamse Gewest.

De Vlaamse regering kan bepalen onder welke voorwaarden certificaten uitgegeven door andere overheden kunnen worden aanvaard om te voldoen aan de certificatenverplichting, bedoeld in het eerste lid, waarbij gelijkaardige waarborgen moeten worden geboden op het vlak van de toekenning van de certificaten.

In 2005 legt de Vlaamse regering, in overleg met de reguleringsinstantie, een evaluatierapport over de certificatenverplichting voor aan het Vlaams Parlement. Dit rapport evalueert de effecten en de kosteneffectiviteit van de certificatenverplichting. »

Art. 4.In artikel 37 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht 1° een § 2ter wordt ingevoegd, die luidt als volgt : « § 2ter.Het tarief van de administratieve geldboete voor een overtreding van de certificatenverplichting, bedoeld in artikel 25bis , bedraagt 30 euro per ontbrekend certificaat op 31 maart 2004, 35 euro per ontbrekend certificaat op 31 maart 2005, 40 euro per ontbrekend certificaat op 31 maart 2006, en 45 euro per ontbrekend certificaat op 31 maart 2007 en daarna.

In geval de marktwaarde van de warmtekrachtcertificaten door een beslissing van de Vlaamse regering daalt tot minder dan 60% van deze administratieve boete, vergoedt de Vlaamse regering de geleden schade voor kwalitatieve warmtekrachtinstallaties die minder dan 10 jaar in dienst zijn. » ; 2° in § 3 worden de woorden "§ 1 en § 2" vervangen door de woorden « § 1, § 2, § 2bis en § 2ter ». Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 10 juli 2003.

De minister-president van de Vlaamse regering, B. SOMERS De Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie, G. BOSSUYT Nota Zitting 2002-2003.

Stukken. - Voorstel van decreet : 1552, nr. 1.

Verslag over hoorzitting : 1552, nr. 2.

Verslag : 1552, nr. 3.

Tekst aangenomen door de plenaire vergadering : 1552, nr. 4.

Handelingen. - Bespreking en aanneming : Vergaderingen van 2 juli 2003.