gepubliceerd op 22 maart 2024
Decreet tot wijziging van Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt, voor wat betreft de uitvoering van bepaalde werken aan waterlopen om de gevolgen van gevallen van overmacht te beperken
10 JANUARI 2024. - Decreet tot wijziging van Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt, voor wat betreft de uitvoering van bepaalde werken aan waterlopen om de gevolgen van gevallen van overmacht te beperken (1)
Het Waalse Parlement heeft aangenomen en Wij, Waalse Regering, bekrachtigen hetgeen volgt:
Artikel 1.In artikel D.43, § 3, van Deel II, Titel V, hoofdstuk II, afdeling 4, van Boek II van het Milieuwetboek dat het Waterwetboek inhoudt, worden de woorden "tenzij deze werken op enigerlei wijze noodzakelijk zijn gemaakt door de omwonenden, gebruikers of de eigenaars of indien zij voor hun rekening worden uitgevoerd" ingevoegd tussen de woorden "werken dan onderhoud en kleine herstelling." en " Die schadeloosstelling wordt".
Art. 2.In Deel II, Titel V, Hoofdstuk II, afdeling 4, van hetzelfde Boek wordt een artikel D.44/1 ingevoegd, luidend als volgt: "Art. D.44/1. § 1. In het algemeen belang en met het oog op de verwezenlijking van de doelstellingen bepaald in de artikelen D.1, § 2, eerste lid, 5°, kan de Regering aan de beheerders van waterlopen toelating verlenen om werken, installaties en inrichtingen uit te voeren of te laten uitvoeren op percelen en kunstwerken die hen niet toebehoren, en die aanwezig zijn onder, in of boven de kleine bedding van een waterloop of binnen een afstand van zes meter van de oeverkruin, zonder de bestemming ervan te wijzigen en zonder onteigening.
De kunstwerken en percelen die niet toebehoren aan de beheerders blijven de verantwoordelijkheid van hun eigenaars wanneer de werken, installaties en inrichtingen voltooid zijn. Eigenaars blijven gebonden aan de in deze titel beschreven verplichtingen met betrekking tot handelingen en werken, installaties en inrichtingen die worden uitgevoerd krachtens lid 1.
Het is verboden om handelingen te verrichten die schade kunnen toebrengen aan de in lid 1 genoemde werken, installaties en inrichtingen.
De Regering kan een deel van de kosten van de in het eerste lid bedoelde werken ten laste leggen van de privaatrechtelijke of publiekrechtelijke personen die voordeel halen uit deze werken of die ze noodzakelijk hebben gemaakt. § 2. Bij overtreding van de bij of krachtens dit artikel gestelde verbodsbepalingen en voorschriften maant de beheerder de overtreder aan om een einde te maken aan de onregelmatigheid door het uitvoeren van werken en zo nodig de betreffende kunstwerken en percelen te (doen) herstellen. Deze ingebrekestelling wordt per aangetekende post met ontvangstbevestiging of door afgifte tegen ontvangstbewijs verzonden en vermeldt de termijn waarbinnen de overtreder zich hieraan moet houden.
Als het in overeenstemming brengen of het herstel niet binnen de gestelde termijn wordt uitgevoerd, mag de beheerder het zelf uitvoeren of laten uitvoeren.
In afwijking van het eerste lid kan de beheerder van ambtswege de werken uitvoeren of laten uitvoeren, of de werken, installaties en inrichtingen herstellen of laten herstellen, zonder de overtreder daartoe vooraf aan te manen, in gevallen van dringende spoed of wanneer de dwingende eisen van de openbare dienst zulks rechtvaardigen.
In alle gevallen is de overtreder gedwongen tot de terugbetaling van alle uitvoeringskosten op overlegging van een gewone staat opgemaakt door de beheerder die voor de uitvoering heeft gezorgd of laten zorgen. § 3. De Regering bepaalt de specifieke modaliteiten inzake publiciteit, informatie en beroep met betrekking tot beslissingen genomen krachtens paragraaf 1, lid 1.
De specifieke publiciteitsmodaliteiten moeten minstens voorzien in een kennisgeving van de beslissing aan de eigenaars van de betrokken percelen en kunstwerken.
De in lid 2 bedoelde kennisgeving bevat minstens de volgende gegevens: 1° de redenen voor het uitvoeren van de werken, installaties of inrichtingen, alsook de omvang van de erfdienstbaarheid van openbaar nut en het betrokken algemeen belang;2° de rechtsmiddelen waarover de eigenaar beschikt.".
Art. 3.In Deel II, Titel V, Hoofdstuk II, afdeling 4, van hetzelfde Boek wordt een artikel D.45/1 ingevoegd, luidend als volgt: "Art. D.45/1. In geval van schade ten gevolge van overmacht, met inbegrip van door de Regering erkende natuurrampen, mag de beheerder ambtshalve andere werken dan de onderhouds- en herstellingswerken bedoeld in artikel D.39 (laten) uitvoeren, aan bestaande kunstwerken die hem niet toebehoren, al dan niet vergund door de beheerder krachtens artikel D.40 of krachtens vroegere wetgeving, aanwezig onder, in of boven de kleine bedding van de waterloop, zonder voorafgaandelijke ingebrekestelling van de eigenaar, in gevallen van uiterste hoogdringendheid of wanneer de dwingende noden van de openbare dienst het rechtvaardigen.
De kunstwerken die niet toebehoren aan de beheerder blijven in alle gevallen de verantwoordelijkheid van hun eigenaar, zonder beschouwd te worden als regularisatie van niet-toegestane kunstwerken, en de eigenaar kan verplicht worden om alle uitvoeringskosten terug te betalen op overlegging van een gewone staat opgemaakt door de beheerder die voor de uitvoering heeft gezorgd of laten zorgen. ".
Art. 4.In artikel D.46, eerste lid, van hetzelfde Boek worden de woorden ", D.44/1, § 2, vierde lid, D.45/1, tweede lid," ingevoegd tussen de woorden "D.45, derde lid" en "en D.47.". ".
Art. 5.In artikel D.408 van Deel IV, Titel VIII, van hetzelfde Boek, wordt paragraaf 1, lid 1, aangevuld met een punt 10°, luidend als volgt: "10° de eigenaar die nalaat de werken uit te voeren of elke persoon die de verbodsbepalingen van artikel D.44/1 overtreedt. ".
Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Namen, 10 januari 2024.
De Minister-President, E. DI RUPO De Vice-Minister-President en Minister van Economie, Buitenlandse Handel, Onderzoek, Innovatie, Digitale Technologieën, Ruimtelijke Ordening, Landbouw, het "IFAPME", en de Vaardigheidscentra, W. BORSUS De Vice-Minister-President en Minister van Klimaat, Energie, Mobiliteit en Infrastructuren, Ph. HENRY De Vice-Minister-President en Minister van Tewerkstelling, Vorming, Gezondheid, Sociale Actie en Sociale Economie, Gelijke Kansen en Vrouwenrechten, Ch. MORREALE De Minister van Ambtenarenzaken, Informatica, Administratieve Vereenvoudiging, belast met Kinderbijslag, Toerisme, Erfgoed en Verkeersveiligheid, V. DE BUE De Minister van Huisvesting, Plaatselijke Besturen en Stedenbeleid, Ch. COLLIGNON De Minister van Begroting en Financiën, Luchthavens en Sportinfrastructuren, A. DOLIMONT De Minister van Leefmilieu, Natuur, Bossen, Landelijke Aangelegenheden en Dierenwelzijn, C. TELLIER _______ Nota (1) Zitting 2023-2024. Stukken van het Waals Parlement, 1498 (2023-2024) Nrs. 1 tot 3 Volledig verslag, plenaire vergadering van 10 januari 2024.
Bespreking.
Stemming.